Hartgespan, moeraspirea, bernagie en ook brandnetel bloeien nu in onze tuin. Veel planten zijn er vanzelf gekomen of zijn er door de vorige eigenaars ingebracht. Zo groeit er ook, een bijna onbeschoft bloeiende plant met de naam lampenpoetser. Ik ben enigszins beschaamd om zo'n kitscherige struik in onze tuin te hebben, maar om hem dan maar te vernietigen is toch te veel gevraagd. En curieus is hij wel, wie weet ga ik er nog van houden.
Voorlopig hou ik toch meer van de sierlijke, blauwe bijna doorzichtige bloemen van de bernagie. Dat het ook in de keuken kan gebruikt worden, bevordert nog mijn sympathie. Geneeskrachtig is het zeker ook wel, alleen wel wat vergeten. Lang geleden was het een superkruid tegen de toen alom heersende melancholie. Hoe zouden we dat nu noemen, depressie?
Lees http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/40934-bernagie-tegen-melancholie.html
Over de rode lampenpoetser (Callistemon)
Deze struik komt van nature voor in Australië, waar de soort groeit in droge struwelen. Interessant is wel dat de plant aangepast is aan periodiek afbranden. De vluchtige olie uit de bladeren komt bijna explosief tot ontbranding en neemt zuurstof voor de vlammen weg om de plant te beschermen tegen het vuur. De vruchten gaan vaak pas na brand open, als de omstandigheden (kale grond) voor ontkieming van de zaden ideaal zijn. De bloeiende bloem doet denken aan een flessenborstel, ook wel lampenpoetser genoemd. Deze flessenborstels werden vroeger gebruikt om de glazen van bijvoorbeeld petroleumlampen schoon te maken. De naam Callistemon komt vanuit het Grieks. Callis is in het Grieks ‘Kalos’, hetgeen schoonheid betekent en ‘stemon’ staat voor meeldraad. Bij deze plant vallen vooral de bloeiende meeldraden op, die langere tijd blijven bloeien. Die Callistemon in de tuin wordt toch nog interessant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten