Slenterend door ons dorp Domaine du Bonsoy kom ik mensen maar ook planten tegen. Oosterse karmozijnbes bijvoorbeeld, een buitenlander zoals de naam al aangeeft, die zich in België en omstreken wel thuis voelt. Dit imponerend struikachtig kruid wordt wel aangeplant in tuinen en parken en verwildert van daaruit, onder meer doordat vogels de bessen eten en de zaden later elders uitkakken. Zo komt de soort niet alleen terecht in de stedelijke omgeving, maar ook wel in de natuur.
Hoewel het exacte toxische mechanisme nader onderzoek vereist, is het bekend dat de bladeren en wortels van de oosterse karmozijnbes als giftig moeten worden beschouwd. Hoewel de jonge bladeren van deze plant misschien geen nadelige gevolgen hebben, ontwikkelen ze een giftige component naarmate ze ouder worden. Ook de wortels bevatten deze giftige stof. Het risico op accidentele vergiftiging is groter wanneer mensen de bladeren op een verkeerde leeftijd kunnen oogsten. De wortels hebben een zuiverende werking (braken en diarree) bij inname.
Als je deze giftige, woekerende maar voor mij bewonderenswaardige exoot toch eens wil telen. Hier wat advies. Het is een zogenaamde koelkiemer, zaaien bij 18-22ºC gedurende 2-3 weken en vochtig houden, verplaats naar -4 to +4ºC gedurende 4-6 weken, verplaats naar 5 tot 12ºC om te kiemen. Phytolacca acinosa verlangt een zonnige tot gedeeltelijk beschaduwde plek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten