woensdag, september 02, 2009
Onderweg
Op het land groeit nog wel wat bieten- en klavergroen. Mijn vader zou die immense vruchtbaarheid en die machtige sproei-installaties wel kunnen waarderen. Ik al veel minder, maar met die dreigende onweerswolken boven die kale vlaktes heeft het wel iets artistiek.
In de bermen groeit mijn 'business'. Boerenwormkruid, kruiskruidsoorten en Canadese fijnstraal, echt mooi is het niet maar toch allemaal planten metbetekenis. Stoppen doe ik niet en kan ik ook niet. Dus maar verder richting Reims, het landschap wordt heuvelachtig en we zien plots de golvende in het gelid groeiende wijndruiven waar zomaar de echte champagne uit ontstaat. Hier is ook het 'Parc Naturel regional Montagne de Reims. In het voorjaar reden we daar met onze motorhome, door die kronkelende straten en mooi, rijke dorpen. Een heel andere wereld, al ligt het maar 5 kilometer verder. Maar nu...verder op volle snelheid, vanavond landen we hopelijk in De Haan aan Zee.
maandag, augustus 31, 2009
Terug naar België
Wat neem ik vandaag mee: Ballonnenplanten die ik gezaaid had, een Belladonnaplant die gele ipv zwarte bessen zou moeten geven, enkele jonge rozenwortels, piepkleine Leuzea's, een Tagetes lucida in bloei, want ik wil zaad winnen en die zijnnog niet rijp, een White wortels van meekrap, een andere genepi, enkele jonge wedeplanten, net gewortelde stekjes van de Spaanse salie en een gestekte papierboom.
Balsemwormkruid in mijn Jardin de Simples
In de tuin begint nu net balsemwormkruid of vrouwenmunt te bloeien. De gele bloemknopjes (alleen maar buisbloemen) lijken sterk op boerewormkruid, niet verwonderlijk ze horen ook tot hetzelfde geslacht, de ene noemtTanacetum balsamita en de andere Tanacetum vulgare. Verder lijken ze weinig op mekaar, het blad van de vrouwenmunt is niet ingesneden, veel lichter groen en ruikt muntachtig. In Engeland werd het vroeger gebruikt om bier te aromatiseren, vandaar de naam Ale-cost. Costmary zou komen van costus, oosters en Mary, van de Heilige Maagd. Vooral in de Middeleeuwen was de plant blijkbaar sterk verbonden met Maria, ook de Franse naam Herbe Sainte-Marie en de Duitse Marienblatt geeft dit aan. Alhoewel deze namen ook kunnen samenhangen met het gebruik in de ME als vrouwenkruid.
De Engelse herborist Gerard schrijft 'The Conserve made with leaves of Costmaria and sugar dothwarm and dry the braine and openeth the stoppings of the same; stoppeth all catarrhes, rheumes anddistillations, taken in the quantitie of a beane.' En de beroemde Culpepper: ...It is an especial friend and help to evil, weak and cold livers. Theseed is familiarly given to children for the worms, and so is the infusion of the flowers in whitewine given them to the quantity of two ounces at a time.
Walahfrid Strabo bezingt de laxerende werking van de vrouwenmunt: "... Kocht man die Wurzel, mit heilsamer Hilfe Fördert sie träge Verdauung und regelt glücklich den Stuhlgang.Duitse volksnamen waren 'Riechblättchen oder "Schmeckablaadl" , ze werden omwille van hun geur als bladwijzer gebruikt, vooral in kerkelijke gebedenboeken. De verfrissende geur moest ervoor zorgen dat de kerkgangers wakker bleven tijdens de saaie sermoenen van de pastoor.
Veel lipbloemigen zijn hier in mijn droge tuin goed thuis, toch groeiden tijm en saliesoorten niet zo goed dit jaar, pas nu beginnen ze wat op gang te komen. Van Thymus
heb ik vooral het chemotype linalol, de wilde soort uit de streek en het chemotype thymol, de Belgische soort zal ik hem maar noemen. Het is de thymolgeur die wij als tijmgeur herkennen. De saliesoorten in de tuin zijn verschillende variëteiten van de echte salie, zoals de'Extracta' en de 'Purpuraescens', verder groeien er ook Salvia lavandulifolia, de Spaanse salie met smaller blad en veel Salvia sclarea, de tweejarige Muskaatsalie.
We gaan nog wat verder met planten in- en uitpakken. Enkele potplanten verhuizen naar de tuin oa een balsempopulier. De volle grond in, overgeleverd aan de zorgen en de grillen van moeder natuur. Een jonge vijgenboom en de citroenverbena's laat ik voorlopig wel in hun potten staan, daar zal Michael zich wel over ontfermen.En dan kunnen we weer met een auto vol takken, planten, boeken, kleding en onszelf, terug naar België. Tot volgend jaar?
zondag, augustus 30, 2009
Gran Paradiso, één wandeling, drie landschappen
Gran Paradiso, het grote paradijs is dit Italiaans natuurgebied zeker wel voor mij. Al schijnt er, zoals vandaag, niet altijd de zon. En zeker eind augustus op een hoogte van 2500m, daalt de temperatuur dan ook snel naar nul graden. Maar wij wandelen naar Col Leynir via Piani del Rosset.
Het Rossetmeer op 2709m met zijn eilandje in de vorm van een pastoorshoed of is het een vrouwenborst, verwarmt zich voorlopig nog in de ochtendzon. Hier, bij de vele meren wentelen we ons in het romantische landschap van groene, grazige golvende weilanden. Twee bochten verder komen we terecht in een chaotisch gruis- en rotslandschap omringd door geërodeerde bergtoppen en nog verder rond 3000 meter is de zanderige steen tot poeder vermalen en wanen we ons in een winterse woestijn. Er liggen hier en daar nog forse plekken oude sneeuw en nieuwe sneeuw nadert.
We spoeden ons dan ook naar de col. Een heel bijzondere col met aan de andere kant het hele jaar door eeuwige sneeuw. Afdalen naar de andere kant, naar de vallei de Rhemes, zit er nu niet in. Wij moeten zo wie zo terug naar onze Savoiahut en met de dreiging van onweer mogen we daar niet te lang mee wachten. Regenvlagen, sneeuw en zon wisselen mekaar af en beïnvloeden onze emoties en onze klederdracht. In T-shirt, fleece, lange of korte broek? We trekken uiteindelijk poncho en goretex aan maar wel met korte broek, alsof het zomer is voor onze benen en winter op ons hoofd. Onweer in de bergen kan gevaarlijk zijn, maar is ook mooi indrukwekkend.
Gemzen en edelweis
Ondanks het weer nemen we toch een andere terugweg, langs vallone Leynir en Lago Nero, naar het donkere meer met zijn vraatzuchtige vissen. Hier in een eenzamer stukje Gran Paradiso grazen mijn lievelingsdieren de gemzen, het zijn veel schichtigere beestjes dan die reuze steenbokken, en dus moeten we ze als het ware besluipen om ze dichterbij te kunnen bekijken. Hoe bewegen ze zo sierlijk tussen die ruwe rotsen? En dan die alerte oogjes met die kort gekromde horens als antennes! Bijzonder.
Maar we moeten verder, gelukkig zien we ook lager in het groene landschap, nog meer grazende gemzen en als slagroom op onze dagtaart vinden we op de grens tussen grijs en groen nog tientallen edelweisjes in gezelschap van massa's rozenkransjes. Waarom hebben planten die in de meest extreme omstandigheden moeten en kunnen overleven zulke vertederende namen? Schijn bedriegt zeker?
Koeien en mestminnende planten
Nog lager, dicht bij de refugio maar toch nog op 2500m hoogte, komen we in het voedselrijke grasland terecht, gevoed door de koeienstront van het Alp de Nivolet. Hier is het terrein van koeien, mensen en stikstofminnende planten zoals Alpenzuring, Brave Hendrik en vooral ook de Meesterwortel. Deze forse naar selder geurende schermbloemige kan in de soep gebruikt worden maar had vroeger ook een meesterlijke reputatie als spijsverteringbevorderend, vochtafdrijvend en menstruatie opwekkend middel. Vergetelheid is nu zijn deel maar zijn kwaliteiten behoudt hij wel en geduldig wacht hij totdat de mensen hem weer willen gebruiken. Ik pluk wat rijpe zaden, wie weet, ooit in het vlakke land Vlaanderen, kan ik meesterwortelsoep serveren.
Een verzameling boeken over bergen is hier wel op zijn plaats:
- Connaitre les plantes médicinales des Alpes. Robert Frisch.
- Elseviers Alpengids. Th. Schauer / C. Caspari
- Blumen der Alpen. Aichele / Schwegler. Kosmos Naturfuhrer
- Guide complet des fleurs de montagne. C. Grey-Wilson
- Alpiene planten. Clive Innes. Uitg. Helmond
- La Flore du Ventoux. O. Madou. Connaissance des pays & Ed. Barthélemy
- Alpenflora van het Europese bergland. A. Huxley. Uitg. Moussault
Een verzameling bergbewoners is hier ook wel op zijn plaats
- De waard van de refugio Savoia, goed gevuld, vrolijk en degelijk
- De dochter, vriendelijk, gedienstig maar zonder over zich heen te laten lopen
- De schaapherder met zwart haar en baard, klein geblokt, natuurlijk verweerd door de elementen
- De Marokkaanse gastarbeider 4 maand per jaar koeherder en kaasmaker en dat al vele jaren. Smorgens vroeg, goed ingepakt, met jonge kaas op de rug de helling af, al helemaal vergroeid met de bergen
- De groene parkwachter, de nieuwe moderne bergbewoner, spiedend met de verrekijker naar de moderne toerist, die de planten en al de rest met de voeten dreigt te treden
- De enige marktkramer op deze hoogte, verkoper van Fleece en aanverwanten, een oudere man (zo oud als ik dus) smakeloos gekleed in zijn eigen hippe kleding met een geweldig rode kop alsof hij elke moment een hartinfarct kan krijgen. Elk jaar ben ik toch weer opgelucht dat hij er nog is.
- De enige echte refugiobeheerder, deskundig, correct maar zonder natuurlijke warmte. Een man naar mijn hart maar.... maar voor héél eventjes.
zaterdag, augustus 29, 2009
Bellegardetuin
De tuin in Bellegarde klaar gemaakt voor onze grote vertrek. Terug naar België. Naar mijn cursussen en andere activiteiten.
We verzamelen voornamelijk wat zaad voor volgend jaar. Zaad oogsten is toch ook verwachtingen en mogelijkheden creëren voor volgend jaar.
Dus oogsten we Siberisch hartgespan, oertuinboon, Glad parelzaad, Korenbloem, Geel bilzekruid, Bolderik, Koriander, Zonnebloem, Juffertje in het groen, Zwarte komijn, Doornappel, Tweekleurige balsemien, Witbloeiende stokroos en Griekse alant. Weer veel curieuze namen, een romantisch gedicht waardig.
We nemen mogelijk voor meer dan een half jaar afscheid van deze planten. Dus mag ik er wel even bij stil staan. Zaden oogsten en meenemen, is ook een beetje mijn tuin meenemen. En ja, hoe komen zij en ik de winter door?
vrijdag, augustus 28, 2009
Jardin de Simples dagboek
De warmte en de droogte hier in de Franse Drômestreek, zijn mogelijk goed voor den toerist, maar voor de natuur en zeker voor mijn tuin, is het één grote ellende. Water geven vanuit de beek blijft de enige mogelijkheid om de planten in leven te houden. En ik die gewend ben in België zelfs in de zomer, planten uit de grond te halen, te scheuren en opnieuw te planten. Ik probeer het hier ook wel, maar dan moet ik ze in humusrijke grond apart in potjes en in de schaduw planten en ze natuurlijk elke dag water geven. Nog beter is de plantjes de eerste dagen af te dekken. En dan wil het wel lukken.
Vandaag probeer ik het met het al eerder gesnoeid Moederkruid en met Gele kamille.
Ik wil ook nog wat zaaien maar de grond is keihard en gebarsten. Ik gooide er enkele dagen geleden wat kruiwagens compost overheen en een zak met kruidenafval van Herbier du Diois. Daarna heb ik overvloedig water gegeven en het stuk grond met karton afgedekt.
Vandaag heb ik dan in één gebogen lijn veldsla, radijsjes en sperziebonen in die compost gezaaid. Op dat stukje grond hebben eerder papavers gestaan, het rijpe zaad uit die slaapbollen zal wel mee ontkiemen. Wat mij betreft, hoe meer hoe liever.
Het kruidenafval van Herbier du Diois? Grote zakken met specerijen en kruiden van over de hele wereld, worden bij de kruidengroothandel l'Herbier gereinigd, ontdaan van steentjes, stof en resten van andere planten. Deze toch wel zeer aromatische afval kan ik in de tuin als grondbedekker of als compost gebruiken en dat is toch wel een bijzonder genoegen en een zegen om een kruidentuin te kunnen bemesten en extra te aromatiseren met specerijen en andere kruiden.
Veel moet hier in bakken voor gezaaid worden. Zo had ik begin Juli Leuzea carthamoïdes en een Struikbasilicum gezaaid, die nu goed ontkiemd zijn. Enkele Leuzea’s heb ik vandaag in potjes overgeplant. Een test! Als het lukt kan ik volgende week de rest overplanten. Maar in volle grond, kan dat maar goed in september of in het voorjaar.
Moederkruid / Tanacetum parthenium, een kortlevende vast plant nauw verwant aan Boerewormkruid, dit moederkruid is al enkele jaren dé plant tegen migraine en hoofdpijn. Moederkruid en migraine | Mens en gezondheid: Ziekten
Leuzea carthamoïdes / Maralroot, een stevige vaste plant met artisjokachtige bloem, wordt gebruikt als adaptogeen met mogelijk een anabole werking.
Leuzea, een anabole plant? | Mens en gezondheid: Lifestyle
31 juli 2009
Pierre, de oerinwoner van Bellegarde, zit op de oude steen onder de oude linde 85 jaar te zijn. De eeuwigheid kun je niet zaaien, zegt hij, in het Frans natuurlijk. Iets van ‘l’éternité, on ne semence pas’. Ik, 65 jaar huppelend jong, geef eeuwig water aan potjes en pannetjes met Citroenverbena, Vijgenboompje, Moederkruid en Heiligenbloem. Is eeuwigheid voor een ander leven? Geeft dan een plantje water aan mijn wortels?
We plukken lavendelbloemen om lavendelfakkeltjes te maken, mooie zaaddoosjes van Juffertje in ’t groen voor droogboeketten en Alsemtoppen voor smudge-sticks. Ik fotograaf fotografeer een overdaad aan vlinders op mijn lavendelstruiken. Keizersmantel, koningspage, citroenvlinder, zelfs de wolfsmelkpijlstaart en natuurlijk de Sint-Jansvlinder. Zij fladderen vrolijk verder al leven ze maar een dag.
Vuurwants
Als je zoals wij onder een lindeboom leeft, zie je ze in overdaad. De kleine, zwartrood getekende wantsen, die constant lijken te copuleren, aan mekaar hangend, lijken ze eeuwig op reis. Deze gezellige beestjes voeden zich voornamelijk met de vruchten (zaden) van de linde. Als ik al mijn lindebloesem zou plukken zouden ze waarschijnlijk verdwijnen. Maar wie plukt hier in het lindeland nog linde?
Bij de weinige zaadjes die in Mei ontkiemd zijn, was ook één Amerikaans glidkruid, die nu flink aan de groei is, dus heb ik er toch weer een belangrijke Amerikaanse plant bij, die ik kan bestuderen, beleven en me ook een beetje zorgen over maken.
1 augustus 2009: waterritueel
De maand juli is dus voorbij en het enige water dat hier uit de hemel is gevallen was ongeveer één maand geleden en dat … gedurende 2 uur. Water ‘geven’ aan de planten in het kleine tuintje voor ons huis blijft dus essentieel. Noodzaak maar ook ritueel. Met de groene gieter op mijn espadrilles de gevaarlijke straat oversteken naar een moderne kraan, maar wel met water afkomstig uit een echte bron. Scheppen, schuin de straat oversteken en met een brede beweging, alsof het regent, citroenverbena, vijgenboompje, jiaogulan, balsamien en anderen bevochtigen. Ja, meer dan bevochtigen is het niet. De overvloed moet toch ooit van boven komen.
7 augustus
Eindelijk onweer en regen tegen de avond. Binnen nog eens film uit mijn verre verleden bekeken. Persona van Ingmar Bergman. Traag trekken 2 vrouwen hun verhaal.
Na de film en na de regen, trek ik nog even naar buiten. De donkerte van de tuin tegemoet, op de tast naar de doornappels, muffe geur van blad mengt zich met zoete, scherpe geur van de witte bloemen. Even ook kleverige klei in plaats van gebarsten grond onder mijn schoenen voelen, dat was lang geleden!
De onzichtbare tuin is nu ook alléén geur en gevoel. En dan zo maar bij de magische planten, doornappel en bilzekruid staan, als er trollen en tovenaars bestaan moeten ze nu wel te voorschijn komen.
vrijdag, juli 10, 2009
Liefdesvetkruid en andere hemelsleutels
Het plantje was zo'n 20 cm hoog en bloeide op 15 augustus met de typische roodbruine schermen eigen aan de Hemelsleutelfamilie. In de Alpenflora van Huxley bladerend, vind ik nu een Sedum die sterk gelijkt op mijn Paradisosoort met de naam Sedum anacampseros en met de prachtige Nederlandse naam van Liefdes-Vetkruid. Met zo'n naam wil ik maar al te graag deze soort gezien hebben. Anacampseros zou komen van het Griekse 'ana' weder, terug en 'kamptein' ombuigen, omkeren en volgens Plinius zou de naam geschonken zijn aan een gewas, 'welks aanraking geacht werd voldoende te zijn om verloren gegane liefde te doen wederkeren, zelfs als zij reeds in haat verkeerd was' (Historia Naturalis XXIV, 102). Heb ik wat te leren van de planten, die ik ontmoet?
Ecologie, orpin des infidéles
Nuchter, botanisch bekeken is deze vetplant een vrij veel, maar toch niet algemeen voorkomende soort in de Hautes Alpes. Hij groeit daar op een hoogte van 1200 tot 2800 meter tussen de rotsen en in de éboulis. De Franse benaming is Orpin bleu, dat blauw komt waarschijnlijk van de grijs bijna paarse verkleuring die de bloemstengel en bloem krijgt tijdens en na de bloei. Een nog merkwaardiger Franse naam, orpin des infidéles, de plant der ontrouwen, werpt een heel ander licht op dat liefdesvetkruid. Zou zo’n een plant dan ook een afrodisiacum zijn?
Sedum te eten?
Ik op zoek naar gebruiksgegevens. Is deze plant door de bergbewoners gebruikt geweest? Is er wetenschappelijk onderzoek verricht? In de literatuur word wel vermeld dat de blaadjes zowel rauw als gekookt gegeten kunnen worden. Zelf heb ik wel eens zo’n vet blaadje geproefd, maar zoals bij veel vetplanten smaken ze nogal slijmerig. Dus niet echt om culinaire genoegens aan te beleven.
Sedum telephium bij Dodoens
Veel andere sedumsoorten, zoals Sedum acre, Muurpeper en Sedum reflexum, Tripmadam hebben enige bekendheid als groente en als geneeskruid. Maar vooral Sedum telephium, de echte Hemelsleutel werd medicinaal vrij veel gebruikt. De verse, gekneusde bladeren zijn in gebruik geweest als wondverzorgend kompres, maar ook als zuig- of knabbelblaadje voor de mond- en de keelholte. De plant wordt in het Cruydt –Boeck van Dodoens al wondkruid genoemd. Dit cruyt wordt in Griecx gheheeten Cymbalion en Cotyledon heteron. In Latijn [47] Acetabulum alterum. In der Apoteken Crassula maior. In Hoochduytsch Wundkraut/ Knabenkraut/ Fotzzwang en Fotzweijn. In onser tale Wonden cruyt/ ende smeerwortele. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het extract een anti-inflammatoire, pijnstillende en keratolytische werking heeft. En dat het sap wondgenezend is. Dat bevestigt in grote mate de volkse toepassingen van verse sedumbladeren voor de huid en voor de gewrichten. Het word dan ook in de volksgeneeskunde bij reuma, tenniselleboog, bursitis zowel uitwendig als inwendig gebruikt.
Een volks recept: kompres en sap voor de huid
Plet een blad tot moes en kook het in 250 ml water, zeef en drink deze hoeveelheid op één dag in 2 of 3 keer en dit gedurende 1 week. Uitwendig leg je een gekneusd blad op pijnlijke, ontstoken gewrichten of op een geïrriteerde huid.
Wat wetenschappelijk onderzoek over Sedum telephium
J Pharm Pharmacol. 2000 May;52(5):585-91. Sedum telephium L. polysaccharide content affects MRC5 cell adhesion to laminin and fibronectin. Raimondi L, Banchelli G, Dalmazzi D, Mulinacci N, Romani A, Vincieri FF, Pirisino R.
Pharmacology. 2008;82(4):250-6. Anti-inflammatory effects of the methanol extract of Sedum telephium ssp. maximum in lipopolysaccharide- stimulated rat peritoneal macrophages. Altavilla D, Polito F, Bitto A, Minutoli L, Miraldi E, Fiumara T, Biagi M, Marini H, Giachetti D, Vaccaro M, Squadrito F.Phytochemistry. 1993 Nov;34(5):1357-62. Anti-inflammatory and immunologically active polysaccharides of Sedum telephium. Sendl A, Mulinacci N, Vincieri FF, Wagner H.
donderdag, mei 14, 2009
Kruidenwandeling met een vleugje nostalgie: Babelom
Waarom wil ik in godsnaam wandelen in Meldert. Is het hier zo mooi? Groeien er bijzondere planten? Leven hier merkwaardige mensen? Zit er meer zuurstof in de lucht? Of zou ik toch op zoek zijn naar mijn roots? Toch maar aan de wandel gaan zeker. We vertrekken bij e kerk, wandelen voorbij het kerkhof, even stil staan bij de doden en de Wilde marjolein die misschien wel met zijn wortels in het vlees der afgestorvenen wroet. Zo wil ik ook wel dode zijn. Boven de vallei van de Molenbeek, langs het pad ontdekken we zomaar een roset van de Kaardebol en van de Wouw. Eén plant om ruwe wol te borstelen en eentje om diezelfde wol te verven. De tredplanten Weegbree en Varkensgras zijn klassiek van de partij langs zulke zandpaden, ze zijn gebouwd om verharding en betreding aan te kunnen. Gelukkig maar, het zijn deze planten die wij het meeste nodig hebben. Zelfs de dichteres Ida Gerhardt had daar in 1905 al weet van. Haar 'Lof van het onkruid' klinkt zo:
Godlof dat onkruid niet vergaat.
Het nestelt zich in spleet en steen,
Breekt door beton en asfalt heen,
Bevolkt de voegen van de straat.
Akkers met...
Kaardebol / Dipsacus |
Voorbij het Galgeveld duiken we een holle weg in richting Molenbeek, ook al om een horde aanstormende terreinwagens te ontwijken. Een holle weg uit mijn dromen met het onooglijk mooie muskuskruid, het bijna uitgebloeide speenkruid, die heel nuchter aambeien verzorgt en onze inheemse liaan, de Bosrank rankend langs omgewaaide boompjes, die als bruggen het holle pad overdekken. Uit de holle donkere weg komen we in het licht van het open veld, weiland, akkers en bomenrijen wisselen mekaar af.
Babelom
Vroegere boerderij van tante en nonkel Jen |
Wij wandelen verder, we klimmen de vallei uit naar de grote historische hoeve, omringd door enkele zeer oude Paardenkastanjes. Bomen die er mijn hele leven geweest zijn en er nog eeuwen na mij zullen staan zeker. Als kind herinner ik mij vooral de kwaaie pauwhoenders onder die bomen, met hun open gespreide staarten en die vurige ogen, waar wij dan langs moesten. Bij ons, als kind werkte die afschrikking wel. De hoeve noemt nu Carolushoeve, vroeger Hogenberghof het poortgebouw met duiventil dateert al uit 1760 (zie foto).
We zijn nu uit de holle weg weer op het plateau gekomen en kijken links over bieten- en graanakkers met in de verte ons vertrekpunt Meldert en zijn Ermelinduskerk. Nu is het een stukje recht door stappen. Ergens in deze velden moeten er nog enkele aren eigendom liggen, ooit geërfd van nonkel, vader enzovoort, alleen vreemd genoeg weet ik niet waar. Maar het ligt daar goed zeker.
Grond voor gezondheid
Ik kom hier nu voor de geneeskrachtige kruiden, maar de grond en het landschap vertellen mij een persoonlijk verhaal. Een verhaal even ingrijpend en geneeskrachtig als alle medicijnen en therapieën ter wereld. Kennen wij niet allemaal zulke oerplaatsen, natuurplekken waar we ons kunnen opladen en herbronnen. Waar we gewoon aanwezig kunnen zijn, met ons lichaam in het landschap.
Planteninfo: Akkeronkruiden
Akkeronkruiden noemt men de planten, die op omgewoelde grond groeien. Het zijn eenjarige planten, die goed ontkiemen op bewerkte, open grond, dus op landbouwgrond maar ook op de grond waar men autowegen wil aanleggen of huizen bouwen. Hun kiem- en groeiproces moet natuurlijk snel verlopen om in leven te blijven, ze moeten als het ware de mens te snel af zijn en dat lukt niet altijd meer en dus worden deze meestal zeer mooi bloeiende planten met uitsterven bedreigd. De bekendste en nog het meest voorkomend is de rode Klaproos (Papaver rhoeas), al zeldzamer is de blauwbloeiende Korenbloem, bijna verdwenen en dus ook niet meer bekend is de Bolderik en uiterst zeldzaam, mogelijk verdwenen in ons land, zijn het Spiegelklokje, de Wilde ridderspoor en de Wilde nigelle. Omdat het zo mooie planten zijn, goed gezaaid kunnen worden en met uitsterven bedreigd zijn, lijkt het mij goed om deze akkeronkruiden een plaatsje in onze siertuinen te geven. Gezaaid samen met wat granen zoals Boekweit, Haver en Vlas kunnen we een sierlijke border aanleggen.
Info Ermelinduskerk
Het oudste deel van de kerk, waar we onze wandeling starten, is in Romaanse stijl eind twaalfde- en vroeg dertiende eeuw gebouwd. Het kerkje is grotendeels opgetrokken uit Gobertangesteen, een plaatselijke kalkzandsteen. Er is ook een kapel achter de kerk uit de 17de eeuw, gewijd aan de Heilige Ermelindus, die rond het jaar 600 zou gestorven zijn in Meldert.
zondag, april 05, 2009
Onderweg
dinsdag, december 30, 2008
In de naam van.......duizendblad
In de naam van.......Duizendblad
De Latijnse geslachtsnaam Achillea komt waarschijnlijk van Achilles, de Trojaanse krijgsheld, die zijn eigen verwondingen, de achillespees, en die van zijn soldaten genas met deze plant.
De Latijnse soortnaam millefolium duidt op het fijn verdeelde blad, dat er uitziet als duizend blaadjes. Daar komt dan ook de Nederlandse naam Duizendblad vandaan.
Vele oude namen verwijzen ook naar de bloedstelpende en wondgenezende werking van Duizendblad. Herba sanguinaria, dus bloedkruid of het Franse Herbe aux charpentiers, dus timmermanskruid, een naam die we ook nu nog in Vlaanderen gebruiken. Ook het Engelse ‘Nosebleed’ duidt op dezelfde samentrekkende werking.
Hildegard van Bingen rond 1150 heeft het over Garbe. Waarschijnlijk afgeleid van Garawa dat mantel of kleed betekent, maar mogelijk ook verwijst naar garve, een bundel bloemen. ook de Engelse naam ‘yarrow’heeft dezelfde afkomst. Zij noemden het kruid, vroeger ook 'gaeru gearwian', wat mogelijk 'bereiden'' betekent.
Ook Dodonaeus beschrijft de plant onder Geruwe: ‘Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx Achilleios. In Latijn Achillea/ ende Achillea sideritis. Van Apuleius Myriophyllon, Myriomorphos, Chiliophyllon, Stratioticon, Heracleon, Chrysitis, Supercilium Veneris, Acron sylvaticum, Militaris/ van sommighen Diodela. In die Apoteke nu ter tijt Millefolium. In Hoochduytsch Garb/ Schaffgras/ Schaffrijp/ ende Tausentblaet. In Neerduytsch Geruwe. In Franchois naer den naem van der Apoteke Millefueille.
Geruwe ghestooten ende op die wonden gheleyt/ stelpt dat bloeyen/ bewaert ende bescermt die wonden van alle verhittinghen en swellinghen/ ende gheneest die selve.’
Een naam die mij natuurlijk intrigeerd is ‘Supercilium veneris’ zou niets met venerische ziektes maar wel met de wenkbrauw van Venus te maken hebben, een kruid voor de schoonheid of voor vrouwenkwalen. Tegenstellingen of schijnbare tegenstellingen vind je hier ook met de naam ‘Herba militaris’ wat natuurlijk weer verwijst naar de wondgenezende werking. Een plant dus, die zowel van Venus (liefde) als van Mars (oorlog) zou zijn. Misschien drukt dit ook de veelzijdigheid van dit kruid uit. Ik noem hem dan ook ‘manusje-van-alles’.
Sommige namen zijn ook verbonden met het schaap bijvoorbeeld schapeklaver. De verbinding tussen schaap en garve (schoof) vinden we ook terug in de hedendaagse Duitse naam ‘Schafgarbe’. Mag ik dat vertalen als schaapschoof?
Vroeger werd het bij ons ook wel kamille genoemd, wat natuurlijk zeer verwarrend was omdat er al een kamilleplant bestaat. De mogelijke verklaring, Kamille en duizendblad werden allebei als ontsmettend middel op de huid en bij pijnlijke menstruatie gebruikt. Ze bevatten ook allebei de bekende ontsmettende en krampwerende stof azuleen. Zo gaf men hen, omdat ze dezelfde toepassingen hadden, ook dezelfde naam.
Andere namen.
E: Common Yarrow, Milfoil, Nosebleed, Thousandleaf, Bloodwort, Carpenter's Weed, Devil's Nettle, Devil's Plaything, Milfoil, Nose Bleed, Old Man's Pepper, Sanguinary, Soldier's Woundwort, Staunchweed, Thousand Weed
F: Millefeuille, Achillée millefeuille, Herbe aux charpentiers
D: Gemeine Schafgarbe, Schafgarbe, Wiesen-Schafgarbe
Volksnamen: Garve, Hazengras, Hazenkervel (ook hazen zouden het eten), Ogenbloem (compres tegen ontsteking, weer zoals kamille), Rijstepapbloem (uiterlijk van de bloeiwijze, toch niet om rijstpap te kruiden?), Schapengraf (verbastering van Duitse schafgarbe)
Informatie
Kleyn. Planten en hun naam.
KruidMail Millefolium. Herboristen Opleiding. Uitgave Herbarius. Maurice Godefridi
Grieve M. A Modern Herbal, vols. 1 and 2. Dover Publications.
zondag, januari 20, 2008
Weer in Weris
Sintjanskruidblaadjes met witte stippen, gaatjes waar ooit de duivel zijn tanden in heeft gezet, Valse salie, die de echte gezonde salie wil nabootsen om ons op een dwaalspoor te brengen, Nagelkruid die in zijn natte, koude wortel de droge hitte van de tropische kruidnagel verbergt en oude appelbomen die zich tooien met het jonge lentegroen van de magische maretak.
Eeuwig groen vinden we nu nog op de de natte conglomeraatrotsen in de menhirgroeve: mossen, eikvaren en steenbreekvaren geheimzinnig in de donkerte groeiend.
Wat voor betekenis is er nog steeds verborgen in deze en andere onooglijke plantjes, die we nu letterlijk met de voeten treden?
Eikvaren is zo’n plantje, dat ons al een deel van zijn medicinale geheimen verklapt heeft. De wortelstok heeft een goede galdrijvende werking en werkt daardoor lichtlaxerend. De Franse Dr. Leclerc geeft ons het volgende recept voor galpatienten met chronische constipatie: 100gr verse wortels 10 minuten koken en 12 uur laten trekken in 1 liter water, aromatiseren met wat venkel- en engelwortelzaadjes, en hiervan nuchter een kopje per dag drinken.
Vroeger werd de wortelstok vooral door de boeren tegen hoest en verkoudheid gebruikt. In dat opzicht heeft hij dezelfde werking als zoethout. In Frankrijk werd hij ook Réglisse sauvage (Wild zoethout) genoemd, vooral omdat de wortels ook een zoete smaak heeft.
Een andere merkwaardige Franse naam voor de plant is ‘herbe de gagne’ (mijn vrije vertaling: winstwortel). De wortel, vooral als hij van de Eik afkomstig is, als amulet gedragen, bracht geldelijk geluk (loterijwortel).
En dat is nog niet alles! Hedendaags onderzoek heeft Ecdysteroïden (polypodine) in de wortel gevonden. Bijzondere stoffen met hormonale en insectenwerende werkingen. Dus niet te verwonderen dat je de plant nu terug vind in wat dubieuze potentieverhogende middelen samen met Epimediumsoorten. Wie had dat ooit verwacht. Onze Eikvaren als aphrodisiacum.
De gewone eikvaren is een laagblijvende plant met ’s winters groen blijvende bladeren. De bladeren zijn dof donkergroen en enkel naar de top toe spits. Hij verkiest meestal beschaduwde, hellende stukjes om op te groeien: holle wegen, grachtranden, taluds, muren …
Dodoens over Eikvaren of Boomvaren
EikvarenDit cruyt wordt gheheeten in Griecx Polypodion. In Latijn Filicula en Polypodium. In Hoochduytsch Engelsusz Baumfarn/ en Dropffwurtz. In Neerduytsch Boomvaren ende van sommighen Eyckenvaren. In Franchois Polypode.
Cracht ende werckinghe
A Die wortel van Boomvaren verweckt tot camerganck ende iaecht af die swaere melancholieuse vochticheden ende die taeye fluymen ende es seer goet tseghen dat colica/ dat es weedom in den buyck/ verhertheyt ende verstoptheyt van der milte/ ende tot die vierdedaechse cortsen sonderlinghe als zy met Epithymum inghenomen wordt.
B Ende dese wortel salmen sieden in suet vleeschsop oft capoenen sop oft in water met Maluwe oft Beete ende wat Anijs saets/ ende dat drincken/ oft die selve ghepoedert met huenich water dat es Meede innemen.
C Die wortel van Boomvaren verteert ende doet sceyden dat overvloedich quaet vleesch dat in die gaten van den nuese wast Polypus gheheeten alsmense ghepoedert dicwils in die neuse doet.
Nog een merkwaardige toepassing bij Dodoens ‘tegen neuspoliepen’. Hier lijkt er wel sprake te zijn van een woordspeling. Polypodium tegen polypus!
dinsdag, juni 19, 2007
Met de bende in de bergen. Col des Beraudes
Over de col op de GR 57 richting Col du Chardonnet (maar vroeger afgeslagen), eigenlijk rond de Tête de Cassille.
Als we de tocht van vorige zaterdag als koninginnenrit klasseren, dan verdient de tocht van vandaag de eretitel van keizersrit: een machtige (lastige) dag.
Eerst weer een lange rit met de auto maar vandaag zijn we toch al vroeger vertrokken dan gisteren. We starten de beklimming naar het lac tussen de koninginnenpages (toch de koninginnenrit?) met het gezang van tuinfluiter of zwartkop. Een degelijke beklimming, mooi in het groen en eindelijk bloeiende alpenroosjes.
Boven ben je direct aan het meer dat als het ware voor je voeten geworpen wordt. Een sneeuwwand die over het meer hangt, brokkelt er langzaam af. Echt heel mooi.
Vanaf het meer steken we verschillende sneeuwveldjes over naar de Col des Beraudes. Het begin van dit pad is bezaaid met gentiaantjes. De klim is deugddoend, amusant maar ook lastig omdat we soms tot aan de knieën in de sneeuw zakken. Toch is dit fantastisch om te doen, een zalig gevoel daar midden in de sneeuw.Als het pad even niet meer bedekt is met sneeuw, dan is de ondergrond ‘shiste’, zo van die hele kleine steentjes die moeilijk wandelen.
Direct na de col is het even zeer steil afdalen. Een felle wind doet ons heerlijk uitwaaien.
Als ik achterom kijk naar Miguel, zie ik de horens van steenbokken. Wat later wandelt er een steekbok in de heuvel, un moment suprême!
De hele verdere afdaling is het stappen op keien: grote, kleine, gemakkelijke, moeilijke, op een pad en een spoor, zonder pad of spoor, … tot we bij een oude groeve komen. Bij de groeve hebben we zicht op Pont de l’Alpe waar we de eerste dag waren.
Hier verlaten we het pad (GR 57) en trekken we de vallei in. Hier is het groen, drassig en zien we de sneeuw veranderen in een riviertje. Dat laatste met de onvermijdelijke kwastjes in de buurt. Plots voelen we grote druppels zonder dat er wolken zijn, …. , vreemd is dat.
Onderweg hadden we het er al enkele keren over dat we nog steeds onze schoenen niet hadden moeten uittrekken. Dat was duidelijk te vroeg gejuicht want in het muggenbos moeten we toch een wild watertje over. Het lijkt niet zo eenvoudig en we weten eigenlijk nu al dat we voor etenstijd niet in de gîte zullen geraken. Terwijl Maurice en een jonge kerel die ook het water over moet, het wilde water proberen te bedwingen met stapstenen, slaan wij met man en macht alle muggen van ons af. De pet van Chantal lijkt niet groot genoeg om de volledige populatie te herbergen.
Eenmaal het wild watertje ‘doorzwommen’ stappen we tegen de klok in op heel mooi bebloemde paden. Zaten we daarstraks tot onze knieën in de sneeuw, dan lopen we nu door ‘kniehoog’ gras. We voelen nog wat van die regen zonder wolken.
Moe maar gelukkig en voldaan komen we aan bij de auto’s en rijden naar de gîte. De mevrouw van de gîte blijkt echter minder gelukkig ….
donderdag, juni 29, 2006
Met de bende in de bergen. Vanoise / Bonneval sur Arc.
vrijdag, april 07, 2006
Onderweg Charmes en veel verder
Vif |
woensdag, april 05, 2006
Op weg met de motorhome: Charmes
Dus toch maar met de motorhome in plaats van met de auto naar Frankrijk. We vertrekken dan ook zo maar in de namiddag om 15. 15. We hoeven niet in een ruk naar ons Frans verblijf in Bellegarde. LPG fles gevuld 21 liter voor 10 euro 80. Er zou 25 liter in moeten kunnen, maar water en andere smurrie belet dat blijkbaar.
Klassieke wegenwerken in de Ardennen (weer bij L’Eglise) veroorzaken wel geen files maar wel traag rijdend verkeer over zowat 2 maal 20 km.
Bij Nancy, in plaats van de péage, nemen we toch weer de weg naar Epinal. Willen we de weg van ons winteravontuur nu eens in betere omstandigheden bekijken? We verkennen twee kampeerplekjes bij het kasteel van Henroui en bij een meer in de buurt. Vooral bij het kasteel was het wel mooi en rustig. Toch rijden we verder naar Charmes. Bij het kanaal vinden we volledige voorzieningen en enkele tientallen motorhomes. Dus zeker niet eenzaam hier, maar geef mij maar het kasteelplekje.
zaterdag, maart 04, 2006
Frankrijk: een atheïst - herborist in Citeaux en Cluny
Ondertussen hebben we tenminste een reisdoel. En ontgoocheling is geen echte ontgoocheling. Is de zoektocht naar wat dan ook niet belangrijker, niet plezieriger dan het vinden zelf? We zijn in de buurt van Lyon vlakbij Saint-Nicolas-lès-Cîteaux, departement Côte-d'Or, waar de Cisterciënzerabdij zich bevindt.
Als troost bezoeken we nog eens de gelijknamige abdij van Citeaux. Of tenminste het winkeltje van de abdij. Zoals al sinds de Middeleeuwen het geval is houden abdijen en kloosters zich niet alleen bezig met de geestelijke maar ook met de lichamelijke gezondheid van hun parochianen. Ook nu, vinden we hier niet alleen spirituele boeken maar ook kruidenboeken en verder verkopen de paters ook biologische producten en zelfs seksueel opwekkende etherische olie zoals Gember, Rozemarijn en Ylang-Ylang. Al lijkt de zweverig voor zich uit starende jonge pater achter de kassa daar niet van op de hoogte te zijn.
Wij overnachten niet in de abdij, maar rijden verder tot Seurre, waar we bij de jachthaven een mooie slaapplaats vinden. Ondergaande zon boven de Saône en een volledige maansverduistering maken er toch nog een spirituele avond van.
We hebben de smaak te pakken en beslissen om naar Cluny te rijden. Zo wordt het toch nog een spirituele reis in de breedste betekenis van het woord. Kerken met klokken, abdijen, mysterieuze eiken zonder of liever met maretakken, druïden en andere hogepriesters en dan nog een totale maansverduistering om middernacht. Hadden wij nu maar een Chêne a gui kunnen vinden en plukken! Maar de harde realiteit van de weg brengt me terug in de dagdagelijkse wereld. Om Cluny te bereiken moeten we wel nog een aantal Franse dorpen en steden passeren: Mervans, Louhans (mooie gekleurde daken, vreemde vakwerkboerderijen, heggenlandschap met oude eenzame eiken, Branges, Tournus, de Saône oversteken en door licht bergachtig landschap en wijnstreek tot in Cluny.
Na Cluny ons dagelijks ritueel van een slaapplek zoeken. Altijd ook wat stresserend, maar uiteindelijk komen we in een Baujolaisdorpje terecht met de voor ons aantrekkelijke naam Pommier en Beaujolais, waar we op het pas opgeruimde gemeenteplein zomaar overnachten.
Nog altijd even in Pommier, een dorpje in de Beaujolaisstreek op 315 m hoogte. De gemeentewerkers ruimen de rommel op van een voorbije weekend feest. Wat voor feest weten we niet. Wij kwamen gisteren in de namiddag aan op de Place de la 16 Novembre 1918, toen de feestelijkheden al achter de rug waren en wij het hele plein voor ons alleen hadden. Wel vreemd was dat de activiteiten op zondag 14 uur stoppen en dat om 16 uur het plein dan ook echt leeg is. Feestresten zijn alleen de affiches, de confetti (carnaval?) en spandoeken met vreemde opschriften (Honneur aux conscrits, honneur aux anciens en honneur aux 20).
donderdag, september 16, 2004
Wandelen in Keerbergen
woensdag, september 08, 2004
Wilde lavendel oogsten in de montagne d'Angele
woensdag, september 01, 2004
Alleen in de Vanoise
Rhodiola in de Vanoise |
Om 9 uur smorgens sta ik al weer bij een refuge. Refuge des Evettes in de Franse Vanoise. Zo vroeg op de dag, zo laat in het seizoen en zo hoog dan ben ik natuurlijk alleen bij de berghut. Alleen wil wel zeggen, samen met de 2 gardiennes. Ik wil mezelf trakteren, niet op gardiennes maar op koffie met tarte au rhubarbe sauvage, maar de taart is nog niet klaar of nog niet door de ezel of de helikopter gebracht, dan maar koffie met chocoladepannenkoek. Een verlaat ontbijt, wel om 9 uur na bijna 2 uur wandelen.
In de afdaling langs een spectaculaire kloof ontdek ik een overvloed aan rozenwortels. Hoe ver zouden ze mee afdalen met mij in de vallei? De laatsten zie ik rond 2000 meter op zowat 1 km van de auto. Moet ik daar gelukkig mee zijn? Een plant met ‘standing’ moet niet op een parking tussen de wielen van de auto’s komen groeien, laat dat maar over aan ordinaire soorten zoals brandnetel en bijvoet. Met alle respect voor deze kosmopolieten.
Naar refuge des Evettes
Du parking de l’Écot, dirigez-vous vers le Pont Saint-Clair. Rejoignez alors le GR de Pays de Tour de Haute Maurienne. Un panneau indicateur mentionne déjà la direction du refuge des Evettes.
(1) Le sentier s’élève alors régulièrement en faisant une large boucle. Vous pouvez également choisir un raccourci sans lacet, sur votre gauche, peu après avoir franchi le ruisseau du Picherse.
(2) Une centaine de mètres après que les deux sentiers se soient rejoints, un nouveau panneau indicateur vous propose deux nouveaux sentiers pour accéder au refuge. Celui qui part en bifurquant sur la droite est plus court mais moins propice à la rencontre de marmottes.
Le sentier contourne le Roc des Pareis par la droite et chemin faisant vous amène au Refuge des Evettes.
2 september
Weer richting naar huis, richting Bellegarde, maar eerst nog een dagje een vallei in het massief van de Ecrin verkennen. Ik rij naar Vallouise en verder tot aan het eind van de berijdbare vallei, Pré de Mme Carle op 1871 meter.
Mijmeren over geluk en gezondheid, naar aanleiding van mijn verblijf op een terrasje.
- Is gelukkig zijn zich op termijn dood eten?
- Is gezond genieten met de auto tot Chalet-refuge Pré de Mme Carle rijden, eten en weer met de auto terug rijden?
- Een marmot op het pad op een meter van ons mensen verwijderd. Is hij oud, ziek of overvoed door de mensen? Niet voederen stond bij het begin van het bergpad aangegeven. Misschien moeten we dat advies ook aan onszelf geven: niet voederen!
vrijdag, mei 21, 2004
Kruidig wandelen in de flanken van de Vercors
Het begon al met de Gele gentiaan, alleen de stoere maar toch stijlvolle Hosta-achtige bladeren groeiden langs de kant van de weg, daarna kwamen de bloeiende Bijenbladeren, Mellitis melissophyllum en de vele Orchideeën, maar daar waren we al aan gewend Na een redelijke klim naar de col de l'abbey en de col de Fauchard tot 950 hoogtemeters, bleven we rustiger stijgen en dalen in de forse flanken van de Glandasse (het zuidelijkste gedeelte van de Vercors). Wat plantengroei betreft, begon het toen pas. Ik zag al een tijdje een vreemd, gesplitst blad, dat ik niet kon thuis brengen. Dus zei ik maar niets. Eerst dacht ik aan de Salomonszegel, daarna aan.., tot we plots een opgeschoten exemplaar vonden en de plantenpuzzel in mijn hersens op zijn plaats viel: een Lelie… een Martagonlelie, dus vele Lilium martagon en bijna tezelfdertijd aan de andere kant van het smalle pad weer enkele andere onduidelijke bladeren, tot ik 2 meter verder, mij omdraaiend, van emotie bijna naar beneden viel, een bloeiend Vrouwenschoentje. De hele groep in vervoering en ontroering voor ons eerste Vrouwenschoentje, de Cypripedium calceolus.
Meer planten moeten er nu niet meer komen. Kunnen we er nog wel meer aan? Kunnen we nu in rust en tevredenheid het mooie pad verder uitwandelen? Maar toch is het plantengeweld nog niet gedaan. Een kwartier later, in een gruishelling Atropa belladonna, een echte plant voor herboristen en echte heksen en nog later op een rotsuitsprong met uitzicht richting Abdij van Valcroissant, lijkt het wel alsof we op een Afrikaanse hoogvlakte terecht kwamen bij een grote groep forse, bloeiende, lelie-achtige planten, niks minder dan een vluchtwitte affodils.
Nu rest er alleen nog een lange afdaling naar de abdij. Van de hoge, warme, witte flanken van de Glandasse komen we terecht in het lager gelegen donkere, koele en geheimzinnige Buxusbos om uiteindelijk een beetje moe maar tevreden bij de geduldig wachtende auto's uit te komen.
Ja, er blijft bij mij nog altijd enige verwondering, niet alleen over de planten maar ook over het feit dat we na zo'n wandeling toch altijd weer op onze vertrekplaats terecht komen en dat de auto's er meestal ook nog staan.
zondag, mei 16, 2004
In de Drôme: Bellegarde en Diois
Bellegarde en Diois |
gentiaan |
Bij het terugrijden naar Bellegarde, net voorbij het dorpje Joncheres* , zien we in de rotshelling, zomaar langs de rand van de weg, bloeiende blauwe gentianen en nog wel die van Koch, of Gentiana clusii. Mooie planten om gewoon van te genieten, als herborist hou ik natuurlijk ook van de gele gentiaan omdat we van de wortels lekkere likeuren en aperitieve drankjes kunnen maken. Ook die vinden we hier in de buurt van Joncheres maar dan moeten we wel een stevige lichamelijke inspanning leveren helemaal naar de col de Volvent. Dat zal niet voor vandaag zijn.
*Jonchéres, vanaf Bellegarde eerste dorpje voorbij de col de Prémol richting Luc-en-Diois, hoogte 911. Etymologie, van lat. juncus, plaats met veel brem. In 1836 woonden er nog 339 zielen, nu nog een dertigtal lichamen. In 1929 ontdekte men in een oude muur een schat van 195 zilveren munten. ‘Un heureux coup de pioche' was dat. Wandelingen: Omhoog naar de col de Volvent, waar Gele gentianen en Echte lavendel broederlijk naast mekaar groeien. Omlaag de gorges in, om dan via de vallei van … op te klimmen naar de col de Prémol.
woensdag, mei 12, 2004
Verjaren met Schisandra
Zoeken moet je ze wel, die speciale tuincentra, alsof ze niet graag bezocht worden. Voor de eerste keer naar ‘Plantes Vivaces' in Gesves of beter enkele kilometers buiten Gesves, in de rue des Carrières ergens op het plateau, in een weiland verstopt achter een bosje.
We zijn op zoek naar Ginseng en mijnheer ‘Vivaces' had ons gezegd dat hij ‘seme parfois du ginseng'. Helaas nu had hij geen ginsengplanten, maar wel enkele verwante Araliasoorten. Dus hebben we de Aralia cordata maar gekocht. Verder Hierochloe odorata, herbe à vanille, een geurend gras dat bij protestante erediensten verbrand werd in plaatst van wierook.
Ook Artemisia pontica, familielid van Bijvoet en Alsem en Schisandra chinensis hebben we hier gevonden en daar ben ik bijzonder blij mee omdat we al enkele jaren onderzoeken welke adaptogenen (Rhodiola, Ginseng, Eleutherococcus) hier bij ons kunnen groeien.
Deze Schisandra of Wu Wei Tza, het vijf smakenkruid, is een van de vele toniserende planten uit China en kan in België als sierlijke klimplant in de tuin gebruikt worden. De bessen met hun veelzijdige smaak vertegenwoordigen de Chinese vijf elementenleer en zouden een harmoniserende werking hebben. Als de plant na enige jaren volwassen is verschijnen in de lente de trossen met lichtroze, hangende bloemen gevolgd door aren met felrode bessen. Deze bessen hebben een rustgevende en stimulerende werking. Je zou kunnen zeggen, dat dit de klimmende Ginseng is…
Schisandra enjoys its widest use as an adaptogen. Studies on schisandra as an adaptogen have been performed since the 1950s in athletes, telegraphists, airline attendants and soldiers, though the early studies were not particularly well done.
Doses of 350-6000 mg of whole berries or 2 g of extract increased stamina and recovery time
after exercise, improved the ability to perform concentration-intense tasks, and decreased fatigue. Numerous studies in race horses reported enhanced physical performance, faster recuperation and improved serum parameters. In rats, tolerance to heat and cold extremes was improved, whether schisandra was administered before or after insult. Sleeping time after administration of sedatives was also reduced. Other effects reported for schisandra include: antidepressant, anti-convulsive, antidysentery, labor-stimulating and visual improvement.
AHP Monograph on Schisandra. Roy Upton, ed. Schisandra berry (Schisandra chinensis): Analytical, quality controland therapeutic monograph. American Herbal Pharmacopoeia and Therapeutic Compendium, Santa Cruz, CA, 1999, pp. 1–25.
zondag, mei 02, 2004
Open tuin in Keerbergen
Rosmarinus officinalis |
Twee planten voor het geheugen staan nu fris en broederlijk naast mekaar in de voortuin, de Ginkgo en de Rozemarijn. Ze kunnen allebei nu geoogst worden, van de Ginkgo het nieuwe blad en van Rozemarijn het blad en de bloeitoppen. Ik maak er op mijn manier aftreksels van op alcohol, 100 gr blad met 500 cc ethanol van 45° een week laten trekken (macereren bij 20°), uitzeven en afvullen in flesjes. Hiervan smorgens 50 druppels Rozemarijn en savonds 50 druppels Ginkgo gebruiken gedurende 3 weken. Heeft vooral een invloed op de circulatie en zuurstofvoorziening van de kleine bloedvaten en kan op die manier de hersenfunctie ondersteunen.
Ondertussen worden mijn studenten in de tuin overstelpt met informatie, gelukkig ondersteunt door geur, kleur en smaak van de vele planten. Niet alleen Ginkgo en Rozemarijn, maar ook de aroma's van citroenmelisse, bergsteentijm en tijm prikkelen de hersencentra en andere organen.
Ook de giftige en hallucinerende Wolfskers in mijn schaduwtuin heeft een invloed op het centraal zenuwstelsel. Alleen veel te sterk om zomaar mee te experimenteren. De plant bevat atropine, een stof met invloed op het vegetatieve zenuwstelsel, als je het blad of de bes op eet, wat je niet geraden is, zet je er letterlijk grote ogen van op. Het pupilverwijdend effect wordt nog altijd gebruik bij oogonderzoeken. Vroeger gebruikten vrouwen het sap als schoonheidsmiddel om grote ogen te krijgen, cosmetica die me toch iets gevaarlijker lijkt dan een zwart lijntje rond je ogen te trekken.