zaterdag, juli 17, 2010
Gelavenduliseerd!
Op de laatste dag van de kruidenstage maken we in alle rust lavendelbundeltjes om de linnenkast te parfumeren of gewoon om zelf tot rust te komen. Tenminste als dat vlechten niet te veel op je zenuwen werkt.
Voor een handleiding:
Lavendel linnenverfrisser | Huis en tuin: Creatief
Lavendel in geuren en kleuren | Mens en gezondheid: Alternatief
vrijdag, juli 16, 2010
Wilde lavendel
donderdag, juli 15, 2010
Geelgroen afrikaantje
En dit jaar ging het nog bijna verkeerd, omdat ik dacht dat de planten die zo stevig aan de groei gingen, de gevreesde, allergiserende Ambroisie (Ambrosia artemisifolia) was, een plant die in Frankrijk te vuur en te zwaard bestreden wordt. Gelukkig heb ik ze niet uitgerukt. Nu is het wachten op de bloei.
Tagetes minuta: A Potential New Herb from South America
Reine des prés bij Claire
Het hydrolaat is zeer aromatisch bijna bloemig van geur, maar smaak toch ook licht bitter. De plant bevat methylsalycaten, asperine achtige stoffen, die licht pijnstillend zijn en ook bij reumatische klachten gebruikt worden. Het is ook een hydrolaat dat uitwendig vooral goed is tegen cellulitis.
Moerasspirea, onze reumaplant, nuchter bekeken | Wetenschap: Diversen
In de naam van... Moerasspirea | Kunst en cultuur: Taal
Hydrolaten of gedistilleerde kruidenwaters | Mens en gezondheid: Alternatief
woensdag, juli 14, 2010
Drôme en Ardeche, tussen droom en werkelijkheid
Tussen droom en werkelijkheid, staan wetten in de weg en practische bezwaren dichtte Willem Elschot ooit. Wij zijn op weg met de motorhome van de Franse Drômestreek, via Die en Crest naar de Rhônevallei Voultre sur Rhone en dan zijn we in de groene Ardeche.
De hoogte van de bergen is hier rond de 1000 meter, dezelfde hoogte als in de Drôme, maar wat een verschil in sfeer en landschap. De valleien in de Ardêche zijn veel kronkeliger, nauwer en bosrijker. Het zijn ook andere bomen en struiken die we hier zien, we zijn in het rijk van de tamme kastanje. De grond is zuurder, dus ook meer heide, adelaarsvaren en bosbessen. Mooi maar vermoeiend en eerder somber landschap. Meer het landschap van de Ardennen.
Noordelijke Ardeche: Lamastre, St Agrève
Ik heb het nu over het Noordelijke gedeelte van de Ardêche, de streek van Lamastre, St Agreve en Le Cheylard. We rijden de Rhône over, al is het niet vanzelfsprekend om van Livron-sur- Drôme naar Voultre-sur-Rhône te geraken. In vogelvlucht zowat 3 kilometer, maar we moeten een kanaal, de autoweg en de Rhône traverseren en dat vereist toch wat gekronkel om uiteindelijk over de smalle, authentieke, ijzeren hangbrug over de Rhône in Voultre te geraken. We pikken hier eventjes de vallei van de Eyrieux op tot St Laurent-du-Pape en draaien dan rechts op, en wel degelijk op, naar boven. De motorhome heeft zelfs wat moeite, het komt toch wat onverwacht, zowel voor het machine als voor de mens. Bijna boven moeten we dan ook allebei even uitpuffen. Het noemt daar ten andere Passevite, 4 huizen en een camping op 634 meter. We komen helemaal boven op de col de Serre-Mure 7 65 meter, niet echt hoog maar toch het gevoel van veel geklommen te hebben. En we kronkelen hier verder, langs Vernoux-en-Vivarais, col de Montreynaud en dan dalen naar Lamastre in de vallei van de Doux. Hier is het drukdruk voor de wekelijkse markt, in de nauwe straatjes is dat wel wat passen en meten met een motorhome, maar we geraken er wel uit. Gelukkig is onze afspraak in het volgend dorpje Désaignes. Een van de village de caractère, zoals ze dat hier noemen. Wij parkeren bij het kerkhof, place de caractère bij uitstek. Wij willen hier ook wat huizen bezoeken. Wel de manier, vind ik, om op godvergeten plaatsjes de komen. Typisch in de streek is, dat men hier niet alleen in de nauwe valleien dorpjes gebouwd heeft, maar dat overal, in de schijnbaar verlaten hellingen nog verborgen valleitjes en plekjes zijn, waar een hameau ontstaan is. Boeren die hier een schrale kostwinning bij mekaar scharrelden, dan weggetrokken zijn, huizen die in verval geraakten en de laatste 30 jaar door natuurzoekers en toeristen terug opknapt werden. Indrukwekkende, verlaten natuurplekken maar onverbiddelijk confronterend om te wonen. Lafarre, Longe-Faye.... Je begrijpt al dat we dat niet met de motorhome gedaan hebben.
Meer van Devesset
Terug beneden rijden we eerst naar Lamastre, waar we op de parking kunnen en mogen overnachten. Toch rijden we uiteindelijk weer verder langs de D533 naar St Agrève, wat wel op 1000 meter hoogte ligt en nog verder op het plateau naar het meer van Devesset. Zoals alle waters trekt ook dit meer veel toeristen aan en mag er niet meer langs het meer gekampeerd worden. Er is wel een camping vlakbij, maar wij krijgen toevallig, omdat de klassieke slagboom open staat, toch de kans om vrij bij het meer te staan. Hopelijk is die slagboom morgenvroeg niet gesloten.
Bij het meer van Devesset zijn alle vormen van toerisme mogelijk: zeilclub, zwemmen, ponyrijden en natuurlijk ook wandelen. Er is zelfs een botanische route rond het meer aangelegd. Op deze hoogte koelt het zelfs op een warme augustusdag nog flink af en heb je toch een trui nodig om naar de romantische zonsondergang te kijken.
Vallei van de Eyrieux
'S morgens kunnen we zonder problemen het meergebied verlaten, de slagboom was naar omhoog. Bij de uitgang stonden er ook wat natuurlijke houten beeldhouwwerken, wortels, dode takken van bomen, die nogal bijzonder waren en ons wel konden bekoren. We rijden een stukje terug tot St Agrève en nemen dan de route naar Le Cheylard. Onderweg vangen we in de verte nog een glimp op van Gerbier de Jonc, de typische bergpunt van deze streek.
Deze 1551 meter hoge Gerbier de Jonc markeert de waterscheiding tussen Rhône en Loire en is ook de plek waar de Loire ontspringt. Wij rijden ondertussen nog altijd hoog boven in de vallei van de Eyrieux langs autentieke maar wel wat sombere dorpen met dikwijls namen van heiligen zoals St Julien, St Martin, St Michel en zelfs de onbekende heilige St Barthélemy. Er lijkt hier ooit veel bekeerd geweest te zijn. Bij Le Cheylard komen we wat dichter bij de rivier, hier is er ook een stuwmeer. We blijven de grillig kronkelende Eyrieux volgen langs nog een heilige redder, St Sauveur-de-Montagut. Langzaam word de vallei wat breder om uiteindelijk bij La Voultre in de Rhône uit te monden.
La Voulte-sur-Rhône
We drinken hier een koffie in een achteraf cafeetje bij de tour carrée, waar we op de oude fontein kijken en Bacchuskoppen het 'eau non potable' uitspuwen. Aan mijn voeten tussen de straatstenen groeit zomaar eetbare wilde postelein. Na 'le café' wandelen we nog even door een autentiek maar wel vervallen steegje, wat ooit de Grand Rue van Voulte was. Dan stappen we weer in ons rijdend huis en steken de ijzeren brug over, terug naar de Drômestreek. De Drôme, voor ons toch meer droom, meer licht, meer propere schoonheid en dat merken we nu des te beter.
dinsdag, juli 13, 2010
vrijdag, juli 09, 2010
Ochtendmagie in de tuin
Na al het 'plezierig' ploeteren: zaaien, snoeien, hakken, wieden en water geven, nu ook eindelijk magische ochtendrust in de tuin. Muskaatsalie zweeft geurend voorbij, Alsem hoeft alleen maar glinsterend grijs te zijn, Verfkamille kleurt de donkere achtergrond vrolijk geel en de zwarte zaden van de Wede hangen gewoon geheimzinnig te zijn.
Anthemis tinctoria - Plants For A Future database report
dinsdag, juli 06, 2010
Lindebloesem
We baden nu de hele dag in de zoete geur van lindebloesem. Zou het opsnuiven van de geur dezelfde kalmerende werking hebben als het drinken van de thee?
Of de krampwerende werking zo sterk is dat de geur van de bloesem epilepsie zou kunnen genezen, zoals de oude overleveringen beweren, zou ik niet durven zeggen, maar als ik nu in de resten van het oude dorp tussen de lindebomen dwaal, voelt het alsof ik elk ogenblik ten hemel kan stijgen.
Zalig de rijken van geest......
Linden Flos, Herb Monograph - Flora Health Herb Encyclopedia
Complete Linden information from Drugs.com
Linde voor een zoeter leven | Mens en gezondheid: Leven
zondag, juli 04, 2010
Eindelijk heet.
Wil het lukken dat er op dit moment een plantje bloeit, dat voor dit soort menselijke bromberen bijzonder geschikt is. Sint-janskruid dus en het is nu ook de tijd om de bloemen te plukken, de rode kleurstof hypericine druipt bijna uit de bloemknoppen. Klassiek worden de bloemen in olie getrokken, zelf laat ik ze ook graag in ethanol van 45° macereren. Deze tinctuur verkleurt na 5 minuten al mooi rood, en ruikt en smaakt zelfs naar Sint-janskruid. Brombeertinctuur dus tegen de donkerte van de ziel.
Kruidwis: Hypericum perforatum L.
vrijdag, juli 02, 2010
Roggelelie gezien
Lelies hebben door de eeuwen heen ook altijd een symbolische waarde gehad en werden dan ook veel in kunst en heraldiek afgebeeld.
Een van de oudste vermeldingen van de Lelie is in het kruidboek van Fuchsius uit 1542. In de eerste druk van het kruidboek van Dodonaeus uit 1554 worden voor ons land drie leliesoorten genoemd: de Witte of Madonnalelie (Lilium candidum), de Turkse lelie (Lilium martagon) en de Roggelelie. Ook op schilderijen wordt de roggelelie in stillevens met bloemen afgebeeld.
Na 1688, als Willem III met zijn vrouw Mary Stuart naar Engeland oversteekt om daar de macht over te nemen, wordt de oranje gekleurde roggelelie erg populair als politiek symbool en dus veel aangeplant. In Noord- Engeland en Schotland is de roggelelie in 1950 nog veel aanwezig, terwijl de lelie in Noord-Ierland alleen in protestantse tuinen groeit. De lelie bloeit daar op 12 juli; de dag dat de slag aan de Boyne in 1691 wordt herdacht. De protestantse Ulstermen vieren dan in de Orangistenoptocht de overwinning van de protestantse Willem III op zijn katholieke schoonvader Jacobus II. De oranje lelie is daar nog steeds een politiek symbool. Zo werden zelfs bloemen voor politieke karren gespannen.
Symbolism of plants: examples from European-Mediterranean culture presented with biology and history of art: JUNE: Lilies -- Kandeler and Ullrich 60 (7): 1893 -- Journal of Experimental Botany
dinsdag, juni 22, 2010
Op wandel met de wilde tulp
maandag, juni 21, 2010
Col Agnel met de camper
Grenoble - Col Izoard - Chateau Queyras
Ik rij naar Grenoble en vandaar naar de Col d'Izoard, de beroemde col uit de Tour. Goed berijdbaar voor motorhomes en veel beklommen door fietsers. Net voor de col is er een café restaurant, nog een restje van de rustplaats van Napoleon. Het noemt dan ook refuge Napoléon. Ongelooflijk, waar die mens overal de Alpen overgetrokken is! Op de col en in de afdaling krijgen we een heel ander landschap, rotsen in geelbruin gesteente dat gemakkelijk erodeert. La Casse déserte noemt deze spectaculaire steenwoestenij. Door dit afbrokkelend gesteente krijgen we een smallere, grillige afdaling met meer bochten, maar wel spectaculair mooi. Ik stop nog even op een verboden plaats om wat foto's te nemen.
Lager komen we weer in de weelderige bergweilanden terecht, ook daar moet ik me inhouden om niet om de haverklap te stoppen. We komen nu in de vallei van de Guil bij Chateau-Queyras, het immense fort dat bijna de hele vallei blokkeert en dat was ooit ook de bedoeling. Het kasteel is een van de vele voorbeelden van de architectuur van Vauban, de fortenbouwer. In dit geval werd het bestaande kasteel omgebouwd tot een vesting. Het maakt deel uit van de verdedigingslinie waartoe ook de oude stad Briançon en het fort van Mont-Dauphin behoorden. Een kleine wandeling brengt mij bij het kasteel, dat nu eind juni nog gesloten is, geen probleem ik heb toch meer belangstelling voor kleine plantjes en andere onnozele dingen, zoals hier een zogenaamde historische zitbank in de afdaling. Leuk aan die bank is dat er bij staat wanneer ze geplaatst, gerestaureerd of gerepareerd werd. Dat was voor het laatst in Mei 2010, net gebeurd dus, alleen het had wel wat meer mogen zijn dan een lelijke plank als rugleuning.
Verder naar de laatste col op de grens met Italië, Col Agnel dik 2700 meter hoog. Bij het begin van de beklimming stop ik nog even om een 'demoiselle coiffée' te begroeten. Een geologische curiositeit, zacht gesteente dat toch de tand des tijds doorstaat door de hardere rotsblok, die er als een hoed boven op ligt.
Molines en versterkte kerk
In Molines is er een merkwaardige versterkte kerk te bewonderen, alles moest hier, in dit ruwe landschap, blijkbaar zowel een materiële als een spirituele functie hebben. Het kerkhof met schreeuwerige plastic bloemen staat wel in schril contrast met de omgeving en is daarom juist zo bijzonder. Alleen één graf was wat wilder, een stevige bereklauw stond daar onbeschoft te groeien en te bloeien, waarschijnlijk met zijn wortels tot in 'grand mère' haar buik. Zo wil ik ook wel dood liggen.
We kronkelen verder door de dorpjes Molines en Pontgillarde, de straatjes net breed genoeg voor mijn Hymer. Iets voorbij Pontgillarde stop ik nog eens een bij refuge Mam'a om een koffie te drinken. Hier heb ik al eens eerder de nacht doorgebracht en zagen we 's morgensvroeg zelfs een wolf, die op marmotten jaagde. Nu geen marmot noch wolf te zien. Toch is het zo dat er wel degelijk wolven zijn in dit gebied, blijkbaar overgekomen vanuit Italië. Wolven die elk jaar weer voor een controverse zorgen.
We naderen Col Agnel 2744 meter hoog, verblindend wit sneeuwlandschap glinstert mij tegemoet. De col was toch 'ouvert' stond er beneden aangegeven. En dat is hij ook, tussen muren van sneeuw, rij ik triomfantelijk als Napoleon, over de col. Aan de overkant Italia, een zwart kronkelig lint in een wit landschap wijst mij de weg. Aan de voet van de klim wacht mijn Middeleeuws dorp Chianale, waar ik de volgende dagen te voet bergen en sneeuw wil proberen te overwinnen.
Net voor de col is er een grote gite-refuge voor de mensen zonder motorhome. Van daaruit kun je te voet naar Col Vieux en eventueel afdalen naar lac Foréant of nog verder naar lac Egorgéou. Vanaf de refuge of vanaf de col is ook de Pain de Sucre te beklimmen, een echte top en te doen voor een gemiddelde wandelaar. Op dit moment ziet hij er echt als een suikerbrood uit en mogelijk nu wat moeilijker om er op te geraken. Dat gaan we over enkele dagen nog eens proberen.
Te bezichtigen
- La Casse déserte: de geologische rotsformatie net over de col van Izoard.
- Het kasteel van Château-Queyras: een van de vele voorbeelden van de architectuur van Vauban, de fortenbouwer. In dit geval werd het bestaande kasteel omgebouwd tot een vesting. Het maakt deel uit van de verdedigingslinie waartoe ook de oude stad Briançon en het fort van Mont-Dauphin behoorden.
- Sentier ecologique des Astragales: tussen Chataeu-Queyras en Ville-Vieille ligt links van de weg in de Zuidelijke helling een natuurpad met een bijzondere plantengroei met onder andere de unieke Astragale-queu-de-renard, een vlinderbloemige plant waar het pad ook naar genoemd werd. Vooral eind juni in volle bloei.
- Versterkte kerk van Molines-en-Queyras: opvallende atypische kerk met een kasteelachtige, vierkante toren bezet met houten pannen gemaakt van lorkenhout.
Bergtocht naar Colle Battagliola
Even nog door het weiland, de bergbeek oversteken, altijd een beetje spannend en dan verdwijnen we in de steile boshelling onder de mooie lorkenbomen. Een zigzaggend pad met fleurige plantengroei van eerst nog Ereprijs en klein hoefblad dat hoger overgaat in Veratrums en Gentianen, na een uurtje naar omhoog bereiken we de boomgrens. Nu wandelen we vooral tussen lage Elzenstruiken met hangende katjes. We krijgen dan ook weer een point de vue op het meer en de weg naar Chianale. Aan de vallei-overkant zien we ook het pad dat we gisteren gevolgd hebben met de verschillende dorpjes.
Na nog een uurtje klimmen aan deze kant van de berg, bereiken we een eerste zijkam, daarna is het een stukje dalen om dan het laatste klimmetje naar de col aan te vatten. Net voor de col gaat de elzenplantengroei over in Alpenroosjes, die nu net hun eerste felrode bloemen openen. Op de col kijk je zoals het hoort in een andere vallei, in dit geval Valle Maraita.
Veel keuze?
Op de col zijn er nu veel keuzemogelijkheden. Een breed pad, geschikt zelfs voor een jeep zigzagt helemaal naar Chiesa in de Maraitavallei. Als we die weg nemen moeten we wel een tiental kilometers over een verharde weg en de laatste 4 kilometers zelfs over de grote weg naar Col Agnel. We proberen wat twijfelachtige wegen, die op hoogte blijven, te volgen en komen zo eerst bij een topje uit met kruis, madonna en kwetterende Italianen. We wandelen snel verder over de kam naar een topje met een hedendaags symbool, een lelijke antenne. Het pad wordt steeds onduidelijker en achter de antenne gaapt een diepte. Ik probeer nog wat andere mogelijkheden uit en kom zo bij een klein wat verstopt colletje uit, waar een Italiaans vrouwtje met man net nog haar bikinibovenstuk kan aantrekken. In de buurt vind ik het wildemanskruid. Is dat symbolisch? In elk geval, de wilde man die ik wil zijn, durft langs deze kant nog de vrouw nog de afdaling aan. Dus toch naar Chiesa ofwel terug via Col Battagliola naar het meer.
Afdalen naar Chiesa, klimmen naar de col
We kiezen voor de afdaling naar Chiesa, het begint ook serieus bewolkt te worden, dus zeker geen moment om van het pad af te gaan. Alleen die lange omweg via een mogelijk drukke weg zint mij niet zo. We kijken nog eens uitvoerig op de kaart en besluiten dan om met enkele mensen terug over de col Battagliola naar Maddalena te gaan, terwijl de anderen verder afdalen naar Chiesa, waar ik ze dan met de auto kan ophalen. Miguel, Hilde en ik dus terug naar boven. Geen zware opgave, integendeel we genieten volop van de toch weer uitzonderlijke plantengroei hier in de bergweilanden. Verschillende orchideeën, waaronder een geel bloeiende, het zou de Vlierorchis kunnen zijn, alleen hij ruikt niet naar vlier. Onderweg zien we ook nog een plaatselijke bewoner gentiaanwortels oogsten. Illegaal? Dus gele gentianen staan er ook veel, naast de Veratrum, waar vroeger bij het oogsten vergiftigde vergissingen van kwamen. Een andere opvallende plant, die nu als een witte spookverschijning uit de nevels opduikt, is de Witte affodil.
Afdalen naar Maddalena
Ondertussen naderen we weer de col, nog een lange afdaling, die als 1 uur 30 wordt aangeven, waarvan ik weet dat het veel sneller kan. Me nog eens laten gaan, is één van mijn kleine berggenoegens. Niet om de prestatie maar om het ritmisch één zijn met de natuur. Een half uur later sta ik, nog in extase van de afdaling, weer tussen die heerlijke Italiaanse zondagstoeristen. Dan nog een snelle afdaling met de auto, alhoewel, mijn benen moeten wel even wennen aan die gas- en rembeweging. Via Casteldelfino rechts opdraaien naar Chiesa, een rustige, zeer typische bergvallei met vele bijzondere dorpjes. Nog even zoeken naar mijn wandelvrienden, ze zaten in de zeer plaatselijke cafe, maar toch altijd weer wonderlijk dat we mekaar terug vinden. En... Chiesa en omgeving verdient wel om meer bewandeld te worden.
Info Chiesa
Het dorpje Chiesa behoort samen met Chiazale, Celle, Fontanile en Ribiera tot de gemeente Bellino.
Chiesa is gelegen op 1480 meters boven de zeespiegel en telt volgens de statistieken maar 26 inwoners. Er is één café, waar mijn wandelvrienden zaten en enkele gîtes voor toeristen.
Info wandelen vanaf de col
Vanaf de col di Battagliola kun je naar de gelijknamige Punta 2401 meter, niet zo hoog en dus zonder veel moeite te beklimmen. Moeilijker is de verder en hoger gelegen Monte Pietralunga op 2731 meter van daaruit kun je zelfs naar de col en vallei van Bondormir en zo een rondwandeling maken terug naar Maddalena. Wel voor gevorderden!
Kaart Monviso – Sampeyre – Bobbio Pelice 106 / 1:25.000
Info plant Asphodelus albus / Witte affodil
Merkwaardig is wel dat de wortel van deze stevige, vaste plant blijkbaar al in de tijd van Dodonaeus 16de eeuw medicinaal gebruikt werd. Hij schrijft dat 'Die wortelen sonderlinghe van dat ierste gheslacht van Affodillen ghesoden ende gedroncken/ doen water maken ende die urine lossen/ ende verwecken die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen'.
zaterdag, juni 19, 2010
Onderweg. Kruiden kijken met mijn camper
Tussen Avesnes en Vervins bijvoorbeeld in Fontaine aux Vervins, zie ik in een flits rechts van de weg in de diepte een glinsterend wateroppervlak. Ik ben al voorbij maar draai terug omdat er ook een mooie parkeerplaats lijkt te zijn en ik toch even moet picknicken en de benen strekken. En ja, een mooi lang meer met alles er op en er aan, eendjes en drijvende waterplanten, zoals gele plomp, moesdistel en lis langs de rand en in de verte als achtergrond een kasteelachtig huis. Een prent zo uit de boekjes ontsnapt.
Onkruid langs de weg
Na dit natuurlijk verpozen, kan ik er weer tegen aan. Op naar Reims en Chalons sur Marne. Het landschap is hier vooral golvende, eindeloze akkers van rijpend geel graan, uitgebloeide koolzaadvelden, wat mais, maar ook vrij veel bloeiende velden met zowaar tuinbonen. En bij al die monoculturen proberen onze moedige akkeronkruiden wat kleurvariaties te brengen. Bij het dorpje Montcornet zet zelfs een heel veld klaprozen het landschap in vuur en vlam. Ik ben zo onder de indruk dat ik er zelfs een omwegje voor maak.
Langs de randen van akkers krijgen wilde planten natuurlijk de meeste kans. Nu in juni is het hier dan ook een rijdend feest, klaprozen, korenbloemen, kamille maar ook het zeldzame Wilde weit zie ik af en toe. Ik moet natuurlijk wel mijn ogen op de weg houden, dus stop ik nog maar eens, net voor Chalons. op de Aire de Saint Martin sur le Pré. De baan is hier een soort autoweg met ook stopplaatsen met restaurant en winkel, alleen niet volledig afgesloten zoals bij de péage en dus kan ik even ontsnappen naar een groot braakliggend veld met kamille, klaprozen, vogelwikke, aardaker en ... helaas hier geen wilde weit en daar was ik juist voor gestopt.
Verder langs de Franse Aires
In het winkeltje van die Franse Aires verwonder ik me steeds weer over die gespecialiseerde gezondheidsboekjes die men daar als een soort stationsromannetje aanbiedt. Boekjes over fytotherapie, aromatherapie, depressie natuurlijk bestrijden, over knoflook, sint-janskruid. Boekjes die kwalitatief nog goed zijn ook.
Verder en verder naar de Marnevallei, mooie en rustige wegen, tenminste nu toch op zaterdag. Plots zie ik een wegwijzer naar Colombey-les-Deux-Eglises. Het Colombey van Charles De Gaulle. Zal ik de generaal eens gaan bezoeken? Helaas is het iets te veel omweg voor mij. En hoe moet ik in godsnaam die stijve Charles met wiegende klaprozen in verband brengen. Alhoewel.. klaprozen zouden juist op slagvelden veelvuldig voorkomen. Een klaproos voor elke gesneuvelde! Dan moeten er hier wel veel gevallen zijn.
Marnevallei, Wilde weit en meer
Ik ben nog altijd in de Marnevallei. Net voorbij het dorpje Provencheres sur Marne, zie ik die hardroze Wilde weit weer. Dus omdraaien, terug rijden en wat verder parkeren. En dan vind ik niet alleen wilde weit en vogelwikke langs de weg, maar in het achterliggende grasland wemelt het van gele ratelaars, blauwe veldsalie en zie ik zomaar verfbrem, witbloeiende galega, orchideeën, wilde marjolein, walstro, slangenkruid, sint-janskruid en pimpernel. Coördinaten om te onthouden, dus net na Provencheres voor Vignory op 420 km van Ronse. Vreemde coördinaten dat wel, maar ik moet het voor de kruidenzoekers niet al te makkelijk maken. En de liefhebbers moeten liefst wel in juni komen. Overnachten op die mooie parking bij het bos zou ook niet mis zijn
Na dit plantenfeest rij ik verzadigd verder. Een kruidenwandeling met mijn camper lijkt het wel. Een ideetje voor de toekomst?
Langres, versterkte stad
Zo langzamerhand is het weer uitkijken naar een slaapplaats. We naderen de versterkte stad Langres. Naderen is wel het goeie woord, indrukwekkend en ongenaakbaar ligt het op die berg omringd door hoge muren. Ik voel me net Maurice de veroveraar maar dan zonder leger. Ik maak dan ook een omtrekkende beweging onder de wallen door, maar wel op zoek naar een slaapplaats. Prachtige plekjes onder kastanjes en lindes en panoramisch zicht op de verre omgeving en de Marne. Ik parkeer en verken incognito de stad, maar doe eerst nog wat boodschappen in een 'vertrouwde' Aldi. In de stad is er een een hels lawaai van een aantal motorduivels die zo blijkbaar een huwelijk inzegenen. Ze troepen samen op het pleintje onder het standbeeld van Diderot.
Diderot
Wilde weit / Melampyrum arvense |
Info: Over de Wilde weit / Melampyrum arvense
Zeer opvallende halfparasiet met roodachtig-oranjebloemen met gele keel en daarbij dan ook nog een gefranjerde schutblaadjes in dezelfde kleur. Wel erg bont voor een wilde plant. De plant behoort tot de Helmkruidfamilie, waar ook nog ander vreemde halfparasieten toebehoren zoals Grote en Kleine ratelaar, ogentroost en verder natuurlijk ook het helmkruid zelve. Toch een plantenfamilie van buitenbeentjes.
Info route: Ronse – Mons – Maubeuge France – Avesnes – Vervins – Reims – Chalons sur Marne – Vitry le François – St Dizier – Langres – Dyons – Nuits St Georges 587 km
donderdag, juni 17, 2010
Stalkruid in de goot.
vrijdag, juni 11, 2010
Kamille en andere Veldbloemen
We laten eerst 100gr verse kamillebloemen 24 uur trekken in 1 liter maisolie, uitzeven, de olie mengen met 16,5 gr gele bijenwas (verhouding olie - bijenwas 1 op 6), verwarmen au bain marie tot de bijenwas gesmolten is. Afvullen in kleine potjes van 50 cc en laten afkoelen.Te gebruiken bij huidirritatie, huidallergie (jeuk), ontstekingen en als lippenbalsem.
donderdag, juni 10, 2010
Verbena, gevonden zaad
Volgens Mrs. Grieve, in 'A modern Herbal '... Verbena hastata (Blue vervain, Wild Hyssop, Simpler's Joy) is indigenous to the United States, and is used unofficially as a tonic emetic, expectorant, etc., for scrofula, gravel, and worms. A fluid extract is prepared from the dried, over-ground portion.
Verbena hastata - Plants For A Future database report
Is Verbenin a Cure for Epilepsy? | Henriette's Herbal Homepage
Verbena Hastata. Blue Vervain, Simpler's Joy. | Henriette's Herbal Homepage
Verbena. | Henriette's Herbal Homepage
Verbena.—Vervain. | Henriette's Herbal Homepage
zondag, juni 06, 2010
Verloren tuin
Gebieden verandert door mensen, verlaten en dan weer herovert door de natuur, zorgen voor een grote diversiteit aan planten.
Zo is het ook gegaan in Weelde Statie, tussen Turnhout en Baarle Hertog, de reeds 60 jaar verlaten spoorweg, was niet zomaar een spoorweg maar ook een overslagstation tussen België en Nederland, wat voor een nog grotere diversiteit zorgde. In België werden sintels van hoogovens en kachels gebruikt als fundering voor het gebied, in Nederland werd meer grind en dergelijke gebruikt. Op het emplacement ontwikkelde zich door het gebruik van kalk-, as- en steenkoolresten een typische plantengroei.
Aan de rand van het stationsgebied aan het eind van de stationsstraat heeft ook 30 jaar een herborist gewoond en een tuin gehad, waardoor de diversiteit in plantengroei nog verder werd vergroot. Die herborist ben ik zelf.
Wij wandelen vanuit de stationsstraat, vertrekkend bij nummer 18, en bij de summiere resten van de vroegere kruidentuin. Hier vinden we nu nog meidoorn, peterselievlier, enkele oude palmboompjes en een bloeiende en geurende rozenstruik, waar het klassieke rozenwater uit gedistilleerd werd. Achter die struiken en bomenrij, zijn de echte resten te vinden van de tuin. Nog veel Agrimonie, toortssoorten, wilde marjolein maar ook het zeldzame Kroonkruid. Een plant niet direct geschikt om op te eten, hij bevat net zoals vingerhoedskruid hartglycosiden, giftig maar in de juiste dosering stimulerend voor de hartspier. Achter in de 'tuin' in het nattere en voedselrijkere gedeelte woekeren, tot mijn groot genoegen, nog steeds de reuzenbereklauw, het groot hoefblad en de hop.
Summiere resten van de vroegere tuin, vinden we ook buiten de tuin. Wilde marjolein, venkel en zelfs salie hebben blijkbaar betere plekjes gevonden op de verhoogde berm langs het fietspad. De trein raast hier niet meer voorbij en ook de herborist heeft andere oorden opgezocht, toch vinden we nog sporen van die verleden tijd.
Lees verder: Wandelen in Weelde | Reizen en recreatie: Reisverhalen
vrijdag, juni 04, 2010
Terug thuis bij de rimpelroos
Een citaat uit de Canadese monografie van Health Information Encyclopedia: 'Chinese medicine recommends rose petal tea from large-hip or wrinkled rose, Rosa rugosa Thunb., for regulating vital energy or "qi", for strengthening blood circulation, for treating stomachaches and dysentery, and also for alleviating liver pains and joint pain. The high concentration of anthocyanins in the petals give credence to these indications because anthocyanins are known for their ability to strengthen the vascular system, prevent blood platelet stickiness and also have powerful antioxidant, antibacterial and antinflammatory activity.
Dus maar verder gaan met het plukken van rimpelroosblaadjes.
Rose Petals, Herb Monograph - Flora Health Herb Encyclopedia
vrijdag, mei 28, 2010
HaansTuintje
Als ik het tuintje zo weer met verse ogen bekijk, blijken er tot mijn verbazing weer meer planten terecht gekomen te zijn dan ik me voorgenomen had. Heemst, Engelwortel, Russische rabarber en Acanthus bijvoorbeeld, te groot voor dit tuintje, maar achter in hun hoekje zijn ze niet stuiten in het gezelschap van Valeriaan en wat muntsoorten. Veel kattenstront in de grond zeker?
Vooraan onder de overhang van het balkon, droog en zonniger, groeien mijn 'Zuiderse' planten. Bij God, ik heb toch een te grote Provençaalse tuin hier 1000 kilometer vandaan. Toch staat er rozemarijn, tijm, olijfboom, oregano en onvoorstelbaar florissant een Kerryplant, Helychrisum italicum. Hij warmt zich op tegen de witte gevel en krijgt van mij dus ook een winterhard getuigschrift.
Morgen zal ik ze wat verder vertroetelen, water geven, droge stukjes weg te nemen en hier en daar bramen, ontkiemend varkengras en uitgebloeide winterpostelein weg wieden. Met excuses aan het varkensgras.
Heimia salicifolia - Plants For A Future database report
Entheology.org - Preserving Ancient Knowledge
De maagd, de eik en de wilg
Als herborist heb ik mij voorgenomen om hoofdzakelijk over planten te schrijven en dus probeer ik ook Jeanne in verband te brengen met een plant. Dat blijkt niet zo moeilijk. In het hier aanwezige Jehanne-centrum vind ik een klein boekje, folder over het geboortehuis van Jeanne, wat zelfs in het Nederlands verkrijgbaar is. Ik sla het open en het eerste hoofdstuk gaat over de plaats waar Jeanne haar stemmen en de boodschap voor het Franse volk gehoord zou hebben. En dat was toch wel bij een oude beuk in de buurt van het dorp. Dus toch terug bij de planten! De boom was een natuurwonder, een prachtige beuk waarvan de takken zich naar de grond bogen en zo een natuurlijke kamer vormden.
In de 17de eeuw toonden men nog deze beroemde feeënboom zoals hij genoemd werd, die op enkele honderden meters ten zuiden van het dorp stond, niet ver van de weg die langs de linkeroever van de Maas liep en aan de rand van het 'Bois Chenu' groeide. Men vertelde dat de feeën deze indrukwekkende boom veel bezochten. De legenden die aan deze beuk verbonden waren deden dus veronderstellen dat Jeanne haar boodschap bij die boom ontvangen had. Deze beuk was in de tijd van Jeanne d'Arc blijkbaar een bekende boom, waarbij het water van de bron in de buurt ook nog geneeskrachtig was. De jonge mensen uit Domrémy gingen er op feestdagen wandelen, dansen of picknicken. Ook Jehanne zou er regelmatig geweest zijn.
Na de terechtstelling van Jeanne bleef 'aux Bois Chenu' verbonden met haar en werd de feeënboom, de boom van de maagd genoemd. Ook Montaigne, die in 1587 in Domrémy verbleef vermelde de boom. Aan het eind van de 16de eeuw werd in de buurt van de boom een kapel gebouwd ter herinnering aan Jeanne d'Arc. En nog veel later, vanaf 1881 werd er een basiliek gebouwd. De basiliek Saint-Jeanne d'Arc zou op de plek staan waar Jeanne de stemmen van heiligen hoorde, die haar opriepen Frankrijk te bevrijden van de Engelsen.
Het 'Bois Chenu' of het eikenbos is er nog wel, maar de legendarische beuk is helaas al lang verdwenen. Wat ik wel nog vond, in een weiland vlak bij het dorp was een groep merkwaardige wilgenbomen. Niet dat zij iets met Jeanne te maken hebben, maar het zijn wel een vijftal verbonden bomen, waar de plaatselijke schapen de nacht doorbrengen, een nogal opvallende eenheid vormend met het landschap. Vanuit de motorhome kijk ik één avond en één morgen op dit lieflijk landschap, en zie het idyllisch reilen en het zeilen van de schapen, hoe zij traag en herkauwend door het landschap bewegen. En ik kan niks anders dan er Jeanne bij fantaseren en hoe zij 600 jaar geleden hier de schapen hoedde en hoe zij de stemmen hoorden. Hier op de parking onder de lindebomen kun je, tenminste als je op het goeie moment aanwezig bent, nog iets van die verloren tijd terug vinden. Dwalen in de schemering langs de Maas met zijn witglinsterende waterranonkels, naar het kerkhof buiten het dorp wandelen, het verwilderd tuintje met zijn bloeiende akeleien ervaren. Nu nog even romantisch leven, morgen rijden we weer naar het drukke België.
-->
maandag, mei 24, 2010
Bij La Charce
Merkwaardig! Er werd hier nog een derde biotoop geschapen, waar ik minder gelukkig mee ben. De gemeentelijke stortplaats, waar wel weer andere planten kunnen en willen groeien, maar waar de Linum en Thymussoorten onder 3 meter vuilnis bedolven worden.
Vreemde kronkel in het gemeentelijk beleid, waarbij elk gat opgevuld moet worden. al zullen ze hier in de Franse Drôme nog veel werk hebben om alles te egaliseren.