vrijdag, december 24, 2010

Aronskelk

De aronskelken in de Haanse duinbossen komen fris gewassen onder de sneeuw vandaan. Net alsof er geen 'sneeuwtje' aan de lucht is in de rest van het land. Gisterenavond ploeterde ik nog met de auto door Leuvense en Brusselse sneeuwstormen. Wat kan een klein landje toch groot en gevarieerd zijn.  Over de aronskelken dan maar.De bladeren van de Italiaanse aronskelk blijven opvallend gaaf. Dat komt door de aanwezigheid van bepaalde zouten, die de plant tegen slakkenvraat beveiligen, misschien beschermen die mineralen het blad ook tegen het bevriezen.  Vroeger, en hier en daar niet eens zo lang geleden, dichtte men de Aronskelk ook een andere beveiliging toe, namelijk tegen slangen. Wie maar een blad of een stukje wortel van de plant bij zich droeg, zou niet door slangen worden gebeten. Een ander lid van de Aronskelkfamilie dankt hier zelfs zijn Nederlandse naam aan, Slangenwortel. 
Over de merkwaardige bloeiwijze en de vreemde bessen zullen we het nu maar niet hebben, dat is iets voor het  voor- en najaar. Passender en spannender zijn de vele magische toepassingen en geheimzinnige uitspraken die aan de Arum verbonden zijn.

Hildegard von Bingen schrijft ' Herba Aaron nec tepida, nec nimis fortis est, sed aequalem et temperatum calorem habet'.  De gevlekte aronskelk is niet lauw, noch te sterk, maar heeft een gelijkmatige en getemperde warmte, zoals de zon na het morgenrood een aangename warmte bevat en heeft, zoals dauw in de zomer voor de dag aanbreekt zacht is, en daardoor kan hij naar alle richtingen omgebogen worden zoals een zachtaardig man die zowel gevaren kan trotseren alsook voorspoed op de juiste wijze in stand houden'. Begrijpen doe ik het zelf ook niet helemaal, maar mooi en mysterieus klinkt het in elk geval wel.

Dan maar weer eens ons aller Dodoens (1644) citeren, die dan weer Dioscorides citeert : Dioscorides schrijft dat deselve wortel met koeyenmest vermenght ende op het flerecijn oft op de voeten van de gichtighe menschen gheleyt, tegen de voetgichte seer nut ghevonden wordt'. Maar waar vind ik nog de  gezonde koemest om dit eens te proberen? Toch nog enige waarschuwing, het is niet aan te raden om deze toch wel wat giftige plant zomaar op te eten.


vrijdag, december 17, 2010

Hulst, heidens heilig

Hulst, niet direct de meest gebruikte medicinale plant, maar wel een plant met een mysterieus verleden, die bij de donkere, mystieke wintertijd hoort. Niet verwonderlijk als je ziet hoe die groenblijvende boom ook in December blijft glimmen. Hulst werd om dezelfde reden als de maretak als een heilige plant beschouwd:

Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.

De Hulst werd ook Grote steekpalm, Prikbladen, Ulster en zelfs Kattedoorn genoemd volgens Vandebussche in zijn boek 'Onze Volkstaal voor kruiden en Artzenijen uit 1955.
Volgens Dodoens waren 'de besiekens warm en droogh van naturen...en de bequaem om de winden te scheyden ende de opblasinghen te doen vergaen'. Niet direct de meest feestelijke indicaties. Maar zo'n een prikkende kerstkaart lijkt mij ook niet het ideale symbool voor vrede op aarde voor mensen van goede wille. Misschien juist daarom zo leuk.

dinsdag, december 07, 2010

Wijsvinger en prostaat

Een wijsvinger die korter is dan de ringvinger duidt op een groter risico op prostaatkanker, Dat blijkt uit onderzoek van het Britse Institute of Cancer Research. Wereldwijd sterven er jaarlijks 254.000 mannen aan prostaat­kanker.
Vingerlengte wordt blijkbaar bepaald in de baar­moeder door de aanwezige hoeveelheid testosteron. Een langere wijsvinger ont­staat door een lagere blootstelling aan het geslachtshormoon. Dit zou de kans op kanker verkleinen.
Voor het onderzoek werden de vingers van 1.500 prostaatkankerpatiënten verge­leken met die van 3.000 gezonde mannen. De kans op de ziekte zou met 33 pro­cent afnemen als een wijsvinger langer is dan de ringvinger.
De wetenschappers denken door hun research een eenvoudige manier te heb­ben gevonden om het risico op prostaat­kanker in te schatten bij mensen jonger dan 60 jaar. Ook zou dit criterium gebruikt kunnen worden bij het selecte­ren van personen voor preventief onder­zoek.

Misschien weer eens de gelegenheid om wat goeie kruiden voor de prostaat te vermelden. Preventief is zeker brandnetel een goede keuze, maar het meest interessante als voeding zijn pompoen- en zonnebloempitten, die je als tussendoortje kunt op knabbelen. Verder zijn ook walnoten en tomaten (lycopeen) gezond voedsel voor de prostaat.  Lees ook

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/60633-prostaatklachten-en-kruiden.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/25922-pompoen-en-de-prostaat.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/prostaat

Helmgras in de winter


Onder het gewicht van sneeuw en ijs kronkelt het helmgras zich over de duinen heen. Alsof het weg vlucht van de zee naar warmere oorden. Helmgras is niet direct mijn gebruiksplant bij uitstek, maar is toch een zeer nuttige plant die in de duinen groeit en het binnenland beschermt tegen de krachten van de zee. Met zijn woekerende wortelstok houdt hij het zand van de duinen op zijn plaats. Zijn wetenschappelijke naam Ammophila arenaria betekent dan ook het zand beminnend (ammophila) en het zand vasthoudend (arenaria).
 
De stevige wortels zijn ook geschikt om touw en matten te maken. Ook de taaie bladeren kunnen tot manden gevlochten worden en er is zelfs papier mee te maken. Eens proberen? 'the stems are harvested in the summer, cut into usable pieces and soaked for 24 hours in clear water before cooking for 2 hours with soda ash. Beat the fibres in a ball mill for 1½ hours. The fibres make a tan-brown paper'
Engelstalige benamingen: Bent, Broad Bent, Helme. Marram, Mat-grass, Mat Reed, Signs, Spire, Stare.


vrijdag, december 03, 2010

woensdag, november 24, 2010

Herderstasje

Een onooglijker plantje dan het Herderstasje kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Een schraal vuilgroen onkruid met aangevreten blad en minimale vuilwitte bloemetjes, groeiend langs slordige wegranden en akkers. Veel werk maakt het niet van zijn uiterlijk, alles lijkt op overleven afgestemd en daar is het dan ook een meester in.
Het groeit, bloeit en vermeerdert zich snel en doet dat ook het hele jaar door. Ook nu, eind november vind je het plantje met zijn hartvormige zaadjes; met wat fantasie is dat het enige aantrekkelijke aan deze Capsella. Daar komt dan ook zowel zijn Latijnse als zijn Nederlanse naam vandaan. Deze zaadjes zouden op een beursje of tasje van een herder lijken. Dus bursa pastoris, een pastorale beurs, ook de Engelse benaming is Shephard’s purse.

Cannabis

Heb je het ook gelezen? Een Franse boer heeft een boete gekregen omdat hij cannabis als ontwormingsmiddel gaf aan zijn eenden. 'Geen enkele eend heeft nu nog wormen en ze verkeren allemaal in goede gezondheid', zei de eendenkweker. Er werd niet bij verteld of de eenden er ook een beetje high van werden. Misschien moeten we eens een bezoekje brengen aan zo'n boer. Hij woont in het dorpje Gripperie-Saint-Symphorien tussen Nantes en Bordeaux, ten minste als hij de eerst volgende maand niet in de gevangenis moet verblijven.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis-medisch

maandag, november 22, 2010

Wandelen in de Lognevallei

Zwerven met de motorhome langs Ardeense dorpen in diepe, nauwe valleien. Ik kan er mij nog steeds over verwonderen dat zoiets nog bestaat in een klein, overbevolkt land als België. Leve de Ardennen, zou ik zeggen.  

De vallei van de Logne, dat is lang geleden. Tussen Bomal en Aywaille parkeer ik mij op de kleine parking bij de kasteelruïnes. Een korte steile afdaling via een een verharde weg en dan ik ben bij de beek van Lembrée in de Lognevallei.

Het vroegere hotelletje waar ik twintig jaar geleden eens logeerde is ondertussen woning geworden. Verderop staat ook een ander hotel te koop. Ja, hotels lijken uit de mode te zijn. Maar deze vallei en zijn hellingen zijn mij toch vooral lief omwille van hun bijzondere plantengroei. Een van de rotshellingen is zelfs boomvrij gemaakt door de natuurverenigingen om de zonminnende rotsplantjes meer kansen te geven. Zonneroosjes, wilde tijm, gamander maar ook toortsoorten kunnen hier uitbundig groeien en bloeien. Dat natuurverenigingen bomen kappen, blijf ik toch nog altijd een beetje vreemd vinden.

Ferme de Palogne
Aan het eind van de Lognevallei, bij de Ferme de Palogne, wordt de beek opgeslokt door de Ourthe, Ferme de Palogne is geen boerderij maar een groepsverblijf voor sportievelingen. Je kunt hier via een voetgangersbrug de Ourthe oversteken en naar het mooi gelegen dorp Sy wandelen. Ik wandel niet naar Sy, maar rijd er straks via Vieuxville in een grote bocht naar toe. Maar eerst wil ik nog op mijn manier de ruïnes van Palogne veroveren. Een breed slingerend pad voert stevig naar omhoog, de schemering maakt alles nog geheimzinniger, tongvarens als bosgeesten bevolken de schaduwrijke boshellingen en boven bij de ruïne aangekomen, is het alsof eeuwen geschiedenis nog steeds rond spookt in het grillig gesteente. Het kasteel is gelukkig gesloten, dus geen andere toeristen te bekennen die mogelijk de mysterieuze sfeer zouden kunnen verpesten.

De burcht en de schat
De burcht werd in de zevende eeuw opgericht om het graafschap Logne te verdedigen. In 1521 werd het blijkbaar volledig vernield door Hendrik van Nassau in opdracht van onze Keizer Karel. Vernietigd worden, daar zijn burchten blijkbaar voor bedoeld. De ruines werden volledig overwoekerd en vergeten tot men zowat honderd jaar geleden de resten opnieuw ontdekte.

Geheimzinnig zijn ze altijd wel wat gebleven. In een merkwaardige toeristische gids uit 1905 lees ik:  'De overlevering verhaalt, dat in de onderaardsche ge­welven van het kasteel een geheime schat is begraven, die bewaakt wordt door een met edelgesteenten bedekte geit, „Gatte d'or", Gouden Geit. Dit is de Waalsche vorm van de algemeen verspreide oude mythe van een schat, àan de hoede van een dier, meestal een draak, toe­vertrouwd.

En nog in het midden der negentiende eeuw heeft men menschen aangetroffen, naïef en hebzuchtig genoeg om dit fabeltje voor goede munt aan te nemen. Door een priester geleid, zijn zij op een goeden dag in de gewelven den duivel gaan aanroepen om diens tusschenkomst ter bemachtiging van den befaamden schat af te smeeken'. Dus genoeg te fantaseren hier. Maar ik wil verder langs de ruine heen, zo zou ik mij eigen rijdend kasteeltje moeten kunnen bereiken

Helaas stopt het pad bij de ruïne en de hellingen zijn in de schemering zo huiveringwekkend steil, dat deze dappere ridder met de witte baard zich er deze keer toch niet aan waagt. Een aftocht dus, maar met plezier min of meer dezelfde weg terug. Ik zal hopelijk geen twintig jaar meer wachten om deze machtige ruïne te veroveren.

Menhirs van oppagne

Posted by Picasa


Met mijn zwerfauto zomaar enkele dagen dolen door de Ardennen. Op zoek naar wat? Een huis, een thuis, een droom, magie van het moment. Tussen Barvaux en Hotton rij ik richting Biron. Ik volg de wegwijzer huis te koop. Biron is Biron, een rustig dorp, wel bewoonbaar. Ik vind geen huis te koop, stop dus niet maar rij verder naar Oppagne om zo, mogelijk toch in Hotton te geraken.
En dan plotseling zie ik: zon, mist, een eikenboom en 3 menhirs zomaar midden tussen de ordinaire stoppels van een geoogst maisveld. De menhir van Oppagne! Ik stop, stap uit en ren over de stoppels naar de menhir. Een magisch moment van harmonie. Deze staande stenen, spirituele wegwijzers, energetische antennes, gewoon grenspalen, of hoe je ze ook zou willen noemen. Ze spreken gelukkig nog steeds tot onze verbeelding. Zelfs rituelen worden hier blijkbaar terug opgevoerd. Aan de takken van de eikenboom hangen kleurige lintjes. Gebedsvaantjes? Even voel ik mij in het verre Tibet, wie komt hier de natuurgoden aanbidden? Ik doe in elk geval mijn eigen ritueel, al is het dan met een moderne digitale camera. Moet kunnen! De zon zindert tussen de knoestige eikentakken en zelfs de maisstoppels lijken in aanbidding te buigen.
Met moeite kan ik mij losrukken van dit magisch moment maar de motorhome wacht. We willen verder. We? Het is net alsof, ik alléén, plots met héél veel ben.

Lees verder: http://creatief-schrijven.todio.nl/fragmenten/ontdekking-van-de-menhirs-van-oppagne-1743.html

vrijdag, november 12, 2010

Wandelen

Het winderige, regenachtige weer van vandaag herinnert mij aan november 1996, toen wandelde ik in de buurt van Spa tijdens een kruidenweekend. Over die wandeling schreef ik de volgende tekst in mijn dagboek.

Het is het twee en dertigste kruidenweekend, de driehonderd vijf en dertigste wandeldag, een net niet natte morgen bij Haut Regard, ten westen van het dorpje La Reid. We trekken met zijn vijven het bos van Menire in. Diep onder ons stroomt het beekje van Gerveva.

In november komen we hier natuurlijk niet alleen voor de planten maar ook om stevig te wandelen, toch vinden we vrij snel langs de wegkant een vreemde mengeling van zowel zuur- als kalkminnende planten. De ontdekking van de dag is een veldje uitgebloeid duizendguldenkruid. Extra determineren doen we door er even aan te likken, de extreem bittere smaak geeft ons zekerheid, het is wel degelijk Centaurium erythraea Rafn.. Een geneeskrachtige en beschermde plant die gebruikt wordt in likeuren en aperitieven om de eetlust op te wekken en om zware maaltijden makkelijker te kunnen verteren. 


Deze tekst en het vervolg is nu ook gepubliceerd op het wonderbaarlijk world wide web. Zie http://reizen.todio.nl/reistips-reisverslagen/kruidig-wandelen-in-de-ardennen-met-de-herboristenvereniging

We willen in de nabije toekomst opnieuw zulke kruidenweekends organiseren. Interesse om mee te wandelen of om mee te organiseren?

donderdag, november 11, 2010

Shii-take


Shii-take of Lentunila edodes, een Japanse paddenstoel, die ondertussen ook in Europa als culinaire lekkernij bekend is, werd en wordt in het Oosten vooral om zijn geneeskrachtige kwaliteiten geroemd.

Al tijdens de Song Dynastie, zowat 1000 jaar geleden, werd de Shi-itake in oude geschriften vermeld. Later tijdens de Ming Dynastie schreef de toen beroemde arts Wu Juei dat deze paddenstoel kon worden ingezet bij infecties van de bovenste luchtwegen, slechte bloedcirculatie.... bij vermoeidheid, vroegtijdige ouderdomsverschijnselen en om de QI of levensenergie op te wekken.

Lees verder op

zaterdag, november 06, 2010

Altijd aan zee


Aan zee, elke dag aan zee, geen vakantie maar toch altijd een beetje vakantie. Windkracht weet ik hoeveel? Toeristen waaien weg. Ruimte voor mij alleen.

maandag, november 01, 2010

Natuur! Bestaat dat?

Citaat: Het valt niet te ontkennen dat er veel te bekritiseren is aan het systeem, aan de maatschappij. Maar wat me daarin belemmert is het gevoel medeplichtig te zijn. Iedereen met enige intelligentie moet toch beseffen dat maatschappijkritiek uiteindelijk zelfkritiek is. Arnon Grunberg schreef ooit: “Maatschappijkritiek laat zich samenvatten in drie woorden: ‘Weg met mij.’”
‘Weg met mij’ – dat is uiteindelijk onleefbaar. Iedereen zoekt daarin zijn eigen uitweg. Sommigen worden activistisch, anderen vluchten in de verwondering. Je moet iets. Anders ga je in je eigen vlees knagen, tot aan bloedens toe.


In deze 'zinnen' van Michel Van Eeten herken ik 'iets'.  Als milieuactivist avant et après la lettre herken ik mijn verleden in het geroep van de activist van heden en bekruipt mij een vreemd gevoel van onmacht bij al die mensen die lijken te weten hoe het milieu en de natuur 'georganiseerd' moet worden.

zondag, oktober 31, 2010

Mooi oud, oud mooi

Harry Mulisch is gestorven. Hij heeft niks met kruiden te maken, maar is wel een van de schrijvers waarmee ik groot ben geworden. Mulisch, Claus, Vinkenoog, als zulke mensen dood gaan, voel ik mezelf toch ook een beetje sterven.


Al begin ik 'oud worden', toch wel 'mooi te vinden'

woensdag, oktober 27, 2010

zaterdag, oktober 23, 2010

Kruidenwandeling in Ubachsberg

Als herborist praat ik natuurlijk veel over de gebruikswaarde van planten. Dit najaar verzorg ik een opleiding in Nederland. Helemaal in het uiterste Zuid-Oostelijke puntje van Nederland, zomaar in het dorpje Ubachsberg. Een verslag van een kleine kruidenwandeling.

kruiden voor de spijsvertering
De eerste cursusdag. Direct met de deur in huis vallen. Weinig inleiding noch kennismaking. Het programma wacht. Vandaag bespreek ik de kruiden voor de spijsvertering. Dat zijn vooral bitterstoffenplanten, die maag en darm stimuleren, gele gentiaan, maar ook alsem, planten bekend om hun aperitieve en digestieve werking. Ze zitten in vele likeurdranken zoals Absint, Bénedictine en Genepi. We bespreken ook een manusje voor alles, de Echte kamille die vooral kramp- en ontstekingswerend werkt op maag en darm en dus voor maagontsteking en zelfs maagzweren absoluut werkzaam is.

En wat hebben we verder nog nodig voor de darmen? Natuurlijk een laxeermiddel en een stopmiddel. Laxeerkruiden zijn vooral slijmstofplanten zoals Lijnzaad, ook de zogenaamde planten met antrachinonen, die we alleen kort mogen gebruiken om een snelle ontlasting te verkrijgen. En tegen diarree kan gewoon een straffe thee of een aftreksel van braamblad helpen. Het lijkt simplistisch maar het helpt wel.

Wandelen langs stinkende gouwe en stinkende ballote

stinkende gouwe
Op de middag wandelen we een uurtje in en om het dorp, de kruiden en tuintjes in Ubachsberg bekijken. Om het hoekje in een wat wilder tuintje vinden we stinkende gouwe en Canadese guldenroede. Stinkende gouwe met het opvallende gele sap is te gebruiken tegen wratten en de guldenroede is van oudsher bekend om zijn urinedrijvende werking, dus om te plassen. We wandelen verder bijna het dorp uit tot aan een holle weg, waar vooral het groot kaasjeskruid en de stinkende ballote nog opvallen. Nu ja, opvallen is een groot woord, nu in oktober is er alleen wat verkleumd blad te bekijken. Mijn bewondering komt vooral door de betekenis die ik aan deze onnozele blaadjes kan geven. Kaasjeskruid, waarvan we als kind de groene, onrijpe zaadbollekens als broodjes op knabbelden, is nu nog altijd een slijmstofplant die de schorre keel van lesgevers kan verlichten. En dan de stinkende ballote, die volgens de kruidenboeken naar roet moet ruiken. Maar wie weet nog hoe roet ruikt? Toch hangt er wel wat een muf, somber geurtje aan. Is het toeval dat deze Ballota nigra nu juist tegen somberheid of depressie wordt gebruikt?
Wij wandelen verder langs keurige voortuintjes, tot we plots een heel ander tuintje zien. Toorts- en teunisbloemrosetten, de eigenaresse komt net thuis. Toch altijd wat oppassen als we in privé-tuintjes rondsnuffelen, maar in dit geval was het geen probleem, de eigenares was zelf een herboriste. Dus, toon mij je tuin en ik weet wie je bent.

Helleborus
We drentelen verder, rechts nog keurige huizen met deftige tuinen maar toch ook Helleborusplanten. Deze populaire sierplanten bloeien voornamelijk groen, niet de kleur die je bij bloemen verwacht, maar toch interessant omdat ze in herfst en wintertijd hun bloemen tonen en daarna nog lang doen alsof ze bloeien, als ze met hun mooie zaaddozen paraderen. En ze hebben nog een ander geheim, dat zich verraad in de Nederlandse naam nieskruid. Als je de onrijpe zaden kneust, krijg je zo'n scherpe, prikkelende geur in de neus, waardoor je wel moet niezen. De plant zou vroeger zelfs in niespoeder gebruikt geweest zijn. Nu niet meer in gebruikt en zeker ook niet aan te raden. De alkaloïden en de hartglycosiden die de prikkeling veroorzaken, kunnen ook ons hart stimuleren maar het is zeker geen doe-het-zelfmiddel. Symptomen bij overdosering zijn benauwdheid, onregelmatige hartslag en in de meest extreme gevallen zelfs hartstilstand. Spannende planten genoeg dus in zo'n braaf tuintje.

Look zonder look
Vlug verder. Het begint wat te regenen. Maar we kijken toch nog even links van de weg, weilanden en landbouwgrond aan het begin van een holle weg, meer en zelfs nog bloeiend kaasjeskruid. En in de wat schaduwrijkere holle weg zien we de ronde bladeren van look zonder look. Deze vreemde naam heeft hij te danken aan het feit dat de plant botanisch geen familie is van knoflook, maar wel subtiel dezelfde geur verspreidt en ook dus in de keuken gebruikt kan worden.

Verhalen over planten liggen er overal en altijd wel weer voor het oprapen. Nu willen en moeten we wel terug naar onze cursusruimte. Niet alleen omdat het regent maar ook omdat we verder moeten met les te geven. Alhoewel binnen of buiten, de informatie blijft wel hetzelfde.

vrijdag, oktober 22, 2010

Wandelen bij Oud Valkenburg.

Westerse levensboom
Ubachsberg. Nee, niet in Duitsland noch Belgie maar gewoon in Nederland. Die Nederlandse uitloper die men Zuid-Limbug noemt. Het hoogste dorp in de wijde omtrek blijkbaar. Ik sta voor het restaurant Le Montagnard, waar ik morgen start met een nieuwe herboristenopleiding. Vandaag heb ik zowel met de camper als te voet de streek nog even verkend. Het was lang geleden, maar ook hier ben ik vroeger veel geweest, vooral veel gewandeld. En met vroeger bedoel ik dan weer 30 jaar geleden. Het blijft me verwonderen, dat een mens, ik nu, zover kan teruggaan in de tijd.

Kasteel Schaloen
Vandaag even, een uurtje gewandeld bij Oud Valkenburg aan het kasteel Schaloen, de kruidentuin van 30 jaar geleden is er nog steeds, maar spijtig genoeg nu niet te bezichtigen. Bij de ingang staat wel een merkwaardige Levensboom met een vijftal kronkelige stammen, die wel kan bekeken worden en ook waard is om te bekijken. Hij werd hier blijkbaar geplant rond 1800, dus wel wat jaartjes ouder dan ik en heeft, volgens het bijhorend bord een omvang van 19 meter. Deze Thuja is niet echt een kruid om op te eten, maar wordt homeopathisch wel gebruikt tegen wratten.
De tuinen zijn, lees ik, beperkt open van zondag 25 april tot en met zondag 3 oktober, 10.30 uur tot 16.30 uur. We vinden er vooral oude landbouwgewassen. Vergeten granen zoals emmer en spelt (voorgangers van tarwe); maar ook boekweit, gierst en linzen; gewassen voor het vee als veldwortelen en haver. Koolzaad en huttentut werden gekweekt voor het winnen van olie voor keukengebruik en verlichting. Genotmiddelen waren mosterd, tabak, hop en cichorei. Tot einde negentiende eeuw werd textiel geverfd met extracten van de verfplanten wede, wouw en meekrap, maar deze verfstofplanten zijn niet alleen ouderwets maar ook opnieuw modern en actueel. Als we maar lang genoeg wachten worden sommige oubollige dingen opnieuw modieus.

Kruis- en holle wegen



Ik wandel door een romantische laan naar de Geul, steek het ijzeren bruggetje over, waar een getormenteerde Jezus aan zijn kruis mij opwacht, ook Maria is devoot van de partij. Kruis wegen naast holle wegen en hellingbossen met mergel vinden we hier volop. De beeldengroep zou hier lang geleden geplaatst zijn om duivelse geest Ruprecht uit de buurt te houden. Helaas zijn de originele beeldjes in door een 'boze' geest in 1968 zelf gestolen. Wat we nu zien is een kopie van de kunstenaar Sjef Eymael. We staan hier aan de rand van het Schaelsbergerbos en ik laat me door de mooie natuur weer verleiden om verder te wandelen, wan niet de bedoeling was, dus richting Schin op Geul. Prachtig voetpad met rechts van mij de Geul, toch wel met een muf geurtje en links mergelhellingen met beuken en voorjaarsflora, plantjes die zich nu grotendeels in de grond hebben terug getrokken. Onderweg bij een doorkijkje naar Oud-Valkenburg wordt ik cultureel verrast, daar staat zomaar een gedicht van Herman Deconinck in metaal gebeiteld Je moet niet alleen, om de plek te bereiken, thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken. Er is niets te zien, en dat moet je zien. Om alles bij het zeer oude te laten. Er is hier. Er is tijd om overmorgen iets te hebben achtergelaten. Daar moet je vandaag voor zorgen. Voor sterfelijkheid.

Geul en Schin op Geul
Na dit poetisch en filosofisch intermezzo wandel ik verder tot Schin-op-Geul, mooi is het hier wel en bijzonder proper ook, zelfs iets te clean, waardoor naar mijn smaak, het intense gevoel van leven wat verdwijnt. Maar waar klaag ik over!
Ik moet natuurlijk terug naar Oud Valkenburg en dat kan blijkbaar alleen langs de verharde weg of dezelfde weg terug natuurlijk. Ik kies voor het rondwandelen en ook dat is wel aardig met rechts in de verte zicht op een mergelgrot en naast me de keurige voortuintje met af en toe ook een spannende plant zoals Brugmansia, een soort doorappel ooit door de Zuid Amerikaanse sjamanen als goddelijke plant gebruikt. Maar wat zijn we braaf geworden, de mensen en de planten.

Terug in Oud-Valkenburg met rechts de kerk en nog een kasteel. Voor een mini-dorp is het wel luisterrijk veel, een kerk en 2 kastelen: Schaloen, Genhoes en dat dan nog in het mooie Geuldal. De moeite om te bezichtigen. In de verte wacht geduldig mijn eigen metalen kasteel.
Ik kronkel weer verder met mijn camper, via Wittem, Seys en Trintelen probeer ik nogmaals Ubachsberg te bereiken.

zondag, oktober 17, 2010

Paardenkastanje pasta


De straten liggen vol met kruidenmedicijnen. De wilde kastanjes worden samen met het bruine blad en regenwater door de wielen van de voorbij rijdende auto's tot een bruine smurrie geplet. Moest dit mengsel onder hygiënischer omstandigheden tot stand gekomen zijn, dan zou ik er zo zalf of tabletten kunnen van persen om er veneuze vaten mee te verzorgen.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje

woensdag, oktober 13, 2010

Wonderboom

Wonderbomen groeien in De Haan aan Zee in de plantsoenen tussen witte rozen en blauwe lavendel tegen de hemel op. Vandaag zie ik de gemeentewerkers ze massaal verwijderen. Wil het toeval dat ik vanavond over laxeerkruiden wil praten op de herboristenopleiding, en dat de olie uit de gemarmerde zaden van deze Ricinussen een van ouds bekend laxeermiddel zijn.

Of ik wat bloeitoppen mag mee nemen? Geen probleem, zelfs een aanhangwagen vol staat ter mijner beschikking. Toch willen de gemeentemensen nog even weten of het waar is dat deze planten giftig zijn, dat hadden ze gehoord van een voorbijganger. En ja, de wonderbomen zijn wonderlijke planten, de olie uit de zaden is niet giftig maar de zaden zelf bevatten het zeer giftige ricine, een stof waarmee enkele jaren geleden terroristen het Londense drinkwater dreigden te vergiftigen.


Ricine, de stof in de zaden van de wonderboom, is zeker giftig.Maar de giftigheid van de oraal ingenomen (dus opgegeten) zaden is volgens recente analyses veel minder dan altijd werd aangenomen. Het gif wordt slecht opgenomen en gedeeltelijk afgebroken in maag en darmen.
Het gif kan ook worden ingeademd, als het is omgezet in voldoende fijn stof, of worden geïnjecteerd, als het in oplossing is gebracht. Dat laatste gebeurde bij de zogeheten `paraplumoord' in 1978, waarbij de Bulgaarse dissident Georgi Markov in Londen werd vermoord door hem via een paraplu te injecteren met een kogeltje dat was voorzien van een laagje ricine.
Een laatste mogelijkheid is het gif via de huid toe te dienen, maar dan moet het gemengd worden met stoffen die de opname via de huid bevorderen. In 1993 werd in de Verenigde Staten een ricine-zalf op de deurknoppen van een politiekantoor gesmeerd door de extreem-rechtse Minnesota Patriots Council, overigens zonder dat de aanslag een `succes' werd.
Ricine is blijkbaar een spannende stof, die vooral tot de verbeelding spreekt van terroristen, herboristen, avonturiers en filmmakers.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/44982-wonderolie-of-ricinus-communis.html

maandag, oktober 11, 2010

Natuurlijke contraceptiva?

Kruiden-contraceptiva, bestaat dat? De eerste keer las ik er over in een boek 'Geneeskracht uit het oerwoud'. Dat is al zowat 40 jaar geleden en ik dacht toen dat dat boek eerder een avonturenroman was dan een ethnobotanische beschrijving. Jaren later werd er in het studieboek van Dr. Girault over gynecologie aandacht besteed aan planten met een contraceptive werking. En nu lees ik dat aan de universiteit van Rajasthan al 5 jaar onderzoek wordt gedaan ter ontwikkeling van een natuurlijke mannenpil.
Al vind ik de planten waarmee men proeven doet, wel merkwaardig, ze zijn licht giftig en zelfs hallucinogeen. Afwachten dus wat dat wordt.

Peganum harmala
Men could soon be popping contraceptive pills made of plants if the results of experiments carried out at Rajasthan University are anything to go by. 
The zoology department of the university has been experimenting on rats for the last five years and the results have been encouraging. "We want to develop a safe, cheap and reversible orally active male contraceptive agent from traditional medicinal plants which will have no side effects," said P.C. Mali, assistant professor at the university's zoology department. He said the experiments were at a preliminary stage but results so far have been very promising. "It will take some years to experiment it on humans," Mali said.
The plants being used for the research are scientifically known as citrullus colocynthis, maytenus emargineta and peganum harmala.

Citrullus colocynthis is a common type of weed found in the sandy lands of northwestern and central India and is also known as tumba, colocynth, gardmuda or Indian wild gourd.
Maytenus emargineta, known as kankeram, is a small, compact tree with purple branches with leaves and flowers on the spines. It is commonly found in the open fields of semi-arid areas.
Peganum harmala L. belongs to the zygophyllaceae (ruteaceae) family and is also known as Gandhaya and wild Rue. The plant is distributed over semi-arid areas of the Middle East and North Africa, northwestern India, Jammu and Kashmir, Haryana and Rajasthan. All these plants have necessary ingredients to control male fertility. Interestingly, these plants are found in abundance in Rajasthan and are currently being used only as fuel.
Mali said the objective of the study is to find a reversible contraceptive from traditional medicinal plants, which interferes with the production of sperms and morphological structures.
"After successfully testing it on rats, we will test it on rabbits and monkeys. Then if everything goes fine, it will be tested on humans," Mali said. 

dinsdag, september 28, 2010

Solanum nigrum

Wat planten verzamelen voor de herboristenles van morgen. Hele exclusieve maar ook hele ordinaire. Groene en zwarte bessen van de Zwarte nachtschade, Rozenbottels met zicht op zee, bloemen en blad van de wilde Rucola, zaden (vruchten officieel) van de Grote brandnetel en wat zeewier op het strand. Wat gewoon of exclusief is mag je zelf uitmaken.

Solanum nigrum, de Zwarte nachtschade is een veel voorkomend onkruid in groententuinen, meestal wordt het niet hoger dan een 30cm maar hier in mijn woonplaats langs de wegkanten vind ik exemplaren die wel een meter hoog en breed worden. De plant hoort thuis in de fameuze familie van de aardappel waar ook de zeer giftige en hallucinerende Wolfskers bij hoort.


Zwart glimmende, verleidelijke bessen hebben zowel de Wolfskers als de Zwarte nachtschade gemeen. De bessen van deze laatste worden in sommige landen als lekkernij gegeten en in andere landen als giftig beschouwd. Vroeger werden ze bij ons ook heksenerwten genoemd, mogelijk om kinderen af te schrikken of zouden ze hallucinerende eigenschappen bezitten? De goed rijpe bessen zijn niet giftig, het zijn de groene, onrijpe bessen en de bladeren die het giftige solasodine bevat. Het gehele kruid mits goed gedoseerd heeft een pijnstillende en kalmerende werking. Vroeger werd het loof in het bed van kinderen gelegd om het inslapen te bevorderen. Nu niet direct een aanrader om toe te passen. Wordt vervolgd....

zondag, september 26, 2010

Wandeling in mijn verleden tijd: Belvaux.

Een klein, rustig dorpje en toch maar op 4 kilometer van het drukke, toeristische Han sur Lesse. Een café, een kerkje, 24 huizen en veel wandelmogelijkheden met een gevarieerde plantengroei. Belvaux ook aan de Lesse gelegen maar dan wel aan de achterkant van de grotten. De plaats waar de Lesse in de grotten verdwijnt. Het gat van Belvaux.
Kalkaster op mijn kruidenrots

We vertrekken aan de brug over de Lesse en wandelen eerst nog op een smalle, verharde weg met de Lesse mee. Na 1 km net in de bocht klimmen we een grindweg op, en weer neer en komen dicht bij de Lesse. Als we van het grindpad af links naar de afsluiting van het natuur- en dierenpark wandelen tot aan de poort kunnen we in de verte het gat van Belvaux zien, de plaats waar de Lesse in de grotten verdwijnt. In het domein kun je alleen maar binnen als je in Han het toeristische treintje neemt, maar zelf vind ik het aan deze kant van de afsluiting veel aantrekkelijker. Wildere natuur en wildere plantengroei, ondanks de panters en tijgers aan de overkant in hun kooi. Hoe wild is gevangen?

Over de Engbloem op de rots en in het Cruydeboeck van Dodonaeus.
De Engbloem is één van de typische planten op mijn kruidige rots. Een plant met een geneeskrachtige reputatie, die al bij de Romeinen maar ook bij Dodonaeus beschreven werd: ' Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx ende in Latijn Asclepias/ van sommighen Cission, Hederula, Cissiphyllon ende Hederae folium/ ende nu ter tijt Hirundinaria. In Hoochduytsch Schwalbenwurtz. In Neerduytsch Swaluwortel. Dit cruyt heeft sijnen naem naer den ouden Esculapius die in Griecx Asclepios ghenaempt wordt. Dien den Griecke ende Heydenen toe scrijven/ dat hy die ierste geweest es die de conste der Medecynen ghevonden heeft/ ende daer om oock voor een god van den selven ghehouwen ende gheeert.
Dodonaeus noemt hem dus Zwaluwwortel, een naam die we ook in de hedendaagse Latijnse naam 'hirundinaria' terugvinden.

maandag, september 20, 2010

Kruidengeesten

In het oude Brugge blijken nog kruidengeesten rond te dwalen. Uit deze antieke vijzel stijgen kruidendampen op. Of is het mijn eigen geest uit een ver verleden? Zou ik in 1607 toch al kruidenmeester, apotheker of  Zuster Eleonore Verbeke geweest zijn?

Eleonora Verbeke werd in 1750 aangesteld als apothekeres van het Sint-Janshospitaal in Brugge. Ze bleef daar 35 jaar in functie en stelde ook een winckelbouck samen met aanwijzingen voor het gebruik van medicamenten. Ook een kruidentuin is er in het Sint-Janshospitaal altijd geweest, daar blijft helaas niet zo veel meer van over.

Informatie over het kruidengebruik in die periode vind je in het boekje 'Goed Gekruid' Van kruiden en geneesmiddelen in het Sint-Janshospitaal.

maandag, september 13, 2010

Thuis bij de Toothache


En dan, na 3 maand Bellegarde terug t..huis. In dat kleine huisje en tuintje aan zee. Verwondering over enkele vergeten planten. ABC kruid bijvoorbeeld, Spilanthus, laag plantje met bobbelig bolletje bloem, iets zoals Schijfkamille maar dan geel met een roodbruin kopje. Lijkt wel wat op een oogbol met iris, wil het toeval dat deze bloempjes volgens sommigen het zicht zouden verbeteren. Verder wordt hij ook Toothache plant genoemd, dus ook goed als verdovend middel tegen tandpijn en de Franse naam Cresson de Para verwijst naar zijn pittige smaak en zijn gebruik als een soort tuinkers in de keuken. De scherpe en licht verdovende smaak die we proeven zijn de alkylamides, die we ook terugvinden in de beter bekende Rode zonnehoed, dus ook niet verwonderlijk dat de Spilanthus ook een werking tegen kwaadaardige virussen en bacteriën bezit. Weer teveel werkingen om waar te zijn?

Spilanthes, maar niet in mijn tuin

Toothache plant, para-cress (En). Brède mafane, cresson de Para (Fr). Agrião do Pará, jambú (Po).
Hier dan maar wat links naar wetenschappelijk onderzoek.











zondag, september 12, 2010

Guldenroede onderweg

Met een wagen volgeladen van Bellegarde-en-Diois naar De Haan aan Zee. Onderweg in de berm langs de autoweg zien we regelmatig Echte guldenroede in gele bloei. In mijn Bellegardetuin was de plant al volledig uitgebloeid, hier zou het nu het moment zijn om te plukken. Het zijn immers de bloeitoppen die geoogst worden, alleen langs de péage mag en kan ik niet stoppen en loodvrij zullen die planten hier ook wel niet zijn. Dus toch maar wachten tot in België.
Voor mij blijft deze Solidago nog altijd de basisplant voor nieren en urinewegen. Te gebruiken bij oedeem, blaasontsteking, niergruis en zelfs nuttig bij reuma, dan wel combineren met bvb moerasspirea en berkenblad.

Ook Dodoens in zijn Cruydboeck van 1554 is het met mij eens:  'gulden roede in wijn ghesoden ende ghedroncken es seer goet tseghen den steen sonderlinghe van den nieren/ ende doet den selven breken ende met dat water rijsen ende afgaen. Tselve doet oock dat water van dit cruyt met wijn ghedistilleert ende een tijt ghedroncken'.

Ernstige informatie over kruiden kan ik wel waarderen, alhoewel vreemde recepten blijven toch aanlokkelijk. Hier dan een kruidenmengsel uit 1681 tegen de 'lammigheit van de tong endie de spraak verloren hebben, neemt bladen van Bernagie, Gulde roede van elkx een goede hand vol'. Is dit een uitspraak van een  idioot of zit er toch een verborgen waarheid in zo'n recept?

Guldenroede, gewoon een wild plantje tussen Dijon en Beaune, en....een herborist op weg naar De Haan aan Zee.
Lees ook  http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/guldenroede-voor-gouden-urine.html

vrijdag, september 10, 2010

Vreugde en verdriet


Onze laatste dag in Bellegarde. Altijd wel wat vreemd. Huis, tuin en landschap verlaten voor vele maanden, maar 
toch ook verlangend naar... verder. Vreugde en verdriet verenigd. 

Net zoals de vele soorten zonnebloemen; in de tuin staan ze er nog vrolijk bij, terwijl ze op de akkers in de vallei van de Drôme al helemaal uitgebloeid zijn. Van opgewekte zonnevolgers zijn zij verworden tot sombere zaadleveranciers. Al moet ik zeggen dat die naar de grond starende boetedoeners mij ook kunnen bekoren. Zonnebloemen, symbool voor het leven

dinsdag, september 07, 2010

Leuzea / Maralroot / Anabole plant?

zaad Leuzea eigen oogst
kiemplantjes Leuzea
Vannacht heeft het hier in Bellegarde flink gedonderd, gebliksemd en gelukkig ook geregend. Het was al weer meer dan 3 weken geleden, nu komt de regen net op tijd om nog wat nieuwe zomerzaailingen te kunnen over planten, voor we naar België vertrekken. Vooral mijn Leuzea's zijn goed gelukt. Ik heb de meesten vandaag dan ook, onder een dreigende wolkenhemel, her en der in de tuin geplant. Op hoop van zegen, want vanaf zaterdag moeten ze voor zichzelf zorgen.
Deze Leuzea carthamoïdes heeft de reputatie van een anabole, spierversterkende werking te bezitten. Lees mijn artikel  leuzea-een-anabole-plant.

Merkwaardig is de vermelding bij Dodonaeus van een Leuzeasoort, namelijk Leuzea raphontica en de verwarring met rabarber. 'Rha heeft groote breede bladeren ghelijck die bladeren van wit Wollecruyt oft van grooten Clissen/ rontsomme ghelijck een saghe ghekerft'  daer op eenen schoonen liefelijcken bol voortcoemt met veel scelferen bedeckt/ die als hy open gaet een schoone purpure bloeme voortbringht'. de beschrijving en ook de afbeelding is duidelijk een Leuzeasoort. De beschrijving van de medicinale werking zou eerder verwijzen naar de rabarber.  'Die wortel van dat Rha Ponticum es goet als Dioscorides scrijft tseghen die opblasinghen/ walginghen ende weekicheyt van der maghen ende alle pijnen der selver. Ende dient seer wel den ghenen die eenich ledt vercrompen oft ghespannen hebben/ ghebrekelijk van lever oft van milte sijn/ die pijne ende weedom in den buyck nieren ende blase hebben. Item tot die ghebreken van der borsten/ van der moeder tseghen die pijne in de hope die men Sciatica heet/ tot dat bloetspouwen/ versuchten/ hicken/ roode melizoen/ buyck loop/ ende tseghen die cortsen ende alle beten ende steken van den fenijnnighen ghedierten.


Om samenvattend de verwarring nog groter te maken, de Leuzea raphontica van Dodonaeus zou Rheum rhaponticum, de eetbare Stompe rabarber moeten zijn, alhoewel de farmacologische beschrijving (lever, laxerend, stoppend) verwijst naar de Rheum palmatum, de medicinale rabarber.  En de afbeelding en beschrijving van Leuzea rhapontica in het Cruijdeboeck 1554  van Dodoens zou ook niet onze anabole Maralroot, Leuzea rhapontica zijn of wel?










Lavendel oogsten in de montagne de Angele

Savonds toch naar Bernard onze lavendelsiroop ophalen. Zoals gewoonlijk een uitgebreid gesprek over lavendel, over zijn zwavelwaterbron op zijn land, over de geurkwaliteit van de etherische olie van Lavandin ‘Ayme’ en over het bouwen van zijn huis met het stro van lavendel.

We zijn op bezoek bij onze lavendelboer Bernard, morgenvroeg gaat hij voor de laatste keer dit jaar
langs de zuidkant (l’Adret) van montagne d'Angèle wilde lavendel oogsten op 1500 m, Mijn laatste
kans om mee te gaan, want we rijden overmorgen terug naar Belgie.

Dus 's anderendaags om 6 uur ben ik wakker om lavendel te plukken in de Montagne d’Angele. Ik rij eerst naar Villeperdrix, parkeer mijn auto naast Bernard zijn 4X4tje op de parking, aan de overkant van de vallei kijk ik op Bernard zijn lavendelvelden en op de plek waar zijn huis moet komen.

We wisselen hier van auto om de bergen in te trekken. Het dorp door richting Chaudebonne, eerst nog wat geasfalteerde weg die al snel overgaat in een kronkelend en steil grindpad, verderop bij de col is er gedeeltelijk weer verharde weg naar de laatste boerderij en bergerie, richting top van Montagne d’Angéle. Voorbij de boerderij, de boomgrens voorbij, vinden we eerst nog veel Brem en Buxus met een beetje Lavendel en andere kruiden ertussen. Het krakkemikkige 4x4tje van Bernard kreunt naar boven, naar 1100, 1200, 1300 meter, naar steeds meer Lavendel. We stoppen op 1500 meter bij de bergerie van de boer, ook de hoogtegrens van de wilde lavendel.

De plantengroei op het plateau bestaat voornamelijk uit wild grasland met kruiden en op de rand (crete) steeds meer alpenplanten Sedum en Sempervivumsoorten, Wilde tijm maar ook zuiderse Wollige teucrium en Rozenkransjes. Hier zou ik, op mijn manier, wel een gebedje willen doen. Bernard prevelt ondertussen verder. Over de schapen die aan de zuidkant L’Adret grazen en die zelfs een ‘appelation’ hebben, over de koeien, die beter aan de noordkant (l’Ubac) kunnen leven, met ander, sappiger groen voedsel. Over de boer, die eigenaar is van het hele plateau 200 hectares en in de winter met zijn zoon hier op konijnen komt jagen. Niet op everzwijnen, die wroeten zich iets lager door de eikenbosjes en worden vooral door de luxejagers uit Grenoble afgeschoten.

Maar wij (Bernard en ik) komen hier vooral om lavendel te plukken. De fameuze ‘lavande sauvage’ van boven de 1000 meter met zijn uniek aroma. Voor alle duidelijkheid, de klassieke lavendeloogst van beneden is natuurlijk al lang voorbij. Maar op 1500 m is de bloei veel later, en daarbij komt dat voor het distilleren de bijna uitgebloeide bloem toppen geoogst worden. Zeg maar de kelkblaadjes, waar de meeste etherische olie in zit.
Ondertussen heeft de zon de dauw van de lavendel gedampt en kunnen we er aan beginnen. Plukzak (een vierkant doek met vier linten) om, sikkel in de hand en dan in een straal van honderd meter rond de auto de helling afspeuren naar de mooiste lavendel. Busseltjes bloemtoppen met de linkerhand vastpakken, een korte draai geven en bijna tezelfdertijd met de sikkel de stelen doorsnijden. De bosjes met een achterwaartse beweging in de bilzak laten glijden en ondertussen weer verder speuren naar nog mooiere planten. Ritmische handelingen als een ritueel: kijken, snijden, de zon steeds sterker voelen, de lavendelgeur die in je lijf dringt, langzaam het gewicht van lavendel voelen.Het gewicht van lavendel! Dat kende ik nog niet!

Een volle zak wordt leeg geschud op een nog grotere schort, de bouras. Langzaam raakt de juteschort bedekt met blauwgrijze lavendelbloemen. Tegen de middag kunnen we met 2 bouras vol en een van geur verzadigde auto terug naar de bewoonde wereld.

zondag, september 05, 2010

Gynostemma pentaphyllum 绞股蓝


Omdat we vanaf volgende week terug in Vlaanderen wonen, moeten de planten in potten aan onze Franse voordeur nu de volle grond in. Zo ook onze Chinese "wonderplant' met vele namen maar zonder Nederlandse naam, Jiaogulan of  Gynostemma pentaphyllum. Een hele karwei om hem zonder kleerscheuren uit die grote aardewerken pot te wringen en dan in die harde tuingrond te deponeren. Ik heb bij dat overplanten toch altijd weer het gevoel alsof ik mijn huisplanten in de steek laat en aan de verschrikkelijke natuur over lever. Zo iets als je hond in het bos achterlaten als je op vakantie vertrekt. Maar ja, zo een stoere Jiaogulan, een adaptogeen, die mensen kan helpen om zich aan te passen, moet toch zelf kunnen overleven in de natuur. En dat kan hij ook. Een ander exemplaar heeft in België in een pot al verschillende strenge winters overleefd.

Adaptogenen? Dat zijn dus planten die de mens helpen om te overleven. We blijven, en terecht, op zoek naar een middel voor de eeuwige jeugd, maar toch word ik lichtjes geïrriteerd als ik zie hoe 'eerlijke' gezondheidsfirma's weer alle superlatieven uit de kast halen om de wonderbaarlijke werking van Jiaogulan aan te prijzen. Geef mij dan maar de nuchtere, soms, ja te nuchtere beoordeling van bijvoorbeeld http://www.drugs.com/npp/jiaogulan.html .  'Studies on Gynostemma have found that the plant is effective in regulating blood pressure, strengthening the immune system, lowering cholesterol, and in increasing stamina and endurance properties. Gynostemma has also been found to have hyperlipidemic, lipid peroxidation, adaptogenic, anticancer, cardio- and cerebrovascular effects'. En dat klinkt al fantastisch genoeg.

Nu niet allemaal mijn Bellegardetuin komen plunderen. De plantenrestjes in de winter zijn eerder voor de everzwijnen bedoeld. Niet verwonderlijk dat er hier super-sangliers rond dwalen.

Namen voor Gynostamma: 绞股蓝; pinyin: jiǎogǔlán, literally "twisting-vine-orchid", Jiao Gu Lan (China), Xiancao or Xianxao (China), Amachazuru (Japan), Dungkulcha' (Korea), Baan Ja Kahn (Thailand)