Het dal van Vilcabamba wordt ook wel het ‘Dal van de Honderdjarigen’ genoemd. Het is ver over de grenzen van Ecuador beroemd vanwege de hoge levensverwachting en vitaliteit van zijn bewoners. In dit dal leven veel meer gezonde honderdjarigen dan elders ter wereld. Wetenschappers en artsen zijn er tot nu toe niet in geslaagd om het geheim van het dal te ontrafelen. Redenen voor de hoge gemiddelde levensverwachting zouden kunnen zijn: het milde klimaat gedurende het gehele jaar, in combinatie met de liefde voor koffie, de aanwezigheid van geneeskrachtige bronnen, het schone milieu en het gebruik van pittige kruiden. Inmiddels hebben ook internationale toeristen de magische ‘bronnen van de eeuwige jeugd’ in dit dal ontdekt.
Vilcabamba, heilig mysterieus dal. Het dorp Vilcabamba ligt ter hoogte van de evenaar tegen het Andesgebergte in Ecuador. Vilcabamba betekent in de Inca-taal heilig, mysterieus dal. 'Vilca' betekent heilig mysterie en 'bamba' betekent dal. Er heeft ook inderdaad lange tijd een mysterieus aura rondom dit dorp gehangen. Er deden verhalen de ronde dat de inwoners moeiteloos tot ver boven de 100 jaar oud werden.
Net als Shirali Luslimov bij de Abchasiërs kent men ook hier een recordhouder: Javier Perreiera, die in 1956 in het nieuws kwam. Over hem werd gezegd dat hij 167 jaar oud werd. Anderen gaven leeftijden op van 120 tot 150 jaar. Na berichten over deze fabelachtige leeftijden in Vilcabamba zijn er onderzoeksexpedities uitgevoerd. Deze lieten inderdaad een ongewone gezondheid zien van
de mensen in Vilcabamba. Het bleek dat er nauwelijks vaatziekten, geen kanker, geen reuma, geen osteoporose en geen ziekte van Alzheimer voorkwam. Later onderzoek toonde aan dat er wel degelijk osteoporose voorkwam onder de ouderen, maar osteoporotische fracturen niet of nauwelijks.
In tegenstelling tot Abchazië en Hunza had Vilcabamba wel een geboorteregister, mede onderhouden door de plaatselijke kerk. Dit geboorteregister bevestigde veelal de ongelooflijke leeftijden van de bewoners. Toch werden de extreme leeftijden van de bewoners in twijfel getrokken en uiteindelijk achtte men deze na onderzoek niet bewezen. Het bleek dat de bewoners vaak zo trots waren op hun bereikte leeftijden dat ze mogelijk nogal geneigd waren deze te overdrijven. Het geboorteregister van de kerk klopte wel, maar binnen families bleken meerdere mensen dezelfde naam te kunnen hebben. Het bleek vaak niet te verifiëren of iemand zich al dan niet uitgaf voor een overleden familielid.
Dat de mensen in Vilcabamba zo extreem lang leefden werd dus niet bewezen, maar dat de bewoners van het 'Heilig mysterieus dal' een ongewone gezondheid genoten bleef wel onbetwist.
De voeding van de Vilcabamba's is vrijwel vegetarisch: granen, groenten, fruit, zaden,noten, bonen, melk en eieren. Granen en andere koolhydraatbronnen zijn altijd ongeraffineerd. Vet in de voeding is grotendeels plantaardig. Vilcabamba's leven van wat de aarde hen schenkt: ze eten wat op eigen bodem wordt verbouwd en wat de natuur biedt, en dat is heel veel. Er groeit een overdaad aan mango's, pruimen, sinaasappels, granaatappels, guaves, citroenen, zoete limoenen, eucalyptus,
bessen en avocado's. Verder groeien er groene groenten, koolsoorten, bloemkool, selderij en peulvruchten, zoals erwten en bonen. Soms eet men wat vlees, maar niet vaak, alleen bij feestelijke gelegenheden. Ook zuivel wordt niet veel gegeten, af en toe verse kaas van koeien- of geitenmelk. Vilcabamba's eten hoe dan ook niet veel. Er is groot respect voor ouderen en geen oudere is bang dat hij of zij alleen komt te staan want men weet zich verzekerd van hulp en steun. Ouderen blijven deelnemen aan de maatschappij en leiden een nuttig leven, ze worden niet aan de kant gezet. Met het klimmen der jaren gaat men minder zwaar werk doen, maar men blijft werken. Alles wordt te voet gedaan, er zijn weinig andere vervoermiddelen.......Zo was het maar.......
Nestor Carpio, frail at 89, says he doesn't expect to live as long as his father Miguel, who reached 124 and made this tiny valley famous around the world for the longevity of its inhabitants.
These days, the famous elders of Vilcabamba are dying at a younger age, the result of the stresses of modern life brought by the scores of tourists and health buffs who flock here in search of eternal youth.
"Before life was tranquil, now the town has turned too big," said the bespectacled Carpio, sitting outside his adobe home as cars blasting techno-cumbia cruised nearby. "The really old ones are dying off quickly."
Gangs of youths drinking beer and smoking around the village's main square contrasted sharply with the hardy elders carrying the day's harvest of potatoes, onions and herbs through the steep roads of the Ecuadorean Andes. Old timers say modern life has encroached on and disrupted the valley's tranquil and carefree lifestyle, which was key to their longevity.
Centenarians used to be seen playing cards at the main square or sitting in church, villagers say, but there are fewer now as many have died in recent years. They cited recent funerals of two elders believed to be 118 and 124. "We are not eating the natural food we used to," said Ramon Santin, an 89-year-old peasant with thick, dirty hands who has only been in the hospital once because of a stomach ache. "Life is different."
Oudere literatuur over Vilcabamba: Gezond en stokoud in de Andes. David Davies. 1977.