zaterdag, december 28, 2013
Toch nog ochtend
Enkele dagen na de overstroming.
We worden wakker in onze motorhome bij het meer van Huelgoat.
Dampen stijgen op uit het meer,
wolkjes en witte zwanen drijven geluidloos voorbij....
De natuur ontwaakt, onschuldig en angstaanjagend...
Het is gebeurd. Zondvloed.
We wonen in onze motorhome vlakbij ons eigen stenen huis. Een huis dat enkele dagen geleden door storm en ontij overspoeld werd. Gelukkig waren we niet aanwezig of was het juist ongelukkig dat we er niet waren? Had ik het wel willen zien? Hadden we de natuur tot de orde kunnen roepen? Hadden we…..?
Alleen de sporen zijn nu nog zichtbaar, in huis, in tuin en natuur. De hoge, oude populieren met immense maretakken staan nog overeind. Takken met grote bollen en blinkende bessen liggen her en der verspreid in de tuin, we hoeven niet meer in de hoge boom te klimmen om met een gouden sikkel de heilige mistels te plukken. De onverbiddelijke wind heeft zelf maretakken gesneden en wij hoeven nu, o noodlot, alleen nog te oogsten. En ja, we waren toch van plan om rituele voorwerpen te maken en wat kun je dan beter gebruiken dan oude maretakken. Ze moeten toch geluk brengen, wordt gezegd en zeker rond kerst en nieuwjaar. O noodlot!
Alleen de sporen zijn nu nog zichtbaar, in huis, in tuin en natuur. De hoge, oude populieren met immense maretakken staan nog overeind. Takken met grote bollen en blinkende bessen liggen her en der verspreid in de tuin, we hoeven niet meer in de hoge boom te klimmen om met een gouden sikkel de heilige mistels te plukken. De onverbiddelijke wind heeft zelf maretakken gesneden en wij hoeven nu, o noodlot, alleen nog te oogsten. En ja, we waren toch van plan om rituele voorwerpen te maken en wat kun je dan beter gebruiken dan oude maretakken. Ze moeten toch geluk brengen, wordt gezegd en zeker rond kerst en nieuwjaar. O noodlot!
dinsdag, december 24, 2013
December, ook tijd voor wierook
Het woord wierook betekent 'gewijde' of 'heilige' rook en het branden van wierook speelt in de rituelen van vrijwel alle religies en spirituele stromingen over de gehele wereld een belangrijke rol.
Het branden van wierook kent al een heel lang gebruik. Behalve als offergave en als medium waarmee gebeden naar de goddelijke wereld worden gedragen, wordt wierook ook gebrand vanwege de reinigende, ontsmettende werking en de stimulerende eigenschappen van de geur, die een krachtig effect hebben op lichaam en geest.
Wierook kan helpen een kamer of ruimte in huis te zuiveren van negatieve energieën, het kan een hulpmiddel zijn om een bepaalde toestand van bewustzijn te bereiken, het kan worden gebruikt als remedie bij lichamelijke ongemakken of simpelweg, en niet in de laatste plaats, om een aangename geur te verspreiden.
In het boek De betoverende wereld van wierook gaat Eva Sawada in op al deze aspecten van wierook en wordt de lezer geïntroduceerd in de betoverende wereld van de wierook: van de geurige mirre en wierook als geschenk voor het kindje Jezus te Bethlehem tot de gloeiende bundels salie, copal en lavendel die door de Noord-Amerikaanse medicijnmannen ter ontsmetting worden gebrand, van de Tibetaanse wierook voor medicinaal gebruik tot de reusachtige 'wierookstokken' die voor Chinese tempels worden aangestoken.
In algemene zin is wierook een harsachtige stof, die bij het verbranden in rook op gaat en een welriekende geur verspreidt. Kenmerkend is, voor vrijwel alle culturen het eeuwenlange gebruik van geurige gewijde rook ten behoeve van bepaalde riten en erediensten. De wierook wordt gebrand als offer aan goden en godinnen om bescherming af te roepen. De auteur schetst in kort bestek de geschiedenis van het gebruik van wierook, de wijze van branden en de bestanddelen. Zij geeft speciale voorschriften voor het samenstellen van wierookmengels die op houtskool moeten worden gebrand. Het instructieve gidsje, dat rijk geillustreerd is, wordt afgesloten met een overzicht van de soorten wierook die het best passen bij de planeten van het zonnestelsel, de chakra's, de grote arcana van de tarot, de kabbala en de dierenriem.
En daarna, kerstavond gebeurde het. Via mail kwam het afschuwelijke bericht binnen, dat ons huis in Bretagne overstroomd werd door de rivier. URGENT INONDATION.
Het branden van wierook kent al een heel lang gebruik. Behalve als offergave en als medium waarmee gebeden naar de goddelijke wereld worden gedragen, wordt wierook ook gebrand vanwege de reinigende, ontsmettende werking en de stimulerende eigenschappen van de geur, die een krachtig effect hebben op lichaam en geest.
Wierook kan helpen een kamer of ruimte in huis te zuiveren van negatieve energieën, het kan een hulpmiddel zijn om een bepaalde toestand van bewustzijn te bereiken, het kan worden gebruikt als remedie bij lichamelijke ongemakken of simpelweg, en niet in de laatste plaats, om een aangename geur te verspreiden.
In het boek De betoverende wereld van wierook gaat Eva Sawada in op al deze aspecten van wierook en wordt de lezer geïntroduceerd in de betoverende wereld van de wierook: van de geurige mirre en wierook als geschenk voor het kindje Jezus te Bethlehem tot de gloeiende bundels salie, copal en lavendel die door de Noord-Amerikaanse medicijnmannen ter ontsmetting worden gebrand, van de Tibetaanse wierook voor medicinaal gebruik tot de reusachtige 'wierookstokken' die voor Chinese tempels worden aangestoken.
In algemene zin is wierook een harsachtige stof, die bij het verbranden in rook op gaat en een welriekende geur verspreidt. Kenmerkend is, voor vrijwel alle culturen het eeuwenlange gebruik van geurige gewijde rook ten behoeve van bepaalde riten en erediensten. De wierook wordt gebrand als offer aan goden en godinnen om bescherming af te roepen. De auteur schetst in kort bestek de geschiedenis van het gebruik van wierook, de wijze van branden en de bestanddelen. Zij geeft speciale voorschriften voor het samenstellen van wierookmengels die op houtskool moeten worden gebrand. Het instructieve gidsje, dat rijk geillustreerd is, wordt afgesloten met een overzicht van de soorten wierook die het best passen bij de planeten van het zonnestelsel, de chakra's, de grote arcana van de tarot, de kabbala en de dierenriem.
En daarna, kerstavond gebeurde het. Via mail kwam het afschuwelijke bericht binnen, dat ons huis in Bretagne overstroomd werd door de rivier. URGENT INONDATION.
maandag, december 23, 2013
Kruiskruid in de winter
Bewondering heb ik wel voor al die onkruiden, die zich ondanks de bestrijding door de mens toch kunnen handhaven in de natuur. Klein kruiskruid is zo'n onooglijk plantje dat zelfs nu in december nog kan bloeien en zaad vormen. Vroeger werd de plant zelfs gewaardeerd als medicijn. Opeten zou ik het nu niet te veel meer doen, want niet echt smakelijk en daarenboven bevat het ook nog alcaloïden die de lever kunnen beschadigen.
De geslachtsnaam Senecio is afkomstig van het Latijnse senex: grijsaard! Wat verwijst naar het overdadig en grijs zaadpluis dat verschijnt direct na de magere bloei. Of zoals Fuchsius het in oud-Nederlands al zei: “een graw oft wit wolleken/ dat is ees oudts mans graw oft grijs hayr ghelijck”.
De soortnaam - vulgaris - betekent “gewoon”. Het is een algemeen voorkomend plantje, dat overal opkomt: op net omgewerkte akkers en tuingronden, op composthopen en akkerland. Het is een lastige gast; elk jaar ontstaan er meerdere generaties, het blijft aan de gang en als je het weg wilt, blijf je zelf ook aan de gang…. En juist daarom heb ik een grote bewondering voor deze gewone grijsaard.
De Nederlandse naam kruiskruid zou te maken hebben met de kruisgewijze bladstand. Maar deze mening vindt niet veel bijval. Eerder denkt men dat de naam ontstaan is uit een gehoorfout. Het Duitse Kreuzkraut zou op dezelfde manier ontstaan zijn: uit Greiskraut. Bij Heukels werd ooit over grijskruid gesproken en dit is waarschijnlijk ook een vertaling uit het Duits. Deze verbastering moet uit de vroege middeleeuwen dateren, want al in de elfde eeuw kom je Kreuzkraut tegen in de Codex Bonnensis.
De naam kruiswortel, op vele plaatsen in ons land gebruikt, vinden we al bij Dodonaeus: “Dit cruyt is hier te lande Grindtcruydt ende Cruyscruyt ende van sommige oock Cruyswortel gheheeten: in Hooch Duytschlant reuzwurtz ende Grindtkraut”.
Ook de naam kanariekruid, komt naast vogeltjeskruid voor: groenvoer voor kooivogels dus. Ook in andere landen. is het een gewaardeerd vogelvoeder, hetgeen blijkt uit de volksnamen Vogelkraut (Duitsland), Canary seed en Chickenweed (Engeland) en Seneçon des oiseaux (Frankrijk). Dit Seneçon houdt natuurlijk verband met de Latijnse naam Senecio. In (Zeeuws-)Vlaanderen en de eilanden ontstonden legio verbasteringen: van sencioen, tot sentse of saense juin en sinksenkruid en zelfs eksuun en ekejuun (Schouwen). In Engeland komen Sencion en Sinsion voor.
Interessant is de volksnaam grindkruid (al bij Dodonaeus: Grindcruyt). Grind was schurft! Dat kon je er dus mee bestrijden. Maar het gebruik van kruiskruid voor dit doel was hier te lande geheel onbekend! Trouwens, duivekervel, knautia en ridderzuring werden met dezelfde naam aangeduid!
Geneeskruid?
Men vertelde dat het sap goed was bij koorts, rillingen en woedeaanvallen (gepaard gaande met een rood opgeblazen hoofd, wat men “dicken Kopf” noemde) en in het algemeen ter afkoeling van gezwollen lichaamsdelen. Het zou ook met het opgezwollen bloemhoofdje te maken kunnen hebben en zo met de sympathie- of signatuurleer om het sap ter genezing van gezwollen ledematen of een gezwollen hoofd te gebruiken. In de oudheid was het echt een gewaardeerd geneeskruid, dat men bij allerlei ziekten en kwalen aanwendde. Het sap en het blad werden als verkoelend middel gebruikt bij ontstekingen en gezwellen. Plinius ziet het haast als universeel middel!
In Waterland sprak men zelfs van heidens wonderkruid. Dit kan een verbastering van wondkruid zijn, maar zou ook ontstaan kunnen zijn omdat het in de oudheid immers als een universeel geneeskruid gold. P. Nylandt schrijft: ‘Voor heete geswellen van het Fondament, ende schamelijcke Leden om de Wonden te heelen, voor Graveel ende Steen. Om de maendt-stonden te verwecken, ende voor Geel-sucht. Voor loopende Oogen. Voor pijn der Mage. Voor pijn in de Lenden en voor Podagra.‘
In Winschoten werd het plantje volgens Van Hall in de vorige eeuw nog als huismiddeltje gebruikt bij stuipen. Het uitgeperste sap van de verse plant werd dan op de polsen van het patiëntje gesmeerd. Ook werd het plantje vroeger wel in de wieg gelegd tegen beheksing van kleine kinderen.
Eetbaar?
Volgens Dodonaeus is de plant wel eetbaar! Hij schrijft: ‘Cleyn Cruyscruyt wort hier in Nederlant met ander cruyden ghelijck salaet met olie en Edick (azijn) in de wintersche maenden gegeten: ende en is geen quade/ onliefflicke oft ongesonde spijse.’
Aan dit laatste twijfelt men nu echter sterk! Bij Gerhard Leibold lees je: kruiskruid bevat stoffen, die bij hoge dosering giftig zijn voor de lever... Volgens hem is de juiste dosis gezond voor de lever en helpt het kruid ook bij menstruatieklachten... Het plantje bevat inderdaad pyrrolizidine alcaloïden, die lang ingenomen levercellen kunnen beschadigen. Af en toe een beetje eten is niet gevaarlijk, maar smakelijk is het zeker niet.
zondag, december 22, 2013
De tijd van de maretak
Elk jaar, weer opnieuw, winterwandelen we in Wéris. Rechtopstaande stenen wachters uit een andere wereld, kruidenresten van een voorbije zomer en geelgroen oplichtende maretakken kruisen ons pad. Niet verwonderlijk dat Wéris nog steeds tot de verbeelding spreekt.
Bestaan er filosofische planten? Planten die je een les leren? Vele zogenaamde giftige planten zoals Bilzekruid, Doornappel en Alruin zijn een soort leraars, die ons spiritueel kunnen begeleiden. Niet alleen of zelfs niet in de eerste plaats door ze op te eten, maar door ze te ontmoeten in de natuur of er uitwendig gebruik van te maken. Bijvoorbeeld door er creatief mee om te gaan. Er amuletten, kettingen of collages mee te ontwerpen of ze gewoon in huis op te hangen.
Maretak is zo’n plant met een symbolische betekenis. Als groenblijvende halfparasiet groeiend in de kale populieren roept hij om geplukt te worden. Mooi is ook, dat je er echt een inspanning voor moet leveren, hij laat zich hoog in de bomen, niet zomaar plukken. De inspanning wordt dan een soort ritueel, krijgt emotionele betekenis. Dat is misschien ook de reden waarom ik me al de geplukte maretakken uit mijn eigen leven nog kan herinneren.
... de maretak uit Wéris in de schemering, de maretak zo groot als mijn kleine dochter, de hoog onbereikbare mistel die zomaar voor mijn voeten viel, de vogellijm in de oude appelboom uit de Voerstreek en de overdaad aan maretakken in de oude en hoge populieren.......
Volgens de druiden moest de plant geplukt worden in den zesden dag van de nieuwe maan na de winterzonnewende (21 december). Een opperpriester in een wit gewaad sneed de plant met een gouden sikkel af en ving haar op in zijn kleed. Hierna werden twee witte stieren geofferd. De drank, die uit de bessen bereid werd, bleef altijd haar kracht behouden en genas die ziektes, die men door betovering gekregen had, zoals pest, kanker, vallende ziekte, slangenbeten, vergiftiging en krampen.
Dioscorides en Plinius adviseerden de maretak tegen steriliteit en epilepsie. En Lobelius schrijft ‘Maretakken die op d’eycke-boomen wassen zijn d’alderbeste, maer worden soo selden gevonden’.. Men kon er ook mee waarzeggen en de alchimisten begeerden de plant zeer, maar zegt Lobelius ‘mysterien ende secreten den ghemeynen lieden niet en behooren gheopenbaert te worden’. Een plant dus die zoals vele magische planten alleen door ingewijden (deskundigen?) gebruikt kan worden.
In de flora wordt de Viscum album heel wat nuchterder beschreven: Kleine, in omtrek bolvormige struik, die in de kroon van bomen op zwaardere takken groeit. Stengel gaffelvormig vertakt. Bladen langwerpig-spatelvormig, leerachtig, altijdgroen. Tweehuizig. Bloemen eindelings, zittend, in hoofdjes. Bloemdek geelachtig-groen. Vrucht besachtig, bolrond, wit, glanzig, met slijmachtig, taai vlees.
Samenstelling of werkzame stoffen in de plant
Farmacologie of algemene fysiologische werking van Viscum
Indicatie, medisch gebruik vooral voor de bloedvaten, menstruatie en kanker
Lees meer op http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/84425-maretak-spiritueel-en-rationeel.html
Bestaan er filosofische planten? Planten die je een les leren? Vele zogenaamde giftige planten zoals Bilzekruid, Doornappel en Alruin zijn een soort leraars, die ons spiritueel kunnen begeleiden. Niet alleen of zelfs niet in de eerste plaats door ze op te eten, maar door ze te ontmoeten in de natuur of er uitwendig gebruik van te maken. Bijvoorbeeld door er creatief mee om te gaan. Er amuletten, kettingen of collages mee te ontwerpen of ze gewoon in huis op te hangen.
Maretak is zo’n plant met een symbolische betekenis. Als groenblijvende halfparasiet groeiend in de kale populieren roept hij om geplukt te worden. Mooi is ook, dat je er echt een inspanning voor moet leveren, hij laat zich hoog in de bomen, niet zomaar plukken. De inspanning wordt dan een soort ritueel, krijgt emotionele betekenis. Dat is misschien ook de reden waarom ik me al de geplukte maretakken uit mijn eigen leven nog kan herinneren.
... de maretak uit Wéris in de schemering, de maretak zo groot als mijn kleine dochter, de hoog onbereikbare mistel die zomaar voor mijn voeten viel, de vogellijm in de oude appelboom uit de Voerstreek en de overdaad aan maretakken in de oude en hoge populieren.......
Volgens de druiden moest de plant geplukt worden in den zesden dag van de nieuwe maan na de winterzonnewende (21 december). Een opperpriester in een wit gewaad sneed de plant met een gouden sikkel af en ving haar op in zijn kleed. Hierna werden twee witte stieren geofferd. De drank, die uit de bessen bereid werd, bleef altijd haar kracht behouden en genas die ziektes, die men door betovering gekregen had, zoals pest, kanker, vallende ziekte, slangenbeten, vergiftiging en krampen.
Dioscorides en Plinius adviseerden de maretak tegen steriliteit en epilepsie. En Lobelius schrijft ‘Maretakken die op d’eycke-boomen wassen zijn d’alderbeste, maer worden soo selden gevonden’.. Men kon er ook mee waarzeggen en de alchimisten begeerden de plant zeer, maar zegt Lobelius ‘mysterien ende secreten den ghemeynen lieden niet en behooren gheopenbaert te worden’. Een plant dus die zoals vele magische planten alleen door ingewijden (deskundigen?) gebruikt kan worden.
In de flora wordt de Viscum album heel wat nuchterder beschreven: Kleine, in omtrek bolvormige struik, die in de kroon van bomen op zwaardere takken groeit. Stengel gaffelvormig vertakt. Bladen langwerpig-spatelvormig, leerachtig, altijdgroen. Tweehuizig. Bloemen eindelings, zittend, in hoofdjes. Bloemdek geelachtig-groen. Vrucht besachtig, bolrond, wit, glanzig, met slijmachtig, taai vlees.
Samenstelling of werkzame stoffen in de plant
- Polypeptiden o.a. viscotoxine (cardiotonisch)
- Biogene aminen: choline, acetylcholine, histamine, tyramine
- Flavonoïden: vooral quercetine
- Fenylpropaanderivaten: syringin (cardiotonisch)
- Glycoproteïne: lectine
- Polysacchariden: galacturonanen, arabinogalactonen
Farmacologie of algemene fysiologische werking van Viscum
- Hypotensivum door activiteit aminen, fenylpropaan-derivaten, flavonoïden o.a.: door verwijding perifere bloedvaten o.i.v.de parasympaticus
- Anti-tumoraal (peptiden zoals lectine)
- Ontstekingswerend (triterpenen)
- Diureticum en ureumuitscheiding (saponosiden)
- Spasmolyticum
- Nevenwerkingen: Geen bij orale inname in normale doseringen, wel bij parenterale toedieningen (koorts, hoofdpijn, allergische reacties), geen bessen gebruiken of alleen in homeopatische verdunningen.
Indicatie, medisch gebruik vooral voor de bloedvaten, menstruatie en kanker
- Hypertensie en subjectieve klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid, vage hartklachten
- Vaatkrampen tijdens menopauze en in geriatrie (samen met Cimicifuga)
- Atherosclerose met Knoflook, Meidoorn, Artisjok en anderen
- Tumoren (Iscadorinjecties uit de antroposofie) Alleen professioneel te gebruiken bij kankertherapie om onder andere de weerstand te verhogen
- Vroeger ook gebruikt bij: epilepsie, St. Vitusdans, hysterie, zeg maar ‘duivelse ziekten’, spirituele werking ook als amulet?
Lees meer op http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/84425-maretak-spiritueel-en-rationeel.html
zondag, december 15, 2013
Wandelen in Wéris: Pierre Haina
De twee en twintigste winterwandeling van de herboristenopleiding in Weris. Het dorp, het landschap, de maretakken, de stenen, de dolmens, Pierre Haina, de moderne druïde en de mensen die mee wandelen. Ze blijven wel tot mijn verbeelding spreken.
Over de witte menhir
De Pierre Haina, soms ook Witte Menhir genoemd, is een natuurlijke rots in het dorp Wéris, gemeente Durbuy. Het is een van de legendestenen in het gebied, naast het Duivelsbed en de Pas-Bayard. De rots heeft een opvallende vorm: hij steekt als een stenen pilaar uit boven de onderliggende rotsmassa. Op die manier vormt de rots een natuurlijke menhir, de steen is vermoedelijk ooit bewerkt geweest. De Pierre Haina bevindt zich op 1,5 kilometer ten oosten van de Dolmen van Wéris en een kilometer ten noordoosten van het dorp Wéris. De rots bevindt zich op een heuvelrug aan de oostzijde van de vallei. In deze vallei liggen twee dolmens en een aantal andere menhirs. De verschillende megalieten in de omgeving zouden verschillende alignmenten met elkaar gevormd hebben.
Voor het megalithische systeem in de vallei was de Pierre Haina een belangrijk vizierpunt. De hoog gelegen uitstekende rots is goed zichtbaar vanaf verschillende van de megalieten. De rots werd jaarlijks met een equinox wit gekalkt, waardoor die nog meer zichtbaar was vanuit de omgeving.
Het rotsblok heeft een hoogte van ongeveer drie meter en staat schuin met een hellingshoek van 60 graden.
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/44322-weris-menhirs-en-magische-verhalen.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/29284-winterwandeling-in-weris.html
Over de witte menhir
De Pierre Haina, soms ook Witte Menhir genoemd, is een natuurlijke rots in het dorp Wéris, gemeente Durbuy. Het is een van de legendestenen in het gebied, naast het Duivelsbed en de Pas-Bayard. De rots heeft een opvallende vorm: hij steekt als een stenen pilaar uit boven de onderliggende rotsmassa. Op die manier vormt de rots een natuurlijke menhir, de steen is vermoedelijk ooit bewerkt geweest. De Pierre Haina bevindt zich op 1,5 kilometer ten oosten van de Dolmen van Wéris en een kilometer ten noordoosten van het dorp Wéris. De rots bevindt zich op een heuvelrug aan de oostzijde van de vallei. In deze vallei liggen twee dolmens en een aantal andere menhirs. De verschillende megalieten in de omgeving zouden verschillende alignmenten met elkaar gevormd hebben.
Voor het megalithische systeem in de vallei was de Pierre Haina een belangrijk vizierpunt. De hoog gelegen uitstekende rots is goed zichtbaar vanaf verschillende van de megalieten. De rots werd jaarlijks met een equinox wit gekalkt, waardoor die nog meer zichtbaar was vanuit de omgeving.
Het rotsblok heeft een hoogte van ongeveer drie meter en staat schuin met een hellingshoek van 60 graden.
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/44322-weris-menhirs-en-magische-verhalen.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/29284-winterwandeling-in-weris.html
vrijdag, december 13, 2013
13 - 12 - 13
Het getal 13 wordt al eeuwenlang als een ongeluksgetal beschouwd. Mogelijk heeft het te maken met het heilige getal 12, dat er net voor komt en dat deelbaar is door 1, 2, 3, 4 en 6. Terwijl 13 niet deelbaar is en dus fout. Wiskunde dus? Ook de Romeinen zagen al in het getal 13 een symbool van dood, verwoesting en ongeluk.
De angst voor het getal 13 heet officieel triskaidekafobie. Verschillende verhalen vertellen ons waarom dertien ongeluk zou brengen.
Zo zou het getal twaalf door God persoonlijk goedgekeurd zijn, er zijn bijvoorbeeld twaalf stammen van Israël. Dertien? Dat is er eentje te veel en is des duivels. Aan het laatste avondmaal zaten dertien man (Jezus en de twaalf apostelen) en niet veel later werd Jezus verraden.
Maar er zijn mogelijk ook andere redenen waarom dertien een ongeluksgetal is geworden. Zo werden op vrijdag de dertiende in 1307 alle Tempeliers opgepakt. En er is een Noorse sage waarin de duivelse god Loki als dertiende gast op een feest komt en de aarde in rouw dompelt.
Zo zijn er natuurlijk steeds meer verhalen ontstaan over de gevaren van vrijdag de dertiende. Bijvoorbeeld Victor Hugo schreef in zijn dagboek dat hij op 13 februari 1871 met een rijtuig, waarin 13 passagiers, een reis maakte naar Bordeaux, daar logeerde hij in een huis dat het nummer 13 droeg. Op 13 maart zat hij bij het teruglezen van deze notities te piekeren over het steeds terugkerende getal 13, toen hij vernam dat zijn zoon plotseling was overleden.
Trouwens, het woord ongeluksgetal zelf bestaat uit dertien letters. En hoe is het gesteld met magische of andere planten die uit dertien letters bestaan?
De angst voor het getal 13 heet officieel triskaidekafobie. Verschillende verhalen vertellen ons waarom dertien ongeluk zou brengen.
Zo zou het getal twaalf door God persoonlijk goedgekeurd zijn, er zijn bijvoorbeeld twaalf stammen van Israël. Dertien? Dat is er eentje te veel en is des duivels. Aan het laatste avondmaal zaten dertien man (Jezus en de twaalf apostelen) en niet veel later werd Jezus verraden.
Maar er zijn mogelijk ook andere redenen waarom dertien een ongeluksgetal is geworden. Zo werden op vrijdag de dertiende in 1307 alle Tempeliers opgepakt. En er is een Noorse sage waarin de duivelse god Loki als dertiende gast op een feest komt en de aarde in rouw dompelt.
Zo zijn er natuurlijk steeds meer verhalen ontstaan over de gevaren van vrijdag de dertiende. Bijvoorbeeld Victor Hugo schreef in zijn dagboek dat hij op 13 februari 1871 met een rijtuig, waarin 13 passagiers, een reis maakte naar Bordeaux, daar logeerde hij in een huis dat het nummer 13 droeg. Op 13 maart zat hij bij het teruglezen van deze notities te piekeren over het steeds terugkerende getal 13, toen hij vernam dat zijn zoon plotseling was overleden.
Trouwens, het woord ongeluksgetal zelf bestaat uit dertien letters. En hoe is het gesteld met magische of andere planten die uit dertien letters bestaan?
woensdag, december 11, 2013
Meldertbos en zijn mammoetbomen
Meldert, deelgemeente van Hoegaarden. Als kind kwam ik hier veel vooral om mijn tante en nonkel Jen te bezoeken. Het bos was toen een geheimzinnig, donker en ontoegankelijk gebied.
Nog veel vroeger was het eigendom van de Heren van Meldert. Nadat het kasteel gebruikt werd als kazerne voor de Duitse troepen in de tweede wereldoorlog, is het kasteeldomein in 1957 overgegaan naar de Aalmoezeniers van de Arbeid, die er een college van maakten. Het kasteelpark verwilderde volledig en sinds 1986 werden stelselmatig delen aangekocht als natuurreservaat. Sinds 2002 staat Natuurpunt in voor het beheer van het park.
Ik wandel door de verroeste, ooit statige toegangspoort het bospark in. Het pad is betegeld met herfstbladeren, een mooiere 'tapis plain' kan ik mij nauwelijks voorstellen. De lage winterzon scheert rood langs de toppen van de kale bomen. Het natte, glibberige pad naar omhoog leidt mij richting kasteel. In het bos zelf, halverwege de centrale dreef, staat een groep indrukwekkende mammoetbomen. Vreemd genoeg vielen ze mij pas op toen ik er vlakbij stond. Eerst werd mijn aandacht getrokken door een onnozel struikje met rode bessen, kardinaalsmuts, verstopt onder die reusachtige Sequoia's.
In de verte doemt het vierkante kasteel op uit de mist. Ik sta zo perplex van de magie, begin te zweven en vergeet mijn voeten op te tillen, waardoor ik, gevangen door een braamstengel pardoes plat voorover in de modder val. Terug naar de werkelijkheid. Bemodderd maar wel intact kom ik overeind. En ik die vanavond nog de 'jury' ter verdediging van de eindwerken opleiding herborist, moet voor zitten.
In de gemmotherapie wordt de knoppen van Sequoia gigantea (Sequoiadendron giganteum / Mammoetboom) vooral gebruikt voor ouderen, de boom geeft nieuwe krachten zowel fysiek als mentaal. de knoppen herstellen de corticosteroïdenwaarden in het bloed. Deze werking verwondert mij helemaal niet, alleen al er naar kijken, doen de rillingen over je rug lopen. Een geweldenaar maar wel met een zachte huid. Stoer van binnen en teer van buiten. Het middel is aangewezen, lees ik, bij seniele aftakeling, ouderdomsklachten en prostaataandoeningen. Als ik honderd jaar ben zal ik deze reus onder de bomen wel kunnen gebruiken zeker?
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/25392-geneeskracht-van-knoppen-gemmotherapie.html
dinsdag, december 10, 2013
Sint-janskruid, juist in de winter
Les over de kruiden voor het zenuwstelsel. Vooral sint-janskruid besproken. Bloeien doet de plant nu zeker niet, maar de donkere dagen voor kerstmis zijn wel het goeie moment om deze euforiserende plant te gebruiken. De taak van sint-janskruid, licht brengen in de duisternis. Een plant die traditioneel geoogst wordt rond 21 juni, de langste licht dag van het jaar is ideaal om te gebruiken tijdens de kortste, de donkerste dag van het jaar. Hét kruid tegen winterdepressie.
Sankt Johann ist dies Kraut geweiht
Es bluht zur hochsten Sommerzeit
Es hilft den Christen wie den Mohren
dank sein blattdurchsichtigen Poren
Den kranken Haut ist’ s eine Wonne,
dem dunklen Geist wird er zur Sonne.
En zoals het vroeger tegen duivels, die in de mens waren gevaren, gebruikt werd, zo wordt het nu tegen gelijkaardige kwalen met de naam depressie en stress voorgeschreven. Het is het licht van het zonnekruid tegen de duisternis van de depressieduivel.
Vooral in de Middeleeuwen werd Hypericum als een ‘fuga daemonum’ beschreven, een jaag-den-duivel zoals het zelfs nu nog bekend is. Vele oude namen zoals Teufelsflucht en Walpurgisnacht, maar ook uitspraken van Dodonaeus “...de bloeme van Sint-Janscruydt... ‘t welek goet gheacht wordt om alle toverijen en de quade belesinghen krachteloos te maecken”, verwijzen naar de anti-demonische of somberheidsverdrijvende krachten van het Sint-janskruid.
Sankt Johann ist dies Kraut geweiht
Es bluht zur hochsten Sommerzeit
Es hilft den Christen wie den Mohren
dank sein blattdurchsichtigen Poren
Den kranken Haut ist’ s eine Wonne,
dem dunklen Geist wird er zur Sonne.
Vooral in de Middeleeuwen werd Hypericum als een ‘fuga daemonum’ beschreven, een jaag-den-duivel zoals het zelfs nu nog bekend is. Vele oude namen zoals Teufelsflucht en Walpurgisnacht, maar ook uitspraken van Dodonaeus “...de bloeme van Sint-Janscruydt... ‘t welek goet gheacht wordt om alle toverijen en de quade belesinghen krachteloos te maecken”, verwijzen naar de anti-demonische of somberheidsverdrijvende krachten van het Sint-janskruid.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22817-sint-janskruid-een-zonnekruid-tegen-de-donkerte-van-de-ziel.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/24915-in-de-naam-van-sint-janskruid.html
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/24915-in-de-naam-van-sint-janskruid.html
Ik, een deel van de wereld, de wereld een deel van mij
De hele wereld wordt een deel van mij, en ik wordt een deel van de wereld. Mijn foto's, woorden, gedachten en gevoelens kan iedereen wereldwijd zien en lezen. Ik kom mezelf tegen op Google, op plaatsen waar ik het zelf niet had verwacht. Hoe moet dat aflopen? Is dit het holisme waar we naar op zoek zijn?
Mijn contact met de wereld en met jou: vlaamseherboristen@gmail.com
zondag, december 08, 2013
Kerstmarkten en wintergreen
Weer op bezoek bij mijn dochter in Breda. Op zondag bezoeken we het tuincentrum Intratuin. Gemengde gevoelens heb ik altijd bij dit soort winkelbezoeken. Plantencentum is het niet echt meer, nu vooral kerstmarkt, glinsterende bollen, kerstbomen in het echt, in plastic en zelfs in pallethout, recyclagekerstbomen zeker. Veel volk en weinig planten, meubels, kaarsen en .... kopen dat er gedaan wordt. Karren vol. Vreemd en verwonderd bekijk ik al dat geglinster. En nog vreemder, ik voel geen enkele behoefte om wat dan ook aan te schaffen, wat voelt het goed om niks nodig te hebben. De wereld draait door en ik wil er zelfs niet af.
En om het toch maar over een plantje te hebben. Een lieveling tijdens de kerstdagen. Bergthee of Gaultheria procumbens DC, groen glimmend blaadje, stevige rode bessen maar het geheim voor de herborist schuilt in de scherpzoete geur van gekneusde bes of blad. Methylsalicylaten, een soort aspirine geschikt om in massageolie pijnlijke spieren en gewrichten te vertroetelen. Mrs Grieve schrijft over wintergreen: Tonic, stimulant, astringent, aromatic. Useful as a diuretic and emmenagogue and for chronic mucous discharges. Is said to be a good galactogogue. The oil of Gaultheria is its most important product. It has all the properties of the salicylates and therefore is most beneficial in acute rheumatism, but must be given internally in capsules, owing to its pungency, death from inflammation of the stomach having been known to result from frequent and large doses of it. It is readily absorbed by the skin, but is liable to give rise to an eruption, so it is advisable to use for external application the synthetic oil of Wintergreen, Methyl Salicylate, or oil from the bark of Betula lenta, which is almost identical with oil of Gaultheria. In this form, it is a very valuable external application for rheumatic affections in all chronic forms of joint and muscular troubles, lumbago, sciatica, etc. The leaves have found use as a substitute for tea and as a flavouring for genuine tea. The berries form a winter food for animals, partridges, deer, etc. They have been used, steeped in brandy, to produce a bitter tonic taken in small quantities. The oil is a flavouring agent for tooth powders, liquid dentifrices, pastes, etc., especially if combined with menthol and eucalyptus.
Salicylaten komen in de natuur in verschillende vormen voor, en het is zelfs moeilijk om planten te vinden die helemaal geen salicylaten bevatten. Bekende voorbeelden zijn wilg, populier, moerasspirea en driekleurig viooltje. Maar bergthee bevat in zijn etherische olie waarschijnlijk het hoogste gehalte aan salicylaten. Zijn deze stoffen een troost voor eenzame mensen tijdens de kerst?
En om het toch maar over een plantje te hebben. Een lieveling tijdens de kerstdagen. Bergthee of Gaultheria procumbens DC, groen glimmend blaadje, stevige rode bessen maar het geheim voor de herborist schuilt in de scherpzoete geur van gekneusde bes of blad. Methylsalicylaten, een soort aspirine geschikt om in massageolie pijnlijke spieren en gewrichten te vertroetelen. Mrs Grieve schrijft over wintergreen: Tonic, stimulant, astringent, aromatic. Useful as a diuretic and emmenagogue and for chronic mucous discharges. Is said to be a good galactogogue. The oil of Gaultheria is its most important product. It has all the properties of the salicylates and therefore is most beneficial in acute rheumatism, but must be given internally in capsules, owing to its pungency, death from inflammation of the stomach having been known to result from frequent and large doses of it. It is readily absorbed by the skin, but is liable to give rise to an eruption, so it is advisable to use for external application the synthetic oil of Wintergreen, Methyl Salicylate, or oil from the bark of Betula lenta, which is almost identical with oil of Gaultheria. In this form, it is a very valuable external application for rheumatic affections in all chronic forms of joint and muscular troubles, lumbago, sciatica, etc. The leaves have found use as a substitute for tea and as a flavouring for genuine tea. The berries form a winter food for animals, partridges, deer, etc. They have been used, steeped in brandy, to produce a bitter tonic taken in small quantities. The oil is a flavouring agent for tooth powders, liquid dentifrices, pastes, etc., especially if combined with menthol and eucalyptus.
Salicylaten komen in de natuur in verschillende vormen voor, en het is zelfs moeilijk om planten te vinden die helemaal geen salicylaten bevatten. Bekende voorbeelden zijn wilg, populier, moerasspirea en driekleurig viooltje. Maar bergthee bevat in zijn etherische olie waarschijnlijk het hoogste gehalte aan salicylaten. Zijn deze stoffen een troost voor eenzame mensen tijdens de kerst?
dinsdag, december 03, 2013
Les geven, over muizedoorn of butcher's broom
Onderweg. Net les gegeven bij Syntra Leuven. Planten voor het veneuze vaatstelsel besproken. Paardenkastanje natuurlijk, toverhazelaar, muizedoorn, cypres maar ook duizendblad en boekweit....Over muizedoorn, vreemde naam voor een plant. verstevigt bloedvaten en haarvaten, wordt vooral gebruikt om veel voorkomende aandoeningen als spataderen en etalagebenen te behandelen. Verder ook tegen aambeien. Uit een in 1999 uitgevoerd (niet blind) klinisch onderzoek, blijkt een statistisch significant positief resultaat bij de behandeling van aambeien en vermindering van de veneuze insufficiëntie in enkele andere studies.
Wat geschiedenis over muizedoorn. The common name “butcher’s broom” came from Europe, where butchers would bundle the shrub into a broom to sweep and cleanse their cutting blocks, due to the stiffness of the material.3 (It was later discovered that the essential oil in the plant is antibacterial.) Europeans have been using the shrub as a laxative and diuretic for almost 2,000 years. Many cultures soaked the rootstock in water or wine to help alleviate abdominal complaints. In the first century CE, Greek physicians used butcher’s broom to treat kidney stones. In the 17th century, the English herbalist Nicholas Culpepper used butcher’s broom to help the healing of fractured bones. He recommended that patients take a decoction of the root (made by boiling the plant’s woody parts) orally along with spreading a poultice of the berries over the fracture.
Verdere info
http://kruidwis.blogspot.be/2013/01/zon-na-3-weken-regen_7.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
Wat geschiedenis over muizedoorn. The common name “butcher’s broom” came from Europe, where butchers would bundle the shrub into a broom to sweep and cleanse their cutting blocks, due to the stiffness of the material.3 (It was later discovered that the essential oil in the plant is antibacterial.) Europeans have been using the shrub as a laxative and diuretic for almost 2,000 years. Many cultures soaked the rootstock in water or wine to help alleviate abdominal complaints. In the first century CE, Greek physicians used butcher’s broom to treat kidney stones. In the 17th century, the English herbalist Nicholas Culpepper used butcher’s broom to help the healing of fractured bones. He recommended that patients take a decoction of the root (made by boiling the plant’s woody parts) orally along with spreading a poultice of the berries over the fracture.
Verdere info
http://kruidwis.blogspot.be/2013/01/zon-na-3-weken-regen_7.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
zaterdag, november 30, 2013
Herboristen in spé
Het tweede weekend van de opleiding. De studenten komen helemaal naar De Haan aan Zee. Zelfs helemaal uit Enschede, knap dat mensen dat er voor over hebben. In de voormiddag wandelen we door het dorp, in de duinbossen, over de duinen en langs het strand.
De boksdoorn staat als eerste struik op ons programma. Deze plant is de laatste jaren beroemd geworden onder de naam gojibes, gezondheidsbesje uit het Verre Oosten, maar groeit hier gewoon in de duinen. Verder zien we hier meidoorn, de bessen zijn bijzonder geschikt voor een versleten hart, en zijn ook nu nog te plukken. Vooral bomen en struiken vallen nu het meeste op. Vlier is bijna bladerloos, de gestippelde, gegroefde schors en de laatste verlepte bladeren geven de struik een triest, wat verlopen uiterlijk, oude zwerver zonder onderdak. De kardinaalsmuts daarentegen met zijn groene, soepele takken oogt heel wat vrolijker.
We steken de weg en spoorweg over, in het duinbos vinden we nog groene pijpjes van de wilde bieslook, Allium species. Goed te eten op dit moment, zacht en met subtiele knoflooksmaak. Verder langs het paardenpad zijn het de kiemplantjes van de winterpostelein die frisgroen opvallen, nog niet veel aan te eten maar is straks wel onze wintersla bij uitstek. Resten van uitgebloeid nagelkruid is de klassieke plant langs deze paden. De hakerige zaden laten zich graag vervoeren via kleding en beharing om zich verderop weer uit te zaaien. Deze Geum wordt niet veel meer gebruikt, maar is zonder meer een goede geneeskrachtige plant, vooral de wortel is voor de darmen bij reizigersdiarree te gebruiken. Gewoon uitgebreid op een stukje wortel knabbelen en zo het sap met speeksel mengen en doorslikken.
Langs de rand van het bos zijn het vooral ruigtekruiden zoals bijvoet die hier graag groeien. De houtige stengels zijn ook in de winter herkenbaar. Geneeskrachtig maar niet veel meer gebruikt, vroeger was de wortel als amulet zelfs in gebruik tegen epilepsie. Wat we van dat soort gebruiken moeten denken, blijft moeilijk. De nuchterheid gebied ons dat ten strengste af te keuren, maar deze oude gebruiken eens goed onderzoeken lijkt me ook wel verstandig. Alleen waar moeten we in godsnaam beginnen?
Even doorstappen en we kunnen het duin in. Daar vinden we natuurlijk duindoorn, en dat vind ik het wonderbesje van bij ons. In de duinen voelen deze duindoornen zich volop thuis, naast hun hoofdwortel vormen ze veel horizontale uitlopers, waarmee ze zich woekerend kunnen uitbreiden. Deze krachtige uitlopers kunnen in de tuin zelfs de terrastegels verplaatsen.
Duindoorn heeft vooral in het Oosten een lange en gereputeerde geschiedenis achter zich. In Tibet was het een veel gebruikte plant. Zelfs de soldaten en paarden van Djengis Khan zouden hun uithoudingsvermogen te danken hebben aan het eten van duindoornbessen. Hopelijk niet hun agressiviteit. Het verhaal over de paarden-kracht vinden we ook bij de Oude Grieken terug. Zieke dieren werden niet opgeruimd maar vrij gelaten en kwamen later gezond terug omdat ze zowel bladeren als bessen van duindoorn gegeten hadden. Dus toch hyppos phaino, glimmende paarden.
Ook wij snoepen wat van de zuur-zoete bessen, zeker ook goed voor onze huid.
Over het duin heen, zien we de zee en laten de zoute, gezonde zeelucht door onze luchtwegen stromen. Lucht als voedsel. Ook dat is fytotherapie.
De boksdoorn staat als eerste struik op ons programma. Deze plant is de laatste jaren beroemd geworden onder de naam gojibes, gezondheidsbesje uit het Verre Oosten, maar groeit hier gewoon in de duinen. Verder zien we hier meidoorn, de bessen zijn bijzonder geschikt voor een versleten hart, en zijn ook nu nog te plukken. Vooral bomen en struiken vallen nu het meeste op. Vlier is bijna bladerloos, de gestippelde, gegroefde schors en de laatste verlepte bladeren geven de struik een triest, wat verlopen uiterlijk, oude zwerver zonder onderdak. De kardinaalsmuts daarentegen met zijn groene, soepele takken oogt heel wat vrolijker.
We steken de weg en spoorweg over, in het duinbos vinden we nog groene pijpjes van de wilde bieslook, Allium species. Goed te eten op dit moment, zacht en met subtiele knoflooksmaak. Verder langs het paardenpad zijn het de kiemplantjes van de winterpostelein die frisgroen opvallen, nog niet veel aan te eten maar is straks wel onze wintersla bij uitstek. Resten van uitgebloeid nagelkruid is de klassieke plant langs deze paden. De hakerige zaden laten zich graag vervoeren via kleding en beharing om zich verderop weer uit te zaaien. Deze Geum wordt niet veel meer gebruikt, maar is zonder meer een goede geneeskrachtige plant, vooral de wortel is voor de darmen bij reizigersdiarree te gebruiken. Gewoon uitgebreid op een stukje wortel knabbelen en zo het sap met speeksel mengen en doorslikken.
Langs de rand van het bos zijn het vooral ruigtekruiden zoals bijvoet die hier graag groeien. De houtige stengels zijn ook in de winter herkenbaar. Geneeskrachtig maar niet veel meer gebruikt, vroeger was de wortel als amulet zelfs in gebruik tegen epilepsie. Wat we van dat soort gebruiken moeten denken, blijft moeilijk. De nuchterheid gebied ons dat ten strengste af te keuren, maar deze oude gebruiken eens goed onderzoeken lijkt me ook wel verstandig. Alleen waar moeten we in godsnaam beginnen?
Even doorstappen en we kunnen het duin in. Daar vinden we natuurlijk duindoorn, en dat vind ik het wonderbesje van bij ons. In de duinen voelen deze duindoornen zich volop thuis, naast hun hoofdwortel vormen ze veel horizontale uitlopers, waarmee ze zich woekerend kunnen uitbreiden. Deze krachtige uitlopers kunnen in de tuin zelfs de terrastegels verplaatsen.
Duindoorn heeft vooral in het Oosten een lange en gereputeerde geschiedenis achter zich. In Tibet was het een veel gebruikte plant. Zelfs de soldaten en paarden van Djengis Khan zouden hun uithoudingsvermogen te danken hebben aan het eten van duindoornbessen. Hopelijk niet hun agressiviteit. Het verhaal over de paarden-kracht vinden we ook bij de Oude Grieken terug. Zieke dieren werden niet opgeruimd maar vrij gelaten en kwamen later gezond terug omdat ze zowel bladeren als bessen van duindoorn gegeten hadden. Dus toch hyppos phaino, glimmende paarden.
Ook wij snoepen wat van de zuur-zoete bessen, zeker ook goed voor onze huid.
Over het duin heen, zien we de zee en laten de zoute, gezonde zeelucht door onze luchtwegen stromen. Lucht als voedsel. Ook dat is fytotherapie.
donderdag, november 21, 2013
Herfst aan de Zoete Waters
Nasturtium microphyllum (Boenn.) Airy-Shaw Rijpe vruchten 16-22 mm lang. Zaden in ieder hokje meestal 1-rijig, elk zaad aan weerszijde met ruim 100 mazen (sterke loep!). Stengel kantig, vlezig maar hol, aan de voet kruipend en wortelend. Bladen geveerd. Kroonbladen ca. 6 mm lang, langer dan de kelkbladen. Helmknoppen geel. Is te gebruiken zoals de witte waterkers, zit barstensvol met vitamine C en glucosinolaten.
dinsdag, november 19, 2013
Bingelkruid
In dit seizoen zijn het vooral eenjarige superonkruiden, die nog groeiend en bloeiend in de natuur aanwezig zijn. Over vogelmuur hebben we het al eerder gehad. Ook het eenjarig bingelkruid trekt zich van nattigheid en koude weinig aan. Waar mens of dier, bulldozer of poot de grond heeft omgewoeld, vestigt het plantje zich met veel plezier. Vreemd is wel dat het als warmte- en zonminnend wordt omschreven in de literatuur. Je vindt het vooral op omgewerkte grond, akkers, moestuinen, wijngaarden, bermen, braakliggende grond, spoorbermen, tussen bestrating, plantsoenen en in ruigten aan de voet van muren. En ja, dit soort biotopen vind je natuurlijk veel in de buurt van het overijverige mensenvolkje. De bloemen van het bingelkruid zijn meestal tweehuizig. De vrouwelijke bloemen komen alleen of soms met 2 of 3 bij elkaar voor in de bladoksels, 3 tot 4 mm en de mannelijke bloemen vormen veelbloemige aarachtige kluwens.
De naam bingelkruid.
Vreemde naam heeft deze plant ook wel. In België is “bingelen” een modern woord dat slaat op “huiswerk maken door studenten via het internet”. Het werd zelfs genomineerd voor het jongerenwoord 2011, maar ik neem aan dat dit niet de betekenis is van bingelen in bingelkruid. Bingelkruid hoort tot de wolfsmelkachtigen en het sap is giftig voor schapen en koeien. Ga je bingelen (risico's nemen) als je bingelkruid eet? In het etymologisch woordenboek vind je 'bengelkruid o., + Hgd. bingelkraut saamgest. met *bengel, waarin e = i vóór n, en i zelf = u, Mhd. bungel, afgel. van Ohd. bungo (Mhd. en Nhd. bunge) = knol, On. bingr = bolster (Zw. & De. bunke), verwant met bonk'. Zou het dan een bengel van een kruid zijn, een wildebras, een zwerver. Dat zie ik wel zitten. Het bingelkruid begint dat zelfs wat op mij te lijken of ik op het kruid, zeg maar een oude zwerver die met zijn motorhome rond dwaalt en zich overal vestigt.
Blijkbaar waren de bingelkruiden al bij Hippocrates, in de vijfde en vierde eeuw voor Christus, in gebruik. De plant werd vooral gebruikt voor de behandeling van menstruatieklachten en andere vrouwenkwalen. De schrijvers van kruidenboeken in de middeleeuwen adviseerde het gebruik van de thee bij oedeem, verstopping, slijmvorming in de bronchiën, gebrek aan eetlust en reuma en jicht. In de volksgeneeskunde was thee van het verse kruid geliefd als laxerend en vochtafdrijvend middel. Ik zou het verse kruid nu zeker niet meer gebruiken, is irriterend mogelijk door de saponinen en peperachtige stoffen die in de plant aanwezig zijn.
Meer onderzoek naar de geneeskrachtige werking lijkt me wel nuttig. Ook de Latijnse naam Mercurialis verwijzend naar Mercurius, de god van de genezing, is veelbetekenend. Ook de Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan/Odin.
In de middeleeuwen was het bingelkruid zelfs bestanddeel van de heksenzalf, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moest bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en Aconitum (Monnikskap). Wel degelijk een giftig mengsel, alleen geschikt voor goddelijke of duivelse wezens.
Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/mercurialis-sp-bingelkruid
De naam bingelkruid.
Vreemde naam heeft deze plant ook wel. In België is “bingelen” een modern woord dat slaat op “huiswerk maken door studenten via het internet”. Het werd zelfs genomineerd voor het jongerenwoord 2011, maar ik neem aan dat dit niet de betekenis is van bingelen in bingelkruid. Bingelkruid hoort tot de wolfsmelkachtigen en het sap is giftig voor schapen en koeien. Ga je bingelen (risico's nemen) als je bingelkruid eet? In het etymologisch woordenboek vind je 'bengelkruid o., + Hgd. bingelkraut saamgest. met *bengel, waarin e = i vóór n, en i zelf = u, Mhd. bungel, afgel. van Ohd. bungo (Mhd. en Nhd. bunge) = knol, On. bingr = bolster (Zw. & De. bunke), verwant met bonk'. Zou het dan een bengel van een kruid zijn, een wildebras, een zwerver. Dat zie ik wel zitten. Het bingelkruid begint dat zelfs wat op mij te lijken of ik op het kruid, zeg maar een oude zwerver die met zijn motorhome rond dwaalt en zich overal vestigt.
Blijkbaar waren de bingelkruiden al bij Hippocrates, in de vijfde en vierde eeuw voor Christus, in gebruik. De plant werd vooral gebruikt voor de behandeling van menstruatieklachten en andere vrouwenkwalen. De schrijvers van kruidenboeken in de middeleeuwen adviseerde het gebruik van de thee bij oedeem, verstopping, slijmvorming in de bronchiën, gebrek aan eetlust en reuma en jicht. In de volksgeneeskunde was thee van het verse kruid geliefd als laxerend en vochtafdrijvend middel. Ik zou het verse kruid nu zeker niet meer gebruiken, is irriterend mogelijk door de saponinen en peperachtige stoffen die in de plant aanwezig zijn.
Meer onderzoek naar de geneeskrachtige werking lijkt me wel nuttig. Ook de Latijnse naam Mercurialis verwijzend naar Mercurius, de god van de genezing, is veelbetekenend. Ook de Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan/Odin.
In de middeleeuwen was het bingelkruid zelfs bestanddeel van de heksenzalf, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moest bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en Aconitum (Monnikskap). Wel degelijk een giftig mengsel, alleen geschikt voor goddelijke of duivelse wezens.
Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/mercurialis-sp-bingelkruid
zondag, november 17, 2013
Instant koken.
Instant koken. Klinkt niet gezond noch gezellig, maar als je tijdelijk alleen woont, heb je nu eenmaal niet de neiging om uren in de keuken te staan. Snel koken doe ik nu dus wel maar hopelijk toch redelijk gezond.
Zalmmoot in de aanbieding, dus gebakken zalm met rijst (van de vorige dag), rijst die in dezelfde pan even met de zalm mag meebakken. Omdat ik nog een restje (verschaald?) trappistenbier in een flesje heb staan, giet ik dat ook maar over de zalm. Even smoren met deksel op de pan, alles mooi decoreren op een bord, een tomatensla met olijfolie erbij en dan bij de kachel op de hoek van de salontafel gezeten, rustig opeten. Rustig zeker wel, toch duurt het volledig verorberen slechts 5 minuten.
Rijst is bij mij, nooit zomaar blote rijst maar meestal op kleur en smaak gebracht met geelwortel, blokjes wortel en paprika. Een beetje onkruid, brandnetel, weegbree, vogelmuur of zevenblad mag er meestal ook wel bij. Voor de spikkeltjes groen en voor de wilde energie.
Vogelmuur vind je nu volop. Je kan het ook eten op zijn spinazies, even gesmolten met boter, een beetje peper en zout. Ook als volledige groenteportie met aardappelen en een stukje vis is het eetbaar, al combineer ik het dan toch liever met spinazie.
En verder Vogelmuurpesto / Chickweedpesto klinkt wel beter
knoflook, zout en vogelmuur fijn wrijven in een vijzel
noten en olie toevoegen totdat een smeerbare pasta ontstaat
Breng op smaak met Parmezaanse kaas, zout of kruiden
Zalmmoot in de aanbieding, dus gebakken zalm met rijst (van de vorige dag), rijst die in dezelfde pan even met de zalm mag meebakken. Omdat ik nog een restje (verschaald?) trappistenbier in een flesje heb staan, giet ik dat ook maar over de zalm. Even smoren met deksel op de pan, alles mooi decoreren op een bord, een tomatensla met olijfolie erbij en dan bij de kachel op de hoek van de salontafel gezeten, rustig opeten. Rustig zeker wel, toch duurt het volledig verorberen slechts 5 minuten.
Rijst is bij mij, nooit zomaar blote rijst maar meestal op kleur en smaak gebracht met geelwortel, blokjes wortel en paprika. Een beetje onkruid, brandnetel, weegbree, vogelmuur of zevenblad mag er meestal ook wel bij. Voor de spikkeltjes groen en voor de wilde energie.
Vogelmuur vind je nu volop. Je kan het ook eten op zijn spinazies, even gesmolten met boter, een beetje peper en zout. Ook als volledige groenteportie met aardappelen en een stukje vis is het eetbaar, al combineer ik het dan toch liever met spinazie.
En verder Vogelmuurpesto / Chickweedpesto klinkt wel beter
- 1 teentje knoflook
- wat zout
- olijfolie
- cashewnoten
- Parmezaanse kaas
knoflook, zout en vogelmuur fijn wrijven in een vijzel
noten en olie toevoegen totdat een smeerbare pasta ontstaat
Breng op smaak met Parmezaanse kaas, zout of kruiden
donderdag, november 14, 2013
Knopkruid gesprokkeld.
Om de lessen herborist wat op te fleuren heb ik graag dat de cursisten zelf ook wat planten of plantenresten meebrengen.
Is er nu nog wat interessants te plukken, vragen velen zich af. Het is herfst en al donker als we naar de les komen. Gelukkig zijn er altijd wel mensen die wat onkruidrestjes vinden en ook meebrengen. En nog interessant onkruid ook. Al is elk onkruid in meer of mindere mate wel interessant. Dus deze keer het knopkruid, Galinsoga.
Kaal Knopkruid of Klein Knopkruid (Galinsoga parviflora)
De wetenschappelijke naam Galinsoga is vernoemd naar een zekere M.Galinsoga (1766-1797), botanicus en hofarts van de koningin van Spanje. De soortnaam parviflora komt van het Latijnse parvus = klein en flos = bloem: met kleine bloemen. De Nederlandse naam ‘knopkruid’ verwijst ook naar het kleine, knopvormige gele bloemhoofdje.
De plant komt van oorsprong uit Zuid-Amerika (Andesgebergte). Rond 1820 is deze plant op een of andere manier hier in Europa ingeburgerd. De plant komt vooral voor in akkers en tuinen, omgewoelde wegbermen en opgehoogde terreinen. Kaal Knopkruid is eetbaar, tenminste de jonge blaadjes en stengels. Het kan ook in soep meegekookt worden. Het smaakt een beetje naar zeekraal en zit vol met calcium. Oude bijnamen zijn Akkerpest (een woekerend onkruid), Duitskruid (knopkruid breidde zich vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog uit, de fout van die Duitsers), ook de naam Moffenkruid zegt genoeg.
En alhoewel dit algemene onkruid niet geneeskrachtig gebruikt wordt, is het toch indrukwekkend als je leest hoeveel bijzondere stoffen, zoals beta-sterolen en antioxidanten, er in deze plant aanwezig zijn. Opvallend is ook zijn beschermende werking op de lever, werking die zelfs te vergelijken is met mariadistel en verder heeft het Galinsoga-extract ook nog een bloedsuikerverlagende werking.
In 2007 onderzocht de universiteit van Kwa-Zulu in Durban, Zuid-Afrika, de werking van zestien lokale kruiden als zogenaamde ACE-remmer. Galinsoga parviflora bleek daarbij ook een bloeddrukverlagende werking te hebben.
Niet mis dus voor zo'n lastig onkruid.
Z Naturforsch C. 2013 Jul-Aug;68(7-8):285-92. Chemical constituents and biological activities of Galinsoga parviflora cav. (Asteraceae) from Egypt. Mostafa I, Abd El-Aziz E, Hafez S, El-Shazly
The phytochemical investigation of an aqueous ethanolic extract of Galinsoga parviflora Cav. (Asteraceae) resulted in the isolation and identification of eleven compounds namely: triacontanol, phytol, beta-sitosterol, stigmasterol, 7-hydroxy-beta-sitosterol, 7-hydroxystigmasterol, beta-sitosterol-3-O-beta-D-glucoside, 3,4-dimethoxycinnamic acid, protocatechuic acid, fumaric acid, and uracil. Furthermore, 48 volatile constituents were identified in the hydrodistilled oil of the aerial parts. The ethanolic extract at a content of 400 mg/kg body weight (BW) exerted 87% reduction in the alanine aminotransferase enzyme level in cirrhotic rats compared with the standard silymarin (150 mg/kg BW) and also exerted a reduction in the blood glucose level equivalent to that of glibenclamide (5 mg/kg BW) in diabetic rats. The ethanolic extract, light petroleum and ethyl acetate fractions exhibited substantial antimicrobial activity against Bacillus subtilis, Pseudomonas aeruginosa, Escherichia coli, Aspergillus niger, and Candida albicans. The ethyl acetate fraction showed strong antioxidant activity at a concentration of 150 mg/mL as compared with 0.1 M ascorbic acid. The cytotoxic effect against the MCF-7 cell line was found to be weak.
Is er nu nog wat interessants te plukken, vragen velen zich af. Het is herfst en al donker als we naar de les komen. Gelukkig zijn er altijd wel mensen die wat onkruidrestjes vinden en ook meebrengen. En nog interessant onkruid ook. Al is elk onkruid in meer of mindere mate wel interessant. Dus deze keer het knopkruid, Galinsoga.
Kaal Knopkruid of Klein Knopkruid (Galinsoga parviflora)
De wetenschappelijke naam Galinsoga is vernoemd naar een zekere M.Galinsoga (1766-1797), botanicus en hofarts van de koningin van Spanje. De soortnaam parviflora komt van het Latijnse parvus = klein en flos = bloem: met kleine bloemen. De Nederlandse naam ‘knopkruid’ verwijst ook naar het kleine, knopvormige gele bloemhoofdje.
De plant komt van oorsprong uit Zuid-Amerika (Andesgebergte). Rond 1820 is deze plant op een of andere manier hier in Europa ingeburgerd. De plant komt vooral voor in akkers en tuinen, omgewoelde wegbermen en opgehoogde terreinen. Kaal Knopkruid is eetbaar, tenminste de jonge blaadjes en stengels. Het kan ook in soep meegekookt worden. Het smaakt een beetje naar zeekraal en zit vol met calcium. Oude bijnamen zijn Akkerpest (een woekerend onkruid), Duitskruid (knopkruid breidde zich vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog uit, de fout van die Duitsers), ook de naam Moffenkruid zegt genoeg.
En alhoewel dit algemene onkruid niet geneeskrachtig gebruikt wordt, is het toch indrukwekkend als je leest hoeveel bijzondere stoffen, zoals beta-sterolen en antioxidanten, er in deze plant aanwezig zijn. Opvallend is ook zijn beschermende werking op de lever, werking die zelfs te vergelijken is met mariadistel en verder heeft het Galinsoga-extract ook nog een bloedsuikerverlagende werking.
In 2007 onderzocht de universiteit van Kwa-Zulu in Durban, Zuid-Afrika, de werking van zestien lokale kruiden als zogenaamde ACE-remmer. Galinsoga parviflora bleek daarbij ook een bloeddrukverlagende werking te hebben.
Niet mis dus voor zo'n lastig onkruid.
Z Naturforsch C. 2013 Jul-Aug;68(7-8):285-92. Chemical constituents and biological activities of Galinsoga parviflora cav. (Asteraceae) from Egypt. Mostafa I, Abd El-Aziz E, Hafez S, El-Shazly
The phytochemical investigation of an aqueous ethanolic extract of Galinsoga parviflora Cav. (Asteraceae) resulted in the isolation and identification of eleven compounds namely: triacontanol, phytol, beta-sitosterol, stigmasterol, 7-hydroxy-beta-sitosterol, 7-hydroxystigmasterol, beta-sitosterol-3-O-beta-D-glucoside, 3,4-dimethoxycinnamic acid, protocatechuic acid, fumaric acid, and uracil. Furthermore, 48 volatile constituents were identified in the hydrodistilled oil of the aerial parts. The ethanolic extract at a content of 400 mg/kg body weight (BW) exerted 87% reduction in the alanine aminotransferase enzyme level in cirrhotic rats compared with the standard silymarin (150 mg/kg BW) and also exerted a reduction in the blood glucose level equivalent to that of glibenclamide (5 mg/kg BW) in diabetic rats. The ethanolic extract, light petroleum and ethyl acetate fractions exhibited substantial antimicrobial activity against Bacillus subtilis, Pseudomonas aeruginosa, Escherichia coli, Aspergillus niger, and Candida albicans. The ethyl acetate fraction showed strong antioxidant activity at a concentration of 150 mg/mL as compared with 0.1 M ascorbic acid. The cytotoxic effect against the MCF-7 cell line was found to be weak.
woensdag, november 13, 2013
Gojibessen
Hier, in De Haan groeien vrij veel gojibessen, vooral in de buurt van het golfterrein, waar ze oorspronkelijk ook aangeplant zijn. De goji of boksdoorn heeft als wetenschappelijke naam Lycium barbarum en behoort tot de plantenfamilie Solanaceae (Nachtschadige-achtigen).
De naam Lycium komt mogelijk van Lukion, een Griekse naam voor een geneeskrachtige bladverliezende struik uit Lycia in Klein Azië, Turkije. De naam barbarum is afgeleid van barbarismus, Latijn voor ongewoon, buitenlands, vreemd of zeg maar barbaars. De soort Lycium barbarum zou afkomstig zijn van China. Het is een doornige struik met met gebogen overhangende grijze takken en eetbare bessen, vreemd zoet met wat bittere nasmaak. Boksdoorn is aan te planten als stekelige vruchtenhaag en is winterhard tot -7 of -12°C. De plant kan vermeerderd worden door zaaien en stekken.
Planttips voor gojibessen.
De naam Lycium komt mogelijk van Lukion, een Griekse naam voor een geneeskrachtige bladverliezende struik uit Lycia in Klein Azië, Turkije. De naam barbarum is afgeleid van barbarismus, Latijn voor ongewoon, buitenlands, vreemd of zeg maar barbaars. De soort Lycium barbarum zou afkomstig zijn van China. Het is een doornige struik met met gebogen overhangende grijze takken en eetbare bessen, vreemd zoet met wat bittere nasmaak. Boksdoorn is aan te planten als stekelige vruchtenhaag en is winterhard tot -7 of -12°C. De plant kan vermeerderd worden door zaaien en stekken.
Planttips voor gojibessen.
- Plant bij voorkeur op een zonnige, warme standplaats.
- Kies voor een goed gedraineerde, humusrijke grond. Groeit goed in de duinen.
- Een lichtzure grond, met een pH van 6,6 tot 7,5. (neutraal tot licht alkalisch). Liefst losse grond.
- Groeihoogte is 1,5 tot 3 meter. De lange twijgen hangen wel mooi gebogen voorover, nemen dan ook vrij veel plaats in. De planten kunnen dan ook 1,5 tot 2,5 meter breed worden.
- Gebruik bij voorkeur tweejarige planten, deze zijn minder vorstgevoelig dan eenjarige planten. Eenjarige planten kan je best vanaf half mei uitplanten.
- Bedek na het planten de grondoppervlakte rond de plant met afgevallen bladeren en compost.
- Bij strenge vorst de jonge planten beschermen met bladeren, snoeihout, rietmatten of ander materiaal.
maandag, november 11, 2013
Herfsttijd, tijd voor reflectie
Herfst- en wintertijd! Altijd weer tijd om te reflecteren. Reflecteren, wat een woord! Herfstgeur, geur van gevoel. Je terug trekken in je hol of alleen door bruine bossen dwalen. En toch, tezelfdertijd voor mij ook de tijd om voor het volk te verschijnen. Cursussen en voordrachten te geven. En dan is het alsof ik buiten mijn lichaam treed, ik zie mezelf staan, woorden, gebaren, gevoel.....Verwondering! Bewondering! Wie is die man?
Herfsttijd. Alleen kan ook met iedereen, voor mij soms in een café. Kijken, koffie drinken, krant lezen. Het wereldnieuws, moord en doodslag, rampen rustig op papier langs mij heen laten gaan. Emotie, emotieloos? Letterlijk langs mij heen laten gaan, Adrenaline, testosteron, onder controle?
Ik schrijf nu, zelfs letterlijk de krant vol. Gebruik het krantenpapier om mijn eigen gevoelens te verwoorden. Schrijf over orkanen heen. Mijn nieuws over het wereldnieuws. Krabbels voor heel kort of gedicht voor de eeuwigheid?
Mijn handen ruiken als handen
Vijf vingers verlangend
Vijf vingers, vrolijk jong
En toch
vijf en zestig
Vijf vingers, weinig vervormd noch verkreukeld
Te weinig gewroet zeker.
En toch....
Herfsttijd. Alleen kan ook met iedereen, voor mij soms in een café. Kijken, koffie drinken, krant lezen. Het wereldnieuws, moord en doodslag, rampen rustig op papier langs mij heen laten gaan. Emotie, emotieloos? Letterlijk langs mij heen laten gaan, Adrenaline, testosteron, onder controle?
Ik schrijf nu, zelfs letterlijk de krant vol. Gebruik het krantenpapier om mijn eigen gevoelens te verwoorden. Schrijf over orkanen heen. Mijn nieuws over het wereldnieuws. Krabbels voor heel kort of gedicht voor de eeuwigheid?
Mijn handen ruiken als handen
Vijf vingers verlangend
Vijf vingers, vrolijk jong
En toch
vijf en zestig
Vijf vingers, weinig vervormd noch verkreukeld
Te weinig gewroet zeker.
En toch....
dinsdag, november 05, 2013
Herfst, planten verzamelen?
Planten verzamelen in de striemende regen heeft ook zo zijn charme. Dan voel je tenminste dat je leeft. En ja, voor de eerste les kruidenleer bij de cursisten in Leuven, kan ik toch niet met lege handen aankomen. De leslokalen mogen echt wel opge-fleurd worden, als ik dat zo mag noemen. Dus wat planten sprokkelen langs wegkant, tuin en duin. Paardenkastanjes om de veneuze uitgezette vaten te verzorgen, echte salie voor de keel, veel eetbaars is er ook nog: vogelmuur, zevenblad, wilde rucola en in mijn tuintje grijze, geurende kerryplant, venkel- en teunisbloemzaad. En dan op weg naar Leuven.
Door problemen met mijn laptop (gehackt?) begin ik wel gestrest aan de les. Al die spanning valt snel van mij af, als ik op dreef komt. Ik geef een kort, nu ja kort in zo dik 2 uur, een overzicht van de verschillende aspecten van een kruid (monografie). Over de naam, teelt, ecologie van de levende plant, over het te gebruiken plantendeel (wortel, bloem, blad...) de zogenaamde materia medica, over inhoudsstoffen en algemene farmacologische werking, de indicaties, over dosering en bereidingswijzen.... Alles een beetje illustreren met planten, tincturen en etherische olie, en dat is wel nodig, want ondanks de belangstelling is het moeilijk voor de studenten om na een dag werken in een suffe ruimte ook nog 3 uur te luisteren naar één mens.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/paardekastanjezalf
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje
Door problemen met mijn laptop (gehackt?) begin ik wel gestrest aan de les. Al die spanning valt snel van mij af, als ik op dreef komt. Ik geef een kort, nu ja kort in zo dik 2 uur, een overzicht van de verschillende aspecten van een kruid (monografie). Over de naam, teelt, ecologie van de levende plant, over het te gebruiken plantendeel (wortel, bloem, blad...) de zogenaamde materia medica, over inhoudsstoffen en algemene farmacologische werking, de indicaties, over dosering en bereidingswijzen.... Alles een beetje illustreren met planten, tincturen en etherische olie, en dat is wel nodig, want ondanks de belangstelling is het moeilijk voor de studenten om na een dag werken in een suffe ruimte ook nog 3 uur te luisteren naar één mens.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/paardekastanjezalf
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje
zaterdag, november 02, 2013
Herfst in Breda: platanen, kweeperen en cafés
Op bezoek bij mijn dochter in de Nederlandse stad Breda.
Herfst, tijd van vergane geuren en bontbruine kleuren. Heimweegeuren, ze roepen herinneringen op aan lang geleden, de tijd dat ik zelf in dit gezellige stadje woonde. Kind van de jaren zeventig van de vorige eeuw, de tijd van provo's, kabouters en Oranje Vrijstaat. Ik draag nu 40 jaar later nog altijd de mooie erfenis van toen met mij mee. Terug naar de natuur, leven van het land. Alles van toen is ook terug, eko en bio heeft zich zelfs een plaats veroverd in de grote supermarkten van Jumbo, C1000 en anderen.
Herfst in Breda. Zuiderse platanen verliezen vrolijk hun bladeren. Verkleurende bladeren, voor mij het symbool van ouderdom, zeventig zijn, oud worden en toch vitaal en vrolijk blijven. Of zijn zoals een kweepeer, geplukt toch lang goed blijven en zelfs een zoete geur verspreiden. Menselijke wezens aanzetten tot tederheid. Herfstgeuren vol van emoties. Aromatherapie in het echt.
Over kweepeer
Hyppocrates en Dioscorides adviseerde deze merkwaardige vrucht al tegen darmproblemen. Inwengig als sap, gefermenteerd in wijn samen met honig. Uitwendig de verse geraspte pulp als compres op de buik.
Ook artsen in de Middeleeuwen en de Renaisance beschouwden de kweepeer als een van de meest waardevolle vruchten. Pierre de Forest (1522–1597) beschreef de pulp als ontgiftend middel vooral tegen verwondingen met giftige pijlen. Giftige pijlen vliegen er niet veel meer in het rond. Maar het verzachtend en gifstofbindend effect van de slijmstoffen is ook nu nog bekend. In de 16de eeuw werden er verschillende verhandeling gewijd aan de Krusomélon, zoals de kweepeer toen genoemd werd. De verzachtende en samentrekkende werking was dus al eeuwen bekend en werd begin 19de eeuw opnieuw wat bekendheid gegeven door Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie. Hij adviseerde de siroop of het afkooksel vooral voor ontregelde, gevoelige darmen met zowel diarree als verstopping. Bijzonder geschikt voor jonge kinderen en ouderen.
Afkooksel (decoct) van Leclerc: 1 ongepelde, in fijne schijfjes gesneden Kweepeer, koken in 1 liter water tot er nog een ½ liter overblijft, zeven, uitpersen en 50 gr suiker toevoegen.
Cazin, een Franse kruidenprofessor, combineerde de kweesiroop met een afkooksel van salie tegen ‘diarrhées infantiles’
Een merkwaardige maar efficiente bereidingswijze, is een afkooksel van kweepeer (100 gr) in (1 liter) wijn, niet bedoeld om op te drinken maar als mond- en gorgelwater voor ontstoken tandvlees, tegen aften en bij keelpijn. Nog curieuzer en niet aan te raden is hetzelfde ‘drankje’ als irrigatievloeistof bij witte vloed en bij baarmoederverzakking.
Een recept: kweepeerconfituur
1 ½ kilo kweepeer, in 4 stukken snijden en ontpit. De pitten bewaren om hoesthoningsiroop te maken. De kwee’s gaar koken in 20’ tot 30’ (afhankelijk van de grootte van de stukken), eventueel stukjes nog wat beetgaar laten).
Daarna mengen met 1 ½ kg suiker en pectine, 1 à 2 minuten stevig koken en dan heet afvullen in bokalen.Het geheel ziet er uit als een licht glanzende appelmoes, smaakt ook wel wat zo maar met meer aroma.
Kweepeerpasta: krijg je door confituur in te dikken door meer pectine te gebruiken of langer te laten koken, in vorm gieten (de laag niet hoger dan 2 cm) en enkele dagen laten drogen, zo krijg je een kweepeerpasta, die in blokjes gesneden een soort snoepje is à la Turks fruit. Eventueel mengen met walnoten of appelsienschil om de smaak te verbeteren.
De klassieke kweepeergelei maak je met het sap van de kweeperen.
Herfst, tijd van vergane geuren en bontbruine kleuren. Heimweegeuren, ze roepen herinneringen op aan lang geleden, de tijd dat ik zelf in dit gezellige stadje woonde. Kind van de jaren zeventig van de vorige eeuw, de tijd van provo's, kabouters en Oranje Vrijstaat. Ik draag nu 40 jaar later nog altijd de mooie erfenis van toen met mij mee. Terug naar de natuur, leven van het land. Alles van toen is ook terug, eko en bio heeft zich zelfs een plaats veroverd in de grote supermarkten van Jumbo, C1000 en anderen.
Herfst in Breda. Zuiderse platanen verliezen vrolijk hun bladeren. Verkleurende bladeren, voor mij het symbool van ouderdom, zeventig zijn, oud worden en toch vitaal en vrolijk blijven. Of zijn zoals een kweepeer, geplukt toch lang goed blijven en zelfs een zoete geur verspreiden. Menselijke wezens aanzetten tot tederheid. Herfstgeuren vol van emoties. Aromatherapie in het echt.
Over kweepeer
Hyppocrates en Dioscorides adviseerde deze merkwaardige vrucht al tegen darmproblemen. Inwengig als sap, gefermenteerd in wijn samen met honig. Uitwendig de verse geraspte pulp als compres op de buik.
Ook artsen in de Middeleeuwen en de Renaisance beschouwden de kweepeer als een van de meest waardevolle vruchten. Pierre de Forest (1522–1597) beschreef de pulp als ontgiftend middel vooral tegen verwondingen met giftige pijlen. Giftige pijlen vliegen er niet veel meer in het rond. Maar het verzachtend en gifstofbindend effect van de slijmstoffen is ook nu nog bekend. In de 16de eeuw werden er verschillende verhandeling gewijd aan de Krusomélon, zoals de kweepeer toen genoemd werd. De verzachtende en samentrekkende werking was dus al eeuwen bekend en werd begin 19de eeuw opnieuw wat bekendheid gegeven door Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie. Hij adviseerde de siroop of het afkooksel vooral voor ontregelde, gevoelige darmen met zowel diarree als verstopping. Bijzonder geschikt voor jonge kinderen en ouderen.
Afkooksel (decoct) van Leclerc: 1 ongepelde, in fijne schijfjes gesneden Kweepeer, koken in 1 liter water tot er nog een ½ liter overblijft, zeven, uitpersen en 50 gr suiker toevoegen.
Cazin, een Franse kruidenprofessor, combineerde de kweesiroop met een afkooksel van salie tegen ‘diarrhées infantiles’
Een merkwaardige maar efficiente bereidingswijze, is een afkooksel van kweepeer (100 gr) in (1 liter) wijn, niet bedoeld om op te drinken maar als mond- en gorgelwater voor ontstoken tandvlees, tegen aften en bij keelpijn. Nog curieuzer en niet aan te raden is hetzelfde ‘drankje’ als irrigatievloeistof bij witte vloed en bij baarmoederverzakking.
Een recept: kweepeerconfituur
1 ½ kilo kweepeer, in 4 stukken snijden en ontpit. De pitten bewaren om hoesthoningsiroop te maken. De kwee’s gaar koken in 20’ tot 30’ (afhankelijk van de grootte van de stukken), eventueel stukjes nog wat beetgaar laten).
Daarna mengen met 1 ½ kg suiker en pectine, 1 à 2 minuten stevig koken en dan heet afvullen in bokalen.Het geheel ziet er uit als een licht glanzende appelmoes, smaakt ook wel wat zo maar met meer aroma.
Kweepeerpasta: krijg je door confituur in te dikken door meer pectine te gebruiken of langer te laten koken, in vorm gieten (de laag niet hoger dan 2 cm) en enkele dagen laten drogen, zo krijg je een kweepeerpasta, die in blokjes gesneden een soort snoepje is à la Turks fruit. Eventueel mengen met walnoten of appelsienschil om de smaak te verbeteren.
De klassieke kweepeergelei maak je met het sap van de kweeperen.
zondag, oktober 27, 2013
Herboristen Opleiding: een eerste impressie
We starten dit jaar de cursus in de schaduw van Brussel, wel landelijk op den buiten, ondanks auto's en spoorwegen. Een interessante kruidentuin is mijn steun en toeverlaat om in 2 dagen een overzicht te geven van de basiskruiden voor geneeskrachtig gebruik. Kennismaken met 30 kruiden en 15 mensen op 2 dagen. Hoe doe je dat?
Namen van mensen, namen van planten (Nederlandse en Latijnse), namen van ziektes, inhoudsstoffen. Wie is wie? Artemisia, heemst, Greetje, Tanja, Katrien, Els, saponinen en slijmstoffen, juffertjes in 't groen en anderen, mooie en curieuze namen. Even ook over afrodisiaca zoals bonenkruid en berenklauw, over adaptogenen zoals rhodiola en ginseng of over een op het eerste zicht onschuldig plantje maar toch met een gevaarlijke, aborterende werking, poleimunt dus..... plantjes, plantjes met kantjes.
Hoe kan ik in die overvloed, toch tot de geneeskrachtige essentie van de fytotherapie komen? We bespreken
- bitterstofplanten voor spijsvertering en lever: alsem, paardenbloem,
- manusjes van alles: echte kamille, duizendblad
- voor hart en bloedvaten: meidoorn, knoflook, tempelboom (ginkgo)
- voor het veneuze vaatstelsel: paardenkastanje (Aesculus), duizendblad
- het zenuwstelsel: sintjanskruid en echte valeriaan
- nieren en urinewegen: echte guldenroede, veel bomen...berk, wilg, es en heermoes
- huid: goudsbloem en smeerwortel (slijmpapje maken)
- hormonaal: vrouwenmantel, vitex, cimicifuga
- lever: mariadistel, paardenbloem
- luchtwegen: heemst, rode zonnehoed, tijm, salie
woensdag, oktober 23, 2013
Pizza, quiche of omelet?
Na een tijdje voor drie gekookt te hebben, nu weer even koken voor mij alleen. Niks mis mee, maar wel heel anders. Nog sneller en ongecontroleerder. Vandaag een omelet maken, dacht ik, een boerenomelet, al ging het uiteindelijk wel wat op een pizza of quiche te lijken. Of iets er tussen in.
Boter in de pan, rode ui, dunne rode repen paprika en tomaat fruiten en stoven. Ik heb nog verse tortelloni in de koelkast liggen, die mag, in stukjes gesneden ook meestoven. Dit alles, niet te lang 5 minuten laten garen. Ik heb er liever nog wat beet aan en het mag nu ook snel klaar zijn.
In die 5 minuten breek en kluts ik wat eieren, 2 is genoeg voor mij. Die gaan over het gestoofde groentenmengsel, maar eerst snij en hussel ik er nog wat brokjes Briekaas overheen. Alles enkele minuten stevig laten worden en opdienen met brokkelig brood en groene sla (kropsla, wilde rucola, bieslook).
Natuurlijk zijn er ook wat kruiden doorheen gegaan, een tikkeltje rozemarijn en tijm, peterselie....nu ja, doe maar.
Wilde rucola is hier aan de kust, in de duinen en zelf in de tuin, nog altijd te oogsten. De toeristen en de meeste hondjes zijn ook weg, dus alles is wat veiliger te plukken. Wel zoeken naar jong blad en anders de gele bloemetjes er overheen.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/79515-wilde-rucola-of-de-grote-zandkool.html
Boter in de pan, rode ui, dunne rode repen paprika en tomaat fruiten en stoven. Ik heb nog verse tortelloni in de koelkast liggen, die mag, in stukjes gesneden ook meestoven. Dit alles, niet te lang 5 minuten laten garen. Ik heb er liever nog wat beet aan en het mag nu ook snel klaar zijn.
In die 5 minuten breek en kluts ik wat eieren, 2 is genoeg voor mij. Die gaan over het gestoofde groentenmengsel, maar eerst snij en hussel ik er nog wat brokjes Briekaas overheen. Alles enkele minuten stevig laten worden en opdienen met brokkelig brood en groene sla (kropsla, wilde rucola, bieslook).
Natuurlijk zijn er ook wat kruiden doorheen gegaan, een tikkeltje rozemarijn en tijm, peterselie....nu ja, doe maar.
Wilde rucola is hier aan de kust, in de duinen en zelf in de tuin, nog altijd te oogsten. De toeristen en de meeste hondjes zijn ook weg, dus alles is wat veiliger te plukken. Wel zoeken naar jong blad en anders de gele bloemetjes er overheen.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/79515-wilde-rucola-of-de-grote-zandkool.html
zondag, oktober 20, 2013
Den Botanieken Hof
Achter een arduinen balustrade met daarop prachtige gietijzeren straatlantaarns uit de 19de eeuw ligt aan de Leopoldstraat in Antwerpen een kruidtuin. Op nauwelijks enkele tientallen meters van de Meir en vlak bij de Bourlaschouwburg is 'Den Botanieken Hof' voor de buurtbewoners en voor veel mensen die in deze omgeving komen winkelen een zeldzame groene oase. Ik kwam vroeger regelmatig rondslenteren in dit kruidpark, vandaag mag ik hier een kruidige wandeling geven in het kader van de happening 'Alle dagen honger'. Zowat 40 mensen, veel volk dus voor een stadse tuinwandeling, veel volk mag wel eens wat mij betreft.
Veel planten ook, natuurlijk niet zo veel bloei meer, maar dat hoeft ook niet voor een kruidenwandeling, de schoonheid en kracht van kruiden zit toch van binnen, verstopt als het ware en de herborist, ik dus, moet dat voor de mensen zichtbaar maken.
De eerste planten die we zien, maken dat gemakkelijk. Oost Indische kers, sierplantje waarvan ook in alle delen eetbaar is, mosterdolieglycosiden geven het blad, bloem en onrijp zaad de smaak van radijsjes en nog een geneeskrachtige, antibiotische werking op de koop toe. In de volgende vakken vinden we verschillende ruwbladigen, de planten zijn hier namelijk per familie gerangschikt, vooral de stevige smeerwortel verdringt hier zijn familieleden. Deze ruige plant noemt niet voor niks smeerwortel, een wortel die veel smeer (slijm) bevat en als smeerseltje (zalf) gebruikt kan worden tegen een ruwe huid, ruige wonden en botbreuken. Gewoon wat geplette wortels of groen papje van het blad opleggen. Succes verzekerd.
Over hallucinogenen, mirte en melde
We kunnen nog uren bezig blijven en dat doen we dan ook. Giftige of moet ik zeggen hallucinogene planten uit de familie van de Nachtschadigen, doornappel bijvoorbeeld, de zwarte zaden uit één stekelige zaaddoos zijn waarschijnlijk genoeg om de hele groep helse of hemelse visioenen te bezorgen. Maar...we willen toch nog wat verder wandelen, we vinden nog de rode zonnehoed en het moederkruid, enkele oranerieplanten in grote potten zoals de geurige mirte en de johannesbroodboom. Ook bij de goed eetbare meldesoorten blijven we stilstaan, het jonge blad werd en word als spinazie klaar gemaakt en de knobbelige zaden kunnen rijst of tarwe vervangen. Bekende schermbloemigen zoals venkel, engelwortel en akkerscherm staan wat verder in hun vak te paraderen. Het houd niet op, een botanische tuin is nu eenmaal een winkel vol planten. Stilaan geraken de toehoorders verzadigd, al moet ik zeggen dat velen het moedig en vol belangstelling volhouden. En dat doet ook mij natuurlijk goed. Gezond zijn door gewoon over planten te praten of hopelijk ook door te luisteren naar planten, als is het dan via de spreekbuis herborist.
Over de geschiedenis van de tuin
De oorsprong van de Antwerpse Plantentuin gaat terug op het Franse Bewind aan het einde van de 18de eeuw toen de Fransen beslisten om in elke departementshoofdplaats een 'Ecole Centrale' op te richten. Daarbij hoorde ook een plantentuin. In de eerste jaren van zijn bestaan werd hij vooral bevoorraad vanuit de tuinen van rijke families en kloosters die gevlucht waren voor de Franse Revolutie. In 1802 werd de Ecole Centrale opgedoekt, maar de tuin bleef bestaan als plantentuin ten behoeve van de apotheek van het St Elizabeth gasthuis dat er vlak naast ligt.
De beheerders van het ziekenhuis waren niet echt begaan met hun kruidtuin die dan ook in verval raakte. Maar gelukkig stonden er geregeld medewerkers van het ziekenhuis op die zich het lot van de tuin aantrokken en hem zo goed en zo kwaad als het ging in stand hielden en zelfs uitbreidden.
De huidige tuin werd in januari 1950 als landschap geklasseerd. Alhoewel de tuin relatief klein is - minder dan 1 hectare - werd er toch een interessante verzameling van meer dan 2.000 verschillende planten samengebracht, waaronder een aantal zeldzame bomen. Een grote Poncirus trifoliata vinden we hier. Deze Poncirus is de enige vertegenwoordiger van de citrusfamilie die in ons klimaat winterhard is. Er staat ook een mooie Ginkgo biloba. maar de nadruk ligt toch op de vaste planten - waarvan vele door de argeloze bezoeker misschien als onkruiden zullen worden beschouwd.
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/30551-bloemen-in-mijn-bord-oost-indische-kers.html
Veel planten ook, natuurlijk niet zo veel bloei meer, maar dat hoeft ook niet voor een kruidenwandeling, de schoonheid en kracht van kruiden zit toch van binnen, verstopt als het ware en de herborist, ik dus, moet dat voor de mensen zichtbaar maken.
De eerste planten die we zien, maken dat gemakkelijk. Oost Indische kers, sierplantje waarvan ook in alle delen eetbaar is, mosterdolieglycosiden geven het blad, bloem en onrijp zaad de smaak van radijsjes en nog een geneeskrachtige, antibiotische werking op de koop toe. In de volgende vakken vinden we verschillende ruwbladigen, de planten zijn hier namelijk per familie gerangschikt, vooral de stevige smeerwortel verdringt hier zijn familieleden. Deze ruige plant noemt niet voor niks smeerwortel, een wortel die veel smeer (slijm) bevat en als smeerseltje (zalf) gebruikt kan worden tegen een ruwe huid, ruige wonden en botbreuken. Gewoon wat geplette wortels of groen papje van het blad opleggen. Succes verzekerd.
Over hallucinogenen, mirte en melde
We kunnen nog uren bezig blijven en dat doen we dan ook. Giftige of moet ik zeggen hallucinogene planten uit de familie van de Nachtschadigen, doornappel bijvoorbeeld, de zwarte zaden uit één stekelige zaaddoos zijn waarschijnlijk genoeg om de hele groep helse of hemelse visioenen te bezorgen. Maar...we willen toch nog wat verder wandelen, we vinden nog de rode zonnehoed en het moederkruid, enkele oranerieplanten in grote potten zoals de geurige mirte en de johannesbroodboom. Ook bij de goed eetbare meldesoorten blijven we stilstaan, het jonge blad werd en word als spinazie klaar gemaakt en de knobbelige zaden kunnen rijst of tarwe vervangen. Bekende schermbloemigen zoals venkel, engelwortel en akkerscherm staan wat verder in hun vak te paraderen. Het houd niet op, een botanische tuin is nu eenmaal een winkel vol planten. Stilaan geraken de toehoorders verzadigd, al moet ik zeggen dat velen het moedig en vol belangstelling volhouden. En dat doet ook mij natuurlijk goed. Gezond zijn door gewoon over planten te praten of hopelijk ook door te luisteren naar planten, als is het dan via de spreekbuis herborist.
Over de geschiedenis van de tuin
De oorsprong van de Antwerpse Plantentuin gaat terug op het Franse Bewind aan het einde van de 18de eeuw toen de Fransen beslisten om in elke departementshoofdplaats een 'Ecole Centrale' op te richten. Daarbij hoorde ook een plantentuin. In de eerste jaren van zijn bestaan werd hij vooral bevoorraad vanuit de tuinen van rijke families en kloosters die gevlucht waren voor de Franse Revolutie. In 1802 werd de Ecole Centrale opgedoekt, maar de tuin bleef bestaan als plantentuin ten behoeve van de apotheek van het St Elizabeth gasthuis dat er vlak naast ligt.
De beheerders van het ziekenhuis waren niet echt begaan met hun kruidtuin die dan ook in verval raakte. Maar gelukkig stonden er geregeld medewerkers van het ziekenhuis op die zich het lot van de tuin aantrokken en hem zo goed en zo kwaad als het ging in stand hielden en zelfs uitbreidden.
De huidige tuin werd in januari 1950 als landschap geklasseerd. Alhoewel de tuin relatief klein is - minder dan 1 hectare - werd er toch een interessante verzameling van meer dan 2.000 verschillende planten samengebracht, waaronder een aantal zeldzame bomen. Een grote Poncirus trifoliata vinden we hier. Deze Poncirus is de enige vertegenwoordiger van de citrusfamilie die in ons klimaat winterhard is. Er staat ook een mooie Ginkgo biloba. maar de nadruk ligt toch op de vaste planten - waarvan vele door de argeloze bezoeker misschien als onkruiden zullen worden beschouwd.
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/30551-bloemen-in-mijn-bord-oost-indische-kers.html
Cursusboeken en paardenkastanje
Volop voorbereiding voor de opleiding die zaterdag start. In de namiddag de cursusboeken opgehaald in Oostende. 'Ik doe het maar met de tram', dacht ik. Rugzak en stevige boodschappentas mee, want 20 boeken van zowat 1 kilo meesleuren is niet vanzelfsprekend, zwaar maar wel goed voor het gevoel. Het letterlijk gewicht van de cursus voelen is ook eens wat anders, les geven doe je niet alleen met je hersenen en je mond maar ook met je lijf.
Vanmorgen ook wat wilde kastanjes geraapt, geschild en de witte stukjes in water laten trekken Flink schudden zorgt ervoor dat de zeepstoffen zichtbaar vrijkomen. Het water, thee of zeepsop (hoe moet ik het noemen) kan vermengd met klei of gedrenkt in een katoenen doek als kompres tegen spataderen gebruikt worden. Je zou er ook nog een druppeltje etherische olie van cipres bij kunnen doen. Een kuur van één week in het kastanjeseizoen, elke dag een kompres een half uur opleggen.
https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/veneuze-insufficientie
https://sites.google.com/site/hagershandbuch/aesculus. Deze link is alleen toegankelijk voor leden.In Hagers Handbuch lees ik: Das aus Samen gewonnene Mehl ist zur Reinigung von Wäsche, Wolle usw. seit langem bekannt. Während des Krieges wurde ein Auszug von Samen unter Beigabe von kieselsaurer Tonerde zu Sirupdicke eingedampft. Er besaß als „Bolusseife“ gute Waschkraft, war jedoch wegen des Eisengehaltes der Tonerde für weiße Wäsche ungeeignet. Vorwiegend Schlosser, Kaminkehrer und Schmiede benutzen Mehl oder Samen gern zur Reinigung, da fettige Stoffe gut gelöst wurden.
Vanmorgen ook wat wilde kastanjes geraapt, geschild en de witte stukjes in water laten trekken Flink schudden zorgt ervoor dat de zeepstoffen zichtbaar vrijkomen. Het water, thee of zeepsop (hoe moet ik het noemen) kan vermengd met klei of gedrenkt in een katoenen doek als kompres tegen spataderen gebruikt worden. Je zou er ook nog een druppeltje etherische olie van cipres bij kunnen doen. Een kuur van één week in het kastanjeseizoen, elke dag een kompres een half uur opleggen.
https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/veneuze-insufficientie
https://sites.google.com/site/hagershandbuch/aesculus. Deze link is alleen toegankelijk voor leden.In Hagers Handbuch lees ik: Das aus Samen gewonnene Mehl ist zur Reinigung von Wäsche, Wolle usw. seit langem bekannt. Während des Krieges wurde ein Auszug von Samen unter Beigabe von kieselsaurer Tonerde zu Sirupdicke eingedampft. Er besaß als „Bolusseife“ gute Waschkraft, war jedoch wegen des Eisengehaltes der Tonerde für weiße Wäsche ungeeignet. Vorwiegend Schlosser, Kaminkehrer und Schmiede benutzen Mehl oder Samen gern zur Reinigung, da fettige Stoffe gut gelöst wurden.
zaterdag, oktober 19, 2013
Stacaravan of caravane résidentiële: Camping Le Roptai
Ik ben zelf op zoek naar een goedkope stacaravan om een mini uitvalsbasis te hebben voor het geven van mijn cursussen en het organiseren en begeleiden van kruidenwandelingen. Dus op zoek. In de Ardennen natuurlijk. Waar anders? Ardennen noem ik gemakshalve het bosrijke en heuvelrijke gedeelte van Wallonië. Honderden uren, vele dagen, zowat 40 weekends heb ik samen met vrienden, met cursisten en herboristen de laatste 30 jaar bij Wéris, Belvaux....aan Semois, Ourthe en Lesse stevig door gestapt maar ook rondgesnuffeld op zoek naar de ultieme plant.
Tiffany |
In volle natuur op de camping
Ondanks al die mensen groeien er nog orchideeën achter de huisjes en één kilometer verder is er een reserve naturelle waar ik nu nog steeds de resten vind van bokkenorchis, wilde marjolein, glad parelzaad, kaardebol, agrimonie en de merkwaardige wilde weit. En om het hoekje glinsteren de reuze parabole paddenstoelen van Lessive mij tegen. Wereld na wereld, na wereld. Wil ik hier ook een klein beetje wereld worden?
vrijdag, oktober 18, 2013
Belvaux en omgeving
Hypericum zaaddozen |
Gamander, wilde tijm, kalkaster en zelfs wildemanskruid voelen zich hier thuis. Bij Ave et Auffe bezoek ik de camping Le Roptai, op zoek naar een goedkope stacaravan. Deze camping is voor mij puur jeugdsentiment, vele kruidenweekends hebben we hier in het verleden georganiseerd. Op de kalkgraslandjes in de buurt groeiden, groeien? wilde orchideeën zoals de bokkenorchis....Morgen zal ik eens bekijken of al die plantjes er nog zijn.
En dit schreef ik vroeger over Belvaux.
In Belvau of Belvaux bij Han sur Lesse verdwijnt de Lesse in de grotten van Han, le gouffre de Belvau, een hallucinant mooie om niet te zeggen magische plek waar de meest magische plant Atropa belladonna of de Wolfskers nog overdadig het schaduwrijke Belladonnastraatje bemand en hogerop in de warme rotsen, waar ik uren kan zitten, groeit welig het Wildemanskruid, Gamander en geurende wilde tijm. Hier voel je nog even de echte heiligheid in alles.
Op http://emaxilab.com/erwerben/article_63691.html en dat klinkt zo. In Belvau oder Belvaux zu Han-sur-Lesse Lesse in den Höhlen von Han, le gouffre die Belvau verschwindet, besetzt eine halluzinatorische schön, nicht zu sagen, magischer Ort, wo die magische Pflanze Atropa Belladonna Belladonna oder noch übermäßig Belladonna Lane beschattet und höher die heißen Felsen, wo ich stundenlang sitzen, wächst üppig die Kuhschelle Gama Islander und duftenden Thymian kann. Hier können Sie immer noch das Gefühl wie die echten Heiligkeit in allem.
maandag, oktober 14, 2013
Onderweg: Pont L'Eveque
Weg. Onderweg. Op weg van Bretagne naar Belgïe. Vanmorgen volop zon diep in de punt van Bretagne maar wel steeds meer wolken en stortregens richting Normandie. Ik neem de, niet te betalen autoweg tot Caen, dan verder via N-weg binnendoor richting Rouen. Ik begin de route al wat te kennen en zelfs vaste slaapplekken te krijgen. Dus nog eens overnachten in Pont L’Eveque, op de Place Foch, vlak bij de brandweer en een park. Het is geen officiele camperplek toch staan er meestal welke enkele huisjes op wielen. Ook de grote indrukwekkende kerk Saint Michel is vlakbij en dus ook het geluid van de klokken, gelukkig stoppen die met luiden om 10 uur.
Ik dwaal nog even door de zoals gewoonlijk verlaten straten, ook de cafés zijn hier om 9 uur 's avonds niet meer open. Een fel verlichte winkel trekt mijn aandacht, ik wandel er naar toe, protserige doodskisten en kitscherige grafschriften glinsteren mij tegen, alsof ik al in het hiernamaals ben terecht gekomen. Als de hemel er zo in het echt uitziet, dan blijf ik toch liever op dit aardse paradijs. Terug in mijn eigen huisje zonder hemels internet, noteer ik dan maar offline mijn mijmeringen en voor tien uur lig ik in mijn eigen hemelbed.
Over kaas
Ik dwaal nog even door de zoals gewoonlijk verlaten straten, ook de cafés zijn hier om 9 uur 's avonds niet meer open. Een fel verlichte winkel trekt mijn aandacht, ik wandel er naar toe, protserige doodskisten en kitscherige grafschriften glinsteren mij tegen, alsof ik al in het hiernamaals ben terecht gekomen. Als de hemel er zo in het echt uitziet, dan blijf ik toch liever op dit aardse paradijs. Terug in mijn eigen huisje zonder hemels internet, noteer ik dan maar offline mijn mijmeringen en voor tien uur lig ik in mijn eigen hemelbed.
Over kaas
Pont-l'Évêque is niet alleen een bijzonder mooi en bloemrijk stadje met vakwerkhuizen, het stadje heeft ook zijn naam gegeven aan een Franse kaas van het type rood-bacterie- of gewassen-korst-kaas. De kaas wordt in Normandië al sinds de XIIde eeuw bereid.
De melk wordt direct na ontvangst verhit tot 35 °C. Kalfsleb wordt toegevoegd om het stremmen te versnellen. De wrongel wordt gesneden, afgegoten en in een vierkante vorm gedaan. De eerste fase is nu in een warme zaal (22 °C). De vorm wordt op een zeef geplaatst en gedurende 1-2 dagen regelmatig gekeerd om de wei weg te laten lopen. Vervolgens wordt de kaas getransporteerd naar de droogruimte, waar de kaas 5 dagen verblijft. Daarna wordt de kaas gezouten (wat op verschillende wijzen kan, van inzouten tot een pekelbad), en wordt de kaas gewassen en geborsteld. De laatste stap is het rijpen gedurende anderhalve maand. De kaas zelf wordt geler, de buitenkant wit. Per kaas is drie liter melk en ongeveer 45 dagen nodig om tot het eindproduct te komen. Kaas dus eens wat anders dan kruiden.
De melk wordt direct na ontvangst verhit tot 35 °C. Kalfsleb wordt toegevoegd om het stremmen te versnellen. De wrongel wordt gesneden, afgegoten en in een vierkante vorm gedaan. De eerste fase is nu in een warme zaal (22 °C). De vorm wordt op een zeef geplaatst en gedurende 1-2 dagen regelmatig gekeerd om de wei weg te laten lopen. Vervolgens wordt de kaas getransporteerd naar de droogruimte, waar de kaas 5 dagen verblijft. Daarna wordt de kaas gezouten (wat op verschillende wijzen kan, van inzouten tot een pekelbad), en wordt de kaas gewassen en geborsteld. De laatste stap is het rijpen gedurende anderhalve maand. De kaas zelf wordt geler, de buitenkant wit. Per kaas is drie liter melk en ongeveer 45 dagen nodig om tot het eindproduct te komen. Kaas dus eens wat anders dan kruiden.
Abonneren op:
Posts (Atom)