Point de vue bij Bonsoy. Rotsen van Waulsort. |
oude appelboom met veel maretakken |
zaadpeulen van look-zonder-look |
Point de vue bij Bonsoy. Rotsen van Waulsort. |
oude appelboom met veel maretakken |
zaadpeulen van look-zonder-look |
Rhodiola in de Franse Vanoise |
Zijn adaptogenen antioxidanten? Ja en nee. Verrassend was dat uit onderzoek van Dr. Wiegant bleek dat adaptogenen milde pro-oxidanten zijn. In de normale fysiologie zijn vrije radicalen essentieel voor de regulering van allerlei celprocessen. Bij adaptogenen is er kennelijk iets anders aan de hand. Onder invloed van adaptogenen maakt het organisme op een bijzondere manier gebruik van milde oxidatieve schade geïnduceerd door het adaptogeen zelf. Een milde pro-oxidatieve stimulus daagt het organisme uit om weerstand te bieden tegen (oxidatieve) stressfactoren. Dit wordt gezien als een hormetisch effect, d.i. een positief effect waarbij een lage dosering van een toxische stof een levensverlengend effect heeft en leidt tot een toegenomen weerstand tegen het toxine.
Verse rozenwortel geoogst in de Franse Alpen |
De conclusie van het onderzoek is dat adaptogenen de weerstand tegen stressfactoren verhogen, het herstel stimuleren en de levensduur verlengen. Daarbij wordt het adaptogene effect getriggerd door de inductie van (milde) oxidatieve schade. Adaptogenen zijn daarom op te vatten als hormetische agentia, of zoals Wiegant het treffend definieert als ‘stress vaccins’.
Onderzoek van Dr. Fred Wiegant, verbonden aan het Departement Biologie van de Universiteit Utrecht, resultaten van zijn onderzoek naar het werkingsmechanisme van adaptogenen (2008)
Biogerontology. 2009 Feb;10(1):27-42. doi: 10.1007/s10522-008-9151-9. Epub 2008 Jun 7.Plant adaptogens increase lifespan and stress resistance in C. elegans. F A C Wiegant 1, S Surinova, E Ytsma, M Langelaar-Makkinje, G Wikman, J A Post
Jonge, zelf gezaaide rozenwortels |
Both adaptogen extracts were also able to increase stress resistance in C. elegans: against a relatively short heat shock (35 degrees C during 3 h) as well as chronic heat treatment at 26 degrees C. An increase against chronic oxidative stress conditions was observed in mev-1 mutants, and during exposure of the wild type nematode to paraquat (10 mM) or UV stress, be it less efficiently. Concerning the mode of action: both adaptogens induce translocation of the DAF-16 transcription factor from the cytoplasm into the nucleus, suggesting a reprogramming of transcriptional activities favoring the synthesis of proteins involved in stress resistance (such as the chaperone HSP-16) and longevity.
Based on these observations, it is suggested that adaptogens are experienced as mild stressors at the lifespan-enhancing concentrations and thereby induce increased stress resistance and a longer lifespan.
*translocatie zelfst.naamw. verplaatsing, overplaatsing [biochemie] verplaatsing van een DNA-segment van het ene chromosoom naar een ander (niet homoloog) chromosoom.
Ik leef en slaap tussen mijn nieuwe en oude kruidige boeken. Een boekbespreking dan maar.
Ter gelegenheid van het Europalia festival in 1993, gewijd aan Mexico had de Nationale Plantentuin een tentoonstelling opgezet en een cataloog uitgegeven over het etnobotanisch gebruik van planten in Mexico. Een mooi boek zoals dat hoort bij een tentoonstelling maar ook een boeiend en nuttig boek over de oorsprong en de geschiedenis van veel van onze granen, groenten en sierplanten. Denk maar aan de maïs, bonen, pepers en kalebassen maar ook dahlia's en Tagetes-soorten.
Mexico bezit één van de rijkste en meest gevarieerde flora's van de wereld. Bijna nergens spelen planten een zo belangrijke rol in het dagelijkse leven. Ongeveer 5.000 verschillende soorten worden op een of andere manier door de mens gebruikt. Van oudsher zijn planten een integraal deel van de Mexicaanse beschaving. Bij de kolonisatie waren de Spanjaarden diep onder de indruk van de rijkdom aan plantenkennis van de lokale bevolking, en ook voor de moderne, in planten geïnteresseerde bezoeker is de binding tussen de beschaving en de planten overweldigend.
Voor veel Europeanen is Mexico synoniem met een dor landschap, een landschap met cactussen. Aride en semi-aride vegetaties vormen ongeveer de helft van alle vegetatietypes. Mexico bezit ook vochtige tropen. Maar bovenal is er de binding met planten van zowel de oude als de moderne beschavingen. Dit boek is dus zeker geen botanisch naslagwerk, het laat in de eerste plaats toe die binding tussen mens en plant aan te voelen. En dat is natuurlijk iets waar herboristen bewust elke dag mee bezig zijn, maar waar iedereen, het volk onbewust bij betrokken is, al was het maar door te eten, te drinken of zich te kleden.
Plantentuin Meise
Bij de uitbouw van de tentoonstelling toen is er gebruik gemaakt van de rijke verzameling aan levende planten. In de kassen te Meise groeien er ongeveer 100 Agave-soorten (30 % van alle gekende soorten) en ongeveer 1.350 cactussoorten. Van de wilde bonen bezit de plantentuin de mondiaal erkende genenbank. Men bewaart er het genetisch materiaal voor een periode van minstens 100 jaar. Deze planten zijn natuurlijk ook nu nog te bezichtigen in de gemoderniseerde plantentuin.
Etnobotanie
Etnobotanie is meer dan een verzameling levende planten, het zijn voorwerpen, gebruiken, recepten, verhalen..., het is een cultuur, het is Mexico. De tentoonstelling en het boek zijn tot stand gekomen in samenwerking met de Botanische tuin van de Universiteit van Mexico DF (Jardin Botânico de la Universidad Nacional Autónoma de México) en in het bijzonder met de medewerking van zijn directeur, Robert Bye, diens echtgenote, Edelmira Linares en de Agaven-specialist Abisai Garcia.Mevrouw Klipper, germaniste geïnteresseerd in succulenten en mythologie, schreef een groot deel van de teksten in een voor het grote publiek toegankelijke maar toch deskundige stijl.
Een citaat over onze tomaat.
In het Engels, het Frans, het Nederlands, het Spaans heeft de tomaat haar Nahuatl-stam bewaard : daar heet ze resp. tomato, tomate, tomaat, tomate. Sinds 1554 noemen de Italianen haar pomodoro, gouden appel; de Duitsers gebruiken, naast het gewone Tomate ook de naam Paradeisapfel, paradijsappel; de Fransen hebben eveneens een tweede naam voor deze vrucht, nl. pomme d'amour, liefdesappel ! Inderdaad, de tomaat lijkt op een vuurrode appel; de benamingen oro, Paradeis en amour verwijzen naar de (echte of vermeende... ?) afrodisiakische bestanddelen.
Wat daar ook waar van weze, Spanje maakt reeds in de 16de eeuw allerlei tomatensauzen klaar, maar de rest van wantrouwige Europa schrikt terug van haar mysterieuze eigenschappen, « die wel eens des duivels kunnen zijn » en gebruikt haar enkel als sierplant. In Frankrijk bleef dit wantrouwen stand houden tot in 1760, en Duitsland hield het vol tot 1870. Opmerkelijk daarbij is dat de V.S.A., noordelijk buurland van Mexico, en uitvinders van de ketchup, geen verbouwingsdata kunnen aanwijzen vóór 1781, en geen verbruiksdata vóór 1812!
Planten voor het volk, een interessant boek ook voor ons, kruiden-volk.
Mucuna pruriens (L.) DC. (Fabaceae), een vlinderbloemige plant wordt in de ayurveda, de traditionele Indiase geneeskunst, al eeuwenlang gebruikt voor de behandeling van stoornissen in het centrale zenuwstelsel, waaronder de Ziekte van Parkinson. M. pruriens bevat naast een natuurlijke hoeveelheid *levodopa ook andere stoffen, die mogelijk zelf werkzaam zijn bij de ZvP dan wel het effect van levodopa versterken met minder bijwerkingen dan de reguliere medicamenteuze behandeling.
Mucuna pruriens wordt aangeboden in de vorm van gepoederd materiaal van de bonen of als extract. Producten waarin de witte bonenvariant van M. pruriens is verwerkt, bevatten 3,5-4,5% levodopa terwijl dit gehalte kan oplopen tot ongeveer 6.2 % naarmate de gebruikte bonenvarianten bruiner van kleur zijn.
De gepoederde doseringsvorm van de Mucuna-boon bevat alle werkzame componenten en wordt bijvoorbeeld door Zandu Pharmaceutical Works (India) onder gecertificeerde condities geproduceerd en onder de naam HP200 of Zandopa op de markt gebracht. Volgens informatie van de producent is HP200 gestandaardiseerd op een levodopagehalte van 3,3% (7,5 gram poeder bevat 250 mg levodopa). Het levodopagehalte geeft echter geen zekerheid over de hoeveelheid levodopa die wordt opgenomen uit HP200. Volgens de producent is 7,5 gram HP200 equivalent aan een combinatie van 50 mg levodopa en 12,5 mg van een decarboxylaseremmer (Sinemet 62,5 of Madopar 62,5). Hierover zijn echter niet voldoende onderzoeksgegevens beschikbaar.
Ook worden met organische oplosmiddelen extracten van de bonen gemaakt. De met ethanol / water (1:1) verkregen extracten bevatten relatief de grootste hoeveelheid levodopa en zijn, net als synthetisch levodopa in tabletten, gestandaardiseerd op het levodopagehalte.
Inhoudsstoffen in Mucuna pruriens
Behalve levodopa bevatten de bonen tetrahydro-isochinolinen, noradrenaline en misschien ook tryptaminederivaten zoals serotonine, die als neurotransmitters bij de overdracht van signalen binnen de hersenen betrokken zijn. Over het al of niet voorkomen van tryptamine afgeleide stoffen als serotonine zijn echter tegengestelde resultaten gepubliceerd. Andere belangrijke inhoudsstoffen zijn de antioxidanten Co-enzym Q10, de gereduceerde vorm van nicotine adenine dinucleotide (NADH), glutathion (GSH) en polyfenolen / ijzerchelatoren. Al deze antioxidanten vervullen een specifieke functie in de mitochondriale elektronentransportketen en de energieproductie in de mitochondriën.Mucuna pruriens heeft grote potentie in het bestrijden van de symptomen van de Ziekte van Parkinson en grijpt door aanwezigheid van andere belangrijke componenten in het poeder of de extracten op meer processen in dan de reguliere medicatie met alleen levodopa, dan wel dopamine-agonisten en enzymremmers van dopamine. Mucuna pruriens lijkt goed te worden verdragen en veilig in gebruik, ook op langere termijn. Dit vraagt echter nog nader onderzoek.
*De ziekte van Parkinson (ZvP)
is een zich geleidelijk aan ontwikkelende neurologische aandoening die wordt veroorzaakt door de afbraak van specifieke zenuwcellen in de hersenen. Met name de zwarte kern (substantia nigra) is aangedaan, waardoor er een tekort aan dopamine in het lichaam ontstaat met als gevolg verschijnselen als beven, spierstijfheid, problemen bij het lopen en bij de coördinatie. Er komen echter ook moeilijkheden op mentaal, emotioneel en cognitief gebied voor. Bestaande behandelingsstrategieën zijn oa gericht op symptoombestrijding met medicijnen door inname van synthetisch levodopa, dat in de hersenen wordt omgezet in dopamine,
Literatuur
Wandelen in de bergen bij Col du Lautaret. |
Onze organen staan niet los van elkaar: ze communiceren, voornamelijk via hormonen. Als de darmen voldoende voedsel bevatten, signaleren ze aan de hersenen dat er geen voedsel meer gezocht moet worden. En als de spieren bewegen, laten ze de andere organen weten dat ze energie aan het verbruiken zijn, zodat die zich daarop kunnen instellen.
Een mooi voorbeeld uit de dierenwereld is het manteldier, dat op een zeeanemoon lijkt. In de eerste levensfase zwemt het rond en heeft het een goed ontwikkeld zenuwstelsel, een soort van hersenen. Maar op een bepaald moment hechten die dieren zich aan een rots vast, waar ze de rest van hun leven blijven zitten. Zodra ze niet meer bewegen, krimpen hun ‘hersenen’, simpelweg omdat ze ze niet meer nodig hebben. Bij mensen is het niet anders: de spieren zetten de hersenen aan om alert te blijven, te verbeteren en te leren. Als oudere mensen een vegetatief bestaan beginnen te leiden, niet meer uit hun zetel komen en amper nog prikkels krijgen, takelen ze mentaal snel af en worden ze dement. Het hele verhaal kennen we nog niet, maar we beginnen nu te begrijpen dat de spieren ook andere organen onderhouden of verbeteren. Daarom heeft lichaamsbeweging op zoveel ziekten een effect. De gunstige invloed op hart- en vaatziekten – hoge bloeddruk, beroerten, hartinfarcten – was al langer bekend, maar we weten nu ook dat beweging bij de helft van de kankers een beschermend effect heeft.
Artrose en bewegen
Als je je spieren traint, krijg je minder snel artrose. De spieren omkapselen de gewrichten en fungeren als een natuurlijke brace. Niet het gebruik van je gewrichten zorgt voor problemen: mensen die een fysiek zware job hebben of veel aan sport doen hebben niet noodzakelijk last van hun gewrichten. Gewrichtsaandoeningen kunnen het gevolg zijn van een gebrek aan spieren. Als je die niet ontwikkelt, komt alle impact op het gewricht en de pezen terecht.
Wandelen op oneffen terrein
Lopen en wandelen doe je best op oneffen terrein. In een bos of op het strand moet je meer nadenken over waar je je voeten zet: zo wordt je geest geprikkeld. Een bijkomend voordeel is dat je lichaam meer wordt uitgedaagd. Op je rug zitten heel grote spieren, maar je hebt er ook heel kleine dicht bij de wervels. Het zijn die spiertjes die je lichaam in balans houden. Die train je niet door in de fitness aan toestellen te hangen, wel met een goede bosloop.”
Kruidenvakanties / Stages. 3 juli - 10 juli 2021 Franse Drome/ 10 juli - 17 juli 2021 Alpen. https://sites.google.com/site/kruidwis/
Kaardenbol wordt hedendaags vooral toegepast bij de behandeling van de ziekte van Lyme.
Borrelia, de Lyme bacterie, is een spirochete bacterie dit wil zeggen dat het lichaam spiraalvormig is en ontworpen voor het boren in weefsel zoals gewrichten, organen, en zelfs bot. Terwijl ze begraven zitten in het weefsel van ons lichaam, zijn de spirocheten slim verborgen en buiten het bereik van o.a. antibiotica en het immuunsysteem. Kaardenbol beschikt mogelijk over de capaciteit om de spirocheten te vinden en ze de bloedbaan in te sturen, waar andere medicijnen ze vervolgens kunnen aanvallen en verzwakken of uitroeien.
Toepassing van kaardenbol als Lymekuur
Kaardenbol kan effectief zijn bij alle soorten Lyme en ook tegen co-infecties. Ook bij aandoeningen die op een Lyme infectie gelijken. Nodig is een tinctuur (30% alcohol), gemaakt van verse wortels die geoogst worden aan het eind van het eerste groeiseizoen. Als de wortels niet geoogst worden na het eerste groeiseizoen maar doorgroeien dan verliest de Kaardenbol haar kracht. In een vroeg infectiestadium kan Kaardebol toegepast worden als een kuur van 40 dagen, aan te vullen met veel drinken, ontzurings- en ontgiftings- middelen en orgaan- ondersteuning.
Gebruik
Startkuur van 6 weken: start met één druppel in de ochtend en één druppel in de middag. Op dag twee komt er één druppel 's avonds bij. Dag drie 2 x daags 2 druppels, dag vier 2 x daags 3 druppels, dag vijf 2 x daags 4 druppels en dag zes 2 x daags 5 druppels. Daarna 3 x daags 5 druppels. Drink 2 liter zuiver water en/of zuivere kruiden thee bijvoorbeeld brandnetelthee, echt guldenroede of vlierbloesem.
Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/dipsacus-kaardebol
De kat vond ik niet zo direct maar wel wat uitgebloeide kliswortelplanten. De hakerige zaadbollen hingen er nog volop aan, klaar om in de vacht van honden, katten en everzwijnen mee te reizen naar andere oorden. Doelloos mee reizen naar andere oorden, dat zou ik nu ook wel willen. In afwachting hang ik mezelf maar vol met klisklitten.
Deze zaden werden vroeger zelfs als kinderspel gebruikt. Als ik de plant een zekere intelligentie mag toedichten, zou je kunnen zeggen dat de klis er voor gezorgd heeft dat kinderen zich met zijn zaden kunnen amuseren, waardoor de plant zich gemakkelijker kan voortplanten. Al zal hij in onze tijd wel nieuwe trucjes moeten verzinnen om in leven te blijven. Ten andere de klis is de uitvinder van de industriële klittenband, denk maar aan onze moderne sportkleding en schoenen met klittenband. Patent heeft de plant er niet op gekregen en beroemd is hij er ook niet van geworden.
Mogelijk is zijn gebruik als middel voor het haar ook een vorm van signatuurleer. Zaden die zo sterk in het haar hechten, moesten wel goed (of slecht) zijn voor het haar. Vroeger werd de wortel op brandewijn getrokken om als haargroeimiddel te worden gebruikt. Bakker (1928) schrijft dat dit gebruik in Waterland nog in zwang was. Bij kappers kon men nog preparaten, gemaakt van kliswortel, aantreffen. Dat dit een zeer oud middel is, kunnen we opmaken uit de geschriften van Plinius, uit het begin van onze jaartelling, die Lappa reeds roemt voor bovengenoemd doel. Ook Dioscorides kende de plant en schrijft, dat zij inwendig gebruikt kon worden bij bloedspuwen en longzweren en uitwendig bij peesverrekkingen. Slaat men de Pharmacopeea van 1805 op, dan komt de plant daarin nog voor.
De naam waaronder de wortel in de apotheek bekend stond was Radix Bardanae; de naam Bardanae wil men verklaren als zijnde van Italiaanse oorsprong, omdat de volksnaam bardana luidt. Dit woord is af te leiden van ‘barda’, de naam voor paardendeken, vanwege de grote onderste bladeren. Of deze uitleg de juiste is, valt te betwijfelen. In Frankrijk kent men de plant onder meer als Bardane officinale. In oude glossaria uit de elfde eeuw komt de Klit reeds als bardona voor. Volgens Niessen zou deze naam van Keltische oorsprong zijn. In de Capitulare de villis van ca. 795, komen we de naam parduna tegen en men neemt aan dat deze naam de Klis betreft.
En ja onze grijze 'kleine' is gelukkig van zichzelf terug gekomen en zonder klisbollen in zijn pluizig haar.
Lees ook https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/35962-in-de-naam-van-klis.html en https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/84800-grote-klis-geschiedenis-van-een-kruid.html
Veldsla, sla van het veld. Valerianella locusta is nu de officiële naam Deze plant heeft vroeger de wetenschappelijke naam Valerianella olitoria (L.) Pollich gedragen, waarin olitoria afgeleid is van olus, d.i. groente, want veldsla is niet alleen een wilde plant, maar wordt ook gekweekt. De bladeren van de gekweekte variëteiten zijn wel wat groter maar ze kunnen allebei als sla gegeten worden, vandaar de sla-naam. Valerianella betekent klein valeriaantje, heeft mogelijk ook de rustgevende werking van de grote valeriaan. Ook die werking zou op dit moment mij en de rest van de wereld kunnen helpen.
En van een melancholische bui maar weer overschakelen naar het rationele houvast van wetenschappelijk onderzoek. Moet kunnen en is zelfs noodzakelijk, D. tenuifolia and V. locusta, two greens, were analyzed for active compounds and antitumor actions on colorectal cancer cells............V. locusta inhibited HT-29 cancer cells viability more efficiently than D. tenuiofolia, but induced less cytotoxicity. This work highlights the importance of functional foods for colorectal cancer prevention. Plant Foods Hum Nutr. Phytochemical Composition and Antitumor Activities of New Salad Greens: Rucola (Diplotaxis tenuifolia) and Corn Salad (Valerianella locusta)
De gevlekte bladeren van longkruid (Pulmonaria officinalis L.) worden vaak als voorbeeld gebruikt voor de signatuurleer. De geslachtsnaam Pulmonaria is afgeleid van het Latijnse woord ‘pulmo’ dat long betekent. De Nederlandse naam geeft ook aan dat het een kruid is dat gebruikt werd bij longproblemen. De karakteristieke vlekjes op de bladeren zouden verwijzen naar de aantasting van de longen als gevolg van tbc of een andere longaandoening. Ook de kleuromslag van de bloem na de bevruchting (van rood naar blauw als gevolg van een pH-omslag) wordt door sommigen als een teken opgevat. Longkruid wordt nog steeds toegepast in een aantal fytotherapeutische preparaten en werkt verzachtend, slijmoplossend en hoestremmend, onder meer omdat het slijmstoffen bevat.
Spijtig genoeg bevat de plant ook pyrrolizidine-alkaloiden, stoffen die lang en veel ingenomen de levercellen kunnen beschadigen. Dus toch maar voorzichtig zijn. Voor longen en luchtwegen hebben we ten andere genoeg andere goede planten. Denk maar aan tijm. echte salie en kaasjeskruiden.
De rozenbottels van hondsroos en andere rozensoorten Rosa rubiginosa en Rosa rugosa zijn bijzonder rijk aan vitamine C (420-900 mg per 100 gram); het gehalte aan vitamine C in rozenbottels is maar liefst zes keer hoger dan in sinaasappels. Rozenbottel bevat koolhydraten en (essentiële) vetzuren (met name alfalinoleenzuur en linolzuur), vitamine E, foliumzuur (400-600 mcg per 100 gram gedroogde rozenbottels), mineralen (magnesium, kalium, ijzer, mangaan, zink, koper, calcium, chroom), fruitzuren, tanninen (looistoffen), pectine, aminozuren en wat etherische olie.
Het laten trekken van rozenbottelthee gedurende tien minuten levert een mineraalrijke drank op. Verder is rozenbottel verrassend rijk aan lycopeen, een krachtige antioxidant en vrije radicalenvanger (13-35 mg per 100 gram). Rozenbottel is naast rode grapefruit, abrikozen, watermeloen en papaja een goede bron van lycopeen voor mensen die geen tomaten verdragen. Rozenbottels hebben een beduidend hoger gehalte aan polyfenolen dan bramen, bosbessen, aardbeien en frambozen. Polyfenolen (waaronder flavonoïden, anthocyaninen en carotenoïden) bezitten uiteenlopende biochemische activiteiten, waaronder antioxidant-, anti-kanker en ontstekingsremmende effecten.Traditioneel gebruik van rozenbottel
Rozenbottels worden van oudsher in landen als Turkije veelvuldig door de bevolking geplukt en gebruikt als voedingsmiddel (marmelade, jam, moes, siroop, sap, thee); daarnaast worden rozenbottels ingezet voor medicinale doeleinden. Rozenbottel staat bekend als een probaat middel om de weerstand tegen infecties zoals verkoudheid te verhogen. De vruchten, bladeren en wortels van de hondsroos worden in Turkije gekookt in water; het aftreksel wordt toegepast als diureticum. De thee van rozenbottel heeft een milde laxerende en diuretische werking. Rozenbottel is in de (Europese) kruidengeneeskunde ook bekend als middel tegen jicht, reuma, astma, bronchitis, diabetes en urineweginfecties.
De vette olie van rozenbottelzaden wordt toegepast in huidverzorgingsproducten (ter bescherming tegen huidveroudering) en wordt daarnaast gebruikt om de wondheling te bevorderen, littekenvorming tegen te gaan en klachten van (atopisch) eczeem, psoriasis, dermatitis, acne, zweren en cheilitis (ontstoken lippen) tegen te gaan.
Wat geschiedenis
Ook in het verleden was deze stekelige struik met zijn rode vruchten al bekend. Dodonaeus beschrijft verschillenden soorten tamme en wilde rozen. 'Tvijfste gheslacht es ghenaempt in Griecx Cynorhodon, In Latijn Rosa canina, en Rosa sylvestris, In Hoochduytsch Wilder Rosen en Heydrosen/ In Neerduytsch Wilde Roosen/ In Franchois Roses saulvages. Toch adviseert hij vooral het gebruik van de bloemen, de bottels 'inghenomen stoppen den loop des buycx ende diesghelijcx oock alle bloetganck'.
Medicinale confituur
De hele rozebottels (dus ook met zaden) met gelijke gewichtsdelen suiker zachtjes 10 minuten laten koken, pletten, 24 uur koel wegzetten en daarna nog even opkoken en heet overgieten in kleine potjes. Dosering 3x daags een koffielepel preventief bij griep, nabehandeling verkoudheid, griep of bij reuma (kuurmatig)
Enkele onderzoeken
Rein E, Kharazmi A, Winther K. A herbal remedy, Hyben Vital (stand. powder of a subspecies of Rosa canina fruits), reduces pain and improves general wellbeing in patients with osteoarthritis—a double-blind, placebo-controlled, randomised trial. Phytomedicine. 2004;11(5):383-91.
Winther K, Apel K, Thamsborg G. A powder made from seeds and shells of a rose-hip subspecies (Rosa canina) reduces symptoms of knee and hip osteoarthritis: a randomized, double-blind, placebo-controlled clinical trial. Scand J Rheumatol. 2005;34(4):302-308.
Meer info: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/rosa-canina
Wetenschappelijk onderzoek
[1] Durg S. et al. Withania somnifera (Indian ginseng) in male infertility: An evidence-based systematic review and meta-analysis. Phytomed. 2018;50:247-256. [2] Oliff HS. Re: Systematic review shows promising but insufficiently robust evidence for benefits of Ashwagandha in male infertility. American Botanical Council 2019.
Teelt van Withania
Ashwaganda, een kruid uit de vreemde, maar dat in Europa toch goed te telen is. Dus hier wat teeltadviezen. De zaden van de overblijvende Withania somnifera kunnen het best gezzaaid worden in zanderige klei of andere grondsoorten met een goede drainage. De plant wordt in Azië vlak na de eerste moessonregens gezaaid, geef de zaden dus in het begin goed water. Pas echter op voor rot, laat de grond tussen het water geven door eerst volledig opdrogen. Het duurt wel ongeveer 3 weken voor de zaden ontkiemen, maar we kunnen op een voedselrijke grond het eerste jaar al wortels oogsten. Van deze wortels kun je dan een klassieke tinctuur maken.
Lees https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/60484-ashwaganda-kruid-voor-paardenkracht.html
Schisandra (Schisandra chinensis; peperbes of vijfsmakenbes) is een kruid dat vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw uitgebreid is onderzocht in Rusland. Het oefent mogelijk effect uit op het centrale en sympathische zenuwstelsel, en op het endocriene, immuun-, respiratoire, cardiovasculaire en gastro-intestinale systeem. Onderzoek bij sportpaarden toonde aan de dieren die een schisandra-preparaat hadden gekregen sneller herstelden van inspanning, een lagere hartslag hadden en lagere lactaatwaarden in hun bloed hadden. Paarden die slecht presteerden en verhoogde enzymwaarden in hun bloed hadden, gingen beter presteren na 14 dagen gebruik van een schisandraextract. Ook verbeterden hun bloedwaarden.
In China wordt de plant ook wu wei zi genaamd. Dit betekent 5 smaken vrucht. De schil smaakt zoet, het vruchtvlees licht zurig, de zaden bitter tot wrang en het binnenste gedeelte van de zaden zout.
De Schisandra chinensis is een winterharde klimplant en kan zonder snoeien wel meer dan 6 meter hoog worden. In het voorjaar rond mei verschijnen witgele tot roze stervormige bloemen. De planten moeten ongeveer 4 jaar oud zijn voor de eerste bloei. In de loop van de zomer verschijnen er in eerste instantie witte bessen in langwerpig trossen. De bessen hebben een doorsnede van 5 tot 8 mm en indien rijp rood gekleurd aan het einde van de zomer. Deze bessen kunnen vers gegeten worden. Maar indien u teveel heeft is het drogen van de bessen een prima optie om ze later te verwerken in de thee of frisdrank.
Mijn Schisandraplant in Bretagne kan gemakkelijk zonder mij overleven. Of moet ik ooit toch eens terug gaan om te kijken hoe ze het stellen? Of moet ik ooit toch eens terug gaan om te kijken hoe ik het stel?
Zie ook https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6412213/
Dan maar een nuchter artikel over de geneeskrachtvan deze stoere plant. Petasites Groot hoefblad (Petasites hybridus (L.) G.Gaertn., B.Mey. & Scherb.; Asteraceae) is waarschijnlijk een van de bekendste planten waarvan de werking bij allergische rhinitis wetenschappelijk is bevestigd. Bekende synoniemen van P. hybridus zijn Tussilago hybrida L. of T. petasites L. Extracten van zowel rizoom en wortels als van de bladeren worden al eeuwenlang gebruikt, onder andere bij hoest, astma, spasmen in gladde spieren en hoofdpijn.
De belangrijkste werkzame stoffen zijn de sesquiterpenen petasin, isopetasin en neopetasin. Petasites bevat echter ook levertoxische pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s). Het gehalte van deze alkaloïden is in de bladeren tienmaal lager dan in de wortels. Door middel van superkritische CO2 -extractiemethoden kunnen extracten verkregen worden die vrij zijn van PA’s.
Het anti-allergische effect van petasinen is voor een deel terug te voeren op een antihistamine-activiteit en op een ontstekingsremmende activiteit. Het Petasites-extract verhindert de calciuminflux in geactiveerde mestcellen, wat zorgt voor blokkering van degranulatie (afbraak) van deze mestcellen (remming van de histaminevrijzetting). Remming van de vorming van leukotriënen (cysteïnyl-leukotrieen en leukotrieen B4) in immuuncellen zorgt voor de anti-inflammatoire werking.
Klinische studies naar Ze 339 Petasites-extract
Een gestandaardiseerd en gepatenteerd CO2 -extract van de bladeren van Petasites hybridus (Ze 339) is in 2003 in Zwitserland op de markt gekomen als geregistreerd receptgeneesmiddel met als indicatie de behandeling van intermitterende allergische rhinitis en daaraan gerelateerde symptomen van neus, oog en keel. De effectiviteit en kortetermijnveiligheid van dit extract is in meerdere, kortdurende studies van twee weken aangetoond door de fabrikant, vergeleken met een placebo ofmet een positieve controle met antihistaminica. Allergische rhinitis bij de proefpersonen werd bevestigd met een huidpriktest, soms aangevuld met een bepaling van specifieke IgE-antistoffen. De werking van het extract is lokaal (op de plaats van ontsteking) en niet perifeer en is werkzaam in de vroege en de late fase van de allergische reactie. Een dosis (tablet) bevat 20-40 mg extract overeenkomend met 8 mg petasin. Naast petasinen (20,3%), bevat het extract onder andere vetzuren (40,2%), aromatische componenten (7%) en fytosterolen (1,2%).
Een studie waarin twee verschillende doses Ze 339-extract werden vergeleken met een placebo toonde dat de effectiviteit dosisafhankelijk is. De studie werd uitgevoerd onder 186 personen met bevestigde intermitterende allergische rhinitis. In de groep die 2 weken lang 3 tabletten per dag kreeg (24 mg petasin), trad bij 91% een verbetering van de totale symptomen op en in de groep die 2 tabletten per dag kreeg (16 mg petasin) gebeurde dat bij 71%.
Eerder al werden positieve effecten gemeten in een verkennende studie met 6 proefpersonen met allergische rhinitis. Gebruik van 6 tabletten per dag gaf binnen 5 dagen een sterke afname van de concentraties van ontstekingsmediatoren (cysteïnylleukotrieen, leukotrieen B4) en van histamine in het neusvocht. Rhinomanometrie, een methode waarbij het functioneren van de neus wordt gemeten, toonde een sterke verbetering in de symptomen van een verstopte neus.
Meer info over hoefblad.https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad
Een bijzondere notenboom in het Franse dorpje #Bellegarde-en-Diois |
Net uit quarantaine. Mijn eerste wandeling. Ik dwaal wat rond bij de stoere kerk van Hastiere. De abbatiale. Herfstkleuren in de zon. Stoere plataan- en kastanjebladeren vallen botweg naar beneden, frivole beukenbladeren hangen nog luchtig licht te geven. Zonder blad in hun struiken vallen de blote mispels en de blauwe sleedoornbessen nog meer op.
Met onze rare schatten vervolgen we onze weg, de verweerde trap af richting beek van Bonsoy en richting Maas.
Over boerenwormkruid https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41118-boerenwormkruid-of-reinvaren.html
Over Japanse duizendknoop https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/fallopia-duizendknoop-japanse
Heb je speenkruidknolletjes voor mij? Ik kan me nog levendig herinneren, dat een wat oudere mevrouw mij jaren geleden die vraag stelde. Ik de tuin in en fier terug komen met die kleine witte knolletjes van het echt speenkruid, Ficaria verna, maar die moest mevrouw helemaal niet hebben. Het waren veel grotere bruine knollen die zij nodig had en toen besefte ik dat zij 'het groot Speencruydt' van Dodoens zocht, met de Nederlandse naam Helmkruid en de Latijnse naam Scrophularia nodosa.
Weer zo'n vreemde, vergeten plant. Helmkruid, Speenkruid. Scrophularia nodosa. Ooit gebruikt tegen scrofuleuze gezwellen en tegen andere uitstulpingen des lichaams, aambeien, lymfeklieren. Een typische vorm van signatuurleer, je kan aan het uiterlijk van de plant zien waar hij goed of slecht voor is. De wortels zijn knobbelig, en daaruit is dan ook de officiële naam 'nodosa', knopig ontstaan en mogelijk ook 'scrofuleus', klierachtig. De plant was een specifiek kruid voor het scrofuleuze type , mensen met aanleg voor opgezette lymfeklieren.Dodonaeus over Helm cruyt
Ook Dodoens vermelde dezelfde werkingen. Die bladeren/ stelen/ saet/ wortelen/ en sap van dat oprecht Helm cruyt verteeren ende doen verdwijnen alderleye gheswel/ en herde clieren/ alsmense met eedick (azijn) menghelt/ ende daer twee daghen lauwachtich op gheleyt. Die bladeren ghestooten/ zijn goet gheleyt op vervuylde en voorts etende sweringhen ende tot den kanker met sout ghemenght en daer op gheleyt. Tsap van desen cruyde verdrijft die roose in daensicht alsmen dat daer mede wascht. Die wortel inghenomen verdroocht ende gheneest die speenen: Dijsghelijck doet zy oock ghestooten/ en van buyten daer op gheleyt.
Zeugwortel of Sint Anthoniusknollen
Hildegard von Bingen noemde de plant 'Sauwurz', Zeugwortel. In Nederland werden ze Sogewortel, of Zoeghewortel genoemd. De knollen zouden als voedsel voor varkens gebruikt zijn, vooral ook om klierziektes bij die beesten te genezen. Omdat Sint Antonius de patroon van de varkens was en is, werd Helmkruid ook wel Sint Antoniusknol genoemd.
Helmkruid
De Nederlandse naam helmkruid verwijst naar de kleine, bruine bloemen die de vorm van een pompiershelm zouden hebben. Andere oudere Nederlandse namen, zoals Speenkruid, verwijzen eerder naar de medicinale werking, naar zijn gebruik tegen aambeien. In sommige streken noemde men het zelfs aambeiwortel, net zoals in Frankrijk 'herbe aux hémorroïdes', alhoewel hier dezelfde vergissing ontstond als bij mij aan de voordeur. Herbe aux hémorroïdes is het echte speenkruid Ficaria verna.In Nederland bij Brummen zou het rond 1929 nog verbouwd geweest zijn als medicijn tegen kanker. Vandaar de naam kankerbloem, alhoewel deze naam vooral ook aan de goudsbloem gegeven werd.
Dr. Leclerc
Dr. Leclerc en vele anderen schrijven het ook een bloedsuikerverlagende werking toe. Verder is er in Helmkruid ook de anti-inflammatoire stof harpagoside gevonden, waar Duivelsklauw (Harpagophytum) zijn werking bij artrose aan te danken heeft. Bijzonder is ook dat het flavonoïde diosmine voor het eerst en al in 1925 in deze plant gevonden werd en dat deze stof nu ook verwerkt wordt in preparaten voor het veneuze vaatstelsel, tegen spataderen en aambeien. Dus de kwalen waar juist Helmkruid in de volksgeneeskunde voor gebruikt word. Diosmine heeft net zoals harpagoside ook een ant-inflammatoire werking.
Toekomst voor Helmkruid
Ondanks dit alles wordt Knopig helmkruid ook nu nog weinig medicinaal gebruikt. Het lijkt me dan ook nuttig dat we deze plant wat beter gaan onderzoeken. Het is mogelijk dat Scrofularia nodosa
Groot hoefblad werd door Dodonaeus pestilentiekruid genoemd, in zijn Cruydeboeck van 1554 schreef hij, Pestilentie wortel (Dockebladeren): Pestilentie wortel heeft groote ronde bladeren die ierst den Hoefbladeren ghelijck zijn ende daer naer zoo groot worden dat men met een blat een cleyn ront tafelken bedecken mach/ ende zijn op die een zijde schoon gruen/ en op die andere witachtich van coluere.
Dokkebladeren
De naam Dokkebladeren bij Dodoens is ook nu nog soms in gebruik en duidde dikwijls op allerlei planten met grove, grote bladeren. Dokken zou dan van duiken komen, planten die vochtig groeien of in het water duiken. Onze dokkebladeren zijn inderdaad kopje onder gegaan. De naam 'dokkebladeren' is mogelijk overgenomen is uit het Engelse Butter dock, een bewaarplaats voor boter. Ook bij ons wordt wel vermeld dat de grote bladeren gebruikt werden om boter in te verpakken of fris te houden. En ik moet zeggen dat ikzelf het blad vroeger ook wel omgekeerd op mijn hoofd plaatste als een soort zonnehoed. Al wil ik mijn kop niet vergelijken met een pakje boter.natte zaden met slijmstoffen |
rijpe zaden in omhulsel |
Plukken is gemakkelijk maar om daarna de zaden uit hun omhulsel te krijgen en uit te zeven is een quasi onmogelijke taak. Gelukkig kan ik het slijm er uit krijgen zonder het kaf van het weegbreekoren te scheiden.
Weegbreezaad kan gebruikt worden ter vervanging van vlozaad. Licht laxerend en in het algemeen goed voor darm en slijmvliezen. Verder blijkt uit onderzoek dat het zaad net zoals andere slijmstofplanten een regulerende werking hebben op de suikerstofwisseling en daardoor bij ouderdomsdiabetes interessant kunnen zijn en er is nog meer, in een fertiliteitsstudie bij ratten bleek een waterig extract invloed te hebben op de spermaconcentratie.
New Kreuterbuch, Matthiolus, 1563 |
Een onderzoek met weegbreezaad
Plantago major extract has been traditionally used for treating diabetes and to increase male fertility. This study was conducted to verify its efficacy. The hypoglycaemic property of P. major aqueous leaf extract was determined by oral administration of four treatment doses (l00, 200, 400 and 600 mg/kg body weight). Saline and glibenclamide were used as controls. Glucose Tolerance Test was done at -10, 0, 5, 15, 30, 60, 90, 120 and 180 minutes and the plasma glucose concentration was determined by the glucose oxidase assay. The study showed that only the 600 mg/kg dose had a significant effect in reducing blood glucose level in diabetic rats. However, the effect of the aqueous extracts was less pronounced compared to glibenclamide.
In the fertility study, an aqueous extract from P. major seeds was given orally to rats at 30, 60, 100 and 200 mg/kg body weight respectively. The effect of each dose on vas deferens sperm concentrations after 20 days of treatment was determined. Analysis of the data showed significant increases in sperm concentrations in the 60, 100 and 200 mg/kg body weight groups. However, the trend in increased testosterone levels from day 8 to 14 in the 60 and 200 mg/kg groups was insignificant, suggestive of otherfactors, possibly antiestrogens in the seed extract contributing to the spermatogenic effect. The studies suggest that aqueous extract from P. major could contain chemicals for treating diabetes mellitus and male infertility problems.
Medicinal Properties of Plantago major : Hypoglycaemic and Male Fertility Studies January 2000Pertanika Journal of Tropical Agricultural Science 23(1):29-35