In mijn huisje met diep onder mij glinsterend zicht op de Maasvallei, zittend aan tafel met Googlebook en klein krols (nu slapend) katje naast mij, snuffel ik in oude kruidenboeken op zoek naar vreemde, idiote maar mogelijk ook meesterlijke recepten tegen oude en nieuwe kwalen van de mensheid.
Om mey dranck te maken
Neemt viij hantvollen alseme (alsem). vi hantvolle grisse (duivekervel) / ende rute (wijnruit) / aueronde (citroenkruid) / matere (moederkruid)
/ cattecruyt (kattekruid) . confiele de greyn (citroenmelisse) / Reynvaen (boerewormkruid) . persebladeren (perzikbladeren) van elcxs een hantvolle ende blutzet altesamen dan soe siedet op derdendel inne in wey van caese ghemaecht oft met bière.
Idem potus latine Recipe Absinthij Mtanipulos] viij fumi terre Mtanipulos] vj abrothani matricarie / nepite / meilisse / tanaceti / rute / foliorum persicorum / ana M[anipulum] j fiat hor decoctio in sero casei : Tegen hoest van cauder naturen oft verborghen couden oft van vervroren winden
Middelnederlandse medische recepten handschrift van de Kartuize te Leuven gekopieerd begin 16de eeuw.
De 95 rubrieken bestaan voor het grootste gedeelte uit voorschriften voor de bereiding van eenvoudige toedieningsvormen (afkooksels in water of wijn) van de meest gebruikelijke en gemakkelijk te verkrijgen simplicia. Voor een twintigtal simplicia wordt geen voorschrift voor een bereiding gegeven en wordt alleen het therapeutisch gebruik vermeld.
De therapeutische indicaties van de recepten zijn deze voor de alledaagse kwalen.
Dit wijst erop dat de voorschriften bestemd zijn voor een eenvoudige huisapotheek zoals men die in een klooster kon aantreffen en waar geen apotheker aanwezig was voor de bereiding van meer gecompliceerde bereidingen.
De kopiist heeft een selectie van simplicia en bereidingen samengebracht uit verschillende
bronnen en ze op basis van hun therapeutische indicatie enigszins gerangschikt.
Remedie tegen alrehande ghebreken der magen
[2] Item dille ghesoden in wijn stercket de mage ende hersenen
[3] Item santorie genvt verteert die quade humoren vuyter magen
[4] Item een coude mage Neemt Cubeben oft dat puluer daer af ghe soden met wyne ende drincke van die
[51 Item Caneel genvt stercket die mage
[6] Item sofferaen es goet den vercouden magen
[7] Item neemt tarwen zeemelen met goeden renschen wijne lange ghesoden ende daer in eenen vullen doeck nat ghemaect ende alsoe weerm opten erop vander magen gheleet
[8] Item Camijn ghenvt in spijse en drancke stercket den mage in verduyngen
[9] Ad idem Comijn ghesoden in wijnne myt venkel sade sterket die sericheyt vanden
magen ende suuerten.
Oude namen van planten
|
Plantago major |
Abrotanum (43) : Artemisia abrotanum L. = Citroenkruid BM 117.
Alseme (43), Alsene (1) : Artemisia absinthium L. = Alsem BM 264.
Anijs (20) : Pimpinella anisumL. = Anijs BM 265.
Aqua petrosa oft calamenta (34) : gedestilleerd water van Calamintha menthifolia
Host. = Bergsteentijm, op de bergen groeiend vandaar ook petrosa H 259-
Aqua saxifera (40) : gedestilleerd water van Pimpinella saxifraga L. = Kleine pimpernel
Cl 318, BM 298.
Arnoglossa (70) : zie Wegebrede.
Averonde (43) : zie Abrotanum.
Berchpley (25) : Thymus serpy>llum L. = Wilde tijm BM 291.
Beuenellen (40) : Pimpinella saxifraga L. = Kleine pimpernel Cl 318.
Beuersyn (30) : Castoreum = Bevergeil G 311.
Camille (74) : Matricaria recutita L. = Echte kamille Cl 320.
Caneel (5, 32, 6l) : Cinnamomum verum J.S. Presl of een andere soort = kaneel
BM 278.
Cattecruyt (43) : Nepeta cataria L. = Kattekruid NB 205, BM 285.
Centaurea (73, 75) : zie Santorie.
Co(a)myn (8, 9, 20, 48, 76, 77) : Cuminum cyminum L. = Komijn BM 280.
Confiele de greyn (43) : Melissa officinalis L. = Citroenmelisse. In het recept 43 in
het Latijn vertaald als «mellisse» HP 183-
Cubeben (4) : PipercubebaL. = Staartpeper BM 281.
Custuca (72) = Cuscuta : Cuscuta epilinum Weihe = Vlaswarkruid BM 269-
Dille(n) (2,45) : Anethum graveolens L. = Dille BM 269-
Distele (10, 57, 58) : Daucus carota L. = Wilde peen BM 269.
Driakelen (1) : Triakel, Theriaca.
Endiuie (78) : Cichorium endiviaL. = Andijvie BM 271.
Epatica (79) : zie Leuercruyt.
Eppe (71) : Apium graveolens 1. = Selderie BM 271.
Esschen boem (11) : Fraxinus excelsior L. = Es BM 271.
Fiolen (86) : zie Violen.
Fumus terre (12, 43) : Fumaria officinalis L. = Duivenkervel H 307, BM 270.
Galanga (82) : zie Galigaen.
Galigaen (13, 82) : Alpinia officinarum Hance = Galanga BM 273-
Goutwort (47) : Chelidonium majus L. = Stinkende gouwe BM 295.
Grisse (43) : Fumaria officinalis L. = Duivenkervel, grisecom in H 307.
Klissien hout (54) : Glycyrrhiza glabra L. = Zoethout NB 178.
Lauwer boem (15) : Laurus nobilisL. = Laurier BM 265.
Le(e)uercruyt (79, 80) : Marchantia polymorpha L. = Steenlevermos Cl 333-
Matere (43, 63) : Chrysanthemumparthenium Bemh. : Moederkruid HP 15-
Matricarie (43) : vertaling in Latijn van Matere in recept 43.
Mellisse (43) : Melissa officinalis L. = Citroenmelisse HP 183.
Me(y)nte (16, 17, 18, 60) : een Menthasoort BM 285.
Musscaten (18, 20) : Myristica fragrans Houtt. = Nootmuskaat BM 288.
Nepite (43) : zie Cattecruyt.
Papelbladeren (59) : Malva silvestrisL. = Groot kaasjeskruid BM 289-
Peperraep (49) : Raphanus sativus L. = Radijs BM 290.
Persebladeren (43) : Prunuspersica (L.) Stokes = Perzik.
Pley (22, 23, 52) : Menthapulegium L. = Polei H 393-
Portseleinen (37) : Portulaca oleracea L. = Tuinpostelein H 412.
Quinque folium (56) : Potentilla reptansL. = Vijfvingerkruid H 422.
Rebarbe(n) (80, 91, 92, 93) : een Rheumsoort = rabarber BM 294.
Reynvaen (43) : Tanacetum vulgare 1. = Boerenwormkruid H 478.
Rose mareynen, rosen marinen (42, 44, 68, 69) : Rosmarinus officinalis L. = Rozemarijn
Ruyt(e), Rute (1, 30, 43, 88, 89, 90) : Ruta graveolens L. = Wijnruit BM 294.
Salige (62) : Salvia officinalis L. = Salie BM 296.
San(c)torie (3, 35, 75) : Centaurium erythraea Rafn. = Duizendguldenkruid H 23.
Scarleyen (92) : Lactuca serriola L. = Kompassla BM 295.
Seduwae(i)r (32, 33) : Curcuma zedoaria Roxb. = Wilde gember BM 296.
Serpentine (31, 54) : Thymus serpyHum L. = Wilde tijm BM 297.
Syndon water (35) : water destillatie van Cydonia oblonga Mill. kweepeer.
Sofferaen (6) : Crocus sativus L. = Saffraan BM 294.
Sporien (36) : Euphorbia lathyrisL. = Springkruid H 251.
Steenbreke (10) : Pimpinella saxifraga L. = Kleine pimpernel CI 318, BM 298.
Sukerei (39) : Cichorium intybus L. = Cichorei BM 301.
Trifera saracenica (92) : bereiding uit het Antidotarium Nicolai.
Venckel (27), Vinckel (69), Venkelsade (9) : Foeniculum. vulgare Mill. = Venkel H
Violen (83), Fiolen (86) : Viola odorata L., V. tricolore. = Viooltjes BM 301?
Vlier (94, 95) : Sambucus nigra L. H 445.
Wegebrede (70) : Plantago major L. = Grote weegbree BM 268.
Wijt alsene (1) : Artemisia absintbium L. = Alsem HD lr°.
Ysope (14, 41, 50) : Hyssopus officinalis L. = Hysop BM 277.
Zeduwair (6l) : zie Seduwaer.