- ACONITUM LYCOCTONUM VULPARIA / MONNIKSKAP, GELE Zeer zeldzaam en zeer giftig, zoals het een monnikskap betaamd. Groot glanzend blad en een hoge bloei. Houdt van een vochtige, redelijk voedselrijke grond in de halfschaduw. Zaaien aug-okt of voorjaar met koudebehandeling. Koudekiemer. Kouder dan -5°Celcius.
- ACONITUM NAPELLUS /MONNIKSKAP, BLAUWE*
- ACTAEA RACEMOSA / CIMICIFUGA sp. / ZILVERKAARS*
- ALCHEMILLA VULGARIS (XANTOCHLORA) /VROUWENMANTEL, GEELGROENE* Deze lage tot middelhoge vrouwenmantel is lichtgroen en heeft de typische oplichtende geelgroene bloemetjes die vrouwenmantels eigen zijn. De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust. Hoe lang zo´n periode moet zijn is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5 °C verlengen de periode omdat dan het proces stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.
- ALLIUM URSINUM /DASLOOK*
- ANGELICA ARCHANGELICA / ENGELWORTEL, GROTE*
- AQUILEGIA VULGARIS /AKELEI, WILDE* De Wilde Akelei is een van de allermooiste soorten uit onze inheemse flora. Daarnaast is het een van de oudste bekende en meest geliefde blauwe tuinplanten in Europa en een klassieke soort voor de authentieke boerentuin. Zaaien in augustus of april. De zaden kiemen onregelmatig en vaak over een lange periode. Bij slechte kieming kan een periode van kou (onder 5 °C) er voor zorgen dat de zaden alsnog kiemen. Dit is een soort waarbij geduld vereist is en waarvan het zaaisel zeker niet te vroeg moet worden weggedaan.
- ARCTIUM LAPPA /KLIT, GROTE*
- ARUM ITALICUM / ARONSKELK, ITALIAANSE*
- ASARUM EUROPAEUM /MANSOOR*
- ATROPA BELLADONNA / WOLFSKERS* Een zeer zeldzame plant. De huidige naam Atropa verwijst naar de schikgodin Atropos uit de Griekse mythologie. Het is een prachtige hoge vaste plant met bruinpaarse bloemen en grote, glanzende zwarte bessen. Groeit goed op neutrale tot kalkhoudende grond, halfschaduw en zo. De soortnaam bella-donna verwijst naar het Latijns voor 'mooie vrouw'. In de Renaissance werd het atropine uit de plant door vrouwen in hun ogen gedruppeld om de pupillen te verwijden en om ze donkerder en groter te laten lijken. Een bijwerking ervan, slechter zicht, werd voor lief genomen. Ook tegenwoordig gebruiken oogartsen de pupilverwijdende eigenschap van atropine nog steeds bij oogonderzoek.
- BALLOTTA NIGRA FOETIDA /BALOTTE, STINKENDE* Stinkende Ballote is de laatste jaren opnieuw in gebruik geraakt als sedatieve plant. De spasmolytische werking was echter al veel langer bekend. Dr. Leclerc beschrijft resultaten bij kinkhoestspasmen, menopauzale zenuwachtigheid en angstfobieën. En in een ver verleden werd de 'Marrube noir' door Jean Ray geadviseerd bij hysterie en hypochondrie, toch zoiets als depressie zou ik zeggen. Ook Dr. Valnet geeft als hoofdindicaties: angsten, neurasthenie, ontregeling van het vegetatieve zenuwstelsel met een te sterk werkende sympathicus. Vandebussche in zijn 'Gebruik van farmaceutische en volkse geneeskruiden' vindt de Stinkende andoorn of Zwarte malruwe 'een doeltreffend zenuwsterkend middel dat te veel in vergetelheid is geraakt'.
- CAMPANULA TRACHELIUM /KLOKJE, RUIG Het zaad van deze warmtekiemer kiemt meestal snel. Een enkele keer laat de kieming wat langer op zich wachten en kan wat onregelmatig plaatsvinden. Het zaaisel gelijkmatig vochtig houden (niet te nat!) bij een temperatuur van 20 °C. Zaad licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig natmaken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.
- CHELIDONIUM MAJUS /GOUWE, STINKENDE
- CHENOPODIUM BONUS-HENRICUS /HENDRIK, BRAVE*
- CIRSIUM OLERACEUM / MOESDISTEL* De plant wordt 60 tot 150 cm.hoog. Ondanks dat de plant distel wordt genoemd heeft het slappe bladeren en zijn de doorns op de stengels niet scherp. De onderste bladeren zijn donkerder en veer-spletig, ongedeeld. De bladeren rond de stengel, stengel-omvattend en lichtgroen tot geelgroen. De geel-witte bloemhoofdjes zitten in grote, bleke schutbladeren. Moesdistel bloeit van juli tot september. Bloemen zijn 2 tot 3 cm. groot. De Moesdistel is een makkelijke plant met een onweerstaanbare aantrekkingskracht voor hommels. Daarnaast is de Moesdistel waardplant voor de distelvlinder, Vanessa cardui.
- CYCLAMEN HEDERIFOLIUM / CYCLAMEN, NAPOLITAANSE
- DIGITALIS GRANDIFLORA / VINGERHOEDSKRUID, GROOTBLOEMIG*
- DIGITALIS PURPUREA / VINGERHOEDSKRUID, GEWOON*
- DORONICUM PARDALIANCHES /HARTBLADZONNEBLOEM Het zaad van deze warmtekiemer kiemt meestal snel. Een enkele keer laat de kieming wat langer op zich wachten en kan wat onregelmatig plaatsvinden. Het zaaisel gelijkmatig vochtig houden (niet te nat!) bij een temperatuur van 20 °C. Zaad licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig natmaken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.
- EUPATORIUM CANNABINUM /KONINGINNEKRUID*
- EUPHORBIA AMYGDALOIDES /AMANDELWOLFSMELK*
- FILIPENDULA ULMARIA /MOERASSPIREA*
- GALIUM ODORATUM /LIEVEVROUWEBEDSTRO
- GERANIUM PHAEUM /OOIEVAARSBEK, DONKERE* Mourning Widow or Black Widow wordt de Donkere ooievaarsbek in Engeland genoemd. De diep purperen bloemen verschijnen vanaf mei massaal boven de groene bladeren. Zelf op zeer schaduwrijke plaatsen wil ze nog tot bloei komen wat haar maakt tot een waardevolle plant voor donkere hoekjes.
- GEUM URBANUM /NAGELKRUID, GEWOON*
- HELLEBORUS FOETIDUS /NIESKRUID, STINKEND*
- HESPERIS MATRONALIS /DAMASTBLOEM* De Damastbloem wordt al sinds de oudheid in Nederland en Belgie gekweekt en geroemd om haar heerlijke geur die vooral in de avond verspreid wordt. Joncfrouwen Vilieren werd zij in het verleden ook wel genoemd naar de oude Latijnse naam Viola matronalis. De plant dient als waardplant voor verschillende soorten rupsen van dagvlinders, waaronder het oranjetipje, klein koolwitje, groot koolwitje en van motten zoals Plutella porrectella. Het zaad van deze warmtekiemer kiemt meestal snel. Een enkele keer laat de kieming wat langer op zich wachten en kan wat onregelmatig plaatsvinden. Het zaaisel gelijkmatig vochtig houden (niet te nat!) bij een temperatuur van 20 °C. Zaad licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig natmaken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.
- INULA HELENIUM /ALANT, GRIEKSE
- LEONURUS CARDIACA /HARTGESPAN*
- LUNARIA REDIVIVA /JUDASPENNING*
- Welriekende Judaspenning wordt ze ook wel genoemd deze geurende, vaste vorm van Judaspenning. Rediviva komt van het Latijn redi = opnieuw en vivus = levend dit in tegenstelling tot de 2-jarige tuinjudaspenning (Lunaria annua). Judaspenning is waardplant voor het Oranjetipje. De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust. Hoe lang zo´n periode moet zijn is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5 °C verlengen de periode omdat dan het proces stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.
- LYSIMACHIA VULGARIS /WEDERIK, GROTE
- LYTHRUM SALICARIA / KATTESTAART, GROTE* Grote kattenstaart is een prachtige en rijkbloeiende inheemse soort, die van nature op vochtige en zeer natte plaatsen groeit, bijvoorbeeld aan oevers. In tuinen blijkt hij echter ook uitstekend te doen op drogere bodem. De Grote kattenstaart is waardplant voor het Boomblauwtje (Celastrina argiolus).
- MELITTIS MELISSOPHYLLUM /BIJENBLAD
- MENTHA ROTUNDIFOLIA / MUNT, WITTE
- PARIETARIA OFFICINALIS /GLASKRUID, GROOT*
- PEUCEDANUM OSTRUTHIUM / MEESTERWORTEL*
- PETASITES HYBRIDUS /HOEFBLAD, GROOT*
- PHYTEUMA NIGRUM /RAPUNZEL, ZWARTBLAUWE*
- PRIMULA ELATIOR / SLEUTELBLOEM, SLANKE*
- DYSENTERICA / HEELBLAADJES Een natuurlijke vlooienvijand! Vroeger het huismiddel tegen vlooien bij honden en katten. Deze telg van het vlooienkruidgeslacht wordt 50 cm hoog met gele bloemhoofdjes, dezelfde vorm als madeliefjes. De bloei is heel rijk van juli-september. Aan de naam zie je het al, dat hier vroeger ook dysenterie mee werd bestreden. Of... veroorzaakte het diarree?
- PULMONARIA OFFICINALIS / LONGKRUID, GEVLEKT*Longkruid bloeit vroeg, maar laat je daarna als plant niet in de steek. Het blad blijft tot diep in het najaar aantrekkelijk. Als minder exotische en wat ingetogenere plant leent Pulmonaria zich beter voor combinaties met een natuurlijke uitstraling. Het is een plant voor rijke en vochthoudende grond. Omdat schaduwplekken zich vaak onder bomen en struiken bevinden die voor droogte zorgen komen ze nogal eens op de verkeerde plek terecht. Liever dan in droge schaduw staan ze op een wat zonnigere vochtige plek.
- RUSCUS ACULEATUS / MUIZEDOORN, STEKELIGE*
- SANICULA EUROPAEA /HEELKRUID*
- SCROPHULARIA NODOSA / HELMKRUID, KNOPIG
- SEDUM TELEPHIUM TELEPHIUM / HEMELSLEUTEL*
- SOLIDAGO VIRGAUREA / GULDENROEDE, ECHTE
- STACHYS OFFICINALIS / BETONIE* Betonie (oude naam Betonica officinalis) is een zeldzame, meestal laagblijvende zomerbloeier. Bloeit lang en rijk met roze bloemen. Zeer aantrekkelijk voor vele bestuivers. De zaden kiemen onregelmatig en vaak over een lange periode. Bij slechte kieming kan een periode van kou (onder 5 °C) er voor zorgen dat de zaden alsnog kiemen. Dit is een soort waarbij geduld vereist is en waarvan het zaaisel zeker niet te vroeg moet worden weggedaan.
- SYMPHYTUM OFFICINALE / SMEERWORTEL, GEWONE*
- THALICTRUM FLAVUM / POELRUIT*
- VALERIANA OFFICINALIS / VALERIAAN* Echte valeriaan wordt gebruikt als kalmerend middel. Het is een goede drachtplant (nectar en stuifmeel) voor bijen, maar ook voor vlinders en vele andere insecten. De plant groeit goed op vochthoudende tot natte voedselrijke grond. Het zaad van deze warmtekiemer kiemt meestal snel. Een enkele keer laat de kieming wat langer op zich wachten en kan wat onregelmatig plaatsvinden. Het zaaisel gelijkmatig vochtig houden (niet te nat!) bij een temperatuur van 20 °C. Zaad licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig natmaken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.
- VERBASCUM NIGRUM / TOORTS, ZWARTE*
- VERONICA LONGIFOLIA / EREPRIJS, LANGE*
- VIOLA ODORATA / VIOOLTJE, MAARTS*
donderdag, mei 19, 2022
Magische schaduwplanten bij l'ermitage des Cascatelles
zaterdag, mei 14, 2022
Zoetgeurende wilde judaspenning
Wilde judaspenning / Lunaria rediviva. Ik vond ze vandaag volop in de Lessevallei in het natuurpartk van Furfooz. Welriekende Judaspenning wordt ze ook wel genoemd deze geurende, vaste vorm van judaspenning. Rediviva komt van het Latijn redi = opnieuw en vivus = levend dit in tegenstelling tot de 2-jarige tuinjudaspenning (Lunaria annua). Judaspenning is waardplant voor het Oranjetipje.
De zaden van deze koude kiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust. Hoe lang zo´n periode moet zijn is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5 °C verlengen de periode omdat dan het proces stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.De zaaddozen in het vroege najaar, lijken op geldstukken, en verklaren de ene helft van de naam voor judaspenning. De andere helft van de naam komt van de legende dat Judas Iskariot, toen hij Jezus verraadde, de dertig zilverlingen die hij daarvoor als beloning had gekregen, weggooide. Op de plek van de zilverlingen groeide vervolgens de judaspenning. De Latijnse naam Lunaria betekent maanvormig. Luna (maan) en arius (vormend). De bloemen verspreiden een fijne, zoete geur, vooral aan het begin van de avond. Een geur die enigszins lijkt op de geur van het Maarts viooltje.
Dodonaeus schrijft
Dodonaeus in zijn Cruydt Boeck schrijft ‘De Brabanders noemen het penninck-bloemen naar de gedaante van de hauwtjes daar het zaad in steekt die op een zilveren penning schijnen te lijken’. Zo was het gebruik vroeger. ‘Om de maandstonden en de urine te verwekken: Neem van het zaad een vierendeel lood, als het fijn gestampt is geef het met enig goed nat in. Brunfelsus.
Vele alchimisten en andere onderzoekers van de verholen kunsten hebben dit kruid zeer gezocht en gebruikt en hoopten daarmee enige wonderwerken uit te richten zoals ze meestal plegen met alle andere soorten van kruiden die de naam Lunaria of maankruid voeren want sommige er van gebruiken het zaad van dit kruid wat door de velletjes van de platte penningvormige hauwtjes te zien is, sommige gebruiken alleen het middelste velletje wat zilverkleurig is en eerder op het maagdenperkament dan enig deel van een kruid schijnt te wezen want ze geloven dat die zeer geschikt zijn om hun zegels van Mars en ander dolende sterren te maken waarmee ze vreemde kunsten hopen te doen. Maar deze zullen we bij hun goeddunken laten en schrijven niets anders dan hetgeen ons wel bekend is en door lengte van tijd en lang gebruik van de oude en nieuwe meesters waar bevonden is geweest’.The seeds of the plant, which are collected in mid-August-September, are used for medicinal purposes. Closer to autumn, the seed pods already mature, become hard and take on a light gray shade. The stems are cut along with the ground, then they are dried for no longer than two weeks. During this time, the seeds are fully matured and can die. Stored in paper bags for 2 years.
The chemical composition of Perennial Honesty is little studied. The seed oil is known to contain nervonic acid, erucic acid, linoleic acid, palmitic acid, stearic acid, eicosenoic acid, flavonoids and trace elements.
High amounts of erucic acid and nervonic acid have been found in the seeds of Perennial Honesty . Erucic acid - unsaturated, easily soluble Omega 9 acid, which in large quantities is harmful to the human body. Based on research, erucic acid has a negative effect on the heart muscle, causes cirrhosis of the liver, and slows down the body's reproductive maturity. Nervonic acid - on the contrary, creates a strong, targeted effect, strengthens and restores nerve tissues, normalizes their signal conduction. It promotes the complete regeneration of brain cells and neurons, improving the function of memory, speech, and perception. Which, in turn, allows this acid to be used for the treatment of serious diseases, such as Alzheimer's, Parkinson's disease, children's cerebral palsy, senile dementia. The presence of flavonoids strengthens fine capillaries, regulates blood pressure, stimulates the function of the adrenal cortex.
In folk medicine, Perennial Honesty / Lunaria rediviva has been known for a long time! The seeds of the plant have diuretic and sedative (calming) properties. A water infusion of the seeds is used in epilepsy, convulsions in children. It is also used as a diuretic for the treatment of various diseases of the urinary system. A decoction of Perennial Honesty seeds helps to prevent edema, cystitis, it is also used in case of abdominal spasms.
Migraines are also treated with this plant, women use its seeds to relieve premenstrual syndrome. Currently, this plant is no longer popular in folk medicine, because it remains rarer and less common in nature. And when you meet it, I invite you too, just look at it and move on.
Not recomemded for medicinal use
Despite the fact that the plant has good medicinal properties and is quite rare, it also has properties that can be harmful to humans. All thanks to the erucic acid in the composition. It should not be used by pregnant women, nursing mothers, children and people suffering from liver disease, gallstone disease and cardiovascular disease.It has been experimentally determined that erucic acid can have a destructive effect on the liver, contributing to the development of liver cirrhosis. Cardiovascular diseases can also develop with long-term use of seeds. In children, on the other hand, the development of reproductive organs is slowed down.
donderdag, mei 12, 2022
Schaduwplanten. Over de monnikskap.
Vandaag dus aan de blote grond toevertrouwd. De machtige monnikskap, de magische wolfskers en de romantische damastbloem, allemaal in principe stevige planten die boven de lage begroeiing uitgroeien en zich zo hopelijk kunnen handhaven. Allemaal mooie planten maar ook planten met een verhaal en daar draait het toch om voor een herborist. Planten met betekenis, planten met een geschiedenis, planten ook die giftig worden genoemd.
Over de giftigste onder de giftigen: monnikskap
Men gebruikte het vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Deze algemene blauwe wolfswortel of Napellus is van aard en kracht de mensen en veel viervoetige dieren schadelijk, ja dodelijk.
Dit is met een opmerkelijke, doch zeer beklagenswaardig en jammerlijk teken te Antwerpen niet veel jaren geleden gebleken zodat de herinnering daaraan noch vers is want sommige vrouwen die dit kruid niet kenden en de wortels er van in salade voor een goed kruid gedaan hebben zijn daardoor en al diegene die er van gegeten hadden kort daarna in onlijdelijke en onuitsprekelijke smarten, trekkingen, spanningen en hertaanvallen gevallen en allen zijn er niet lang daarna van gestorven.
Dan het gebruik van dit kruid plag onder ander kwaad gewoonlijk het volgende ongeval in te brengen, kort nadat men het ingenomen heeft zwellen de lippen en de tong wordt zeer dik, de ogen puilen, ja vallen bijna voorwaarts uit, de benen worden stijf, stram en koud en daarna volgen ook draaiingen van het hoofd en bezwijming en onmacht van het hart, zoals Avicenna in zijn 4de boek betuigt. Zo groot is ook de kracht van dit vergif dat de punten of spitsen van de pijlen, schichten en flitsen die ermee bestreken zijn al diegene die daardoor gekwetst worden tot de dood brengen.
Tegen dit zo vergiftig en dodelijk gewas verhaalt ons dezelfde Avicenna ettelijke tegenbaten of remedies die diegene die het ingenomen hebben genezen kunnen als ze het vergif zelf eerst door het braken of overgeven kwijt geworden zijn en onder deze dingen vermaant hij ook van een muis (immers zoals zijn boeken inhouden zo ze overal uitgegeven zijn) die men met Napellus opgevoed vindt en die door haar ganse stof en eigenschap tegen de hindernis en het kwaad van Napellus schijnt te strijden op die manier dat diegene die het innemen gans van alle letsel en nood bevrijd en verlost worden. Dan Antonius Guanerius, een zeer geleerde dokter in zijn tijden te Pavia in zijn boekje of traktaat van het vergif meent dat dit geen muis is, maar eerder vliegen zijn (in het Latijn Muscae, in plaats van Mus) waarvan Avicenna heeft willen spreken die zodanige kracht tegen de Napellus zou hebben. Want hij verhaalt dat een wijs en geleerd man en een zeer naarstig onderzoeker van de waarheid met grote moeite die muizen gezocht heeft, nochtans nimmermeer enige dusdanige muis heeft kunnen vinden en zelfs die ook nimmermeer aan de wortels van Napellus geknaagd of gegeten, maar altijd heel en gans gevonden heeft, maar dat hij een grote menigte van vliegen daar omtrent gezien heeft die de bladeren van dit kruid opgegeten of tenminste bezet hebben en daarom heeft hij (zegt dezelfde Guanerius) deze vliegen in plaats van die muizen genomen en daarvan een antidotum of geneesmengsels bereid die hij tegen allerhande vergift bevonden heeft, maar boven alles tegen het vergif van de Napellus zelf. Deze antidotum wordt in het Latijn Antidotus es muscis Napelli genoemd. En voorwaar het is geloofwaardiger dat er vliegen te vinden zijn die hun leven met het lekken van Napellus onderhouden dan dat er muizen zouden zijn die van de wortel van het kruid hun voedsel hebben. Want het Aconitum of gele wolfswortel, wiens medesoort deze Napellus is, plag muizen om te brengen en daarom heeft het de namen van Myoctonon, Myophonon of Muricida, dat is muizendoder of muizenmoordenaar, gekregen.Het ganse kruid is schadelijk en dodelijk en vooral de wortel (als Castor Durante betuigt) en als die door de slappe mensen maar een tijd lang in de hand goed vast gehouden worden die ter dood brengen kan. Nochtans kan men aan die planf goed wennen op die manier dat ze ons tenslotte niet schaden zal zoals blijkt uit Avicenna die betuigt dat hij een oude vrouw gezien heeft die de Napellus zo vrij en zonder zorg innam al of ze een raap gegeten had omdat ze zichzelf eraan gewend had. Van buiten plegen sommige nochtans deze wortel of het sap er van te gebruiken om de sproeten of plekken van de huid daarmee weg te nemen.’
Giftig en geneeskrachtig
Ondanks alle oude waarschuwingen ziet men het kruid nog steeds in tuinen als een herinnering aan oude pijlgiften, moordenaars en fatale vergissingen. Plantverzamelaars nemen deze plant pas op als ze handschoenen aan hebben. Het gif kan door een wondje of de mond opgenomen worden en is vrij snel actief. Net als de meeste ranonkelachtige is het groen schadelijk voor vee, maar in gedroogde vorm geheel onschadelijk. Er lijken zelfs vergiftigingen te zijn geweest van mensen die de geur te veel geroken hebben. Anderen hebben de plant aangeraakt en daarna een ooglid waarvan ze een pijnlijke ontsteking hebben gekregen. Zelfs het stuifmeel dat in de ogen wordt geblazen geeft irritatie. De wortel is het meest gevaarlijke. Een fataal ongeval deed zich voor in Engeland in 1853 toen de wortel aangezien werd voor een radijs. Vergissingen met deze plant zijn meestal fataal. Er was een zaak waarin een man van de plant had gegeten en gek werd. De dokter verklaarde dat de ziekte niet door de plant kon komen en stond er op om wat van de bladeren te eten om zijn gelijk te krijgen, hij stierf.
Het wordt gebruikt bij jicht, neuralgieën, reuma, tandpijn. In de homeopathie wordt het blad gebruikt tegen tandpijn en reuma. Maar het gebruik is twijfelachtig en kan gemakkelijk door andere planten vervangen worden. Het is te giftig.
Het gif en verlammingsmiddel werd door de heksen in Thessalië gebruikt bij de bereiding van hun vliegzalf. Hun voeten en handen raakten er gevoelloos door en ze hadden het gevoel dat ze zweefden.
De mysterieuze vliegende zalf zou gemaakt zijn van Aconitum en Atropa belladonna. De eerste veroorzaakt onregelmatigheden van het hart en tweede delirium. De zo gecombineerde symptomen zouden de sensatie van vliegen gegeven hebben. Theophrastus bericht dat vele inwoners van Herkleotis door de tiran Clearchos om het leven werden gebracht met de akoniet. Plinius vermeldt dat zelfs de honig giftig zou zijn.
Vergiftiging kan al optreden na het plukken van de bladeren zonder handschoenen te dragen; het aconitine-toxine wordt gemakkelijk door de huid opgenomen. In dit geval zijn er geen gastro-intestinale effecten. Tintelingen beginnen op het punt van absorptie en strekken zich uit van de arm naar de schouder, waarna het hart begint te worden aangetast. Het tintelen wordt gevolgd door een onaangename gevoelloosheid. Behandeling is vergelijkbaar met vergiftiging veroorzaakt door orale inname en er is gerapporteerd dat zelfs het hanteren van de plant zonder handschoenen resulteert in het falen van meerdere organen en de dood.
zondag, april 03, 2022
Onder de wolkenluchten van Weris
Over de gemmotherapie.
Onder invloed van de alchemisten is men reeds tijdens de Middeleeuwen gestart met het gebruik van boomknoppen.
Hildegarde Von Bingen(1098-1179) kende reeds in de middeleeuwen de wonderbaarlijke geneeskracht van de knoppen en beschreef ze in haar beroemde boeken die vandaag de dag nog heel actueel zijn voor de herboristen.
Rond 1950 introduceert Dr. Niehaus, het gebruik van verse dierlijke embryonale cellen. Naar aanleiding van deze resultaten start Dr. Henry, een Belgische arts, in de jaren ’70 een studie over jonge knoppen en scheuten van plantaardige oorsprong. Hij noemt dit phyto-embryothérapie en onder die noemer wordt hij dan ook de grondlegger van wat wij nu de gemmotherapie noemen.
Dr. Paul Henry studeerde tijdens de tweede oorlog geneeskunde aan de universiteiten van Brussel (ULB) EN Gent (RUG). Hij voltooide zijn studie aan de universiteit van Leuven (UCL). Aangetrokken door homeopathie, maar geremd door de limieten die hij er in ontdekte, richtte hij zich al snel op de fytotherapie. Hij was een groot waarnemer van de natuur en via zijn studie over de effecten van de knoppenextracten, ontwikkelde hij een nieuwe therapeutische benadering.
Onder gemmotherapie verstaan we het gebruik van plantaardige embryonale weefsels zoals jonge kiemen, verse knoppen, wortelvezels. Ze worden gemacereerd in een mengsel van water/alcohol/glycerine, waarbij we een extract bekomen genaamd glycerinemaceraat.
De knop vertoont aan de basis embryonaal weefsel, samengesteld uit ongedifferentieerde cellen. Deze weefsels sterven nooit af en produceren ieder jaar opnieuw nieuwe bladeren van de boom. (Een van deze embryonale cellen, in vitro, kan de volledig plant reconstrueren).
De jonge knoppen van bomen en struiken bevatten alle kennis van de toekomst van de boom. Ze bevatten meer genetische informatie dan alle andere weefsel en tevens vitaminen en mineralen, oligo-elementen, andere elementen zoals hormonen, enzymen en vooral het mineraalrijke sap in de lente.
Deze therapievorm werkt voornamelijk met het fyto-embryonale weefsel. .Deze jonge weefsels bieden nieuwe therapeutische mogelijkheden die niet gekend zijn bij volwassen planten. Deze glycerine-maceraten, afkomstig van boomknoppen, stimuleren de eliminatie, hebben een drainagefunctie en bevorderen het ontgiften van het organisme.
Dr. Henry beschreef dit als globale fytotherapie – de geneeskrachtige werking van de hele boom of plant bevindt zich in de cellen van de embryonale cellen in de knop. Een wetenschappelijk onderzoek heeft aangeduid dat het maceraat van linde (Tilia tomentosa) zowel de rustgevende eigenschappen van de bloesem als de bloedzuiverende en diuretische eigenschappen van het spint bevat.
Over de jonge lindebladeren als voedsel
De bladeren zijn lekker in salade en zijn te bereiden zoals spinazie. Taaie bladeren moeten eerst gekookt worden. In gerechten kunnen de bladeren spinazie vervangen. Van de bladeren is thee te zetten. Gedroogde en gemalen bladeren en knoppen kunnen aan granenmeel worden toegevoegd. De bloemen kunnen in juni geplukt worden en gebruikt als aroma voor limonade, desserts, chocolade, siroop, thee, maar ook hartige gerechten (kruidenkaas en gerechten met ei).
Lindebloesem is bekend als een theesoort. De speciale lindebloesemhoning heeft een aparte smaak. De groene bloemknoppen in mei kunnen worden gegeten als salade en gedroogd en gemalen knoppen kunnen worden toegevoegd aan granenmeel. De malse delen kunnen helpen bij het binden van soepen en sauzen. De jonge en zachte zaden kunnen eind juni worden ingemaakt als kappertjes. In de maanden augustus en september kunnen de rijpe zaden worden rauw na schillen worden gegeten. Uit de rijpe zaden is olie te winnen (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 104-105).
Lindebloesem is eetbaar, smaakt zoet en wat slijmerig. De linde smaakt lekker met een zure ondertoon (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 104-105) .
zaterdag, maart 05, 2022
Over de naam daslook
De Duitse volksnaam is Bärenlauch. Dodonaeus schreef reeds ‘dattet hedens daechs gemeynlijck Allium ursinum dat is Beer Loock ghenaemt wordt’. De namen Daslook en Berelook zouden ook kunnen wijzen op het feit dat beide dieren nu bepaald geen aangename geur verspreiden. Een oude Duitse volksnaam luidt daarom niet voor niets Stinkende Lauch en in het Engelse Lincolnshire is de volksnaam Stink plant en in Somerset Stinking Lilies bekend.
En om verder onze illustere voorganger Dodoens te citeren.......Het ander geslacht dat we Allium sylvestre latioris folij of latifolium noemen, dat is wilde look met brede bladeren is in Brabant van de gewone man daslook genoemd, in Hoogduitsland Walde lauch en Waldt Knob lauch, dat is in het Latijn Allium taxi en Allium nemorense, hoewel dat het tegenwoordig gewoonlijk Allium ursinum, dat is beer look genoemd wordt. Sommige menen dat dit het Moly van Hippocrates zou mogen wezen hoewel hij nochtans er zo weinig van geschreven en vermaand heeft dat men zulks niet goed uit zijn woorden zou kunnen verstaan of immers vast mogen verzekeren.......De bol van daslook stinkt als ander look en is scherp van smaak, maar niet onlieflijk en heeft de krachten van teriakel en is vijand van de besmettelijke ziekte of pest.
En dan toch maar een recept: Daslook olie
- 250 ml neutrale olie (arachide olie); snuf zout
- 100 gram daslookbladeren
Blancheer de daslook kort en koel snel terug op ijskoud water. Knijp zo goed als het kan het vocht uit de daslook en voeg de olie en wat zout toe. Mix dit met de staafmixer. Zet nu de olie op het vuur en laat warm worden. Blijf goed opletten, je zult nu zien dat het vocht van de daslook gaat verdampen. Wanneer al het vocht verdampt is zal de olie in temperatuur gaan stijgen en dus verbranden. Dit moet je net voor zijn. Als het meeste vocht is verdampt zet je de olie op kamertemperatuur weg en laat je hem afkoelen. Nog even zeven en dan heb je als alles gelukt is een groene zeer smakelijke daslookolie.
dinsdag, maart 01, 2022
Curcuma en curcumine
pp. 1631-1652.
maandag, februari 21, 2022
Viooltjes. Een bloempje op je bord
zondag, februari 13, 2022
Kruidige wandeling
zaterdag, februari 12, 2022
Aronskelken
De oorsprong van het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Arum, is vaag. Het woord zou, volgens sommige deskundigen, uit het Grieks stammen, waarbij Aron de naam voor een giftige plant zou zijn. Een veel betere verklaring is dat het Griekse woord Aron weer geleend is van het Hebreeuwse woord Jaron en dat betekent ‘een pijl of speer’ en dat is een duidelijke verwijzing naar de lansachtige kolf (de spadix) van de aronskelken. Tegelijkertijd is het dan een verbastering van het Griekse woord akon dat ook al pijl betekent. In Engelstalige landen wordt die spadix vergeleken met de staf van de Hogepriester Aaron, maar dat kan ook een geval van wensdenken zijn. Het tweede deel, italicum, betekent uiteraard '(uit) Italië'.
Het meest opvallende verschil tussen de Italiaanse aronskelk en de gevlekte aronskelk is dat de eerste 'gemarmerde' bladeren heeft met een geelwitte tint langs de nerven, terwijl de bladeren van de tweede soms bruin- en zwartgevlekt zijn.
Door de vorm van de spadix werd de gevlekte aronkelk soms als een lustverhoger, ofwel een afrodisiaca, gezien en dat was gezien zijn giftigheid nu niet echt een goed idee. Alle delen van de gevlekte aronskelk bevatten kristallen van calciumoxalaat, oplosbare oxalaten en cyanoforische glycociden. De gevolgen van inname zijn een gevoel van branderigheid en zwellen van de lippen, mond, tong en keel. Ook krijg je last van maagpijnen, krampen en duizeligheid door het eten van de bessen. Alle delen van de plant kunnen allergische reacties opwekken.
De knol van de gevlekte aronskelk kan behoorlijk omvangrijk worden en bevat veel zetmeel, dat – mits goed geroosterd en gemalen – in het verleden als voedsel gebruikt werd. Er werd in Engeland zelfs een drank van gebrouwen voordat thee en koffie waren geïntroduceerd. Ook werd van dat zetmeel een stijfsel geproduceerd waarmee de bekende kragen in de tijd van Elizabeth I (1533-1603) werden verstevigd en waar het ook een Engelse bijnaam aan te danken heeft: starchwort betekent stijfselwortel. Voor de wasvrouwen, die met dit stijfsel aan de slag moesten, was het beslist geen pretje omdat hun handen het door de giftigheid van de plant voortdurend moesten bekopen met pijnlijke blaren en kloven. Schoonheid had toen ook al zijn prijs.
zaterdag, februari 05, 2022
Vroege helmbloemen
Gele helmbloem is inheems in het zuidelijke deel van de Alpen en hier terecht gekomen doordat mensen de plant hebben ingevoerd en aangeplant in tuinen en parken vooral bij buitengoederen. in de negentiende eeuw is de plant uit de tuinen van die buitengoederen ontsnapt, verwilderd en is tegenwoordig een plant die goed stand houdt op en tegen oude muren. Stadsmuren, kademuren en vooral de uit mergelsteen opgetrokken muren in Zuid-Limburg zijn favoriete plaatsen van de Gele helmbloem.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Corydalis, is afkomstig uit het Grieks. De Italiaanse arts, dichter en plantkundige Castore Durante (1529-1590) meende dat de bloem wat op de kop van een kuifleeuwerik leek en vond het handig om deze familie dus maar κορυδάλλις (kopudallis) ofwel '(lijkend op een) kuifleeuwerik' te gaan noemen. Het tweede deel, lutea, is Latijns voor '(ei)geel' en beschrijft de kleur van de bloemen.
In de paardenwereld is het algemeen bekend dat gele helmbloem giftig is voor paarden. Het veroorzaakt bij die dieren zweren in de bek, ontsteking van het tandvlees (gingivitis), koliek en een plotselinge dood als er voldoende van gegeten is.
Die problemen zijn het gevolg van de aanwezigheid van een alkaloïde met de naam bulbocapnine. Die bulbocapnine remt de werking van het enzym acetylcholinesterase[1] en remt bovendien de biosynthese van de neurotransmitter dopamine via remming van het enzym tyrosine hydroxylase[2][3].
De gele helmbloem heeft nog een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de psychiatrie opgeleverd doordat ene Robert Heath experimenten uitvoerde op gevangenen in de Staatsgevangenis van Louisiana: hij testte of die bulbocapnine stupor (een hersentoestand met bewegingloosheid) kon veroorzaken. Uiteraard werd niet vooraf toestemming aan de arme drommels gevraagd.
Wetenschappelijk onderzoek
[1] Adsersen et al: Acetylcholinesterase and butyrylcholinesterase inhibitory compounds from Corydalis cava Schweigg. & Kort. in Journal of Ethnopharmacology – 2007 [2] Zhang et al: Inhibition of tyrosine hydroxylase by bulbocapnine in Planta Medica – 1997 [3] Shin et al: Inhibitory effects of bulbocapnine on dopamine biosynthesis in PC12 cells in Neuroscience Letters – 1998
According to the Dorlands Medical Dictionary, it "inhibits the reflex and motor activities of striated muscle. It has been used in the treatment of muscular tremors and vestibular nystagmus".[4] The psychiatrist Robert Heath carried out experiments on prisoners at the Louisiana State Penitentiary using bulbocapnine to induce stupor.[5] The author William S. Burroughs references the drug in his book Naked Lunch, in which the fictional Dr. Benway uses it to induce obedience in torture victims. The drug also briefly appears in the second season of the TV series Boss.
zondag, januari 30, 2022
In de holle wegen van Hoegaarden. Hazelaarkatjes en speenkruidknolletjes.
dinsdag, januari 11, 2022
Over flavonoïden dan maar
Isoflavones zitten onder meer in peulvruchten, en dan vooral in soja. De structuurformule van isoflavon zie je hiernaast. | |
Anthocyanidines zitten onder meer in bessen. Amerikaanse onderzoekers vonden vooral hoge concentraties in kruisbessen. [J Agric Food Chem. 2006 May 31;54(11):4069-75.] De structuurformule van anthocyanidine zie je hiernaast. | |
Flavanones zitten onder meer in citrusvruchten, zoals grapefruits, sinaasappels en limoenen. [Journal of Food Composition and Analysis 19 (2006) S74–S80.] De structuurformule van flavanon zie je hiernaast. | |
Flavones zitten onder meer in appels, uien, selder en thee. [J Am Diet Assoc. 2002 Oct;102(10):1414-20.] De structuurformule van flavon zie je hiernaast. | |
Flavonol | Flavonoles zitten onder meer in appels, uien, selder en thee. [J Am Diet Assoc. 2002 Oct;102(10):1414-20.] De structuurformule van flavonol zie je hiernaast. |
Flavanoles en proanthocyanidines zitten onder meer in cacao en bessen. [J Nutr. 2004 Mar;134(3):613-7.] Hiernaast zie je de structuurformules van flavanol (boven) en proanthocyanidine (onder). |
zondag, januari 09, 2022
vrijdag, januari 07, 2022
Karwij vroeger en nu.
donderdag, januari 06, 2022
Iep of olm
De boom bloeit in maart met rode bloemen. In april groeien daar massa’s platte, vliezige zaden uit. Omdat deze beginnen te groeien voordat de iep in blad komt, worden iepen eerst frisgroen van het zaad. Wat mij het meeste opvalt in de winter zijn de jonge takken die schuin omhoog, naar buiten gericht groeien. In de winter vallen de kale, jonge takken op omdat ze een soort visgraatpatroon hebben, de kleine takjes zitten afwisselend links en rechts aan de grote tak vast (iepenveren).
donderdag, december 30, 2021
Klimop, de mythische klimmer
In de Oudheid was de klimop toegewijd aan Donar en aan Bacchus. Beide goden hanteerden de bliksem als bewijs van manlijke kracht. Bacchus draagt een klimoprank om het hoofd en om zijn thyrsos zijn staf, levensroede. Bij de Litouwers heet de klimop Perkunas naar de god van de donder- en bliksemgod Pehrkon. Ook Alexander de Grote kroonde zichzelf met klimop bij de terugkeer van zijn tocht naar Indië. Trouwens veel meer goden en andere mannetjesputters lijken klimop wel als symbool voor hun macht en kracht beschouwd te hebben.
Klimop, mythologische krans
Volgens de mythologie zou de klimop dan ook goddelijke vermogens, in de eerste plaats die van helderziendheid en profetie, aan de mens verschaffen. Wie een krans van klimop droeg, kon de heksen herkennen, zegt het middeleeuws volksgeloof. Het is ook merkwaardig, dat de klimop zo vaak voorkomt in gezelschap van de wijnstok, bij Bacchus, en bij alle gelegenheden waar wijn gedronken wordt. Boven de herbergdeur hing in vroeger tijden een klimoprank of een eikentak. Men beweerde dat klimop de drinker tegen dronkenschap beschermde, zij maakte de wijn onschuldig.
He that seyth other, do amysse;
And worthy to bere the crowne;
Veni, coronaberis.
Ivy is soft and melk off speech,
Ageynst all balt she is blysse;
Klimop geneeskrachtig
In vroegere tijden werd klimop dan ook veel meer dan nu in de geneeskunde gebruikt. Hildegard von Bingen noemt de rechtopstaande soort goed voor de milt. Verder gaf men toen thee, tinctuur en poeder van de bladeren tegen allerlei kwalen, als catarrh, rachitis, voetjicht, TBC, geelzucht, waterzucht, enz.
Tegenwoordig vertrouwt men het sap niet meer en gebruikt de klimop alleen nog voor uitwendige behandelingen. Het afkooksel van de bladeren b.v. tegen hoofduitslag en -ongedierte, brandwonden en zweren. Een oud volksmiddel tegen eksterogen is een in azijn gedrenkt klimopblad. Gekneusde bladeren trekken het etter uit zweren.
Klimop bij Dodoens
Ook Dodoens adviseerde in de 16de eeuw klimop toch vooral ook voor uitwendig gebruik, bij verwondingen, tegen brandwonden maar ook als sap om door de neus op te snuiven of in het oor te druppelen. Tsap van den bladeren ende dijsghelijcx oock van den vruchten/ duer die nuese opghehaelt/ suyvert die herssenen/ ende treckt daer uut/ duer den nuese/ die taeye fluymen ende andere couwe vochticheden daer die herssenen mede verladen sijn. Dus meer als slijmoplossend middel; dit gebruik voor de luchtwegen is wetenschappelijk wel aangetoond.
Dat zuiveren van de hersenen klinkt voor ons wel bijzonder vreemd. In de 16de eeuw en ook nog lang nadien ging men er vanuit dat het opsnuiven van kruiden, denk maar aan de snuifdoos, de hersenen kon prikkelen. Mogelijk heeft het ook te maken met een diepere ademhaling en een betere zuurstofvoorziening.
Klimop in 2 gedaanten
Een merkwaardigheid van klimop als plant is haar dubbele gedaante: de vorm die met hechtwortels tegen huizen en bomen opkruipt, heeft drie tot vijflobbige bladeren. Die van de bloeiende takken zijn eirond met 'n puntje, terwijl een stek van zo'n tak een struik met alleen eironde bladeren voortbrengt.
Klimop, Hedera helix. Een plant die groen blijft, bloeit in de winter, tegen andere planten opgroeit en van gedaante kan veranderen, zo een plant moet wel tot de menselijke verbeelding spreken. Het is dan ook niet te verwonderen dat klimop door de eeuwen heen als een mythische plant werd beschouwd.
donderdag, december 23, 2021
Wintergreen
In Amerika maken ze ijs en snoep van de besjes van bergthee, die smaken frismunterig. In Russische volksverhalen wordt de bergthee voorgesteld als een goede wintergeest, die mensen door de koude winter helpt en moed inspreekt.
Biological and chemical insight into Gaultheria procumbens fruits: a rich source of anti-inflammatory and antioxidant salicylate glycosides and procyanidins for food and functional application. Piotr Michel 1, Sebastian Granica 2, Karolina Rosińska 1, Jarosław Rojek 1, Łukasz Poraj 1, Monika Anna Olszewska 1
maandag, december 20, 2021
Over vuilboom
Rhamnus, of “rhamnos” in het Grieks, betekent naaien of steken en verwijst naar dorens, omdat vele soorten van dit geslacht doornen hebben. De soortnaam frangula, van het Latijnse “frangere” of breken, refereert dan weer naar de fragiele takjes.
In het Nederlands wordt deze boom zowel sporkehout als vuilboom genoemd. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor de Nederlandse naam vuilboom: de onaangename geur van de verse schors of de laxerende werking. Andere Nederlandse namen zoals pijlhout, sprokkel, peggehout, houtjeshout, buskruitboom, etc. verwijzen vaak naar de vroegere toepassingen van het hout.
Habitat
Sporkehout is een gemakkelijke boom die weinig eisen stelt aan de bodem. Hij komt voor in loofbossen – vooral langs boswegen, aan bosranden, in kreupelhout en op kaalvlakten – langs sloten, in venen en moerassen. De ondergrond is bij voorkeur vochtig, licht, humusrijk en zuur. De bomen groeien het best in licht of halfschaduw, maar kunnen ook schaduwrijke plekjes aan. In droge en winderige gebieden doen ze het niet goed.
Sporkehout kan dienen als verf: het blad en de schors geven een gele kleur, of zwart als ze gemengd worden met ijzerzouten; de onrijpe vruchten kleuren groen en de rijpe zorgen voor een grijze of blauwe kleur.
Het hout is bruikbaar voor o.a.schoenleesten en houten nagels. Imkers gebruiken de lange, dunne, rechte twijgen als spijlen in bijenkorven, zodat de bijen er uitneembare raten kunnen uit bouwen.
De bladeren van sporkehout dienen als voedsel voor verschillende insecten zoals vlinders, motten en wantsen. Door de lange bloeitijd kunnen bijen een hele tijd genieten van de bloesems. Vruchtenetende
vogels zoals de grote lijster, kramsvogel en fazant doen zich dan weer tegoed aan de bessen.
Medicinaal gebruik
De schors van jonge stammen en takken wordt best geoogst in het voorjaar wanneer het gehalte aan anthrachinonen het hoogst is. De bast van 3 tot 4 jaar oude bomen laat het gemakkelijkst los en de dunste schors is de beste. De bast drogen bij een temperatuur van 40°C.
Tijdens het drogen verandert de kleur van de schors van geel naar roodbruin tot grijsbruin en rolt hij ineen.
De gedroogde bast heeft geen geur, maar wel een bitterzoete, slijmerige smaak.
De schors mag nooit vers gebruikt worden. Hij moet minstens 12 maanden gedroogd worden, zo kan de anthranol die in de verse bast zit eruit verdwijnen. Deze stof kan het maagslijmvlies irriteren en pijn, misselijkheid, braken en buikkrampen veroorzaken.
Deze symptomen kunnen ook opduiken als de sporkehoutbast teveel en te lang gebruikt wordt. Voor thee is 1 gram gedroogde bast de maximale aanbevolen hoeveelheid per dag en dit gedurende maximaal 2 weken.
Sporkehout is een licht laxativum en kan zowel bij acute als bij chronische constipatie gebruikt worden. De antrachinonen in de bast worden in de dikke darm afgebroken met irritatie tot gevolg. Dit zorgt 8 tot 12 uur later voor een laxerend effect.
Een afkooksel van de schors kan ook helpen bij onvoldoende galvloed, aambeien, levercirrose, hevige menstruatie en geelzucht.
Uitwendig werkt het afkooksel mogelijk als spoeling bij schurft, bij tandvleesaandoeningen, acne en psoriasis.
Bronnen
- http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/35573-vuilboom-of-sporkehout.html
- http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/62516-geneeskrachtige-kruiden-bij-verstopping-of-obstipatie.html
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Sporkehout
- http://www.dekruidenwereld.be/sporkehout-rhamnus-frangula
- http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhamnus+frangula
- http://www.plantvanhier.be/plantengids/plant/sporkehout-of-vuilboom/34
- Thurzová, L., Kresánek, I., Mareček, Š., & Mika, K. (1980). Elseviers gids van geneeskrachtige kruiden (3de druk). Amsterdam-Brussel: Elsevier
- Godefridi, Maurice. Fytologie/Kruidenleer. Vlaamse Herboristenopleiding Dodonaeus 2016-2017 – cursus
- Annelies Michotte Eindwerk Herboristenopleiding ‘Dodonaeus’ 2016-2017
- https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/35573-vuilboom-of-sporkehout.html