De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van Ardennen en Eifel. Door het strenge klimaat van deze streek, de hevige neerslag, de lange koude winters en een lage gemiddelde temperatuur (6,1°) zijn uiterst zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa, de bergstreken en het Atlantische gebied hier behouden gebleven.
Het huidige veenlandschap is grotendeels ontstaan onder invloed van de mens. De oude landbouw- en veeteeltpraktijken, zoals het weiden, het bestrijden van kreupelhout, het binnenhalen van hooi en de ontginning van turf hebben geleid tot de vorming van open ruimten. Tot in de middeleeuwen daarentegen waren de Hoge Venen nog voor 90% bebost. Vanaf omstreeks 1840 (in de Pruisische periode) werd heel wat heideland beplant met sparren.
Planten in de Hoge Venen
- eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum)
- veenpluis (Eriophorum angustifolium)
- gewone dophei (Erica tetralix)
- struikhei (Calluna vulgaris)
- blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus)
- rode bosbes (Vaccinium vitis-idaea)
- rijsbes (Vaccinium uliginosum)
- bergvenkel (Meum athamanticum)
- wateraardbei (Potentilla palustris)
- waterdrieblad (Menyanthes trifoliata)
- gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata)
- wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus)
Nog zelzamer zijn
- ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia), een vleesetende plant
- kleine veenbes (Vaccinium oxycoccos)
- lavendelheide (Andromeda polifolia)
- kraaihei (Empetrum nigrum)
- zevenster (Trientalis europaea), embleem van het reservaat
- klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe)
- dennenwolfsklauw (Huperzia selago)
- grote wolfsklauw (Lycopodium clavatum)
- beenbreek (Narhecium ossifragum)
- veenorchis (Dactylorhiza sphagnicola)
- valkruid (Arnica montana)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten