vrijdag, mei 13, 2011

Oogsten en distilleren


We oogsten in mijn jardin de simples smeerwortel, alant en heemst, de wortels wel te verstaan. Griekse alantwortel met zijn kamferachtige geur groeit hier uitbundig en dus hou ik mij wat meer bezig met deze oude geneeskrachtige plant. 'Gebruik mij' zegt de Griekse alant, Inula helenium. 
Twee bereidingswijzen van alantwortel, die ik interessant vind en die ook al bij Dodoens in 1554 vermeld worden, zijn gemakkelijk te maken: 'Die selve wortel met huenich vermenght ende gheleckt suyvert die borst/ doet die taeye fluymen rijpen ende rijsen/ ende es seer goet tot den hoest ende corticheyt van adem. Alantwortel gheconfijt es der maghen goet ende bequaem ende doet die spijse verteeren'.


Ook bloeitakken van meidoorn, bloem met beetje blad, wordt geoogst en in een gewichtsverhouding van 200 gram plant met 1000cc ethanol van 45% gemengd (1:5) en laten we de eerstvolgende 14 dagen op kamertemperatuur trekken. Deze maceraten zullen nog wel een autorit van 1000 kilometers, helemaal naar België moeten doorstaan. Zou het schokken de kwaliteit verbeteren of verslechteren?

In de namiddag hebben we een afspraak om een mini-distillatie te doen bij Marie Odile in La Motte.


We gebruiken gedroogde lavendel van vorig jaar, ongeveer 1 kilo die we in een koperen distillatieketel stoppen met zowat 1,3 liter water en laten dit  3 kwartier distilleren om iets van een 10 cc etherische olie te verkrijgen.
http://www.accueilpaysandrome.com/?Ferme-Saint-Aries


donderdag, mei 12, 2011

Van vrolijke vrouwenschoentjes en sombere mossenbossen

Wel een topdag vandaag en zeker niet alleen omdat ik jarig ben, maar vooral omwille van de activiteiten. We bezoeken de distillerie - herboristerie Solaure van Claire en Etienne en zien hoe de etherische olie van thymus vulgaris 'linalol' gewonnen wordt. We worden ook bijzonder vriendelijk ontvangen en zien zelfs hoe rozenwater gedistilleerd wordt. http://www.solaure.fr/


In de namiddag naar de abdij van Valcroissant, voor de wandeling in de flanken van de Glandasse. Deze wandeling is mijn eigen verjaardagskado, een kruidige tocht niet alleen bijzonder omwille van het wandelen of de planten, maar ook om de herinnering aan de vroegere verblijven in de abbeye de Valcroissant. De rijkdom van planten is hier in Mei bijzonder. We zien een hele plek dansende vrouwenschoentjes zomaar in bloei. Om nooit te vergeten.



Een hele plek 
dansende vrouwenschoentjes 
zomaar in bloei

 En op een uitspringende rotspunt vind ik ook terug, want enkele jaren geleden bevroren, de witte affodil in bloei. Alsof we ergens op een Afrikaanse savanne rond dwalen. Een droom.


En de droom is nog niet voorbij! We wandelen van uit het licht en de warmte van de savanne naar de koele donkerte van de mysterieuze buxusbossen met hun grillige gedaanten van hangende mossen. De afdaling naar de oude abdij. Zijn hier de geesten van de verdwenen paters onder de palmbomen blijven zweven?


De inspanning, de plantengroei, de grote contrasten. En dan rustig genieten van het geweldige uitzicht.

http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/58414-wandelen-op-de-glandasse.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/23739-wandelen-in-de-drome-een-droom-van-een-wandeling.html

Info over de affodil / Asphodelus albus
De nederlandse naam is Affodil, familie van de Liliaceae. De bloemkleur is wit en de bloeitijd is van ca. mei tot en met juni. De bladeren zijn grijsgroen en ongeveer 30 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 100 cm. Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C. en blijft de gehele winter groen.
Deze plant kan ook in België gekweekt worden voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur. Deze plant heeft in de winter bescherming nodig tegen overvloedige regen en sneeuw.

En tot mijn verwondering wordt de plant ook besproken bij Dodonaeus. 'Die wortelen sonderlinghe van dat ierste gheslacht van Affodillen ghesoden ende gedroncken/ doen water maken ende die urine lossen/ ende verwecken die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen.
Die selve wortel een vierendeel loots/ met wijn inghenomen/ es goet tseghen die pijne van der sijden/ hoest/ crimpinghe van den senuwen/ ende spanninghe ende treckende van den leden/ ende tseghen die ghescuertheyt'.



woensdag, mei 11, 2011

Rozen, vlier en het stadje Die

Woensdagmarkt in het stadje Die. Claire van Solaure is deze keer zelf  aanwezig. Ze heeft goed nieuws, we kunnen morgen toch de distllatie van Thymus linalol meemaken. Claire heeft ook een zak met rozenblaadjes bij. Ze laat ons even ruiken, in de namiddag zal ze er rozenwater uit distilleren. Het is een Rose de Provins.

Rose de Provins is een Rosa gallicasoort met grote rode bloemen (8 cm!), die niet alleen een hele oude geneeskrachtige plant is (vroeger heette hij R. officinalis), maar ook een cultuurplant, die de mens al vanaf de vroegste oudheid heeft vergezeld. De Rosa gallica is de stammoeder van een groot aantal gekweekte rozenstruiken o.a. de roos van Provins, Puteaux, La reine Bourbon, de houtachtige roos en nog veel meer, Het aantal verschillende cultivars liep al in de honderden in de tweede helft van de 19e eeuw.
Dodonaeus in zijn CruydtBoeck beschrijft ook de Rosa gallica 'Tderde gheslacht wordt gheheeten hier te landen Provinsche Roosen/ In Hoochduytsch Liebfarbighe Rosen/ ende dese sijn by aventueren die van Plinius Prenestinae Rosae gheheeten sijn.
En naast vele andere toepassingen vermeldt hij ook 'Die wijn daer drooghe Roosen in ghesoden zijn es goet tot die pijnen van den hoofde/ ooghen/ ooren/ tantvleesch/ blase/ ersderm/ ende van den vrouwelijcken leden daer aen ghestreken'.

Een zeer eenvoudige rozensiroop kun je maken door een laagje bloemblaadjes van de rimpelroos om en om de bestrooien met suiker, ongeveer 1 week in een glazen bokaal op kamertemperatuur te laten trekken en dan uit te zeven. Je krijgt dan een zeer aromatische, wel nogal vloeibare siroop, die een licht ontsmettende en samentrekkende werking heeft en dus tegen keelpijn en heesheid werkzaam is. Maar natuurlijk kan hij ook als lekkernij op pannenkoeken of in nagerechten gebruikt worden.

Maar wij zijn nog steeds in de Franse Drôme en het stadje Die. En ter afwisseling maken we nog maar eens een korte wandeling aan de rand van de stad. Een akker- en rempartwandeling, waar we zomaar de zeer zeldzame akkeronkruiden Spiegelklokje en Naaldekervel vinden.
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/steden/23803-wandeling-in-het-stadje-die-tussen-natuur-en-cultuur.html

En we weten niet van ophouden. we rijden met de hele groep in de motorhome naar de Marignac- en de Quintvallei. Hier wordt in plaats van ordinaire mais of bieten, zomaar korenbloem, citroenkattekruid, citroenmelisse en tijm gekweekt om er later etherische olie en hydrolaat van te maken. Aan het eind van de vallei bezoeken we dan nog de kruidentuin van Ste Croix. De planten stonden er wel wat er zielig bij. Te droog, te slordig overgeplant, zelfs de smeerwortel hing er serieus slap bij. Gelukkig stonden er wel enkele mooie rozelaars zoals Rosa gallica en Rose de Provins in bloei. En een stevige Arbutus unedo, aardbeiboom en oude Vitex. Wat kruiden betreft is dat wel genoeg voor vandaag.

Alhoewel, we plukken nog wat vlierbloesem om er savonds kruidenthee mee te maken. Als thee heeft het toch een vreemde geur en smaak, wat citroen en een beetje suiker of honing kon de smaak verbeteren. Toch is het niet echt smakelijk in tegenstelling tot vliersiroop of vlierlimonade. Oorzaak? Het warme water of de Franse vlier?
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/35746-bloemen-in-mijn-bord-vlierbloesem.html


dinsdag, mei 10, 2011

Herbier du Diois en anderen

Op bezoek bij de kruidengroothandel Herbier du Diois. Importeur van gedroogde kruiden en specerijen van over de hele wereld. Een mooi en volgens sommigen een lelijk voorbeeld van hoe kleine bedrijven groot worden.

 Tonnen kruiden verspreiden hier hun gemengde geuren, van geelwortel, anijs en steranijs tot tijm en brandnetel. Een voorbeeld van hoe kruiden ook wetgeving, administratie en organisatie vereisen. Hier zie ik ecologie en commercie mooi samen gaan. Hoopgevend?

Op de middag dwalen we door het middeleeuwse Chatillon en Diois, we maken ook een korte, gedeeltelijk nieuwe wandeling in de flanken van de Vercors. En daarna bezoeken we een heel ander kruidenbedrijfje, de kwekerij van Stéphanie, waar ze druk bezig zijn met het stekken van oregano.


We kopen mondjesmaat wat plantjes, ik koop 1 kruidje, maar wat voor een, 'Basilic religieuse', de heilige basilicum. Er word alleen geen officiële Latijnse naam vermeld en ik hoop dan maar dat het Ocimum sanctum is.
 75 21 89 77 / 06 
Pépinières Biotop
Stéphanie Allegret Hameau de Luzerand 26410 Menglon. 04 75 21 89 77 / 06 82 61 94 431 94 43
Multiplication de plantes aromatiques et médicinales en série sur commande ou au détail (en fonction des disponibilités) : Mélisse, Lavandes, Lavandins, Romarins,thyms, Sauge, Menthes, Camomille romaine, Sarriette, Marjolaine, Hysope....


Hier gegevens van Stéphanie  over de plaatselijke tijmsoort met geur van linalol. Fiche technique Thymus vulgaris 'linalol'

DESCRIPTION : Sous-arbrisseau pouvant atteindre 40 cm de hauteur. Tige très ramifiée, ligneuse dans sa partie inférieure. Feuilles petites, sessiles, roulées sur les bords, parfumées et de couleur vert gris. Les fleurs rosées sont réunies en épis à l'extrémité des branches.
HABITAT ET CULTURE : Le thym commun est une variété cultivée du thym sauvage, originaire d'Europe du Sud. Il est aujourd'hui cultivé dans le monde entier, sur les sols calcaires.
CONSTITUANTS :
Huile essentielle aux composants variables (linalol, carvacrol, cinéol, boméol)
Flavonoïdes (apigénine,lutéoline)
Tanins
MODE DE REPRODUCTION : Par bouture au printemps et à l'automne.
TYPE DE SOL : Le Thym croît spontanément dans la garrigue pauvre et sèche. Un sol léger, humifère et calcaire est une aubaine pour cette petite plante. Le Thym peut rester en place pendant 6 ans.
EXPOSITION : Une exposition en plein soleil convient le mieux..
MALADIES ET RAVAGEURS : Les insectes les plus menaçants qui attaquent et perforent les feuilles sont des noctuelles dont les chenilles peuvent provoquer de véritables dégâts. Les larves de la Sésie perforent les tiges du Thym. Des cicadelles peuvent également, par leurs piqûres, occasionner des dégâts importants. On peut encore observer des punaises pouvant affaiblir les plantes, des thrips, des lépidoptères, des géomètres, des pyrales et des altises. On parle également de pucerons et d'escargots qui déprécient la récolte... Les maladies cryptogamiques peuvent attaquer le Thym. On parle également de dépérissement de certains Thyms clonés.
Comme toutes les labiées il craint les larves d'Arima marginata.
IRRIGATION : Irriguer seulement lors de la reprise ou en cas de sécheresse exceptionnelle.
PLANTATION : La plantation a lieu d'avril à mai ou d'août à septembre. Les espacements sont de 0,25 sur le rang et 1,50 à 2 m entre les rangs selon les largeurs d'outils tracteur. Soit une densité d'environ 20 000 plants /ha.
RECOLTES ET RENDEMENTS : Récolter les sommités en début de floraison lorsqu'elles sont particulièrement riches en principes actifs. Couper les deux tiers de la repousse vers mars/avril et en fin d'automne.

Morgen zullen we bij een andere herboriste Claire het distilleren van deze tijm mee maken.



maandag, mei 09, 2011

L'Oule, femme battu en spekwortel

We wandelen weer door het water van de Oule, maar eerst nog een echte kruidenwandeling van het dorpje Cornillon tot aan het begin van de kloof. Op dit stukje weg zien we veel planten en moet ik, onder impuls van de leergierige deelnemers, er ook veel over vertellen. In de schaduw zien we al snel een stinkende ballote, een sombere donkergroen kruid met een roetachtige geur, in deze Provençaalse streek verwachten we eerder vrolijke en fris geurende planten met veel etherische olie en die zijn er natuurlijk ook.

Bergsteentijm en echte tijm bijvoorbeeld en ook borstelkrans vinden we hier in de warme grinderige bermen. Beneden bij de rivier in de kale helling groeit de gele hoornpapaver, een echt papaverbloempje, de hoorn in de naam verwijst naar de de lange gekromde zaadpeulen, die nu ook al aanwezig zijn. Ook echte lavendel en de wollige teucrium vinden we bij het begin van de kloof. Nu komt het verfrissende gedeelte van onze wandeling, de route door de rivier de Oule en daarna het avontuurlijke gedeelte, de klim naar de geheime grot hoog in de rotsen, waarwe ons kunnen laven aan een bron. De bron?

Naar planten kijken in deze spannende omgeving doen we nu wat minder, toch vinden we hier overvloedig veel Venushaar en in de helling tussen de Canne de Provence slingert zich zowaar een spekwortel. 
Het wortelsap van deze Tamus communis bezit ontstekingsremmende eigenschappen. In de volksgeneeskunde werd hij vroeger gebruikt tegen kneuzingen en blauwe plekken; vandaar de Franse naam „herbe aux femmes battues“ (kruid voor de geslagen vrouwen). Misschien hebben we straks na onze 'gevaarlijke' afdaling de kwaliteiten van deze plant wel hard nodig.

Referenties over Tamus communis
  •  R. J. Schmidt, S. P. Moult: The dermatitic properties of black bryony (Tamus communis L.). Contact Dermatitis. 1983 Sep;9(5):390-6. 
  •  N. Mascolo e.a.: Local anti-inflammatory activity of Tamus communis. J Ethnopharmacol. 1987 Jan-Feb;19(1):81-4. 

zondag, mei 08, 2011

Voorproefje van de kruidenstage

De eerste dag van de kruidenstage. We hebben geluk. Er is een Fête des chiens de bergers en nog wel vlakbij op de col van Prémol. Daar kunnen we zelfs te voet naar toe. De gelegenheid ook om de plantengroei uit de buurt te verkennen. Langs de steile trap voorbij het mooie huisje van Elske wandelen we naar het oude dorp en langs ons labyrint dat nog altijd goed zichtbaar is en zelfverzekerd uitkijkt over de wijde omgeving. De tuin, het dorp, Montlahuc en Passol.

Lindebomen, bloeiende en zoetgeurende brem, struikkroonkruid en jeneverbes decoreren de kam. Wat verder komen we terug op de verharde weg naar de col ook hier groeien nog 'berm'planten genoeg, van gewone weegbree en varkensgras tot ongewone gentianen en forse orchideeën. Zo'n eerste dag in een onbekende streek is altijd weer een bijzondere kennismaking met al die nieuwe planten.

Maar we moeten verder anders missen we de herdershonden en het feest. En feest is het. De anders zo rustige col krioelt nu van mensen, honden en vooral van veel schapen. Echte schapen bedoel ik en zelfs hier en daar een zwart schaap. Er is ook een soort openlucht theater- en circusoptreden met 3 mensen en 2 paarden. Een intermezzo voor ons kruidenliefhebbers.

Na wat eten en drinken ruilen we het rumoer van de col weer in voor een stevige natuurwandeling terug naar Bellegarde, maar wel langs geheime paadjes en ruige hellingen in de flanken van de Praloubeau, langs de ruine van Chante labri. Verzadigd en vermoeid voelen we ons dan ook veilig in de vrede van ons verblijf Le Prasada.

bij Chante labri

zaterdag, mei 07, 2011

Die, Bar-a-Die, bernagie


Markt in Die. Café de Paris. Samedi a Die. De markt is de plaats waar ik verschillende herboristenkenissen in één klap kan ontmoeten en eventueel afspraakjes voor onze kruidenstages kan maken. Gesproken met Veronica Mantel uit de Quintvallei. Ook Etienne van Solaure was zoals gewoonlijk aanwezig, hun boekje over hydrolaten is verschenen.
Ik zit onder de lindebomen bij café de Paris te dromen. Ook mensen uit Bellegarde en omstreken koesteren zich hier in de zon. Vreemden die een beetje vertrouwd zijn. Ook Frank Debus wandelt bescheiden voorbij. Hij en ik knikken beleefd. Bescheidenheid langs beide kanten.
Verder bezoek ik bakker, boekhandel en apotheek. Iedereen en alles is hier nog. Alles gewoon, al is het 8 maand geleden. Nogmaals vertrouwd en vreemd.
Zon, witte wolken, wind en opwaaiende zomerjurken. Bar à Die. Krant en krantje van Diois. Kleintje koffie, zomers zoet en pastis. In de verte uit de hoogte daalt de mythische berg Glandasse naar beneden. Alsof bergen mij beklimmen. A bientôt il dit. Aardbeien, fraises vier bakjes voor 10 euro.

Naar Intermarché, naar tuincentrum met stevia en andere dure kruiden. Ik koop niets. Ook geen zaad. Al wou ik wel, onnozel weg, een zakje bernagiezaad kopen.  Maar dat moet in mijn Bellegardetuin toch vanzelf ontkiemen? Nog even afwachten dus. Bernagie tegen melancholie!
Ondertussen is de dag al ver gevorderd en kan ik aan het station van Luc-en-Diois mijn cursisten uit België ophalen. Welkom in deze wonderlijke wereld.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/40934-bernagie-tegen-melancholie.html

vrijdag, mei 06, 2011

Drômeplanten


Dit duurt nog even. Ik blijf nog 14 dagen in de Franse Drôme.Voormiddag weer tuinwerk in Bellegarde. Wat stukjes grond zaaiklaar maken en kleurstof-zonnebloemen zaaien, crosne verplant, en nog steeds wieden en hakken.
In de namiddag rij ik naar La Motte. Afspraak gemaakt voor een mini-distillatie bij Marie-Odile Ehringer en verkennend gewandeld bij Cornillon om een nieuwe route rond mijn grotberg te vinden. 
Ik ontmoet natuurlijk weer oude bekende planten: jeneverbes, bijenblad, Coronilla emerus net in bloei, gewone brem in volle bloei en volle geur, de eerste bloemen van een felroze bloeiende kattedoorn Ononis fructicosa

Een lijstje
  • Thymus vulgaris 'linalol / Echte tijm chemotype linalol
  • Dorycnium hirsutum / Faux thyme / Behaarde bakkeklaver
  • Bergwondklaver / Anthyllis montana
  • Astragalus monspeliensis / Tragacant
  • Centrantus ruber / Rode spoorbloem
  • Ononis fructicosa / Kattedoornstruik
  • Gouden regen / hier kleurrijk in de hellingen aanwezig
Thymus vulgaris chemotype linalol
Bieslelie / Aphyllanthus monspeliensis
In mei juni massaal en opvallend aanwezig met zijn blauwe bloemen, wat gelijkend op vlas. In juli uitgebloeid, is er alleen nog taai gras te zien. Het Griekse ‘aphyllanthus’ betekent dan ook bloem zonder blad. De aromatische bloemen werden door de schaapherders gegeten. Na de tweede wereldoorlog werden de wortels gebruikt als ‘brosses a chiendent’.

Dorycnium pentaphyllum – Valse tijm – La blanqueta.
Lijkt op tijm en groeit ook op dezelfde plaatsen, maar heeft witte bloemen en behoort tot de familie van de Vlinderbloemigen. Werd aan de zijderupsen gegeven om hun cocons te versterken.

Melittis melissophyllum – Bijenblad.
De honingdragende. Vrij zeldzame plant die in de lichte schaduw onder struiken kan groeien. Vroeger veel gebruikt als medicinale plant net zoals citroenmelisse. Kalmerend maar weinig wetenschappelijk onderzocht.

donderdag, mei 05, 2011

Verfstofplanten


Coreopsis tinctoria
Nog altijd in mijn Franse Jardin des Simples. Het hoekje van de verfstofplanten verkend. Hier werden vorig jaar vooral eenjarigen gezaaid, die zich nu gedeeltelijk en tegen mijn verwachtingen in, al zelf uitgezaaid hebben. Vooral Coreopsis tinctoria en Cosmos sulfureus ontkiemen zonder problemen. Misschien toch maar overplanten volgende week, naar een beter gecontroleerd stukje tuin. Ook de tweejarige wouw, Reseda luteola, begint al door te schieten en bloem te vormen.
Verder vind ik nog resten zaad en zaaddozen van saffloer, zegekruid en 2 soorten doornappels. Doornappels kunnen zich royaal uitzaaien, alleen doen ze dat pas eind Mei als de temperatuur hoog genoeg is. 

Het standaardwerk over kleurstofplanten is zondermeer het Franse boek van Dominique Cardon Le monde des teintures naturelles.

woensdag, mei 04, 2011

Wedetuin


Woensdag, de eerste tuinwerkdag voor mij in mijn Franse jardin des simples. Gisterenavond was ik nog even in de tuin. Er was al heel wat werk verzet. De labyrintvorm werd weer zichtbaar, maar het was vooral de wede die opvallend oplicht in de langzaam donker wordende omgeving.


De wede blijft bekoren. Dank zij de hulp in de tuin van Hilde en Geert is het werk plezierig, te overzien. Ik moet en mag alles weer opnieuw ontdekken. Hoe was het ook weer? Wat had ik gezaaid en geplant? Zijn de Leuzea's, de rozenwortel en rode zonnehoeden nog aanwezig? Ja, het is ook al 8 maand geleden dat ik hier nog was. En alle planten lijken er nog te zijn, al herinner ik mij alleen maar wat ik zie. Wat verdwenen is zal ik pas morgen of overmorgen achter komen. De tuin is mijn geheugen. Is mijn geheugen ook een tuin?



dinsdag, mei 03, 2011

Het regent bloemen

Ik camperkampeer nog steeds in het wijndorp Nuits St Georges en... het regent bloemen op mijn motorhome. Uit de grote ommuurde tuin vlakbij de camperparking dwarrelen wilde kastanjebloesem over straten en motorhuizen.
Ik wandel naar de bakker langs geheime, streng ommuurde villa's van wijnbaronnen. Grote grijs glinsterende lindebomen en blauwbloeiende catalpa's gluren over hun mooie muren.
De baguette van de bakker is al helemaal opgegeten voor ik weer bij de motorhome ben. Dus kan ik rustig verder rijden en .....
.......7 uur later bereik ik via Lyon, Valence en Die, over de col de Prémol Bellegarde-en-Diois.

Ik word er al direct vriendelijk aangeklampt door de nieuwe bewoners van 'ons' huis. Koffie drinken en vragen over al die rare planten in dat voortuintje. Sarriette (bonekruid) kennen ze nog wel, van de wede de verfstofplant in gele bloei, kan ik wel de Latijnse en Nederlandse naam debiteren, maar hoe was ook weer die Franse benaming? Alles moet weer uit die oude hersens opgediept worden.
En die vreemde prikkerige plant? Ja, Ruscus en muizedoorn maar de Franse naam wil maar niet uit de mist van mijn geheugen opdoemen. Morgen dan maar. Demain! Alles demain.

http://gezondheid-voeding.todio.nl/alternatieve-geneeswijzen/paardenkastanje-tegen-spataderen-en-aambeien-2315.html
http://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn



Nuits St Georges en Bellegarde

's Morgens in Nuits St Georges
Het regent bloemen op mijn motorhome! Uit de grote ommuurde tuin dwarrelen wilde kastanjebloesems over straten en motorhuizen. De indrukwekkende kastanjebomen staan in de geheime, hoog ommuurde ouderwetse villa's van de wijnbaronnen. Ook de zilverlindes en blauwbloeiende catalpa's staan te pronken in tuinen en bij de wegen.

Nuits Saint Georges
Nuits-Saint-Georges is een gemeente in het Franse departement Côte-d'Or, er zijn ongeveer 5000 inwoners. En natuurlijk kennen wijnliefhebbers, waar ik niet bij hoor, het dorp, want hier zijn heel wat wijnhuizen gevestigd.
Het Franse woord ‘Nuits’ lijkt te verwijzen naar 'nacht', maar dat is blijkbaar niet het geval. Het is een verbastering van ‘noyer’, notenboom. De streek rondom Nuits stond vroeger bekend voor de vele notenbomen. Hebben zij plaats moeten maken voor de wijndruiven? Het tweede gedeelte van de gemeentenaam ‘Saint Georges’ verwijst naar de beste wijngaard van de gemeente. De wijnen uit Nuits-Saint-Georges zijn, volgens de kenners, stoer en kleurrijk, met veel tannine of looistoffen. En met looistoffen voel ik mij weer thuis, dat zijn geneeskrachtige stoffen die we ook in de notenbomen van Nuits terug kunnen vinden. En die voor een gedeelte ook de gezonde werking van wijn kunnen verklaren.

In Bellegarde aangekomen
Ik word al direct vriendelijk aangeklampt door de nieuwe bewoners van 'ons' huis. Koffie drinken en vragen over al die rare planten in dat voortuintje. Sarriette kennen ze nog wel, wede de verfstof in gele bloei, kan ik wel de Latijnse en Nederlandse naam van produceren, maar hoe was ook weer die Franse benaming. Alles moet weer uit een verborgen geheugen opgediept worden. En die vreemde prikkerige plant Ja dus Ruscus en muizedoorn maar de Franse naam wil maar niet uit de mist van mijn geheugen opdoemen. Morgen dan maar. Demain! Alles demain.

Info Nuits St Georges
Camperplaats: Nuits St Georges 21700 Champ de Foire Rue de Cussigny
http://www.france-voyage.com/frankrijk-gemeentes/nuits-saint-georges-4732.htm
http://www.ot-nuits-st-georges.fr/fr/

Info Atropa belladonna / wolfskers
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/atropa-belladonna-wolfskers
http://www.annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-o-z/atropa-belladonna-wolfskers/
https://sites.google.com/site/kruidwis/hallucinogen

maandag, mei 02, 2011

Op weg naar Bellegarde


Op weg. Weg naar Bellegarde met de motorhome. Alleen. De Haan, Kortrijk, Bergen (Mons) en dan de grens over bij Maubeuge. Ik stop nog even bij de vijvers van Vervins, net zoals vorig jaar. Ereprijs en mooie boeketten koekoeksbloem in bloei. Voorjaar, de koolzaadvelden zijn nog net in gele bloei. Is het vroeg lente dit jaar? De natuur, de weg en ikzelf, elk jaar hetzelfde en toch iets anders. Ik iets ouder, de natuur opnieuw jong.
Ik volg nu mijn GPS, alhoewel, met die oude kaarten in dat ding, moet ik mezelf toch ook blijven orienteren. Dus ligt de Michelinkaart uitgespreid voor mij. En verder ken ik zelf ook wel de weg. De hoeveelste keer, met kleine variaties, doe ik nu de route naar Bellegarde? Herkennen doe ik visueel veel, maar natuurlijk alleen als ik er al ben. De viaduct bij Chaumont, de vestingstad Langres, het Bourgonjedorpje en andere kleine dingen.  Ergens een verlopen restaurant dat zichzelf Comme chez soi noemt....., het kruispunt richting Colombey les deux eglises, het plantenrijke plekje bij Provenchères-sur-Meuse.

Soms toch kleine nieuwe natuurdingen. Ik stop even voorbij Vitry le François op de N67 op 573 km van Bellegarde om mijn GPS electrisch op te laden. Ik doe de deur open en voor ik uitstap zie ik tussen hoog opschietend kleefkruid en brandnetel een majestueuze belladonna staan. Mysterieus staat hij zoals gewoonlijk langs de vochtige bosrand. Ik trap mij een padspoor door de brandnetels tot bij de wolfskers, maar merk door de hoge netels niet dat 'de mooie vrouw' een stuk lager in een gracht groeit. Ik glij dan ook achterover in de netels tot onder het heksenkruid. Verneteld lig ik even in aanbidding. Zo mag elke ontmoeting met mijn bella donna zijn.

Verder rijdend tot Langres. Zou ik nu eindelijk eens op die vesting overnachten? Ik stop wel weer, doe wat boodschappen bij Aldi, zelfs een soort biologisch groenten- en fruitsap verkopen ze hier dat ontbijtsap wordt genoemd. Voor morgen vroeg dus, al knabbel ik liever op een goed stuk brood.

Toch rij ik uiteindelijk, net zoals vorig jaar weer verder. Een dreigend onweer tegemoet richting Dijon, die regen en bliksemflitsen krijg ik dan ook. Vreemde korte stroken van harde regen en nog hardere regen. Maar we rijden rustig verder. Dijon en dan naar de Bourgognestreek om uiteindelijk weer opnieuw bij Nuits St Georges uit te komen. Waar ik overnacht.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/37880-wolfskers-de-lokkende-bella-donna.html

zaterdag, april 30, 2011

Bij Ecoflora

Cursusdag bij Ecoflora. We bespreken de planten in potjes van A tot Z. De eerste plant is Achillea ptarmica, Bertramwortel of Wilde bertram en de tweede Achillea millefolium, Echt duizendblad, bij de A vinden we verder nog Aconitum en Alchemilla en verderop ook Arnica montana en Artemisia. Een overvloed aan planten met een overvloed aan betekenis. Genoeg verhaal om een hele dag te vullen.

Een verhaal van Dodoens, de oervader der herboristen, over die wilde bertram. Hij schrijft dat het goed is ' tegen de killende tanden, die van de te onmatighe kouwe veroorzaect zijn'. Hij noemt het dan ook tantcruyt'. En zelfs wilde dragon, mogelijk omwille van de vorm van het blad. 'Die bloemen van desen cruyde voor die nuese ghehouwen ende gheroken doen niesen ende daer om heet dit cruyt Ptarmice ende Sternutamentaria, dat es Niescruyt'. En volgens Dodoens is Wilde bertram ook goed tegen blauwe plekken en kneuzingen. Hij zegt dat 'die bladeren gruen ghestooten verdrijven die blauw gheslaghen ghevallen oft ghestooten plecken ende doen dat gheronnen bloet sceyden/ op die plaetse die ghequetst es'.

En er zijn natuurlijk ook mensen die de verhalen moeten aanhoren. Hopelijk worden ze daar allemaal een beetje wijzer en gelukkiger van.

Mijn verhalen over enkele van deze kruiden vind je op
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22839-artemisia-de-grijze-tover-in-de-tuin.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/23556-in-de-naam-van-duizendblad.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/34569-arnica-of-valkruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23198-vrouwenmantel-thee-uit-de-tuin.html

http://www.ecoflora.be/

dinsdag, april 26, 2011

Weegbree

Grote en Smalle weegbree / ets Dirk Van Gelder
Op zoek naar gedichten over kruiden, ontdekte ik deze ets van Dirk Van Gelder en dit gedicht van Arthur van Schendel over

Weegbree 

Ik had een wens toen ‘k naast een weegbree zat. 
Men zegt dat een geduldig zieltje, van 
De minnaar eens verlaten, in dit plantje 
Haar woning vond aan alle ’s Heren wegen 
En wachten mocht op de Verdwaalde, en dat zij 
Een ieder die een schat verloren had 
En zocht en vroeg, terechtwees naar zijn heil, 
En bovenal was zij weldadig voor 
De blindeman, die tastte met zijn stok. 
Als die de bloem, die uit haar woning rees, 
Maar raakte met de hand, zag hij in donker 
En vond gewis de weg naar huis terug. 
Het is maar volksgeloof, voor kindren, voor 
Onnoozlen, maar de weegbree is mij dierbaar. 

En ook mij is de weegbree dierbaar, dat onkruid, die tredplant, die masochistische plant, die beter groeit naar gelang hij meer vertrapt wordt, die plant die mij voor het eerst liet kennis maken met de geneeskracht van de natuur.

https://sites.google.com/site/kruidwis/poezie/weegbree

Meidoorn, rozenblaadjes en blaaswier

De dag na paasmaandag in De Haan aan Zee. Toeristen zijn grotendeels naar huis. We kunnen weer iets ruimer ademhalen, ook al omdat de temperatuur wat verlaagd is en de windsterkte verhoogt. In het duinbos bloeit al volop de meidoorn. Pluktijd dus, want deze bloesem hoort bij mijn toptien van geneeskrachtige planten. Ook de rimpelroos begint al te bloeien. De vettige bloemblaadjes zijn gemakkelijk te plukken en verspreiden dezelfde zoete geur als de medicinale Rosa gallica, de apothekersroos. Ik gebruik ze dan ook om een siroop te maken.

Het best te gebruiken is de Meidoorn voor het ouderdomshart of om de gevolgen van een hartinfarct te verminderen. Verder is de plant ook nuttig bij een verhoogde bloeddruk dan eventueel combineren met de vochtafdrijvende Guldenroede of bij ritmestoornissen, dan is een mengsel met Citroenmelisse of Hartgespan zeer geschikt. Door zijn versterkende werking op de hartspier is de plant ook te gebruiken bij duursporten. Geen echt pepmiddel maar het verbetert de zuurstofvoorziening naar je hartspier, waardoor je een inspanning iets langer kan volhouden.


Of om Dr. Leclerc te citeren: 'Sa pro­priété capitale est de tonifier le cœur et d'exercer en même temps sur les yaisseaux une action régulatrice par l'équilibre qu'elle établit entre la pression sanguine et la force de l'impulsion cardiaque : elle rend plus efficace, plus durable le relèvement du cœur par la diminution de l'éréthisme vascu­laire, elle favorise ou, tout ou moins, soutient l'élan de l'organe central de la circulation'. Précis de phytothérapie'

Nog even langs het strand lopend zie ik dat er niet alleen veel volk maar ook veel blaaswier aangespoeld is. Het zeewier is vermengd met zand maar ook doorweven met restjes touw, wel mooi maar niet echt om op te eten.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23071-meidoorn-beschermer-van-hart-en-huis.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn

maandag, april 25, 2011

Meeuwen zijn geen planten

Ik woon nu eenmaal aan zee en dus kan ik niet naast de meeuwen kijken. Niet dat ze mij lastig vallen, integendeel het is wel genieten van die grote vogelbeesten, al vervuilen ze wel eens mijn wilde, eetbare planten met plassen van witte stront.

Een leerrijk, beetje schools lesje dan maar.
Meeuwen zijn typische kolonievogels. Traditioneel broe­den ze samen in duingebieden en schorren. Ze voeden zich met mossels, kokkels, krabbetjes, visjes, ... Door de toenemende menselijke activiteit aan de kust de voorbije eeuw verdwenen hun natuurlijke broedgebieden en raakten ze steeds meer in de verdrukking. Omdat er geen andere open ruimte is, pasten de meeu­wen zich aan. Ze vinden de mens overigens best wel een handige buur, wat bij bewoners en toeristen soms tot ergernis leidt. Anderzijds kunnen de mensen de wervelende luchtacrobatie van de meeuwen nu ook van dichtbij bewonderen: ze brengen de natuur binnen in de achtertuin.

Niet meer meeuwen
Het gevoel bestaat dat het aantal meeuwen alsmaar toe­neemt. De cijfers spreken dit echter tegen. Over de lands­grenzen heen kenden de kokmeeuw en de zilvermeeuw zo'n tien tot twintig jaar geleden hun hoogtepunt. Sinds een vijftal jaar neemt de meeuwenpopulatie ook in België af.
Een stijging van de totale meeuwenpopulatie wordt niet verwacht. Toch kunnen deze luchtacrobaten af en toe wat hinder veroorzaken, niet doordat er plots méér zouden zijn, maar doordat ze noodgedwongen dichter bij de mens zijn gaan broeden. Het aantal resterende semi-natuurlijke broedgebieden slinkt immers zienderogen. De meeuwen zoeken daarom alternatieve nestgelegenheid. In het stedelijke gebied broeden ze voortaan boven op gebouwen. Ze vinden er bovendien ook voedsel.
Storende trekjes maken de meeuwen van tijd tot tijd minder sympathiek, maar gedragen wij ons wel altijd gepast?

Soorten meeuwen
De meest voorkomende meeuwensoorten aan onze kust zijn de zilvermeeuw, Larus argentatus, de kokmeeuw, Larus ridibundus, de kleine mantelmeeuw Larus fuscus, de stormmeeuw, Larus canus en de grote mantelmeeuw, Larus marinus.
Met wat geluk kan je ook de dwergmeeuw ILarus minutus) of de visdief ISterna hirundol zien, evenals de zwartkop-meeuw (Larus melanocephalus], de geelpootmeeuw (Larus michaheüis] en de drieteenmeeuw (Rissa tridactyla].

Sinds 1993 broedt de zilvermeeuw boven op de daken in de Oostendse regio, sinds 1999 ook de kleine mantelmeeuw. In hun zoektocht naar nieuwe broed-gebieden vonden de vogels de gebouwen in het centrum van Oostende en in de stadsrand (boven op loodsen of op de Vismijn) een aantrekkelijk alternatief. Sinds 2005 komen ook broedgevallen voor boven op daken in de Zeebrugse voorhaven.
Onderzoekers stellen een trage, maar gestage toe­name vast van het aantal zogenaamde dakbroeders. Als nestplaats vormen de daken in de stad natuurlijk een vrij goed al­ternatief: de meeuwen kunnen er ongestoord nestelen en zijn er onbereikbaar voor roofdieren als ratten of vossen. Of de ruimte bovenop de daken voldoende is voor een herlokalisatie van alle verdrongen meeuwen, zal de toekomst uitwijzen.

Stiekem geniet ik wel van het feit dat zulke beesten net zoals de vossen zich kunnen aanpassen en profiteren van de mensen.

Zat van het jonge blad

Cercis siliquastrum / Judasboom

Nu is er in de natuur immens veel te beleven. 

Fluitenkruid vrolijkt donkere bosranden op, 
glimmend en geurend populierblad laat het bos naar koele kerken ruiken, 
zoete meidoornbloesem verzacht mijn hart 
en dan is er nog de Chinese schoonheid van de jonge Cercis. 
Cercis siliquastrum ook dat is gewoon een boom, wel met een ongelukkige Nederlandse naam Judasboom.

Crataegus / Meidoorn

zondag, april 24, 2011

Tussen het fluitenkruid

Het fluitenkruid bloeit. Gebruiken doe ik het zelf weinig, er van genieten des te meer. Door sommigen wordt het ook culinair hooglijk gewaardeerd. Richard Mabey schrijft 'U moet fluitenkruid meteen plukken als de stengels genoeg ont­wikkeld zijn om ze te kunnen determineren. Later in het jaar wor­den ze nogal bitter. Ze kunnen goed gedroogd worden; pluk er dus genoeg van voor het hele seizoen en ook voor vers gebruik. Fluitekruid is een erg veelzijdig keukenkruid, zegt hij ; kleine hoeveelhe­den geven de meeste slasoorten een levendig smaakje, vooral aard­appel-, tomaten- en komkommersla. Het is ook een goede smaakgever voor sperciebonen en kruidenomeletten'. Eetbaar is het dus wel, in de betekenis van niet-giftig, bitter is het ook niet maar toch is de smaak mij te....groen maar voor andere smaakpapillen het proberen waard. Ook de bloemschermen zijn eetbaar. Eén probleem: vergis je niet met andere, wel veel zeldzamere schermbloemigen zoals hondspeterselie en dolle kervel. Je hoort het al aan hun naam, die voorspellen niet veel goeds. Determineren dus! De naam fluitenkruid verwijst naar de holle stengels waar we als kind fluitjes van maakten. Geneeskrachtig is er weinig over bekend, de zaden zouden volgens Kleyn vroeger bij chronisch eczeem en klierziekten gebruikt geweest zijn. En ons aller Dodonaeus schrijft 'Dese wilde Eppe ende sonderlinghe die wortelen daer af/ sijn werm ende drooge tot in den derden graedt. Die wortelen van dese Wilde eppe in den mont ghehouwen ende geknout versueten die pijne ende weedom van den tanden/ ende trecken veel vochticheden uut den hoofde'. En dat heb ik nog niet uitgeprobeerd.

Holandiagids voor eetbare planten in de natuur. Richard Mabey

donderdag, april 21, 2011

Klaproos

Vandaag witte donderdag, mijn eerste klaproos van het jaar gezien. Wel langs een drukke weg met supermarkten, garages en andere lelijke gebouwen. Dan was mijn eerste klaproos van vorig jaar wel veel romantischer, want in mijn Franse kruidendorp Bellegarde-en-Diois. Of nog indrukwekkender de Franse graanvelden vorig jaar vol van rode gloed. Ik ben er toen nog speciaal voor omgereden om ze te bewonderen en in te verdrinken. Misschien kan ik daar over veertien dagen dwalend langs Franse wegen weer volop van genieten.


 De bloedrode kollebloem hoort toch echt bij ons mensen. 'Ze laat haar roode bloemen, in het golvend gele graan, als brandend heete passie, in gouden wereld staan." zong ooit een dichter. En dus blijkbaar niet alleen in een 'gouden wereld' maar ook in de hedendaagse hete heksenketel van het verkeer vrolijken de klaprozen even de grauwe wereld op.


De kollebloemen van Vlaanderen  (1919)
Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open,
tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant,
het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen,
dat onze milde dood de vree werd voor dit land.

Lees ook mijn artikel op info.nu: http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/32206-in-de-naam-van-klaproos.html

woensdag, april 20, 2011

Engelwortel langs de Schelde

De laatste les van de cursus 'Help jezelf met kruiden' in Zevergem. Zoals gewoonlijk verken ik enkele uren voor het begin van cursus de omgeving. Ik wandel vanaf de kerk via veldwegen richting Schelde. Het bloeiend fluitekruid verandert de boerse wegkanten in witte wulpse weilanden. Wat wil je ook met zo'n naam!


 Ook de smeerwortel bloeit, al ziet hij er met zijn afhangende gekrulde bloeiwijze heel wat serieuzer uit. En terecht zou ik zeggen, het is nu eenmaal een degelijk geneeskrachtig kruid, die met zijn slijmstoffen en allantoïne gekwetste huid en versleten gewrichten kan ondersteunen. We zullen dan ook vanavond een stevige tinctuur maken van de zwarte wortel.
Ik wandel verder en zie plots in de verte als een fata morgana een groot schip door het bos varen. De onzichtbare Schelde dus. Door de oude, geïsoleerde meanders zijn er overal vijvers en moerasjes ontstaan, plaatsen waar engelwortel, watermunt en koninginnekruid zich thuis voelen. Overal ontkiemen ook de reuze balsamienen, zo te zien zullen dat duizenden dartel bloeiende planten worden, die helaas onze inheemse flora in de verdrukking brengen. Erg? Ik weet het niet.


De fietsboulevard langs de Schelde wordt met dit warme weer druk bezocht, het is zelf even oppassen om niet aangereden te worden. Een aangename verrassing voor mij zijn de vele en zelfs al bloeiende aartsengelwortels in de stenige bedding van de rivier. Ik breek een stukje stengel af om de aromatische geur op te snuiven, misschien kunnen we vanavond ook wat Angelicalikeur brouwen of gekonfijte stengelsnoepjes maken.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/29054-engelwortel-in-de-oud-noorse-samenleving.html

zondag, april 17, 2011

Kruidig wandelen in Nuth

Wandelen, planten leren kennen en er mee omgaan. Wij leren de natuur kennen en de natuur leert ons kennen! Het is half april, het wielerweekend van de Amstel Gold Race. En ook het tweede weekend van de herboristen opleiding. Deze keer zomaar in Nuth niet ver van Valkenburg in het Zuidelijkste puntje van Nederland.

Machtig mooi weer. Dus wandelen we ook wat meer. We vertrekken aan de geklasseerde en gerestaureerde hoeve, het laatste huis van Nuth links van de weg naar Wijnandsrade . Een smalle, eerst nog wat verharde veldweg met mooie meidoornhagen, de meest natuurlijke afsluiting voor de weilanden om de paardjes en de koeien binnen te houden en de wandelaars buiten.

Eind april, de eerste witte bloesem van de meidoorn is reeds geopend, het is dé bloesem tegen ouderdomshart, ritmestoornissen en hoge bloeddruk. Langs en onder de haag vinden we zeer algemene maar nuttige onkruiden zoals zevenblad, hondsdraf en vogelmuur. Allemaal ook te eten, al wandelen hier veel Nuthse mensen met hun hondse huisdieren. Toch wat uitkijken bij het plukken. 


Over meidoorn: 

woensdag, april 13, 2011

Citroenverbena tegen hoofdluis

A recent study suggests that essential oils may effectively treat head lice.
Lice are small insects that feed on the blood of their hosts. When they attach to human heads, they can be visible near the edges of the scalp and produce eggs that hatch and thus multiply the number of lice. Lice may cause severe itching and are easily spread.
Researchers in Argentina evaluated the effectiveness of 25 Argentinean essential oils on permethrin-resistant head lice. Permethrin is a common chemical used in a cream or liquid form to kill head lice. The authors noted that there is an increasing need for alternative lice treatments as lice populations are becoming resistant to the traditional chemical treatments.
The researchers found that the most effective essential oils were that of Cinnamomum porphyrium, which belongs to theCinnamomum genus of evergreen shrubs and trees that produce the cinnamon spice, Aloysia citriodora, which is also known as lemon verbena and finally Myrcianthes pseudomato of the Myrtaceae family.
The authors concluded that the results of this study suggest that the essential oils of Cinnamomum porphyrium, Aloysia citriodora andMyrcianthes pseudomato should be incorporated into products to treat head lice; however, additional research is necessary before conclusions can be made. In addition to the species evaluated in this study, quassia, which is native to Jamaica and its neighboring islands, has also shown potential for the treatment of head lice. However, evidence is currently unclear as to whether it is effective.

References
Natural Standard: The Authority on Integrative Medicine. www.naturalstandard.com
Toloza AC, Zygadlo J, Biurrun F, et al. Bioactivity of Argentinean essential oils against permethrin-resistant head lice, Pediculus humanus capitis. J Insect Sci. 2010;10:185. View Abstract

dinsdag, april 12, 2011

Zonsondergang


Wat is dat met zonsondergangen boven zee?
 Miljoenen malen bekeken en gefotografeerd. 
Cliché tot en met. 
En toch?!

maandag, april 11, 2011

Zaden verzamelen


We besnuffelen en sorteren de zakjes met zaden die we vorig jaar in onze Franse 'jardin des simples' verzameld hebben. Deze zaadjes zullen in Bellegarde nu, zonder mij, aan het ontkiemen zijn. Hopelijk wel. Dat zal ik begin Mei tijdens onze kruidenstage pas goed kunnen beoordelen.

Ondertussen probeer ik hier in De Haan toch al wat in potjes voor te zaaien. Restjes ouder zaad, vooral van éénjarigen meng ik maar door mekaar en laat ik door de zeewind zelf uit zaaien.

Geluk ligt in een klein zaadje.



Een lijst(je)
  • Slaapmutsje, éénjarig oranje bloeiend papavertje met kalmerende werking.
  • Wede, tweejarige verfstofplant waarvan de gele mosterdzaadachtige bloemen ook goed te eten zijn.
  • Zegekruid, eenjarige nachtschade-achtige met decoratieve zaaddozen
  • Bolderik, eenjarig en zeldzaam akkeronkruid met giftige zaden.
  • Juffertje in 't groen, bekend eenjarig vrolijk sierplantje, waarvan de zaden als specerij te gebruiken zijn
  • Bilzekruid, nog zo'n geheimzinnige en giftige éénjarige, voor mijn heksenzalf
  • Hoornpapaver gele, groeit graag in de geërodeerde grond van de Franse Drôme, moet het dus ook wel doen in de Haanse duinen
  • Nigelle of Zwarte komijn, specerij en geneeskrachtig zaadje, waar zowel een vette als etherische olie uit gewonnen wordt
Agrostemma githago - Nielle des blés - Bolderik - Gewöhnliche Kornrade - Corn Cockle 
Originaire de la Méditerranée orientale, elle s'est développée en Europe avec les céréales. Actuellement en forte régression (désherbants). S'élève jusqu'à 1000 m d'altitude. 
Elle était autrefois utilisée dans le traitement des ulcères et contre les parasites intestinaux. Son emploi de nos jours est complètement abandonné car elle contient des saponines vénéneuses. Toxicité : Sa graine noire contient une substance toxique, qui, mélangée au blé, rend le pain dangereux pour la consommation.