dinsdag, november 19, 2013

Bingelkruid

In dit seizoen zijn het vooral eenjarige superonkruiden, die nog groeiend en bloeiend in de natuur aanwezig zijn. Over vogelmuur hebben we het al eerder gehad. Ook het eenjarig bingelkruid trekt zich van nattigheid en koude weinig aan. Waar mens of dier, bulldozer of poot de grond heeft omgewoeld, vestigt het plantje zich met veel plezier. Vreemd is wel dat het als warmte- en zonminnend wordt omschreven in de literatuur. Je vindt het vooral op omgewerkte grond, akkers, moestuinen, wijngaarden, bermen, braakliggende grond, spoorbermen, tussen bestrating, plantsoenen en in ruigten aan de voet van muren. En ja, dit soort biotopen vind je natuurlijk veel in de buurt van het overijverige mensenvolkje. De bloemen van het bingelkruid zijn meestal tweehuizig. De vrouwelijke bloemen komen alleen of soms met 2 of 3 bij elkaar voor in de bladoksels, 3 tot 4 mm en de mannelijke bloemen vormen veelbloemige aarachtige kluwens.

De naam bingelkruid.
Vreemde naam heeft deze plant ook wel. In België is “bingelen” een modern woord dat slaat op “huiswerk maken door studenten via het internet”. Het werd zelfs genomineerd voor het jongerenwoord 2011, maar ik neem aan dat dit niet de betekenis is van bingelen in bingelkruid. Bingelkruid hoort tot de wolfsmelkachtigen en het sap is giftig voor schapen en koeien. Ga je bingelen (risico's nemen) als je bingelkruid eet? In het etymologisch woordenboek vind je 'bengelkruid o., + Hgd. bingelkraut saamgest. met *bengel, waarin e = i vóór n, en i zelf = u, Mhd. bungel, afgel. van Ohd. bungo (Mhd. en Nhd. bunge) = knol, On. bingr = bolster (Zw. & De. bunke), verwant met bonk'. Zou het dan een bengel van een kruid zijn, een wildebras, een zwerver. Dat zie ik wel zitten. Het bingelkruid begint dat zelfs wat op mij te lijken of ik op het kruid, zeg maar een oude zwerver die met zijn motorhome rond dwaalt en zich overal vestigt.

Blijkbaar waren de bingelkruiden al bij Hippocrates, in de vijfde en vierde eeuw voor Christus, in gebruik. De plant werd vooral gebruikt voor de behandeling van menstruatieklachten en andere vrouwenkwalen. De schrijvers van kruidenboeken in de middeleeuwen adviseerde het gebruik van de thee bij oedeem, verstopping, slijmvorming in de bronchiën, gebrek aan eetlust en reuma en jicht.  In de volksgeneeskunde was thee van het verse kruid geliefd als laxerend en vochtafdrijvend middel. Ik zou het verse kruid nu zeker niet meer gebruiken, is irriterend mogelijk door de saponinen en peperachtige stoffen die in de plant aanwezig zijn.
Meer onderzoek naar de geneeskrachtige werking lijkt me wel nuttig. Ook de Latijnse naam Mercurialis verwijzend naar Mercurius, de god van de genezing, is veelbetekenend. Ook de Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan/Odin.

In de middeleeuwen was het bingelkruid zelfs bestanddeel van de heksenzalf, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moest bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en Aconitum (Monnikskap). Wel degelijk een giftig mengsel, alleen geschikt voor goddelijke of duivelse wezens.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/mercurialis-sp-bingelkruid

zondag, november 17, 2013

Instant koken.

Instant koken. Klinkt niet gezond noch gezellig, maar als je tijdelijk alleen woont, heb je nu eenmaal niet de neiging om uren in de keuken te staan. Snel koken doe ik nu dus wel maar hopelijk toch redelijk gezond.
Zalmmoot in de aanbieding, dus gebakken zalm met rijst (van de vorige dag), rijst die in dezelfde pan even met de zalm mag meebakken. Omdat ik nog een restje (verschaald?) trappistenbier in een flesje heb staan, giet ik dat ook maar over de zalm. Even smoren  met deksel op de pan, alles mooi decoreren op een bord, een tomatensla met olijfolie erbij en dan bij de kachel op de hoek van de salontafel gezeten, rustig opeten. Rustig zeker wel, toch duurt het volledig verorberen slechts 5 minuten.

 Rijst is bij mij, nooit zomaar blote rijst maar meestal op kleur en smaak gebracht met geelwortel, blokjes wortel en paprika. Een beetje onkruid, brandnetel, weegbree, vogelmuur of zevenblad mag er meestal ook wel bij. Voor de spikkeltjes groen en voor de wilde energie.

Vogelmuur vind je nu volop. Je kan het ook eten op zijn spinazies, even gesmolten met boter, een beetje peper en zout. Ook als volledige groenteportie met aardappelen en een stukje vis is het eetbaar, al combineer ik het dan toch liever met spinazie.

En verder Vogelmuurpesto / Chickweedpesto klinkt wel beter

  • 1 teentje knoflook
  • wat zout
  • olijfolie
  • cashewnoten
  • Parmezaanse kaas

knoflook, zout en vogelmuur fijn wrijven in een vijzel
noten en olie toevoegen totdat een smeerbare pasta ontstaat
Breng op smaak met Parmezaanse kaas, zout of kruiden

donderdag, november 14, 2013

Knopkruid gesprokkeld.

Om de lessen herborist wat op te fleuren heb ik graag dat de cursisten zelf ook wat planten of plantenresten meebrengen.
Is er nu nog wat interessants te plukken, vragen velen zich af. Het is herfst en al donker als we naar de les komen. Gelukkig zijn er altijd wel mensen die wat onkruidrestjes vinden en ook meebrengen. En nog interessant onkruid ook. Al is elk onkruid in meer of mindere mate wel interessant. Dus deze keer het knopkruid, Galinsoga.

Kaal Knopkruid of Klein Knopkruid (Galinsoga parviflora)

De wetenschappelijke naam Galinsoga is vernoemd naar een zekere M.Galinsoga (1766-1797), botanicus en hofarts van  de koningin van Spanje. De soortnaam parviflora komt van het Latijnse parvus = klein en flos = bloem: met kleine bloemen. De Nederlandse naam ‘knopkruid’ verwijst ook naar het kleine, knopvormige gele bloemhoofdje.
De plant komt van oorsprong uit Zuid-Amerika (Andesgebergte). Rond 1820 is deze plant op een of andere manier hier in Europa ingeburgerd. De plant komt vooral voor in akkers en tuinen, omgewoelde wegbermen en opgehoogde terreinen. Kaal Knopkruid is eetbaar, tenminste de jonge blaadjes en stengels. Het kan ook in soep meegekookt worden. Het smaakt een beetje naar zeekraal en zit vol met calcium. Oude bijnamen zijn Akkerpest (een woekerend onkruid), Duitskruid (knopkruid breidde zich vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog uit, de fout van die Duitsers), ook de naam Moffenkruid zegt genoeg.

En alhoewel dit algemene onkruid niet geneeskrachtig gebruikt wordt, is het toch indrukwekkend als je leest hoeveel bijzondere stoffen, zoals beta-sterolen en antioxidanten, er in deze plant aanwezig zijn. Opvallend is ook zijn beschermende werking op de lever, werking die zelfs te vergelijken is met mariadistel en verder heeft het Galinsoga-extract ook nog een bloedsuikerverlagende werking.
In 2007 onderzocht de universiteit van Kwa-Zulu in Durban, Zuid-Afrika, de werking van zestien lokale kruiden als zogenaamde ACE-remmer. Galinsoga parviflora bleek daarbij ook een bloeddrukverlagende werking te hebben.
Niet mis dus voor zo'n lastig onkruid.

Z Naturforsch C. 2013 Jul-Aug;68(7-8):285-92. Chemical constituents and biological activities of Galinsoga parviflora cav. (Asteraceae) from Egypt. Mostafa I, Abd El-Aziz E, Hafez S, El-Shazly 
The phytochemical investigation of an aqueous ethanolic extract of Galinsoga parviflora Cav. (Asteraceae) resulted in the isolation and identification of eleven compounds namely: triacontanol, phytol, beta-sitosterol, stigmasterol, 7-hydroxy-beta-sitosterol, 7-hydroxystigmasterol, beta-sitosterol-3-O-beta-D-glucoside, 3,4-dimethoxycinnamic acid, protocatechuic acid, fumaric acid, and uracil. Furthermore, 48 volatile constituents were identified in the hydrodistilled oil of the aerial parts. The ethanolic extract at a content of 400 mg/kg body weight (BW) exerted 87% reduction in the alanine aminotransferase enzyme level in cirrhotic rats compared with the standard silymarin (150 mg/kg BW) and also exerted a reduction in the blood glucose level equivalent to that of glibenclamide (5 mg/kg BW) in diabetic rats. The ethanolic extract, light petroleum and ethyl acetate fractions exhibited substantial antimicrobial activity against Bacillus subtilis, Pseudomonas aeruginosa, Escherichia coli, Aspergillus niger, and Candida albicans. The ethyl acetate fraction showed strong antioxidant activity at a concentration of 150 mg/mL as compared with 0.1 M ascorbic acid. The cytotoxic effect against the MCF-7 cell line was found to be weak.

woensdag, november 13, 2013

Gojibessen

Hier, in De Haan groeien vrij veel gojibessen, vooral in de buurt van het golfterrein, waar ze oorspronkelijk ook aangeplant zijn. De goji of boksdoorn heeft als wetenschappelijke naam Lycium barbarum en behoort tot de plantenfamilie Solanaceae (Nachtschadige-achtigen).
De naam Lycium komt mogelijk van Lukion, een Griekse naam voor een geneeskrachtige bladverliezende struik uit Lycia in Klein Azië, Turkije. De naam barbarum is afgeleid van barbarismus, Latijn voor ongewoon, buitenlands, vreemd of zeg maar barbaars. De soort Lycium barbarum zou afkomstig zijn van China. Het is een doornige struik met met gebogen overhangende  grijze takken en eetbare bessen, vreemd zoet met wat bittere nasmaak. Boksdoorn is aan te planten als stekelige vruchtenhaag en is winterhard tot -7 of -12°C. De plant kan vermeerderd worden door zaaien en stekken.

Planttips voor gojibessen.

  • Plant bij voorkeur op een zonnige, warme standplaats.
  • Kies voor een goed gedraineerde, humusrijke grond. Groeit goed in de duinen.
  • Een lichtzure grond, met een pH van 6,6 tot 7,5. (neutraal tot licht alkalisch). Liefst losse grond.
  • Groeihoogte is 1,5 tot 3 meter. De lange twijgen hangen wel mooi gebogen voorover, nemen dan ook vrij veel plaats in. De planten kunnen dan ook 1,5 tot 2,5 meter breed worden.
  • Gebruik bij voorkeur tweejarige planten, deze zijn minder vorstgevoelig dan eenjarige planten. Eenjarige planten kan je best vanaf half mei uitplanten.
  • Bedek na het planten de grondoppervlakte rond de plant met afgevallen bladeren en compost.
  • Bij strenge vorst de jonge planten beschermen met bladeren, snoeihout, rietmatten of ander materiaal.

maandag, november 11, 2013

Herfsttijd, tijd voor reflectie

Herfst- en wintertijd! Altijd weer tijd om te reflecteren. Reflecteren, wat een woord! Herfstgeur, geur van gevoel. Je terug trekken in je hol of alleen door bruine bossen dwalen. En toch, tezelfdertijd voor mij ook de tijd om voor het volk te verschijnen. Cursussen en voordrachten te geven. En dan is het alsof ik buiten mijn lichaam treed, ik zie mezelf staan, woorden, gebaren, gevoel.....Verwondering! Bewondering! Wie is die man?

Herfsttijd. Alleen kan ook met iedereen, voor mij soms in een café. Kijken, koffie drinken, krant lezen. Het wereldnieuws, moord en doodslag, rampen rustig op papier langs mij heen laten gaan. Emotie, emotieloos? Letterlijk langs mij heen laten gaan, Adrenaline, testosteron, onder controle?

Ik schrijf nu, zelfs letterlijk de krant vol. Gebruik het krantenpapier om mijn eigen gevoelens te verwoorden. Schrijf over orkanen heen. Mijn nieuws over het wereldnieuws. Krabbels voor heel kort of gedicht voor de eeuwigheid?

Mijn handen ruiken als handen
Vijf vingers verlangend
Vijf vingers, vrolijk jong
En toch
vijf en zestig
Vijf vingers, weinig vervormd noch verkreukeld
Te weinig gewroet zeker.
En toch....

dinsdag, november 05, 2013

Herfst, planten verzamelen?

Planten verzamelen in de striemende regen heeft ook zo zijn charme. Dan voel je tenminste dat je leeft. En ja, voor de eerste les kruidenleer bij de cursisten in Leuven, kan ik toch niet met lege handen aankomen. De leslokalen mogen echt wel opge-fleurd worden, als ik dat zo mag noemen. Dus wat planten sprokkelen langs wegkant, tuin en duin. Paardenkastanjes om de veneuze uitgezette vaten te verzorgen, echte salie voor de keel, veel eetbaars is er ook nog: vogelmuur, zevenblad, wilde rucola en in mijn tuintje grijze, geurende kerryplant, venkel- en teunisbloemzaad. En dan op weg naar Leuven.

Door problemen met mijn laptop (gehackt?) begin ik wel gestrest aan de les. Al die spanning valt snel van mij af, als ik op dreef komt. Ik geef een kort, nu ja kort in zo dik 2 uur, een overzicht van de verschillende aspecten van een kruid (monografie). Over de naam, teelt, ecologie van de levende plant, over het te gebruiken plantendeel (wortel, bloem, blad...) de zogenaamde materia medica, over inhoudsstoffen en algemene farmacologische werking, de indicaties, over dosering en bereidingswijzen.... Alles een beetje illustreren met planten, tincturen en etherische olie, en dat is wel nodig, want ondanks de belangstelling is het moeilijk voor de studenten om na een dag werken in een suffe ruimte ook nog 3 uur te luisteren naar één mens.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/paardekastanjezalf
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje

zaterdag, november 02, 2013

Herfst in Breda: platanen, kweeperen en cafés

Op bezoek bij mijn dochter in de Nederlandse stad Breda.
Herfst, tijd van vergane geuren en bontbruine kleuren. Heimweegeuren, ze roepen herinneringen op aan lang geleden, de tijd dat ik zelf in dit gezellige stadje woonde. Kind van de jaren zeventig van de vorige eeuw, de tijd van provo's, kabouters en Oranje Vrijstaat. Ik draag nu 40 jaar later nog altijd de mooie erfenis van toen met mij mee. Terug naar de natuur, leven van het land. Alles van toen is ook terug, eko en bio heeft zich zelfs een plaats veroverd in de grote supermarkten van Jumbo, C1000 en anderen.


Herfst in Breda. Zuiderse platanen verliezen vrolijk hun bladeren. Verkleurende bladeren, voor mij het symbool van ouderdom, zeventig zijn, oud worden en toch vitaal en vrolijk blijven. Of zijn zoals een kweepeer, geplukt toch lang goed blijven en zelfs een zoete geur verspreiden. Menselijke wezens aanzetten tot tederheid. Herfstgeuren vol van emoties. Aromatherapie in het echt.

Over kweepeer
Hyppocrates en Dioscorides adviseerde deze merkwaardige vrucht al tegen darmproblemen. Inwengig als sap, gefermenteerd in wijn samen met honig. Uitwendig de verse geraspte pulp als compres op de buik.
Ook artsen in de Middeleeuwen en de Renaisance beschouwden de kweepeer als een van de meest waardevolle vruchten. Pierre de Forest (1522–1597) beschreef de pulp als ontgiftend middel vooral tegen verwondingen met giftige pijlen. Giftige pijlen vliegen er niet veel meer in het rond. Maar het verzachtend en gifstofbindend effect van de slijmstoffen is ook nu nog bekend. In de 16de eeuw werden er verschillende verhandeling gewijd aan de Krusomélon, zoals de kweepeer toen genoemd werd. De verzachtende en samentrekkende werking was dus al eeuwen bekend en werd begin 19de eeuw opnieuw wat bekendheid gegeven door Dr. Leclerc, de vader van de moderne fytotherapie. Hij adviseerde de siroop of het afkooksel vooral voor ontregelde, gevoelige darmen met zowel diarree als verstopping. Bijzonder geschikt voor jonge kinderen en ouderen.
Afkooksel (decoct) van Leclerc: 1 ongepelde, in fijne schijfjes gesneden Kweepeer, koken in 1 liter water tot er nog een ½ liter overblijft, zeven, uitpersen en 50 gr suiker toevoegen.
Cazin, een Franse kruidenprofessor, combineerde de kweesiroop met een afkooksel van salie tegen ‘diarrhées infantiles’
Een merkwaardige maar efficiente bereidingswijze, is een afkooksel van kweepeer (100 gr) in (1 liter) wijn, niet bedoeld om op te drinken maar als mond- en gorgelwater voor ontstoken tandvlees, tegen aften en bij keelpijn. Nog curieuzer en niet aan te raden is hetzelfde ‘drankje’ als irrigatievloeistof bij witte vloed en bij baarmoederverzakking.

Een recept: kweepeerconfituur
1 ½ kilo kweepeer, in 4 stukken snijden en ontpit. De pitten bewaren om hoesthoningsiroop te maken. De kwee’s gaar koken in 20’ tot 30’ (afhankelijk van de grootte van de stukken), eventueel stukjes nog wat beetgaar laten).
Daarna mengen met 1 ½ kg suiker en pectine, 1 à 2 minuten stevig koken en dan heet afvullen in bokalen.Het geheel ziet er uit als een licht glanzende appelmoes, smaakt ook wel wat zo maar met meer aroma.

Kweepeerpasta: krijg je door confituur in te dikken door meer pectine te gebruiken of langer te laten koken, in vorm gieten (de laag niet hoger dan 2 cm) en enkele dagen laten drogen, zo krijg je een kweepeerpasta, die in blokjes gesneden een soort snoepje is à la Turks fruit. Eventueel mengen met walnoten of appelsienschil om de smaak te verbeteren.
De klassieke kweepeergelei maak je met het sap van de kweeperen.


zondag, oktober 27, 2013

Herboristen Opleiding: een eerste impressie

Het eerste weekend van de 25ste herboristenopleiding. Altijd weer spannend, zelfs al voor het echt begint. Mensen die ondanks gps en andere toestellen de weg niet vinden, anderen die zelfs betaald hebben en toch niet komen opdagen, nog anderen die niet waren ingeschreven en er toch zijn. Ik heb er gelukkig mee leren leven. Het species 'mens': ijverig, hevig, rustig of radeloos, allemaal mooi.
We starten dit jaar de cursus in de schaduw van Brussel, wel landelijk op den buiten, ondanks auto's en spoorwegen. Een interessante kruidentuin is mijn steun en toeverlaat om in 2 dagen een overzicht te geven van de basiskruiden  voor geneeskrachtig gebruik. Kennismaken met 30 kruiden en 15 mensen op 2 dagen. Hoe doe je dat?

Namen van mensen, namen van planten (Nederlandse en Latijnse), namen van ziektes, inhoudsstoffen. Wie is wie? Artemisia, heemst, Greetje, Tanja, Katrien, Els, saponinen en slijmstoffen, juffertjes in 't groen en anderen, mooie en curieuze namen. Even ook over afrodisiaca zoals bonenkruid en berenklauw,  over adaptogenen zoals rhodiola en ginseng of over een op het eerste zicht onschuldig plantje maar toch met een gevaarlijke, aborterende werking, poleimunt dus..... plantjes, plantjes met kantjes.

Hoe kan ik in die overvloed, toch tot de geneeskrachtige essentie van de fytotherapie komen? We bespreken
  • bitterstofplanten voor spijsvertering en lever: alsem, paardenbloem,
  • manusjes van alles: echte kamille, duizendblad
  • voor hart en bloedvaten: meidoorn, knoflook, tempelboom (ginkgo)
  • voor het veneuze vaatstelsel: paardenkastanje (Aesculus), duizendblad
  • het zenuwstelsel: sintjanskruid en echte valeriaan
  • nieren en urinewegen: echte guldenroede, veel bomen...berk, wilg, es en heermoes
  • huid: goudsbloem en smeerwortel (slijmpapje maken)
  • hormonaal: vrouwenmantel, vitex, cimicifuga
  • lever: mariadistel, paardenbloem
  • luchtwegen: heemst, rode zonnehoed, tijm, salie
In de middagpauze nog meer planten, wel in de vorm van soep en smoothies. Pompoen (carotenoïden), aardpeer (inuline, FOS), tomaat (lycopeen), smakelijk klinkt het niet, maar misschien is dat de kunst van de herborist om lycopeen en fructo-oligosacchariden lekker klaar maken. Voedsel als medicijn.

woensdag, oktober 23, 2013

Pizza, quiche of omelet?

Na een tijdje voor drie gekookt te hebben, nu weer even koken voor mij alleen. Niks mis mee, maar wel heel anders. Nog sneller en ongecontroleerder. Vandaag een omelet maken, dacht ik, een boerenomelet, al ging het uiteindelijk wel wat op een pizza of quiche te lijken. Of iets er tussen in.

Boter in de pan, rode ui, dunne rode repen paprika en tomaat fruiten en stoven. Ik heb nog verse tortelloni in de koelkast liggen, die mag, in stukjes gesneden ook meestoven. Dit alles, niet te lang 5 minuten laten garen. Ik heb er liever nog wat beet aan en het mag nu ook snel klaar zijn.

In die 5 minuten breek en kluts ik wat eieren, 2 is genoeg voor mij. Die gaan over het gestoofde groentenmengsel, maar eerst snij en hussel ik  er nog wat brokjes Briekaas overheen. Alles enkele minuten stevig laten worden en opdienen met brokkelig brood en groene sla (kropsla, wilde rucola, bieslook).

Natuurlijk zijn er ook wat kruiden doorheen gegaan, een tikkeltje rozemarijn en tijm, peterselie....nu ja, doe maar.
Wilde rucola is hier aan de kust, in de duinen en zelf in de tuin, nog altijd te oogsten. De toeristen en de meeste hondjes zijn ook weg, dus alles is wat veiliger te plukken. Wel zoeken naar jong blad en anders de gele bloemetjes er overheen.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/79515-wilde-rucola-of-de-grote-zandkool.html

zondag, oktober 20, 2013

Den Botanieken Hof

Achter een arduinen balustrade met daarop prachtige gietijzeren straatlantaarns uit de 19de eeuw ligt aan de Leopoldstraat in Antwerpen een kruidtuin. Op nauwelijks enkele tientallen meters van de Meir en vlak bij de Bourlaschouwburg is 'Den Botanieken Hof' voor de buurtbewoners en voor veel mensen die in deze omgeving komen winkelen een zeldzame groene oase. Ik kwam vroeger regelmatig rondslenteren in dit kruidpark, vandaag mag ik hier een kruidige wandeling geven in het kader van de happening 'Alle dagen honger'. Zowat 40 mensen, veel volk dus voor een stadse tuinwandeling, veel volk mag wel eens wat mij betreft.

Veel planten ook, natuurlijk niet zo veel bloei meer, maar dat hoeft ook niet voor een kruidenwandeling, de schoonheid en kracht van kruiden zit toch van binnen, verstopt als het ware en de herborist, ik dus, moet dat voor de mensen zichtbaar maken.

De eerste planten die we zien, maken dat gemakkelijk. Oost Indische kers, sierplantje waarvan ook in alle delen eetbaar is, mosterdolieglycosiden geven het blad, bloem en onrijp zaad de smaak van radijsjes en nog een geneeskrachtige, antibiotische werking op de koop toe. In de volgende vakken vinden we verschillende ruwbladigen, de planten zijn hier namelijk per familie gerangschikt, vooral de stevige smeerwortel verdringt hier zijn familieleden. Deze ruige plant noemt niet voor niks smeerwortel, een wortel die veel smeer (slijm) bevat en als smeerseltje (zalf) gebruikt kan worden tegen een ruwe huid, ruige wonden en botbreuken. Gewoon wat geplette wortels of groen papje van het blad opleggen. Succes verzekerd.

Over hallucinogenen, mirte en melde
We kunnen nog uren bezig blijven en dat doen we dan ook. Giftige of moet ik zeggen hallucinogene planten uit de familie van de Nachtschadigen, doornappel bijvoorbeeld, de zwarte zaden uit één stekelige zaaddoos zijn waarschijnlijk genoeg om de hele groep helse of hemelse visioenen te bezorgen. Maar...we willen toch nog wat verder wandelen, we vinden nog de rode zonnehoed en het moederkruid, enkele oranerieplanten in grote potten zoals de geurige mirte en de johannesbroodboom. Ook bij de goed eetbare meldesoorten blijven we stilstaan, het jonge blad werd en word als spinazie klaar gemaakt en de knobbelige zaden kunnen rijst of tarwe vervangen. Bekende schermbloemigen zoals venkel, engelwortel en akkerscherm staan wat verder in hun vak te paraderen. Het houd niet op, een botanische tuin is nu eenmaal een winkel vol planten. Stilaan geraken de toehoorders verzadigd, al moet ik zeggen dat velen het moedig en vol belangstelling volhouden. En dat doet ook mij natuurlijk goed. Gezond zijn door gewoon over planten te praten of hopelijk ook door te luisteren naar planten, als is het dan via de spreekbuis herborist.

Over de geschiedenis van de tuin
De oorsprong van de Antwerpse Plantentuin gaat terug op het Franse Bewind aan het einde van de 18de eeuw toen de Fransen beslisten om in elke departementshoofdplaats een 'Ecole Centrale' op te richten. Daarbij hoorde ook een plantentuin. In de eerste jaren van zijn bestaan werd hij vooral bevoorraad vanuit de tuinen van rijke families en kloosters die gevlucht waren voor de Franse Revolutie. In 1802 werd de Ecole Centrale opgedoekt, maar de tuin bleef bestaan als plantentuin ten behoeve van de apotheek van het St Elizabeth gasthuis dat er vlak naast ligt.
De beheerders van het ziekenhuis waren niet echt begaan met hun kruidtuin die dan ook in verval raakte. Maar gelukkig stonden er geregeld medewerkers van het ziekenhuis op die zich het lot van de tuin aantrokken en hem zo goed en zo kwaad als het ging in stand hielden en zelfs uitbreidden.

De huidige tuin werd in januari 1950 als landschap geklasseerd. Alhoewel de tuin relatief klein is - minder dan 1 hectare - werd er toch een interessante verzameling van meer dan 2.000 verschillende planten samengebracht, waaronder een aantal zeldzame bomen.  Een grote Poncirus trifoliata vinden we hier. Deze Poncirus is de enige vertegenwoordiger van de citrusfamilie die in ons klimaat winterhard is. Er staat ook een mooie Ginkgo biloba. maar de nadruk ligt toch op de vaste planten - waarvan vele door de argeloze bezoeker misschien als onkruiden zullen worden beschouwd.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/30551-bloemen-in-mijn-bord-oost-indische-kers.html



Cursusboeken en paardenkastanje

Volop voorbereiding voor de opleiding die zaterdag start. In de namiddag de cursusboeken opgehaald in Oostende. 'Ik doe het maar met de tram', dacht ik. Rugzak en stevige boodschappentas mee, want 20 boeken van zowat 1 kilo meesleuren is niet vanzelfsprekend, zwaar maar wel goed voor het gevoel. Het letterlijk gewicht van de cursus voelen is ook eens wat anders, les geven doe je niet alleen met je hersenen en je mond maar ook met je lijf.

Vanmorgen ook wat wilde kastanjes geraapt, geschild en de witte stukjes in water laten trekken Flink schudden zorgt ervoor dat de zeepstoffen zichtbaar vrijkomen. Het water, thee of zeepsop (hoe moet ik het noemen) kan vermengd met klei of gedrenkt in een katoenen doek als kompres tegen spataderen gebruikt worden. Je zou er ook nog een druppeltje etherische olie van cipres bij kunnen doen. Een kuur van één week in het kastanjeseizoen, elke dag een kompres een half uur opleggen.

https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/veneuze-insufficientie
https://sites.google.com/site/hagershandbuch/aesculus. Deze link is alleen toegankelijk voor leden.In Hagers Handbuch lees ik: Das aus Samen gewonnene Mehl ist zur Reinigung von Wäsche, Wolle usw. seit langem bekannt. Während des Krieges wurde ein Auszug von Samen unter Beigabe von kieselsaurer Tonerde zu Sirupdicke eingedampft. Er besaß als „Bolusseife“ gute Waschkraft, war jedoch wegen des Eisengehaltes der Tonerde für weiße Wäsche ungeeignet. Vorwiegend Schlosser, Kaminkehrer und Schmiede benutzen Mehl oder Samen gern zur Reinigung, da fettige Stoffe gut gelöst wurden. 

zaterdag, oktober 19, 2013

Stacaravan of caravane résidentiële: Camping Le Roptai

Campings met stacaravans en chalets, een wereld op zich. Kleine dorpen waar mensen van verschillend allooi, hutje mutje, uit vrije wil bij mekaar gaan zitten en dat nog wel in volle natuur. 

Ik ben zelf op zoek naar een goedkope stacaravan om een mini uitvalsbasis te hebben voor het geven van mijn cursussen en het organiseren en begeleiden van kruidenwandelingen. Dus op zoek. In de Ardennen natuurlijk. Waar anders? Ardennen noem ik gemakshalve het bosrijke en heuvelrijke gedeelte van Wallonië. Honderden uren, vele dagen, zowat 40 weekends heb ik samen met vrienden, met cursisten en herboristen de laatste 30 jaar bij Wéris, Belvaux....aan Semois, Ourthe en Lesse stevig door gestapt maar ook rondgesnuffeld op zoek naar de ultieme plant.

Tiffany
Nu bezoek ik nog enkele van die 'historische' plekken, vooral camping Le Roptai  heeft mijn aandacht. Ik kan nu enkele 'te koop caravans' op mijn eentje van binnen bekijken, genieten van het muffe verval, vergane glorie van een oude Tiffany caravan beleven, de geur van geschiedenis. Sommige 'huisjes' zijn alleen maar schroot maar anderen verdienen een herkenning als Vintage. Vooral de Tiffany. Zou ik hem willen, kunnen, mogen kopen voor 2500 euro?

In volle natuur op de camping
Ondanks al die mensen groeien er nog orchideeën achter de huisjes en één kilometer verder is er een reserve naturelle waar ik nu nog steeds de resten vind van bokkenorchis, wilde marjolein, glad parelzaad, kaardebol, agrimonie en de merkwaardige wilde weit. En om het hoekje glinsteren de reuze parabole paddenstoelen van Lessive mij tegen. Wereld na wereld, na wereld. Wil ik hier ook een klein beetje wereld worden?

vrijdag, oktober 18, 2013

Belvaux en omgeving

Hypericum zaaddozen
Op weg in Wallonië. Plaatsen opnieuw verkennen. Poix Saint Hubert, dat was zeer lang geleden, langs het riviertje camping Val de Poix, daarna naar Saint Hubert en zijn basiliek, indrukwekkende kerk en verder via Fourneau St Michel, rij ik naar Belvaux. De plaats waar ik 2 jaar geleden nog een kruidenwandeling organiseerde. Bij het gat van Belvau, de plaats waar de Lesse in de grotten van Han verdwijnt, de plaats waar verschillende wolfskersplanten te vinden zijn en op de rots in de buurt, een rits van warmteminnende zeldzaamheden.
Gamander, wilde tijm, kalkaster en zelfs wildemanskruid voelen zich hier thuis. Bij Ave et Auffe bezoek ik de camping Le Roptai, op zoek naar een goedkope stacaravan. Deze camping is voor mij puur jeugdsentiment, vele kruidenweekends hebben we hier in het verleden georganiseerd. Op de kalkgraslandjes in de buurt groeiden, groeien? wilde orchideeën zoals de bokkenorchis....Morgen zal ik eens bekijken of al die plantjes er nog zijn.

En dit schreef ik vroeger over Belvaux. 
In Belvau of Belvaux bij Han sur Lesse verdwijnt de Lesse in de grotten van Han, le gouffre de Belvau, een hallucinant mooie om niet te zeggen magische plek waar de meest magische plant Atropa belladonna of de Wolfskers nog overdadig het schaduwrijke Belladonnastraatje bemand en hogerop in de warme rotsen, waar ik uren kan zitten, groeit welig het Wildemanskruid, Gamander en geurende wilde tijm. Hier voel je nog even de echte heiligheid in alles.

En dan ontdek ik op google dat mijn volledig artikel in her Duits vertaald werd.
Op http://emaxilab.com/erwerben/article_63691.html en dat klinkt zo.  In Belvau oder Belvaux zu Han-sur-Lesse Lesse in den Höhlen von Han, le gouffre die Belvau verschwindet, besetzt eine halluzinatorische schön, nicht zu sagen, magischer Ort, wo die magische Pflanze Atropa Belladonna Belladonna oder noch übermäßig Belladonna Lane beschattet und höher die heißen Felsen, wo ich stundenlang sitzen, wächst üppig die Kuhschelle Gama Islander und duftenden Thymian kann. Hier können Sie immer noch das Gefühl wie die echten Heiligkeit in allem.

maandag, oktober 14, 2013

Onderweg: Pont L'Eveque

Weg. Onderweg. Op weg van Bretagne naar Belgïe. Vanmorgen volop zon diep in de punt van Bretagne maar wel steeds meer wolken en stortregens richting Normandie. Ik neem de, niet te betalen autoweg tot Caen, dan verder via N-weg binnendoor richting Rouen. Ik begin de route al wat te kennen en zelfs vaste slaapplekken te krijgen. Dus nog eens overnachten in Pont L’Eveque, op de Place Foch, vlak bij de brandweer en een park. Het is geen officiele camperplek toch staan er meestal welke enkele huisjes op wielen. Ook de grote indrukwekkende kerk Saint Michel is vlakbij en dus ook het geluid van de klokken, gelukkig stoppen die met luiden om 10 uur.

Ik dwaal nog even door de zoals gewoonlijk verlaten straten, ook de cafés zijn hier om 9 uur 's avonds niet meer open. Een fel verlichte winkel trekt mijn aandacht, ik wandel er naar toe, protserige doodskisten en kitscherige grafschriften glinsteren mij tegen, alsof ik al in het hiernamaals ben terecht gekomen. Als de hemel er zo in het echt uitziet, dan blijf ik toch liever op dit aardse paradijs. Terug in mijn eigen huisje zonder hemels internet, noteer ik dan maar offline mijn mijmeringen en voor tien uur lig ik in mijn eigen hemelbed.

Over kaas
Pont-l'Évêque is niet alleen een bijzonder mooi en bloemrijk stadje met vakwerkhuizen, het stadje heeft ook zijn naam gegeven aan een Franse kaas van het type rood-bacterie- of gewassen-korst-kaas. De kaas wordt in Normandië al sinds de XIIde eeuw bereid.

De melk wordt direct na ontvangst verhit tot 35 °C. Kalfsleb wordt toegevoegd om het stremmen te versnellen. De wrongel wordt gesneden, afgegoten en in een vierkante vorm gedaan. De eerste fase is nu in een warme zaal (22 °C). De vorm wordt op een zeef geplaatst en gedurende 1-2 dagen regelmatig gekeerd om de wei weg te laten lopen. Vervolgens wordt de kaas getransporteerd naar de droogruimte, waar de kaas 5 dagen verblijft. Daarna wordt de kaas gezouten (wat op verschillende wijzen kan, van inzouten tot een pekelbad), en wordt de kaas gewassen en geborsteld. De laatste stap is het rijpen gedurende anderhalve maand. De kaas zelf wordt geler, de buitenkant wit. Per kaas is drie liter melk en ongeveer 45 dagen nodig om tot het eindproduct te komen. Kaas dus eens wat anders dan kruiden.

zondag, oktober 13, 2013

Fête des pommes

Vooraleer ik morgen weer naar België en omstreken vertrek, zijn we nog even naar het appelfeest in het Bretoense dorpje St Rivoal geweest. Die Franse ecobeurzen vind ik altijd wel leuk maar je mag je er wel niet al te veel van voorstellen. Veel volk is er wel en vreemd genoeg nog meer auto's, verder doedelzakmuziek, pannenkoeken en veel soorten appels.

De demonstratie om ouderwets appels te persen om cider te maken, was wel merkwaardig. In een grote pers werd een bedje van stro gemaakt, daar gekneusde en bruin geworden stukjes appel opgelegd, terug een bedje stro en appel en zo verder.....en, dat duurde  zolang zodat we het uiteindelijke uitpersen niet meer meegemaakt hebben. Zelf dacht ik even dat de berg gekneusde appels, de afval van het persen was.

We zijn zelf pas begonnen met cider te maken. Ik ben wel benieuwd hoe dat afloopt. Cider is wel een drank naar mijn hart: eenvoudig, goedkoop, gewoon met gekneusde, inheemse appeltjes gemaakt, licht alcoholisch waardoor je toch een goeie slok kan drinken zonder zat te worden, licht gefermenteerd oersmaakje. Kortom een recht toe recht aan drank.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/bier-en-wijn/84635-cider-en-vruchtenwijn-maken.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/appel



vrijdag, oktober 11, 2013

Boodschappen op de fiets en binnendoor.

Ik fiets de laatste tijd meer dan ik wandel. Vreemd van mij, wandelen is nochtans mijn tweede natuur. Alleen met fietsen kom je wel wat verder. En zijn er zelfs boodschappen te doen 5 kilometer verder in Huelgoat. Het aangename aan het nuttige paren. Alhoewel is het aangename niet nuttig en het nuttige niet aangenaam?

In het terug komen probeer ik een binnendoorwegje en dat is echt wel binnendoor. Holle weg, magisch clair obscuur, Bretagne mag dan wel als regenachtig en grijs bekend staan, toch zijn de wolken, het licht en de binnendoorpaden hier heel bijzonder.

Verdoken huizen aan de holle weg, woekerend groen, huisjes met de luiken dicht, schijnbaar verlaten en toch laarzen aan de voordeur. In Kersaliou komt de enige bewoner schichtig om de hoek gluren. Varens, oude eiken en glimmende paddenstoelen fluisteren verhalen. Ben ik de kabouter van dienst?

Appel, appelsap en appelmoes

Wat moeten we met al die niet echt eetbare, wat zure appels in onze tuin? Eigenlijk zijn het appels om cider te maken. Appelsap moet ook kunnen, dachten we en daarna kunnen we van het sap nog altijd proberen cider te maken. Dus onze stoomextractor opgesteld, 3 kilo appels, geschild en in stukken gesneden en na zowat een uur stomen, hebben we één liter sap. Niet zo geweldig veel maar wel een massa appelpulp, die we gelukkig als appelmoes kunnen gebruiken.

De stoomextractor (damp-ontsapper) is een apparaat dat door middel van stoom bij vruchten, groenten of kruiden op eenvoudige wijze het sap kan uittrekken. Het resultaat is een gepasteuriseerd en dus bewaarbaar sap. Puur natuur! Met deze stoomextractor kunt je ook groenten blancheren en allerlei gerechten bereiden: rijstgerechten, visgerechten....

Appel  / Malus sylvestris
De voorbije jaren zijn wetenschappers vol lof over de appel. Zo is bewezen dat regelmatig een appel eten (2 à 3 per dag), het cholesterolgehalte (totale en slechte cholesterol) kan helpen normaliseren, vooral als u ook de schil opeet, en ook een te hoge bloedsuikerspiegel kan doen dalen. Mogelijke verklaring: de vezels die de spijsvertering en de darmflora stimuleren.
Een ander domein van de geneeskunde waarin de appel perspectieven biedt, is de neurologie. Zo doen dierenproeven vermoeden dat de quercetine in appelen (schil) de neuronen zou beschermen tegen alzheimerletsels. Ook bij darmkanker kan appelsap of cider de behandeling ondersteunen. Apple polyphenol phloretin potentiates the anticancer actions of paclitaxel through induction of apoptosis in human hep G2 cells.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/malus-sylvestris-appelboom




woensdag, oktober 09, 2013

Koken in het wilde weg.

groene snijbiet
Ook koken doe ik elke dag. Zomaar in het wilde weg, een beetje radeloos. Maar...vooral als er niks in huis is, lukt het mij blijkbaar het best om toch wat klaar te krijgen.
Vandaag dus. Basmatirijst gekookt met een verloren gelopen wortel en wat ui. De tuin levert niet veel meer op, maar toch nog courgette en wat traag op gang gekomen snijbiet gevonden en omdat het blad nu nog zo jong is kan ik het stoven zoals spinazie. En ja, nu moet er nog iets hartigs gebakken bij de rijst en de gestoofde snijbiet. Maar wat....ik heb nog een rest van een rollletje geitenkaas (wit product van de Intermarché) maar niet genoeg voor 3 personen, dus rol ik schijfjes in beignetbeslag en bak ze zo in de pan. Of tenminste dat dacht ik te doen, maar omdat het toch wat te omslachtig en nog te weinig was, bak ik eerst dunne schijfjes courgette en ui, giet dan het beignetbeslag (boekweitmeel, ei...) met de geweekte geitenkaas allemaal samen in de pan en laat deze koek, omelet, quiche-achtig ding langs beide zijden bruin worden. En nu maar eten.

Basisrecept: Snijbiet, boter, paneermeel, zout.
Kook de jonge snijbietbladeren met aanhangend waswater - in een pan met een deksel er op - in 10 minuten gaar. Doe het blad in een zeef of vergiet en druk het vocht er (met bijvoorbeeld een schuimspaan) uit. Prik een portie snijbiet aan een vork en leg het op een snijplank. Hak het met een mes grof en doe het daarna terug in de gebruikte pan. Roer een klontje boter en enkele eetlepels paneermeel door de snijbiet om het resterende vocht te binden.
Maar...je kan 'op zijn maurice' het vocht direct binden in de kookpot met wat boekweitmeel, vooral als je geen gluten wil of mag hebben. Ik mag wél gluten, maar boekweit gebruiken in Bretagne is vanzelfsprekend.

Over een andere biet https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/beta-vulgaris-ssp-maritima-strandbiet

zondag, oktober 06, 2013

Appeltje geplukt....aards paradijs?

Vandaag pruimen en appels geplukt uit eigen tuin. Kleine appeltjes, merk onbekend, waarschijnlijk hier ooit aangeplant om cider te maken. De vruchten zijn wel eetbaar maar beantwoorden toch niet aan de moderne gangbare appelsmaak van zoet en zacht. Eerder friszuur, redelijk hard maar wel met veel aroma. Vandaag of morgen wil ik ze gebruiken om appelsap te produceren, appelmoes en chutney te maken. En mogelijk deze week ook een aanzet om voor de eerste keer cider te maken, maar dat laat ik aan M. over.

Over appels
In deze tijd van steeds meer tropisch supervoedsel zoals gojibes, granaatappel, kiwi en mango, met meer en nog meer anti-oxidanten, vergeten we wel eens de waarde van het ordinaire inheemse fruit zoals appel en peer. Zou zo'n appeltje nu veel minder super zijn dan die dure sapjes van verre streken?

Appels en bessen zijn een bron van beschermende anti-oxidante polyfenolen. Niet voor niets zeggen of zegden we tegen onze kinderen: 'Snoep verstandig, eet een appel.' Al is dit gezegde wel gebaseerd op een slimme reclamecampagne van jaren geleden.
Ap­pels zijn vrijwel het hele jaar door verkrijgbaar, soms gratis te plukken in de natuur of in eigen of andermans tuin. Het sappige vruchtvlees van de appel bevat naast vitamines en mineralen di­verse fenolzuren, waaronder appelzuur en ellagzuur. Al deze zuren hebben een beschermende, anti-oxidante werking tegen velerlei ziektes. De schil van rode appels bevat de be­langrijke flavonol quercetine. Al met al bevat een doorsnee appel ongeveer 290 mg aan fenolver­bindingen met goede anti-oxidante werking.

Meer over dat appeltje http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/89678-appeltje-voor-meer-dan-dorst.html en https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/appel

zaterdag, oktober 05, 2013

Barnenez, de baai en zwartmoeskervel

Als toerist nog eens het stadje Morlaix bezocht en in de namiddag naar de neolithische site Cairn de Barnenez. Ik was er al eens eerder geweest en wou nu vooral de baai en zijn plantengroei eens verkennen.  Er groeit hier een mengeling van gewone planten zoals meidoorn en sleedoorn samen met typische strandplanten zoals strandmelde, zeevenkel en zwartmoeskervel.

Zwartmoeskervel

De zwarte dikke zaden had ik al eerder geoogst en gezaaid, ontkiemen deden ze niet goed in mijn potgrondpotjes. Ik ben dan ook blij hier massaal pas ontkiemde plantjes te vinden en heb er natuurlijk wat van meegenomen. De plant heeft niet alleen zwarte zaden maar een al even zwarte, grillige wortel. Ze lijken wel wat op de mythische mandragora en daar heb ik mij al eens eerder mee vergist.

De jonge scheuten en bladeren werden vroeger gebruikt in de voorjaarsstamppot. De gebleekte bladstelen werden ooit als salade gegeten. Vooral de voorjaarsscheuten waren geliefd, ze hebben een geur, zoals Plinius zegt, van mirre. Ze werden vooral gegeten door zeelieden die terugkeerden van een lange reis. In de 17de eeuw werd selder populair en verdween de zwartmoeskervel uit het menu.

Bij Barnenez oogst ik niet alleen zwarmoeskervel, maar ook meidoornbessen. De struiken groeien hier zelfs in de branding van de baai. Bessen moest ik toch nog oogsten, hier zijn ze mooi donkerrood rijp en dus pluk ik zowat 50 gram. 'Zee'meidoorn? Zouden die bessen anders werkzaam zijn? Ze proeven wel even droog en melig als de inlandse soorten, maar toch meidoorntinctuur à la mer en dan nog van het mythische Barnenez, dat kan niet slecht zijn.

Lees zeker ook
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/smyrnium-olustrum-zwartmoeskervel
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/95993-meidoorn-geschiedenis-van-geneeskracht.html
http://debronvanurd.blogspot.fr/2012/04/cairn-de-barnenez.html

Laprop, lapkrop....... help


Mijn nieuwe laptop testen. Ik heb zomaar een chromebook gekocht. Dus geen windows meer, geen Open Office en ook enkele andere toepassingen zal ik moeten missen., maar daar ben ik nu nog niet achtergekomen. Een beetje spannend. Wel andere spanningen dan in de natuur. Ongrijpbaar electronisch, abstract. Anders dan tuinieren, anders dan ploeteren in de grond, anders dan regen, wind en water voelen. Laptop, smartphone, ander fingerspitzengefühl. Twee werelden. Zijn ze te combineren?......Laprop, lapkrop, schreef ik. Is dat wat mijn lijf voelt? 

dinsdag, oktober 01, 2013

Eikels kletteren

Eikels kletteren op het nieuwe dak van ons tuinhuis. Het krachtig geluid klinkt me vertrouwd in de oren. Kindertijd natuurlijk, spelen in de beschutting van het koetshuis op de boerenkarren, beschermd tegen wind, regen en de keiharde eikels. Ooit werden die eikels aan de varkens gevoerd en de geroosterde vruchten zorgden voor een inheemse koffie. Wel niet mijn smaak, maar nu met al die Bretoense eikels in onze tuin is de verleiding groot om, als was het maar voor het plezier, wat eikelkoffie te produceren. 

Wel sterk geneeskrachtig spul, die eikels en hun bomen. Zo sterk geneeskrachtig met hun vele looistoffen, dat het beter is om er alleen uitwendig gebruik van te maken. De eik maakt alles wat te los zit in het lichaam opnieuw vast. Stoppend, bloedstelpend...Yang zou men dat in de makrobiotiek noemen. 

De eik is energetisch zo sterk, dat er alleen naar kijken al genoeg is voor een werking. Vooral de bladerloze bomen in de winter spreken me sterk aan. Knuffelen doe ik dit soort bomen niet, er stevig tegen aanleunen of er in klimmen is meer mijn stijl.

De eiken uit mijn leven. Dit schreef ik in mijn dagboek van 2006: Eiken in het fôret de Tronçais
....Maar we doen vandaag niet alleen literaire maar ook natuurlijke ontdekkingen. In de weilanden en langs de wegen staan mooie oude solitaire eiken. Zo alleen en zonder bladeren zijn het echte oerbomen. We ontdekken dat er niet alleen veel solitaire eiken staan, maar dat vlakbij Meaulne ook het mooiste eikenbos van Europa moet zijn. Le plus belle chenaie de l’Europe, zoals de Fransen dat zo mooi maar ook zo overdreven kunnen zeggen. Dus wij rijden, ja rijden dat eikenwoud in en bezoeken één voor één de oudste eiken uit dit woud. Een korte wandeling brengt ons eerst bij de Chêne de Montoloyer, zou 350 jaar oud zijn en vertoont duidelijk tekenen van aftakeling. Eén lange zijtak probeert nog extra krachten te vergaren voor nog eens 350 jaar. We rijden en wandelen naar nummer 2 en 3, naar Chêne carrée met vierkante basis, naar Le Chevallier (de Ridder) en naar Les Jumeaux, een tweeling van 400 jaar oud. Allemaal in het fôret de Tronçais. En we hopen ook stiekem een maretak op een eik te vinden. Maar helaas.

En nog over oude eiken: 2 maart overnachten in de motorhome onder de kerktoren van Tramont
Zwaar bewolkte maar droge ochtend in Tramont. Wel ja, de klokken van de kerk waren geen succes. De plaatselijke, in trainingspak gestoken, overbuurman weet van geen klokken, maar weet zomaar waar die oude eik is. En nog wel vlakbij. Wel even een steile weg op en daar aan de rand van het bos staat hij. Verhakkeld, van veel zware takken ontdaan maar indrukwekkend afstekend tegen de woeste wolken en wij als kikkers tegen hem opkijkend. Wel degelijk een indrukwekkende eik maar helaas zonder maretak. Zouden de mistels mede gesneuveld zijn samen met zijn oeroude takken? 


maandag, september 30, 2013

Zagen, spitten, planten en tinctuur maken

Tussen het hout zagen door, even onze groentetuin spitten, verder wat jonge planten die her en der opkomen een plaatsje gegeven in onze nieuwe border. Een mooie afwisseling van zwaar, woest zaagwerk met verfijnd verzorgen van kwetsbare jonge planten. Zo moet het leven zijn!

Zaden van aartsengelwortel ontkiemen enthousiast in het najaar, liefst de zaden niet bewaren tot in het voorjaar, want dan ontkiemen ze nauwelijks nog. Ik plant er enkele over in potjes en enkele naar de nieuwe border. Verder scheur ik wilde marjolein, een roze bloeiende ooievaarsbek en valeriaan. Alle drie gemakkelijk te vermeerderen planten door het splitsen van de wortelstok. Veel wortels en wortelstokken kunnen nu niet alleen gebruikt worden om planten te vermeerderen maar ook om te drogen of een kruidentinctuur te maken.

Valeriaantinctuur
De sterk verstrengelde wortels van valeriaan moeten wel goed schoon gemaakt worden. Ze enkele keren kort in een emmer water soppen. Verse wortels fijn hakken en snel met ethanol overgieten. Best is een gewichtsverhouding van 1 op 5 aan te houden, dat betekent 10 gr wortel laten trekken in 50 cc ethanol van 45°, op kamertemperatuur afgedekt 3 weken laten trekken. Dan zeven en uitpersen. Afvullen in donkere flesjes. Te gebruiken bij stress en slapeloosheid.

http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/27853-valeriaan-vreemde-namen-en-verhalen.html

zaterdag, september 28, 2013

Over de natuur van tuinieren

Onze tuin
'Mijn tweede natuur. Leven met een weerbarstige tuin' is de titel van een al ouder boek van Michael Pollan. Het is het verhaal van Pollans leerschool in de tuin. Zijn tuin in kwestie bestaat eigenlijk uit twee tuinen, de ene min of meer denk­beeldig, de andere opdringerig echt.

De eerste is de tuin uit boeken en herinneringen, dat gedroomde utopische buiten, waar altijd alles in bloei staat, waar de natuur aan onze wensen tegemoet komt en waar wij denken thuis te horen. Het aards paradijs dus.
 De tweede tuin is echt, aards en weerbarstig en bestaat bij Pollan uit twee hectaren rotsige, onhandelbare heuvel in de stad Cornwall in Connecticut, waar hij al vele jaren op zwoegt. Er ligt een wereld van verschil tussen deze twee tuinen, maar elk jaar breng hij ze een beetje meer met elkaar in overeenstemming.
Beide tuinen, de droomtuin en de echte,  hebben Pollan een hoop geleerd, en niet al­leen over tuinieren, zoals gebleken is. Want hij ook besefte en ons een beetje wil bijbrengen is, dat tuinieren niet alleen betekent in de grond ploeteren maar ook nadenken over je eigen plaats in de natuur.

Heb ik het recht, zegt hij,  om de marmotten die de hele lente mijn moestuin hebben geplun­derd te doden? Hij schrijft over de vage grenzen tussen natuur en cultuur; en over de ruimte-ervaring, de morele implicaties van landschapsarchitectuur en nog wat andere vragen waar de wens om een paar lekkere tomaten te oogsten hem niet op had voorbereid.
Misschien ligt het in mijn aard, zegt hij, om de dingen onnodig ingewikkeld te maken, om te zoeken naar grote betekenissen in kleine dingen, maar het leek toch of er veel meer ge­beurde in de tuin dan ik had verwacht. Ik begon met tuinieren om dezelfde redenen als de meeste mensen: om de voldoening van een bosje worteltjes uit je eigen tuin; het ver­langen een lapje grond gastvrijer of productiever te maken; de drang om een plaats uit je jeugd terug te halen; en de pure noodzaak te zor­gen dat het bos je huis niet verzwelgt.

Dit boek hoort in de categorie leesboeken van tuineigenaren, die vaak met een knipoog hun ervaringen beschrijven. Voorbeelden zijn 'Mijn hartstocht de tuin' van Christophe Lloyd, 'Buiten de perken. Tuinieren met gezond verstand' en 'Tuinieren gaat niet over rozen' van Romke van der Kaa, Natuur inschakelen, natuur uitschakelen van Louis Leroy, 'Tuinieren tussen de regels' van Paul Geerts en 'Mijn tweede natuur. Leven met een weerbarstige tuin' van Michael Pollan.

Mijn jardin des simples in Bellegarde
‘Natuur’ wordt in dit verband gezien als een kwaliteit: het spontane, zelforganiserende van niet-menselijke oorsprong, dat in meerdere (het meest in wat wij ‘wildernis’ noemen) of mindere mate aanwezig is, maar als het ‘meer dan menselijke’ nooit afwezig is. Ook en zelfs in sterk door mensen vormgegeven landschappen zijn er ‘randen’ en overgangen, ‘vergeten’ plekken. In de vormgeving van het wonen kunnen mensen inspelen op de natuur en het tuinieren bijvoorbeeld vormt een overgangsgebied tussen menselijk vormgeven en een ‘meer dan menselijke’ dimensie, gedeeltelijk beheersbaar. Goed tuinieren vraagt om aandacht, voor de bodem, voor kleine verschillen in bodemgesteldheid, voor het weer, voor milieu-eisen van de planten, de seizoenen, zon en schaduw op een bepaalde plek........
Het blijft een kwetsbaar, risicovol geheel, er zijn veel dingen die je eenvoudigweg overkomen. Voor het ervaren van de macht van de natuur hoef je niet naar de wildernis te gaan. Tuinieren maakt bescheiden, de aarde komt dichterbij. Je kunt zo ervaren dat je een deel van de aarde bent, op de eenvoudigste en meest concrete manier – in de tuin behoor ik tot een veelsoortige gemeenschap van bepaalde planten, insecten en andere dieren …….. en kan ik mezelf ervaren als deel van grotere gehelen, in en door het eigen lichaam.

zaterdag, september 21, 2013

Brunel in de tuin

Gewone brunel is zijn officiële Nederlandse naam. Gewoon is hij wel, zoals hij uitbundig groeit langs wegranden, in het gras of tussen het grind op stenige hellingen. Een sterke, kruipende lipbloemige, met blauwe bloemen die in een korfje bij mekaar zitten. In onze Bretoense tuin groeien ze vooral tussen de grotere vaste planten. En ik laat ze ook wel een beetje hun gang gaan, vooral sinds ik weet dat de plant wel meer geneeskrachtige waarde heeft.

Prunella is van oudsher bekend om zijn bloedstelpende en wondgenezende werking. En zoals andere looistofplanten kunnen de bloemhoofdjes dan ook gebruikt worden voor de huid maar ook als gorgelmiddel voor mond- en keelholte.

Nieuwe wetenschappelijke onderzoeken brengen Prunella opnieuw in de running als ‘Heal all’. De plant en meer bepaald een lignine is werkzaam tegen HSV-1 en HSV-2 virus, de veroorzakers van herpes labiales en herpes genitales. De verbinding zou het binnendringen van de virussen in de gastcel verhinderen. Bij een screening van 472 kruiden naar werking op herpes virussen was Prunella bij de 10 meest actieve planten, waaronder voor ons onbekende planten zoals Pyrrosia lingua, Rhus chinensis en Taraxacum mongolicum. En nog sterker, na een screening van 204 kruiden naar werking op HIV virus, kwam een heet waterextract van Prunella samen met Lithospermum erythrorhizon er als het sterkst werkzaam uit. Werkzame stof is een triterpenoïde ‘prunelline’ met een stimulerende werking op witte bloedcellen, de zogenaamde macrofagen.

We plukken de hele bloeiende plant, drogen hem, en maken dan thee (kokend water opgieten en minimum 10 minuten laten trekken ofwel laten we de verse plant trekken op alcohol van 45°. Zowel de thee als de tinctuur kunnen we gebruiken voor de huid als eerste hulpwondmiddel of bij beginnende mondblaasjes, in beide gevallen kun je het ook goed combineren met Hypericum perforatum (Sint janskruid) en of Matricaria recutita (Echte kamille)

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/prunella-vulgaris-brunel

woensdag, september 18, 2013

De wet van de zaden. En..... zaden zijn ook mooi.

Moederkruid / Tanacetum parthenium
Zwartmoeskervel  / Smyrnium olusatrum
Oogsten van zaden is één van mijn nuttige genoegens in het najaar. De winter is in aantocht maar de planten geven zaden en vruchten om volgend jaar een nieuwe generatie te vormen.
De natuur heeft mij niet nodig om in leven te blijven, toch verleiden sommige planten mens en dier om mee te helpen aan het verspreiden van hun zaden.
Zelf verzamel ik al 40 jaar, bewust en onbewust, zaad van wilde planten om ze voorzichtig uit te zaaien in eigen tuin of om ze onvoorzichtig, wild te verspreiden in de natuur.
Mensen hebben door de eeuwen heen zaden geoogst om de planten als groente of als medicijn te gebruiken. Deze nuttige zaden worden ook steeds meer gemanipuleerd of zelfs gepatenteerd.

Zaden staan aan het begin van onze voedselketen en liggen aan de basis van  onze beschaving. Daarom zou het logisch moeten zijn dat ze democratisch  beheerd worden en als gemeenschappelijk bezit worden beschouwd. Of nog mooier, zaden zouden van niemand mogen zijn. In de huidige landbouwsituatie is dat echter niet het geval. De positie van boeren en consumenten wordt ondermijnd en multinationals beheersen ons landbouwmodel, gericht op monoculturen.
De huidige wetgeving heeft dit model alleen maar aangemoedigd, en ook in de nabije toekomst lijkt daar weinig aan te veranderen. Onder het mom van  productiviteit en voedselveiligheid wordt een beperkt aantal geregistreerde  en gecertificeerde zaden toegelaten, wat nefast is voor de biodiversiteit en  de gevoeligheid voor ziektes vergroot. Daardoor blijft de greep van de agro­business en agrochemische sector op onze voedselproductie groeien.

In het boekje 'De wet van de zaden' maken Vandana Shiva en andere auteurs een analyse van de huidige situatie en ontwierpen met een groep experten De Wet van de Zaden, gestoeld op  de principes van biodiversiteit, democratie, bescherming van natuurlijke rijkdommen en het welzijn van toekomstige generaties. Het huidige systeem van voedselproductie kan op lange termijn niet overeind blijven. Op de vraag  hoe we de wereld kunnen voeden, biedt enkel kleinschalige landbouw volgens  agro-ecologische methodes het antwoord.
Lees De wet van de zaden http://www.vilt.be/application/vilt_live/public/upload/37/default/37105.pdf

En........ zaden zijn ook mooi!

Planten en overplanten

Tijd om aardbeien te planten. Gekochte planten ras Gento, een doordragende aardbei die de smaak van bosaardbeien zou moeten benaderen. De smaak van bosaardbeien is dat goed?
Miezerig weer maar mooi om nog meer vaste planten te verplanten. Natuurlijk is het nog wat te vroeg, beter is in oktober en november maar met die nieuwe, pas gespitte, blote border kan ik het toch niet laten.
Veel nieuwe wedeplantjes (Isatis tinctoria) zijn al flink aan de groei in de kleurstofborder, die mogen, moeten nu wel verplant worden, later is de penwortel te lang om nog gemakkelijk uit te graven. Ook een drietal muskaatsalies zijn stevig aan de groei en ze staan op de verkeerde plaats. Dus overplanten maar.
Deze planten hebben al een avontuur achter de rug, 3 dagen in de motorhome onderweg geweest van de Drôme, mijn tuin in Bellegarde, naar Bretagne. Hier in Pont ar Gorret zal een kleine verplaatsing met de nodige verzorging dus geen problemen opleveren.

Fraisier 'Gento'
Cette variété est très appréciée pour son goût authentique de fraise ! Fraises de couleur rouge-brillant, de gros calibre, à la chair sucrée, juteuse et parfumée ! Idéales à déguster fraîches, en salade, pâtisserie, confiture…Le fraisier Gento nova est remontant : c’est-à-dire qu’il produit régulièrement des fraises du mois de juin, jusqu’aux gelées. Son rendement est constant. Cette variété est rustique.

Aardbeien
bevatten per 100 gram 60 mg vitamine C, daarmee relatief meer vitamine C bevattend als een sinaasappel.
hebben een hoge voedingswaarde, daarbij een zeer hoge concentratie vitamine C (meer dan citrusvruchten, vezels en zijn bovendien caloriearm. Verder bevatten aardbeien allerlei mineralen zoals magnesium, calcium, ijzer, selenium, foliumzuur, natrium en vitaminen zoals vitamine B1 en B2. 100 gram aardbeien bevatten 31 gram water.

Wetenschappelijke referenties vind je op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/fragaria-species-aardbei

Effect of fruit extract of Fragaria vesca L. on experimentally induced inflammatory bowel disease in albino rats. Indian J Pharmacol. 2011 Feb;43(1):18-21 Authors: Kanodia L, Borgohain M, Das S
Ulcerative colitis and Crohn's disease are chronic recurrent inflammatory bowel disease (IBD) of unknown origin. Oxidative stress is believed to be a key factor in the pathogenesis and perpetuation of the mucosal damage in IBD.
http://www.foodhealthinnovation.com/media/5637/berries_august_2012.pdf


maandag, september 16, 2013

Over eten en Acmella

Elke dag eten! Of sla je wel eens een dagje over? Of vergeet je wel eens te eten? Als ik onderweg ben, met mijn eigen benen of met de motorhome vergeet ik wel eens te eten. Vanmiddag heb ik wel gegeten, maar eerst gekookt natuurlijk. Gewoon spaghetti, niet echt mijn lievelingskost maar af en toe met een dikke, tomaten- en groentesaus, kan ik het wel waarderen. Mijn saus, eerder een groenten- en kruidenmengsel was nu speciaal omdat ik er ook eens het modieuze ABC kruid doorgedraaid had. De scherpe, prikkelende smaak doet wat aan peper denken, maar toch anders. Eigenlijk proef je alkylamiden, klinkt niet smakelijk, geneeskrachtige stoffen die we ook in rode zonnehoed terug vinden. En die dan ook een immuunmodulerende werking hebben. In mensentaal, ze prikkelen niet alleen het gehemelte en tong maar ook ons immuunsysteem waardoor we ons beter kunnen verdedigen tegen binnenwaaiende bacteriën en virussen. En ja, dat zit nu allemaal in die spaghettisaus.

Acmella oleracea (Spilanthus)  has been widely cultivated for horticultural, medicinal,  insecticidal, and culinary purposes (Jansen, 1985b; Lee,  1994; Hind and Biggs, 2003). In particular, this species is famous as a folklore remedy for toothache and for throat  and gum infections, earning it the English nickname, the “toothache plant.” It has been long known that chewing the capitula of Acmella oleracea will numb the mouth and its application for this is still widespread in Taiwan (Chung, 1997; Chiu and Chang,1998) and many other parts of the world (Hind and Biggs, 2003).

Lees zeker ook
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/spilanthes-abc-kruid
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/acmella-oleracea
Afbeelding; Spilanthes oleracea L. Wight, R., Icones Plantarum Indiae Orientalis, vol. 3: t. 1109 (1846)

zondag, september 15, 2013

La motte féodale

La motte féodale "Castel ar Valy" . Een verweerd en bemost bord. Ik fiets er regelmatig langs op weg naar Huelgoat. Een heuvel op de samenvloeiing van Aulne en rivière d'Argent. Defense d'entrée, staat er vermeld, wel wat vreemd, want er lijkt niets te zijn om in te treden. Een bult met bos.

Vandaag een wat herfstige dag, te veel binnen gezeten, in de late namiddag krijg ik het op mijn heupen en beslis dan maar om even dat mottekasteel te veroveren. Ik kan wel stoer doen, want er zijn geen ridders of rovers meer in de buurt, alleen in de verte knallen wat jachtgeweren.
Niet gevaarlijk maar wel geheimzinnig, veel clair obscuur licht, gefilterd door eiken en door langzaam bruin verkleurende adelaarsvarens.
Dat hier een middeleeuws mottekasteel gestaan heeft, moet je wel weten, maar toch wel vreemd al die geulen en begroeide aarden wallen die hier 900 jaar geleden aangelegd geweest zijn en er nog steeds staan.

Située le long de l'ancienne voie ferrée Carhaix-Morlaix, la motte (ancêtre du château-fort), lieu important de l'économie médiévale, est la plupart du temps placée le long des voix de communications de l'époque, en l'occurrence, à proximité de la rivière d'argent. Bâtie au début du XIè siècle, elle fît office de forteresse dans la période du XIè au XIIè siècle, elle est ensuite devenue la fortification du baron Kéraliou de Loscoat qui régnait sur un domaine de 346 ha. Artificiellement construite avec une basse cour qui servait de refuge à la population en cas de troubles, était couronnée d'un donjon de bois. Le fossé qui l'entourait assurait une défense supplémentaire. En de fossé is echt nog duidelijk zichtbaar.

Een mottekasteel! Ja, de naam wordt blijkbaar ook in het Nederlands gebruikt. De meest voorkomende vorm bestond uit twee gedeelten, een hoofdburcht en een of meer voorburchten. Ze waren gebouwd op kunstmatige heuvels die meestal waren omgeven door een gracht en een houten omwalling die later vaak werd vervangen door een stenen muur. Op de hoogste motteheuvel (de opperhof) werd een donjon, een kasteel, een burcht of een ander verdedigingswerk aangelegd. De motteheuvel met zijn toren vertegenwoordigde het residentiële en militaire karakter van de plaats. Verder bestond het mottekasteel uit een of meer lager gelegen voorburchten (de neerhof). Hier stonden de nutsgebouwen met soms een kapel of het eigenlijke woonhuis van de heer in het geval dat de donjon enkel als noodverblijf werd gebruikt. De neerhof vertegenwoordigde dan het dagelijkse leven.

Op een herfstige dag in september dwalen door de resten van la motte féodale. Adelaarsvarens, bemoste eiken, zacht licht en fluisterend geluid in de verte. Bretagne op zijn best.