vrijdag, november 21, 2014

Dictionnaire des plantes médicinales et vénéneuses de France

Een ouder boek uit 1947, dat ik vorig jaar nieuw gekocht had in onze Bretoens stamcafé, annex boekhandel, is daarna in de overstroming van december 2013, verloren geraakt. Heel wat avontuur dus met dit kruidenboek en daardoor nog interessanter.


Publié en 1947, cet ouvrage du chanoine Paul-Victor Fournier, professeur et homme d'église, mais avant tout passionné de plantes, demeure une véritable Bible pour tous les amateurs de soins par les plantes. On y trouve la description botanique illustrée du végétal, ses dénominations savantes et communes, étrangères et vernaculaires. L'accompagnent la composition chimique, les manières de l'employer, une posologie et ses dangers éventuels selon les indications et les prescriptions des Anciens mais aussi celles de l'École de Phytothérapie moderne. En un temps où les plantes reprennent toute leur importance, ce livre, au langage familier, en fait une œuvre irremplaçable, tant pour le grand public que pour les spécialistes.Le livre est présenté par Clotilde Boisvert, fondatrice de l'École des plantes à Paris. Elle a enseigné les plantes médicinales pendant plus de vingt-cinq ans, assistée d'une équipe d'universitaires et d'herboristes. Elle est l'auteur de nombreux ouvrages dont la Cuisine des plantes sauvages (Dargaud) ; Les Jardins de la mer (Terre vivante); L'Herbier(Le Chêne) ; L'ABCdaire des épices (avec A Hubert, Flammarion) et aux éditions Aubanel, Plantes et remèdes naturels et Jardins sur ordonnance.

Dictionnaire des plantes médicinales et vénéneuses de France – 28 octobre 2010de Paul-Victor FOURNIER Le chanoine Paul-Victor Fournier est un botaniste français, né le 29 décembre 1877 à Damrémont (Haute-Marne) et décédé le 20 mai 1964 à Poinson-lès-Grancey (Haute-Marne). Son œuvre majeure, Les quatre flores de France parue en 1940, reste un ouvrage de référence pour l'identification des plantes sur le terrain.

woensdag, november 19, 2014

Jaap Huibers en Dodoens over valeriaan

Ook de wortels van de valeriaan zijn nu te oogsten. De wirwarwortel noem ik hem wel, een cluster van vele kleine wortels verbonden met een moederwortel. Mooi en gemakkelijk om te vermeerderen, moeilijker om proper te maken als je er een extract mee wil maken. Ook de geur is nogal bijzonder, vers is hij fris en muf tegelijkertijd, gedroogd blijft alleen de zware, muffe geur over. Niet direct het aroma dat een mens waardeert, maar de katten daarentegen zijn er verzot op.

Bij de oude Grieken, schrijft Jaap Huibers werd de valeriaan phu genoemd. Het woord 'phu' was bij de oude Grieken een woord dat gebruikt werd als een uitdrukking om je afkeer aan te geven. 'Phu' bij de oude Grieken zou nu tot uitdrukking gebracht kunnen worden met woorden als: gedverdamme, ga uit m'n buurt, bah, ik kan je wel uitkotsen, ik raak van binnen helemaal gestrest van je.

De naam valeriaan heeft een Latijnse oorsprong die afgeleid is van het woord 'valere'. Dat woord betekent: waard zijn, waardig zijn. Ogenschijnlijk staan die twee betekenissen, het Griekse 'phu' en het Latijnse 'valere', ver van elkaar af. Wat hebben immers het aangeven van je afkeer ('phu') en het waard en waardig zijn ('valere') met elkaar te maken? Rembert Dodoens schrijft over de 'Cracht ende Werckinghe' van de valeriaan het volgende (uit het Cruijdeboeck, 1554): 'Dese Valeriane es seer goet ghebruyckt in die drancken die men ingheeft als ymant van binnen ghequetst oft gheborsten es.' Dodoens zegt dus dat valeriaan zeer goed is om te gebruiken als iemand in zijn zenuwstelsel (van binnen) beschadigd is (ghequetst) of als diens zenuwen het hebben begeven (gheborsten) .

Let nu eens op het soort nervositeit waarbij valeriaan uitnemend werkzaam is.
Ieder mens heeft een basale behoefte aan een soort persoonlijke waardigheid. ( . ) Niets kan een mens zo uit zijn doen, uit zijn evenwicht, brengen als een aanval op zijn waardigheid, op zijn waarde. Als mensen u, willens en wetens, heel onheus bejegenen, kunt u een uitroep van afkeer (het Griekse 'phu') slaken. Door een aantasting van uw waardigheid kunt u het gevoel ervaren dat u van binnen 'gebroken', ja kapot, gebarsten bent, dat niets meer 'heel' in uzelf is. ( . )

Valeriaan werkt dan ook het beste, als er sprake is van het aangedaan zijn in het diepste wezen van onze waardigheid. Vooral als we dientengevolge een gigantische afkeer hebben ontwikkeld ten aanzien van hetgeen dat of degene die ons omringt, als veroorzakers, als belagers van onze waardigheid ('phu'). Steeds als we diep in onszelf ervaren dat de 'zenuwen toeslaan', omdat we van binnen kapot zijn, omdat we door onze omgeving aangetast worden in onze waardigheid als mens; als we het gevoel hebben dat we er niet meer kunnen en mogen zijn; als we iets in onszelf ervaren van dat gebroken en gebarsten zijn, dan heelt valeriaan beter dan we verwachten. Valeriaan werkt op het zenuw-zintuigstelsel. Er is geen plant die zoveel 'orde op zaken in het hoofd' kan stellen."

Meer over valeriaan
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23564-valeriaan-voor-mensen-en-katten.html
http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/valeriana-officinalis-echte-valeriaan
Huibers Anckerjes 'Kalm door kruiden'

dinsdag, november 18, 2014

Les geven in Leuven

Middernacht. Ik kom thuis van 3 uur les geven in Leuven. Moet even de autoweg van me afschudden. Drink een Ciney Brune en wrijf woest wat koud water over mijn gezicht. 

Les gegeven over slijmstoffen in geneeskrachtige planten. Over lijnzaad, heemst en kaasjeskruid. Verzachtend voor slijmvliezen van keel en darmen, zacht laxerend en mogelijk ook voedsel voor goedaardige darmbacteriën. Interessante planten ook om heroische pap- en andere compressen te maken, te gebruiken tegen steenpuisten en andere huidverhardingen. Andere slijmstoffen komen ook ter sprake Aloë vera maar ook onze inheemse vetplanten daklook, huislook en hemelsleutel. Verse blaadjes zijn instantcompressen en op zo'n vet blaadje sabbelen is goed voor mond- en keelholte. Voor zangers en sprekers dus, na 3 uur praten kan ik dat wel gebruiken.

Over huislook Sempervivum tectorum. De Grieken en Romeinen plantten de huislook al op de daken van hun huizen, om ze tegen blikseminslag te beschermen. Van daaruit kwam dit gebruik ook naar het noorden. Bij de Germanen was het huislook aan de god Donar gewijd. Daarom wordt hij ook vaak 'Donnerbart' of 'donderlook' genoemd en zou volgens het bijgeloof tegen onweer en bliksem beschermen. Keizer Karel de Grote heeft in zijn „Landgoederenverordening", Capitulare de villis,  zijn onderdanen bevolen dat de boeren huislook op hun daken moesten planten.

De naam kan mogelijk heel nuchter ontstaan zijn omdat de planten de met leem bedekte nokken van de daken tegen uitspoelen moesten beschermen. Ook tegenwoordig kan men nog de huislook op daken aantreffen. In het Alpengebied gelooft men dat de plant tegen blikseminslag beschermt. Wetenschappelijke onderzoeken geven aan dat door de fijne, bijna naaldvormige bladpunten er een evenwicht in de elektrische spanning tussen lucht en aarde ontstaat, waardoor er minder blikseminslag zou zijn.

http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/42040-huislook-of-donderbaert.html
http://wetenschap.infonu.nl/scheikunde/24632-slijm-is-fijn-genezende-stoffen-in-de-plant.html



maandag, november 17, 2014

Paardenkastanje

Wilde kastanjes zijn er nog volop te rapen, eetbaar zijn ze niet echt, van de geschilde vruchten zijn wel extracten te maken, goed voor het veneuze vaatstelsel: spataderen en dergelijke. Uitwendig omwille van hun zeepstoffen zijn ze te gebruiken bij huidaandoeningen, tegen winterhanden en wintervoeten en als waspoeder.

Kastanjebad tegen huidaandoeningen: Stamp een kilogram kastanjes fijn, laat dit in ruim water een uur koken (schuim), giet het door een zeef en voeg dit afkooksel toe aan (niet te heet) badwater. Ook kan de schors hiervoor worden gebruikt: een handvol fijngesneden of gemalen schors overgieten met één liter water, een korte tijd laten koken en vervolgens zeven.

Kastanjepuree tegen een droge huid en winterhanden en -voeten: Kook een stuk of tien kastanjes een half uur, pel ze en maak er samen met het weer opgewarmde kooknat een puree van. Wrijf hiermee de huid in, eventueel aangevuld met een scheutje olie van Sint Janskruid.

Kastanjeslinger tegen motten: rijg een aantal kastanjes aaneen, hang dit in de klerenkast en motten blijven misschien weg. Ook kun je een wat gedroogd blad in de kast leggen.

Kastanje als wasmiddel: Een oud huismiddeltje is het gebruik van de kastanje als wasmiddel. Het binnenste van de kastanje wordt daarvoor gebruikt. Om vijf kilo linnengoed helder wit te krijgen, zou een lepel vol kastanjepuree al voldoende zijn. Ook vuile handen worden schoon door ze in te wrijven met kastanjepuree.

Andere oude toepassingen
Het ruwe vet werd na een behandeling gebruikt bij de spiritusbereiding en als een extract voor toiletzepen. Het meel bevat een soort stijfsel dat bekend is als amandelmeel of patés d' amande, wat uit de gedroogde en gezeefde vrucht bereid en waar een geurtje aan toegevoegd werd. Zo was het geschikt was om de handen te verzachten. Dat stijfsel werd ook gebruikt door boekbinders omdat insecten er niet van houden en de boeken zo met rust lieten.
Van de vrucht kan een snuifpoeder gemaakt worden door ze te verbranden en tot een poeder te malen. Het niezend vermogen werd eraan gegeven door er de tot poeder vermalen bloemetjes van lelietje der dalen doorheen te mengen.
De olierijke afkooksels van de groene schillen werden wel gebruikt om luizen te verdrijven. Hiertoe werden de naden van de bedstede met het afkooksel ingesmeerd.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje

zondag, november 16, 2014

Een bezoekje aan de aronskelk

In het Haanse duinbos, niet ver van het paardenpad, vinden we de altijd weer geheimzinnige aronskelken.
Eten doe ik ze niet maar ze af en toe een bezoekje brengen vind ik altijd weer boeiend. In elk geval zijn het planten die tot mijn verbeelding spreken. Ik heb altijd de neiging om er een praatje mee te houden. Of is dat bij gebrek aan ander gezelschap.

In het Belgische kruidboek of de Gentsche Hovenier uit 1849 lezen we KALFSVOET, Koortswortel, in 't fransch Vied de veau, in het Latyn Arum, is onder de 3° klasse, 1° sectie van Taurnefort gesteld, der planten dio met figuer-gedaenten blopijen; door Jus-sieu onder de familie van de Aroïden en onder de klasse van Linnaeus, Monoecia polyandria, eenhuizigen-voelniannigeu, met mannekens- en wyfkens-bloemen op eenen steng.

Van al deze Kalfsvoeten zyn er enkelyk twee soorten die om hunne nuttige deugden zyn bekend : van den geplekten Kalfsvoet (Arum maculatum) die hier te lande groeit, werden voor dezen de wortels in het water gekookt, en nadat het water afgegoten was, met de spyzen gemengd, om de slymerigheid van de
borst snel te doen lossen, voor degenen die met de longerziekte, tering en kwaden langdurigen hoest waren gekweld. De wortels van den slangkleurigen Kalfsvoet (Arum dracunculus) werd ook in de geneesmiddelen voor de kortborstigheid, longerziekte en terende menschen gebruikt; maer het schynt dat die middelen heden zyn verworpen en door andere krachtigere middelen zyn vervangen, die aen die ziekten meer toepasselyk zyn. De Kalfsvoeten die in Egypten en in de Indiën groeijen, bezitten eene voedzame kracht, maer zyn scherp van smaek, en worden wel als slympoeijers, op de wyze van de Maniokswortels, gebruikt. De wortels worden opgezocht van de beeren, wolven en andere vleeschvretende dieren, die ze 's winters eten.

Het Belgische kruidboek of de Gentsche hovenier: Volumes 3-4
L. A. Delathauwer  - January 1, 1849 Hoste - Publisher
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/arum-aronskelk

vrijdag, november 14, 2014

Hastière, heksenkruid en huisjes

Vandaag ben ik in Hastière een Ardeens dorp in de Maasvallei, zowat de laatste Belgische gemeente voor je Frankrijk binnen rijdt. Op zoek naar een huis(je), een verblijfplaats voor mijn eigen lichaam en geest. Wallonie, een ander België, een ander landschap en andere mensen en niet alleen omdat ze een andere taal spreken. Het landschap heeft mij altijd aangesproken, eindeloze uren, dagen heb ik hier al tijdens mijn 70 existentiële jaren rond gewandeld. Rugzak op, tentje, slaapzak bij de hand, leven in de natuur en.... nu wil ik hier ook nog echt gaan leven en wonen. Ik ben benieuwd. Het leven is hier eenvoudiger, goedkoper ook..... beter? Dat is nog even af wachten. Ook de huisjes die we bekijken zijn goedkoper en eenvoudiger, zonder eigen tuin maar de natuur rondom is de tuin. Oude loofbomen die net nu hun blad verliezen, alsof ze weten dat de mens net nu graag het schamele licht van boven wil ontvangen. Rondom is het ook nu nog overal groengroen: look zonder look, zenegroen, brunel, dovenetel en nog veel meer, maar vreemd genoeg heb ik vandaag te weinig naar de groene grond gekeken, waardoor ik achteraf nauwelijks nog weet wat er groeit. Maar... als het er van komt om hier te komen wonen, zal ik nog genoeg tijd hebben om het 'groen' te herkennen en er van te genieten.

Over wandelen in de Ardennen. 
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/31014-ardennen-een-herborist-holbewoner-op-lentetrektocht.html
http://reizen-en-recreatie.infonu.nl/reisverhalen/44076-gezegende-dag-in-de-ardennen.html Een citaat van mezelf ......het Heksenkruid, een weinig opvallend plantje met ragfijne dansende bloemetjes, als je op je knieën en liefst nog met een loep erbij, het bloemetje bekijkt, is het alsof er een heksje op een bezemsteel over de mulle bosgrond zweeft. Wonderen zijn er overal te beleven, als je dat zelf maar wilt zien.
Aan de overkant van de Lesse, weet ik, ja zomaar uit mijn blote hoofd, nog Astragalus glycophyllos groeien, als dat niet heilig klinkt. Soms voel ik mij met al die Latijnse plantennamen zowaar een heidense hogepriester. En als er dan toch religie moet bestaan, dan liefst een animistische natuurgodendienst .

donderdag, november 13, 2014

Hormesis, een beetje gif juist gezond?

Veel mechanismen verdedigen ons lichaam tegen schadelijke invloeden. De biochemie ervan is tamelijk ingewikkeld. Ze staat beschreven in de bundel Hormesis: A Revolution in Biology, Toxicology and Medicine onder redactie van Mark P. Mattson en Edward J. Calabrese; de laatste heeft heel veel onderzoek op dit gebied gedaan. Zowel boodschappermoleculen binnen en buiten de cel als transcriptiefactoren zorgen er voor dat de genen aan het werk gaan om ons lichaam te beschermen. Die extra bescherming maakt dat kleine hoeveelheden van allerlei ‘giftige’ invloeden, zoals de honderden of duizenden stofjes die in de planten zitten die we eten, juist een positief effect hebben, voornamelijk als bescherming tegen ziekte. In de werk van Mattson en Calabrese wordt betoogd dat het hormetische patroon eigenlijk het standaardpatroon is, en dat in het hormetische lage dosistraject allerlei maatstaven voor gezondheid met 30 tot 60 procent omhoog gaan ten opzichte van dosis nul. Dit is trouwens niet alleen bij mensen zo. Sommige bacteriën groeien juist harder bij hele lage concentraties antibiotica.

Zuurstof, gifstof
Een belangrijk voorbeeld van een gifstof is zuurstof. Drie miljard jaar geleden ontdekte het leven op aarde de truc van fotosynthese. Cyanobacteriën pompten heel geleidelijk de oceanen en de atmosfeer vol met zuurstof. Naar schatting duurde het een miljard jaar voor al het ijzer in de oceanen geoxideerd en neergeslagen was. Maar uiteindelijk moest ander leven en ook de cyanobacteriën zelf zich aanpassen aan deze giftige afvalstof. Daar is het leven zo goed in geslaagd dat wij nu niet zonder zuurstof meer kunnen. Maar in onze cellen wordt voortdurend strijd gevoerd tegen de schade die zuurstof aanricht. In elke cel gaat er daardoor naar schatting tweemaal per seconde iets kapot aan het DNA, zo schrijft Charles L. Sanders in Radiation Hormesis and the Linear-No-Threshold Assumption (Springer, 2010). In vergelijking daarmee is de schade die radioactieve straling aanricht, voornamelijk trouwens via de vorming van reactieve moleculen, maar gering. Vrijwel al die schade wordt gerepareerd, daarvoor is een grote reparatieploeg van enzymen voortdurend aan het werk.

Dit betekent dat iemand die zich fysiek meer inspant, en dus flink wat meer zuurstof gebruikt, ook meer van die schadelijke vrije radicalen in zijn of haar spiercellen krijgt, waardoor de verdediging wordt opgevoerd. Het netto effect is bewijsbaar positief. Evenzo is het effect van een beetje hongerlijden positief. Degenen die per auto naar hun kantoorwerk gaan en in hun vrije tijd op de bank met een zak friet op schoot zitten te zappen, profiteren niet van die voordelen van lichaamsbeweging en calorische restrictie.

De mens heeft de neiging om het zichzelf alsmaar comfortabeler te maken en alle pijntjes uit de weg te gaan, maar dat is waarschijnlijk niet verstandig.  Een gunstige aanpassing in reactie op fysiologische stress heet hormesis. Zo zijn er aanwijzingen dat het eten van groenten vooral ‘gezond’ is omdat gifstoffen in eetbare planten ons een stress stimulus toedienen die tot gunstige fysiologische aanpassing leidt, niet zo zeer omdat groenten veel voedingsstoffen en antioxidanten bevatten.

Witte dovenetel, de schijn ophouden?

Zelfs in november kun je ze nog wel eens in bloei vinden. De witte dovenetel of Lamium album. Ze doen zich voor als een stekelige brandnetel en hopen daardoor beschermt te zijn tegen de mens en andere zoogdieren. Maar ook zonder verstopperje te spelen kunnen ze met hun witte woekende wortels goed stand houden in de wilde natuur. De plant is botanisch familie van tijm, salie en munt en ook dat zou je niet zo direct denken toch zijn de familiekenmerken bijvoorbeeld de typische lipbloem en vierkante stengel duidelijk aanwezig. In de kruidengeneeskunde waren de bloemen vroeger het middel tegen witte vloed. Nu wordt de plant nog weinig gebruikt. Toch vinden we weer verrassende wetenschappelijke onderzoekjes Phytochemical study of the aqueous extract of the flowering tops of Lamium album led to identification of the antiviral iridoid isomers lamiridosins A and B (1, 2). These compounds were found to significantly inhibit hepatitis C virus entry (IC(50) 2.31 muM) in vitro. 

En het verleden van de plant was zonder meer ook bijzonder. The word Lamium comes from the Greek word laimos meaning throat, due to the shape of the flower. The plant is also known as 'archangel' or 'white archangel', as its first flowers appear around the date of May 8th, the day for honouring the Archangel Michael. In older herbal texts, such as John Gerard's 'The Herball' from 1597, the herb has a reputation as a mood and vitality enhancer: '…to make the heart merry, to make a good colour in the face, and to refresh the vital spirits'. Similarly, Nicholas Culpeper writes that it '… makes the head merry, drives away melancholy, quickens the spirits…' . Thus, historically, it brings merriment to both heart and head. In humoral terms Lamium album is classified by Culpeper as hot and dry, and he astrologically classes it as a herb of Venus, being therefore primarily used by women.

En ons aller Dodoens schrijft in 1554 'Dove netelen die met zout gestampt zijn genezen en verteren en scheiden alle gezwellen, kroppen en klieren als het daarop gelegd wordt en zijn van krachten en werking de netelen zeer gelijk'.



https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/lamium-album-witte-dovenetel
J Nat Prod. 2009 Dec;72(12):2158-62. doi: 10.1021/np900549e. Lamiridosins, hepatitis C virus entry inhibitors from Lamium album. Zhang H1, Rothwangl K, Mesecar AD, Sabahi A, Rong L, Fong HH.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/39706-in-de-naam-van-witte-dovenetel.html

maandag, november 10, 2014

Fotogenieke kwal

Geen vliegende schotel maar een kompaskwal. Alhoewel die beestjes wel wat op buitenaardse wezens lijken. 
Kwallen zijn slechte zwemmers en dus geraken ze bij wild weer op drift en spoelen in grote hoeveelheden aan op de Noordzeekust, vooral bij oostenwind.

De kwallen zijn holtedieren, met de vorm van een paraplu met 4 of 8 tentakels aan de rand, of soms veel tentakels die een krans daarom heen vormen. Daar weer omheen liggen de zintuigcellen. Hiermee kunnen ze proeven, licht opvangen en hun evenwicht bewaren.

En een herborist vraagt zich natuurlijk af of deze beestjes (of zijn het planten?) ergens goed voor zijn. Voor Aziatische volkeren in elk geval wel. Chinese restaurants bij ons hebben kwal niet op de menukaart staan, maar in China zijn ze er verzot op. Op veel markten liggen ze, inclusief tentakels, tussen de vissen uitgestald. Eten ga ik ze niet zo direct maar ze fotograferen vind ik wel interessant.

vrijdag, oktober 31, 2014

Aartsengelwortel oogsten

Een aartsengelwortel, Angelica archangelica is helemaal vanuit Bretagne in De Haan aan Zee terecht gekomen. We willen van de wortel tinctuur of een aperitivum maken en er harsen uit winnen. En het is altijd een genot op zich om zo een wortel te bewerken, te zien en te ruiken.

Vroeger was de plant als wortel tegen de pest bekend. Dodoens noteert in 1554 'Van Angelica schrijft men ook tegenwoordig dat de wortels zeer goed zijn tegen alle vergiftigingen, pest en kwade venijnige of stinkende luchten als het op de navolgende manier gebruikt wordt: ‘Als iemand tegenwoordig de pest heeft of vergeven is dan zal je terstond van deze verpoederde wortel een vierendeel lood nemen en ‘s winters met wijn en zomers met water van rozen drinken en daarmee goed toegedekt liggen totdat je goed zweet’.

Dezelfde wortel die nuchter ingenomen of alleen in de mond gehouden wordt behoed ook en beschermt de mensen tegen de pest, tegen alle kwade luchten en venijn.
Ook schrijft men de Angelica toe dat de bladeren daarvan, met ruit en honing vermengd, zeer goed zijn om op de beten van dolle honden en van slangen en adders te leggen als je terstond nadat je gebeten bent wijn drinkt waar de wortels of bladeren van Angelica in gekookt zijn.

Tegen de pest hebben we engelwortel niet meer nodig, maar kwade lucht en venijn is er genoeg in onze moderne tijd en daar kunnen we de heilige geestwortel nog steeds voor gebruiken. Kleine stukjes verse of gedroogde wortel kauwen, in de mond houden, zegt Dodoens, lijkt mij een goede manier om de spijsvertering te bevorderen en om je te beschermen tegen bacteriële en virale infecties. Een 'vervelende' bijwerking zou kunnen zijn dat niet alleen je eetlust toeneemt maar ook je seksuele appetijt. Amara aromatica zijn nu eenmaal toniserende of tewel versterkende planten.

Uit recenter wetenschappelijk onderzoek blijkt ook dat de plant mogelijk de levercellen beschermt tegen overdadig alcoholgebruik. It was found that Angelica inhibits the malondialdehyde formation in mouse liver homogenates both in vitro and in vivo. AAA is cytoprotective agent effective against chronic ethanol-induced hepatotoxicity, possibly through inhibition of the production of oxygen free radicals that cause lipid peroxidation, and hence indirectly protects the liver from oxidative stress. Over deze ouderwetse plant is blijkbaar het laatste woord nog niet geschreven.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/29054-engelwortel-in-de-oud-noorse-samenleving.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
Pharmacology. 2003 Jun;68(2):70-3. Hepatoprotective effect of Angelica archangelica in chronically ethanol-treated mice. Yeh ML1, Liu CF, Huang CL, Huang TC.

dinsdag, oktober 21, 2014

Wild weer en wilde soep

Wild weer vandaag. Dan maar proberen om wilde soep te maken, mijn voorbereiding voor het eerste weekend van de herboristenopleiding. Wat vinden we hier aan de kust nu nog voor eetbaars. Vis vangen ga ik niet proberen, als amateur nu de zee op gaan, is zowat zelfmoord plegen; zeewier oogsten zou kunnen, bij wild weer wil er nog wel eens wat aanspoelen of misschien vind ik wel griezelige groente-overschotten van een gezonken boot.
Op land is er voor mij meer mogelijk. Wilde rucola vinden is geen enkel probleem, ook winterpostelein is er al mondjesmaat aanwezig, zeeraket is ook te proberen. In de bosduinen de nieuwe frisse blaadjes van look zonder look en verder nieuw kervelachtig blad van het fluitenkruid. Al moet ik wel oppassen om niet de verkeerde en zwaar giftige dolle kervel of gevlekte scheerling op mijn bord te krijgen. Vooruit dan, eens driftig uitwaaien in deze Westerstorm.

Na een uur winderig wandelen, snuffelen in de verwilderde tuinen van verlaten villa's onder de wilde wolken heb ik een plastic zakje vol met look zonder look wortel en blad, zevenblad, fluitenkruid, hertshoornweegbree, knopkruid, smalle weegbree, kleine brandnetel, kraailook, paardenbloem.... en in de tuin nog een blaadje venkel. Dit alles grof de kookpot in, half uur koken, mixen, zeven. Zout en peper of bouillon erbij. Eventueel wat kaas raspen over de soep en eten maar. Een anti-oxidanten storm waar geen tropische planten tegen op kunnen en gratis. Alhoewel wel een uurtje wandelen.

Over look zonder look. Het blad is nu op zijn best. Als toekruid te gebruiken
om aan de maaltijd een knoflook-aroma te geven. Niet alleen bij ons, ook elders in Europa werd het gebruikt; de Duitse naam Lauchkraut en de Engelse naam Hedge Garlic wijzen hier duidelijk naar. Wie vergeten heeft om bij de groentenboer een knoflookje mee te nemen, weet dus de weg om dit verzuim goed te maken. Even op zoek naar een paar blaadjes Look-zonder-look in de beschaduwde wegberm of langs de bosrand en de maaltijd is gered. Al is de smaak toch wat aan de flauwe kant. Maar culinair verbergt onze Look zonder look nog wel enkele andere smaakjes. Zo proeven de zaden scherp mosterdachtig, met heel veel moeite zou je er een soort mosterd kunnen van maken. Dat werd ten andere al in 1552 door een zekere Tragus geadviseerd. De wortel ruikt dan weer naar rapen, maar is nogal vezelig om zo maar op te snoepen. Je kan hem wel laten meetrekken in een groentesoep of ragout. En het laatste onderdeel van de plant dat we kunnen gebruiken zijn de witte bloemen, die vooral in de salade en op een boterham met platte kaas te genieten zijn.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39010-look-zonder-look.html

vrijdag, oktober 17, 2014

Eetbaar onkruid

Bij Villanella, jeugd van 11 tot 18 jaar laten proeven van eetbaar onkruid. Een beetje avontuur blijft het wel om wilde rucola, weegbree en paardenbloem als eetbaar te propageren. Vruchten van vlier, duindoorn en braam zijn dan wat makkelijker aan de man en vrouw te brengen. Braam-vlier confituur durven de meesten wel proeven, het is smakelijk genoeg om ook jonge mensen te overtuigen. Stadsonkruid dat groeit tussen straatstenen, in plantsoenen en in de kieren van oude gebouwen is moeilijker om als eetbaar voor te stellen.

Mijn begrip voor het gebrek aan kennis van vele jonge mensen is groot. Mijn belangstelling voor natuur en voeding was op die leeftijd ook minimaal en dat is uiteindelijk toch nog goed gekomen. Dat de meesten zelfs geen paardenbloem kennen is misschien spijtig maar zeker niet shockerend, eerder grappig.
Ik probeer onnozel weg aan de kinderen nog uitleggen, dat de paardenbloem ook pisbloem genoemd wordt, gele bloemen heeft en dat weilanden en wegkanten in het voorjaar er vol mee staan. Is dat zonnebloem? is dan de gedurfde vraag van een mooie jongen. Mijn eigen verbeeldingskracht moet wel groot zijn, om me in te leven in het gebrek aan elementaire kennis van deze zestienjarigen. Maar denk ik, so what? moet het? komt het?

Uit mijn grote plastic zak vis ik ook wat zaadbollen van de grote klis op. De kleverige zaden, voorlopers van de klittenband, kunnen wel enig animo veroorzaken, ook geur van venkelzaad kan hun verbeelding een beetje prikkelen. Misschien dat, over 10 jaar zal blijken dat klis en venkelzaad zich toch in hun hersenen genesteld heeft.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html


donderdag, oktober 16, 2014

Den botanieken Hof


Nu ik toch in Antwerpen ben en midden in de stad zomaar in mijn motorhome overnacht, heb ik ruim de tijd om de nabijgelegen botanische tuin nog eens te bezoeken. 
Den Botanieken Hof, vroeger kruidtuin is een in 1825 aangelegde Hortus botanicus in de Antwerpse binnenstad aan de Leopoldstraat met een oppervlakte van zowat 1 hectare. Het park was in de 18de eeuw een plantentuin voor de Ecole Centrale en vervolgens de kruidtuin en later moestuin van het Sint-Elisabethgasthuis.
De tuin werd in zijn huidige vorm aangelegd door dr. Claude-Louis Sommé en gebruikt in de lessen pathologie van de Ecole de médecine, een opleiding in de geneeskunde. Dat waren nog eens glorietijden voor de kruiden. Nu is het een mooi park, een kleine oase zo midden in de stad en een eerbetoon aan de 'wilde' planten die hier gezellig per familie bij mekaar wonen. Ruwbladigen oa smeerwortel en Nachtschadigen oa tabak vallen mij nu vooral op. Verder zie ik hier de Chiaplant, Salvia hispanica  voor de eerste keer in levende lijve, zelfs nog wat in bloei.
Ik verzamel wat stekelige klisbollen en groene zaden van de Oost Indische kers, interessant materiaal om straks mijn studentjes wakker te houden.

Over Salvia hispanica https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/salvia-hispanica-chia
Over Oost-Indische kers https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/tropaeolum-majus-oost-indische-kers
Over klis http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/84800-grote-klis-geschiedenis-van-een-kruid.html

dinsdag, oktober 14, 2014

Herfstroos


Dichters, schrijvers en schilders hebben door de eeuwen heen de roos bezongen, geschilderd en bejubeld. Plantenkwekers hebben duizenden variëteiten geselecteerd, zoveel protserige soorten zelfs dat ik er enige hekel aan heb overgehouden. In ons Haans tuintje zijn er, van de vorige bewoonster vooral een aantal oude rozen overgebleven. Eén tegendraadse roos, nog bloeiend in oktober, kan ik wel waarderen.

Doornroosjes roos
vreemd rood tussen grijze herfstwolken
tegendraadse schoonheid
zonder schaamte

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39984-rosa-is-een-roos.html

woensdag, oktober 08, 2014

Soep tegen vermoeidheid

Nog eens rond gesnuffeld in de Chinese supermarkt van Oostende. Altijd wel bijzonder om die exotische groenten te besnuffelen, planten die ik theoretisch ken uit de literatuur, maar hier in levende lijve kan betasten. Exotisch wordt bijna erotisch. Ook de namen spreken tot de verbeelding. Tong ho, taro, paksoi...of gouqizi 枸杞子, en om terug nuchter te worden. Gouqizis, dat zijn niks anders dan gedroogde gojibessen en dat voor minder dan 1 euro per 100 gram.

Je kan er ook een mengsel van gedroogde kruiden en groenten kopen om een medicinale soep te maken met de merkwaardige naam 'Tien kruidensoep tegen vermoeidheid'. Dat daar verschillende adaptogenen oa Codonopsis, Rehmannia en Angelica sinensis tussen zitten, moet niemand verwonderen.
Codonopsis pilosula is ook bekend onder de naam 'Dang Shen' of 'Poor Man's Ginseng', ginseng voor de armen. De plant komt oorspronkelijk uit Azië, voornamelijk uit de Shanxi en Szechuan provincies van China. De Nederlandse naam is Windeklokje of arme mensen ginseng, familie van de Campanulaceae. De volwassen hoogte van deze klimplant is ongeveer 2 meter en verdraagt een temperatuur tot 25 graden onder nul. C. Dus ook in Europa te kweken.
Codonopsis heeft een positief effect op het hele lichaam door zijn stimulerende werking, de wortel verbetert het uithoudingsvermogen en de alertheid, versterkt het immuunsysteem en helpt bij herstel van een chronische ziekte.

Meer weten over Codonopsis
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/codonopsis
https://www.youtube.com/watch?v=dO9uFpKrVzs

maandag, oktober 06, 2014

Enoki, fluweelpootje

Fluweelpootjes en andere paddenstoelen 'groeien' ook in Chinese supermarkten en toko's.
Enoki paddenstoel (fluweelpootje), enokitake, Flammulina velutipes, gouden naald, gouden naaldpaddenstoelen, jīnzhēngū (金針菇). De gecultiveerde versie van het wilde fluweelpootje. Omdat de enoki in het donker wordt geteeld blijft hij wit. En omdat hij met extra CO2 wordt geteeld, krijgt hij de karakteristieke lange, dunne steeltjes. De wilde versie lijkt veel meer op een normale paddenstoel dan op enoki. De enoki wordt in kleine bundeltjes gekweekt en verkocht.

Hoe te gebruiken?
Snij een paar centimeter van de onderkant af en maak de steeltjes voorzichtig los van elkaar. De verse enoki kan rauw in salades gegeten worden. Vaker zie je ‘m als een soort vermicelli in de soep. Of samen met andere paddenstoelen in een paddenstoelengerecht. En inderdaad als je de witte dingetjes kookt of roerbakt zijn ze nauwelijks terug te vinden in soep of rijstgerecht.

Is deze enoki ook gezond? Volgens vooral Japans onderzoek heeft the Enoki mushroom antioxidant properties. Al heeft zo langzamerhand alles antioxidante eigenschappen. A research done established the existent of ergothioneine, an antioxidant in the mushroom. In the research, Proflamin, a compound in the Enoki mushroom helped mice suffering from cancer to lengthen their lives by 85%. The Enoki suppressed further cancer growth and spread when tested on Swiss albino mice that were suffering from Sarcoma 180. In Japan, epidemiological studies have shown that the Enokitake mushrooms have tumour fighting compounds.

Meer over enoki https://sites.google.com/site/kruidwis/zwammen-fungi/enoki

donderdag, oktober 02, 2014

Verkenning

Duindoorn
Een verkenning voor mijn kruidenwandeling volgende zondag. Een wandeling voorbereiden doe ik liever niet. Ik ben zelf liever ook verrast en verwondert samen met de deelnemers, maar deze keer willen we ook onderweg zomaar wat maken: duindoornlikeur of instantsiroop van rozenbottels. En dan moet ik wel zeker zijn dat de vogels of andere mensen nog wat vruchten voor ons overgelaten hebben. Dus.... even op de wandel, al is wandelen nooit een straf voor mij. Eerst langs het strand, zeeraket is redelijk veel aanwezig en zelf nog wat in bloei.

Een, in de zomer afgesloten doorgang van strand naar duinen is nu terug open, door het afsluiten is het mooi spannend dicht gegroeid, en jawel met duindoorn. Wel veel mannelijke planten dus zonder oranjebessen, gelukkig ook hier en daar vrouwelijke planten met rijpe bessen. Plukken zal dus wel lukken. Ook meidoornbessen zijn massaal aanwezig, maar de mooiste groeien wel achter de afsluiting van het zeepreventorium. Ja, het gras is altijd groener aan de overkant. Van deze meidoorn zie ik alleen eenstijlige soorten, Crataegus monogyna, een tinctuur of honingextract voor het hart maken is wel mogelijk. Tot mijn blijde verwondering vind ik ook nog veel zwarte besjes, maar dat moet een verrassing blijven voor zondag.

Wodkalikeur met duindoorn ter plaatse gemaakt
  • 500 oranje bessen van duindoorn (100 bessen / 100cc)
  • Een halve liter wodka
  • Een halve liter water
  • 250 gram suiker
We plukken de bessen en stoppen ze ter plaatse in de wodka. Goed schudden, dat gaat vanzelf tijdens de wandeling. Laat de fles met de besjes een maand in de schaduw trekken. Daarna uitzeven.
Suikerstroop maken door de suiker in het water al kokend op te lossen, afkoelen en mengen met de wodka. Nog enkele dagen laten rusten en ja, dan drinken zeker.

Over de gezondheidswaarde van duindoorn. http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/67370-duindoorn-wonderbesje-van-bij-ons.html

woensdag, oktober 01, 2014

Ginkgo, heldere herfst

Ginkgo biloba. Een bijzondere boom is het. Het blad lijkt op geen enkel ander boomblad. Het voelt aan als leer, de nerven lopen parallel en de bovenkant heeft een insnijding die halverwege ophoudt. Het blad lijkt te twijfelen of het één of twee bladeren zou worden. Goethe merkte dat ook al op en in 1815 maakte hij een gedicht voor een van zijn vele vriendinnen, Marianne von Willemer. Hij stuurde het haar toe, vergezeld van een ginkgoblad.

...Leeft het als een enkel wezen;
innerlijk in twee gedeeld?
Of vormt juist het uitgelezen;
tweetal één herkenbaar beeld?...

Mooi dubbelzinnig. Maar niet alleen het blad heeft moeite met keuzes. Ook de boom kan niet kiezen of het een lagere of een hogere plant is. De ginkgo is de enige nog levende tussenvorm tussen lagere en hogere planten, tussen coniferen en varens. Het geslacht Ginkgo heeft zijn eigen familie, de Ginkgoaceae. Van het Ginkgogeslacht is ook maar één soort bekend, Ginkgo biloba.

En dan de schoonheid van Ginkgo in september.
Vrij naar Akiko Yosana (1878 – 1942)

Gelijk glinsterend gouden vogeltjes
Vallen de geheugenblaadjes
In de avond van de herfst.

En.... niet vergeten, zijn geneeskracht
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/27938-ginkgo-een-oude-boom-voor-nieuwe-kwalen.html


zondag, september 28, 2014

Wandelen in Weelde

Nog eens gewandeld in Weelde Statie. Wel veel veranderd. Mijn vroegere tuin, toen grond van de Belgische spoorwegen, is eigendom geworden van de plaatselijke rommelmarkt en nu afgesloten. Erg? Niet echt, de planten die zelfstandig hun gangetje konden gaan, hadden zich toch al op eigen houtje verplaatst.

Ik verwacht volk, enthousiast en intelligent volk en dat dank zij FB. Een Facebookwandeling zou ik het durven noemen. Gezichten die ik alleen maar digitaal kende, komen in levende lijve aangewandeld en aangereden. Wel spannend maar vooral mooi, een kruiden- maar ook een mensenwandeling.

Toch over planten vertellen.
Planten met een verhaal, mijn verhaal. Peterselievlier, hop, wilde kastanje.....ooit zelf aangeplant. Venkel heeft zich buiten de oorspronkelijke tuin trots op een hoge berm geïnstalleerd. Bij de resten van het perron vinden we weggegooide karmozijnbessen, ook een manier om uitheemse planten in de natuur te krijgen. Aan de achterkant van het oude perron geen treinsporen meer, wel een bospaadje en het oprukkende bos. In de berm boerenwormkruid nog in bloei, de overal aanwezige brandnetel en enkele klisplanten. Eetbare kliswortel bevat inuline, goed voor de darmflora en dan kan ik weer mijn verhaal over de kliswortelolie vertellen. De olie goed om het haar gezond te houden maar het grijs worden van mijn haar heeft de klis toch niet kunnen tegen houden. Grijs-kruid vinden we hier wel, ooit molenkruid genoemd omwille van zijn voorkomen bij graanmolens en spoorwegen.

Zigzag wandelen
Ver wandelen doen we niet, we zigzaggen tussen wilg, berk, meidoorn en vlier. In de droge en warme sintelgrond vinden we agrimonie maar vooral rosetten van teunisbloem, toorts en slangenkruid. Resten van sintjanskruid zijn natuurlijk ook aanwezig. Wat heb ik hier vroeger veel johanneskruid geplukt om olie en tinctuur te maken. Herinnering zonder heimwee. Langs het Bels lijntje wandelen we terug, mensen ontmoeten planten, nog even guldenroede goeie dag zeggen en oh ja resten en rosetten van kaardebol. Allemaal planten met oude maar nu ook met nieuwe verhalen, maar we moeten verder. Het is al ver over de middag, sommigen krijgen honger of moeten naar huis. Al had de wandeling met deze mensen, met Murielle, Aukje, Evelien, Joelle....... wel de hele dag mogen duren.

Na de wandeling en na het café,
ben ik nog even alleen in mijn oude tuin. Braamstruiken zijn weer volop aanwezig zoals ze dat ook al waren toen ik hier 40 jaar geleden kwam wonen. Wat dat betreft is alles weer bij het oude. Zelfs stevige woekeraars zoals groot hoefblad en reuzebereklauw moesten het afleggen tegen de bramen. Na wat nauwkeuriger zoeken vind ik toch nog wat roze bloemetjes van het kroonkruid, verder wilde marjolein en gewone ereprijs. Maar waar zijn de honderden andere planten gebleven? Weggehaald, verdwenen, gevlucht naar andere oorden? Wie weet, waar we mekaar weer ontmoeten. Mensen en kruiden.

donderdag, september 25, 2014

De Haan in de wolken


Terug in De Haan. Hier letterlijk een zee van ruimte, ook de lucht is vanavond weer eindeloos. Vriendelijke vlokjes van wolken die op het uitspansel geplakt lijken en met de fin de siecle villa's er onder lijkt het wel een vrolijk impressionistisch schilderij uit de vorige eeuw. 

dinsdag, september 23, 2014

Kastanje

Castanea sativa in Dodoenstuin
Veel te oogsten is er nu wel in de natuur. Vooral vruchten, noten, bessen. Zo ook de tamme en de wilde kastanje. De gewone of tamme kastanje (Castanea sativa) is familie van de beuk. Oorspronkelijk is de boom afkomstig uit Zuid-Amerika, Noord-Afrika en West-Azië, hij werd vermoedelijk door de Romeinen in onze gewesten geïntroduceerd.
De oudste nog levende kastanje bevindt zich in Sicilië, op de flanken van de Etna. Hij heeft een omtrek, de takken meegerekend, van 62 m en zijn leeftijd wordt op 600 jaar geraamd. Tamme kastanjes worden tot de noten gerekend maar ze bevatten weinig vet en eiwit en veel meer koolhydraten dan noten en dat droge proef je er wel aan. Je kan dan ook met het kastanjemeel brood bakken, in de Franse Cevennen is dat brood traditioneel te koop.

Gepofte kastanjes
En dan zijn er natuurlijk ook de gepofte kastanjes. Een recept, nu ja recept. Maak met een mes een kruis in de bovenkant van de kastanjes. Anders ploffen ze uit elkaar, wat natuurlijk ook wel eens leuk is..
Verwarm de oven op 200 graden Celsius en leg de kastanjes 15 minuten in de oven tot ze openspringen. Of smelt in een pan wat boter, doe de kastanjes er in en laat ze, met de deksel op de pan, op niet te hoog vuur in circa 20 minuten poffen, schud ze af en toe om.

Over kracht en werking van Castanea schrijft Dodoens
Onder alle wilde vruchten zijn de kastanjes de geschiktste en beste om te eten, ze voeden het lichaam redelijk maar zij verteren niet gemakkelijk en maken harde toiletgang.
Van kastanjemeel dat met honing vermengd is waar een suikerwerk van gemaakt wordt is goed voor diegene die hoesten en bloed spouwen. Item, kastanjes verpoederd en met gerstemeel en azijn vermengd genezen de gezwollen vrouwenborsten als het als een pleister daarop gelegd wordt.
De bruine, effen schors van de kastanjes die gekookt en gedronken wordt stopt de loop van de buik, rode loop en alle bloedgang.

Castanea medicinaal
Castanea wordt medicinaal niet veel gebruikt, de knoppen worden wel in de gemmotherapie toegepast om de lymfecirculatie in de benen te verbeteren. Te gebruiken bij : spataderen, veneuze stuwingen en cellulitis.

Toch blijft de tamme kastanje ons verrassen, uit wetenschappelijk onderzoek blijkt de plant, niet alleen de vrucht, indrukwekkende geneeskrachtige eigenschappen te bezitten. Citaat: 'Castanea sativa has numerous medicinal uses, some of which have been in use for thousands of years whereas others have only recently been discovered. Capable of preventing oxidative stress, inhibiting bacterial quorum sensing, eliminating bacteria and parasites, protecting the heart, stopping cancer and relaxing muscles, sweet chestnut shows tremendous potential as both a medicinal food and as a source of novel 
medicines. Due to its high concentration of phenolic compounds, including hydrolysable tannins and condensed tannins, C. sativa displays extraordinary antioxidant capabilities that establish its importance as a medicinal food that promotes general health by preventing causes of disease. 
Numerous other properties, such as its anticancer, cardioprotective and antibacterial activities, warrant further study and show promise in the development of pharmaceuticals using chestnut compounds to improve human health and treat illnesses. Considering the wide breadth of traditional uses that have not been validated, there may be other medicinal applications of C. sativa found in future studies. Sweet chestnut’s excellent taste and health benefits deserve a place in the diet of all seeking to maintain and improve their health, and its potent ability to treat several diseases could dramatically improve our well being and recovery from disease'.

Lees ook
http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/86106-kastanje-of-castanea-sativa.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/castanea-sativa-tamme-kastanje

dinsdag, september 16, 2014

Geduindoornd

Hippophaea rhamnoïdes is de moeilijke wetenschappelijke naam van duindoorn dat betekent zoiets als ‘wegedoorn voor glimmende paarden’. In de oudheid plantte men deze struik al aan als voer voor de paarden, de huid van de dieren ging er van glimmen. Volgens sommige literatuur werden de bessen vroeger wel meer gegeten. Die oranje bessendingetjes groeien aan de vrouwelijke struiken, want duindoorn is een tweehuizige plant.

De struiken groeien massaal in de duinen. Dus lijkt plukken een fluitje van een cent. Helaas. De duindoorn heeft zijn naam niet gestolen, het is wel degelijk een doorn in de duinen en stekelig bij het plukken. Daarbij zitten de besjes zo strak tegen de takken aan waardoor ze tussen de vingers geplet worden in plaats van zich braaf te laten plukken. Enkel met een schaar of zoiets laten ze zich proper los maken. Je heb dus al vlug een uur nodig om een kilo te plukken. Maar dan heb je wel iets supergezond en ook nog bijzonder van smaak, tenminste als je er confituur van maakt. De confituur heeft een oranje kleur en de smaak is....vreemd lekker. Het intense zuur combineert goed met de suiker. De schillen geven hun eigen pectine. Voor wie de moed niet heeft om zoveel bessen bijeen te plukken, ook met een tiental procent duindoorn, gemengd met makkelijker fruit (rode besjes), is de smaak nog altijd heerlijk.

Herfstige salade met geitenkaas, sinaasappel en duindoorndressing
  • 2 sinaasappels
  • 100 gram jonge slablaadjes gemengd
  • plakjes geitenkaas met honing
  • kiemgroenten
  • 2 eetlepels walnotenolie
  • 1 eetlepel mosterd
  • zout en peper naar smaak
  • 4 eetlepels duindoornbessen in siroop
Snijd de sinaasappels en haal de sinaasappelpartjes uit de vliezen. Schik de sla op bordjes en garneer met de kaas, de sinaasappelparten en de kiemgroenten.
Klop de walnotenolie, de mosterd, het zout en de peper tot een dressing. Sprenkel op het laatst de dressing en de besjes over de salade.

Duindoornlikeur voor 2 flessen
  • 700 duindoornbessen (het komt op geen besje aan)
  • 1 fles wodka
  • 1 liter water
  • 500 gram suiker
Doe de bessen in een goed schoongemaakte en gesteriliseerde weckfles of grote pot. Giet er de wodka op en sluit goed af. Laat de pot 1 maand staan zodat smaak en kleur in de alcohol trekken. Zeef de wodka en doe een er paar besjes bij als decoratie. Kook de suiker met het water al roerend tot de suiker is opgelost en laat helemaal afkoelen. Meng de wodka met de suikersiroop en vul er de flessen mee.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/67370-duindoorn-wonderbesje-van-bij-ons.html

vrijdag, september 12, 2014

Verlokkelijke Gelderse roos

In de randen van bossen, maar ook in struwelen en hagen vind je de  Gelderse roos, Viburnum opulus, Ook in onze gesnoeide tuinhaag, maar dan wel in een doorgeschoten stuk, glimmen de scharlaken rode vruchten mij tegen. Deze vruchten worden pas gegeten als de vorst er over heen is gegaan. En dan nog. De smaak is bitter en zelfs de vogels mijden ze. Ze hangen dan ook vaak nog in de winter aan de struiken. Pas wanneer het gevroren heeft worden ze soms door lijsters en pestvogels gegeten. Deze vruchten bevatten cumarinen, diterpenen en glycosiden die spijsverteringsklachten kunnen veroorzaken. De bessen veroorzaken, rauw gegeten, braken en diarree, maar zijn gekookt ongevaarlijk.

In de Flora Batava (1800...) worden ze wel nuttig geacht. Deze heester kan tot levendige heggen dienen, en wordt ook veel in tuinen gezocht. Het hout is taai, en kan tot pennen voor de schoenmakers en tot wevers-kammen gebruikt worden; het geeft een goed brandhout, en kan ook houtskool voor kleine smederijen opleveren. — De beziën, schoon bitter en scherp van smaak, worden door de Russen genuttigd, en ook de vogels azen hierop. — De bladen worden gegeten door runderen, Schapen en Geiten.... Die Russen toch...zijn blijkbaar altijd rare mensen geweest....

Ook herboristen zijn 'rare' mensen, want zij laten de verlokkelijke, glimmende bessen hangen en gebruiken de schors om zijn spasmolytische werking. Een merkwaardig verhaal over de bloemen van de Gelderse roos kun je lezen op http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58256-viburnum-met-vaginale-geur.html

donderdag, september 11, 2014

Ajowan

Ajowan (Trachyspermum ammi) een specerij uit India, kocht ik vandaag op de Bretoense markt in Huelgoat.  De plant is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-India, maar wordt gekweekt in heel Midden-Azië, Noord-Afrika en Ethiopië. Ajowan is botanisch verwant aan karwij, komijn en selder, dus een schermbloemige en dat zie je ook aan het zaad.  Het zijn ook de zaden die als specerij gebruikt worden, ze smaken naar tijm maar zijn iets scherper met de typische thymolprikkel op de tong.
In Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen 1796-1813 wordt de plant Steeneppe  of Ammi verum genoemd. Ammi verum is de officinelle naam dezer Plant. Alleen het Zaad van dezelve was in vroegeren tijd, of alleen, als ingredient der Sem. quat. cal. maj. Androm. in gebruik. Het heeft eenen bitteren en kruidachtigen smaak. Het extract is vlug en kruidachtig. Het Cretische wierd voor het beste gehouden. Derzelver krachten zijn zweetdrijvend en pijnstillend. Galenus heeft het in Maagziekten en die der Urin-weegen gebruikt. Ook word het bij verstopping der Maandstonden, der Urin, bij Colijk en Baarmoederpijnen, opgezetten Maag enz. geroemd, en in plaats van Daucus Creticus toegediend. Te voorbaarig heeft het Mathiolus in de onvruchtbaarheid aangepreezen. Echter roemen het na hem sommige tot inspuitinge in de Baarmoeder. Hopelijk volgen de hedendaagse herboristen niet alle adviezen van beroemde voorgangers op.

The essential oil (2.5 to 5% in the dried fruits) is dominated by thymol (2-isopropyl-5-methylphenol, 35 to 60%); furthermore, α-pinene, p-cymene, limonene and γ-terpinene have been found.
In the essential oil distilled from aerial parts (flowers, leaves) of ajwain grown in Algeria, how­ever, iso­thymol (50%) was found to be the dominant con­stituent before p-cymene, thymol, limonene and γ-terpinene. Note, however, that the name iso­thymol is not well defined and might refer to both 2-isopropyl-4-methyl­phenol and 3-isopropyl-6-methyl­phenol (carvacrol). (Journal of Essential Oil Research, 15, 39, 2003)

Propriétés :
  • antifongique et antiparasitaire 
  • anti-virale et stimulante immunitaire
  • anti-bactérienne à très large spectre et à action puissante 
  • tonique et aphrodisiaque 
  • antalgique percutanée (atténue la sensation de douleur)
  • carminative, anti-nauséeuse, facilite l'élimination des gaz
Indications :
  • Toutes les infections parasitaires, virales et microbiennes, même sévères : infections parasitaires intestinales (amibiases, ascaris, taenia,...), infection virales et bactériennes digestives : colite infectieuse, diarrhées
  • infections parasitaires cutanées (gale, teigne,...), mycoses cutanées, unguéales et gynécologiques
  • infections ORL : rhinites, bronchites
  • rhumatismes articulaires et musculaires      
Usage externe:
  • en friction, toujours diluée à 20 % dans de l’huile végétale. 7 à 8 gouttes du mélange par jour en regard de l’organe concerné
  • en application locale, diluée, pour les infections cutanées 
Abcès dentaire (Dr Zhiri):
  • HE Ajowan : 1 goutte
  • HV Calendula : 3 gouttes localement 5 fois par jour jusqu'à amélioration
Panaris (D. Baudoux) :
  • HE Ajowan : 2 gouttes
  • HE Palmarosa : 2 gouttes
  •  HE Lavande vraie : 2 goutteslocalement au besoin
Lees verder https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ajowan

vrijdag, september 05, 2014

Gegeten.

Recept: Gekookte aardappelen, pompoen (butternut) en ui in beboterde overschotel, wat parmezaanse kaas en 3 opgeklopte eieren met peterselie en fijngesnipperde netelblaadjes er over heen. In de oven 15 minuten bakken en even grillen. Opdienen met een salade of in boter en olijfolie gebakken ui met tofu. Oh ja, wat zout en peper of plantaardige bouillon zit er ook in.

Geschiedenis van het pompoengebruik
Op grond van archeologische vondsten lijkt het er op dat pompoenen al 5000 jaar voor onze jaartelling in Peru en Mexico gekend waren. De echte Cucurbita pepo, als Amerikaans gewas, is bij ons natuurlijk pas bekend geraakt na de ontdekking van Amerika. Maar voor die tijd zijn er wel Kalesbasachtigen in gebruik geweest in Europa. Reeds Dioscorides vermelde de fleskalebas als groente. Uitwendig adviseerde hij het vruchtvlees als kompres om de koorts te verlagen, tegen gezwellen en tegen jicht. Walahfrid Strabo (808 – 849) bezong in zijn ‘Hortulus’ de vrucht van de kalebas als middel tegen nier- en blaasproblemen. Misschien de eerste aanwijzing voor ons hedendaags gebruik. En ook Hildegard (1098 – 1179) prees haar ‘Kurbesza’ aan als een gezond gewas. Platearius ‘Book of Simple Medicines", circa 1470 wordt geciteerd in Liber de natura rerum door Thomas van Cantimpré , ‘Cucurbita, ut dicit Platearius, frigida est et humida, sed satis in hiis qualitatibus temperata, is koud en vochtig, maar vrij gematigd in deze eigenschappen. Het is een kruid dat in het bijzonder in warme gebieden voorkomt......tegen verstopping van de lever, tegen abcessen van het ademhalingsapparaat in de borst en van andere ledematen helpt kalebas gekookt in scherpe stoffen of ook wel geroosterd.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/25922-pompoen-en-de-prostaat.html
http://kylenorton.healthblogs.org/2011/12/10/the-world-most-healthy-foods-vegetable-squash-cucurbita-health-benefits-and-side-effects/
http://thelowhistaminechef.com/antihistamine-butternut-squash-souffle-paleo-low-oxalate/ '..Butternut squash suppresses IgE antibody production, thereby exerting antihistamine qualities. Also possesses anti-ulcer, anti-inflammatory and antidepressant action'.

donderdag, september 04, 2014

Markt in Huelgoat


De wekelijkse markt in Huelgoat. We beginnen iedereen een beetje te kennen. 

De phytologue- herboriste van Terre feuillantine, de vriendelijke bio-boerin met haar courgettes, prei en wortels en soms ook met wat vreemde, wilde groenten. Verder de kleinschalige kruidenkweker met levende plantjes in potjes, de pizzaman met zijn alternatieve oven, de biobakkerboer.... Het lijkt wel of in heel Bretagne alleen bioproducten aan de man en vrouw gebracht worden.  En natuurlijk zijn er naast de handelaars gelukkig ook bezoekers, kennissen, ook Vlaamse en Nederlandse kennissen en ook daar komen we voor. Of komen we daar juist voor?  De markt is hier nog een ontmoetingsplaats: tomaten, kruiden, un café, Ria en Guy , Marianne, handjes schudden, kuskus (ja, links en rechts), een gesprek en een glunderende cafébaas. Geluk is hier (soms) nog heel gewoon.



woensdag, augustus 27, 2014

Bernagie, blauwe bernagie, de vader van het zweet

Veel planten van de Borago officinalis hebben we dit jaar niet de tuin. Nochtans is het een zeer makkelijke zaaier, maar ook planten gaan hun eigen weg. Al maakt dat ene bloemetje, in tegenlicht gefotografeerd, voor mij veel goed. Een wonder van lichtheid. Het ver-wondert mij dan ook niet dat bernagie vroeger tegen zwaarwichtigheid of te wel melancholie gebruikt werd.

Naam
De naam bernage, bernagie en het frans bourrache zijn afkomstig van het middeleeuws latijn borrago en van arabisch abū ʽaraq, de vader van het zweet; de plant werd gebruikt om het zweten te bevorderen. Plinius noemde het Euphrosynon omdat het vrolijk maakt. En Dodonaeus zegt 'Van dit kruid en van zijn bloemen schrijft men dat als je ze in wijn legt en daarvan drinkt dat het de mensen vrolijk en blij maakt en alle droefheid, zwaarmoedigheid en melancholie verdrijft'.

Veel wetenschappelijk onderzoek naar het medicinaal gebruik van de plant is er niet en dat onderzoek is dan nog negatief ook, het blad bevat pyrrolizidine-alkaloïden die lange tijd ingenomen levercellen kunnen beschadigen. Alleen de vette olie uit de zaden is de laatste jaren bekend geraakt omwille van de aanwezige omega-6-vetzuren, o.a goed voor de huid.

Ik geloof zelf wel, ik zeg geloven, in de 'vrolijkmakende' werking van de bernagie, misschien kunnen we alleen de blauwe bloemen gebruiken om er een soort verdunde tinctuur mee te maken. Zijn er sombere mensen die het eens willen uitproberen?
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/40934-bernagie-tegen-melancholie.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/borago-officinalis-bernagie


maandag, augustus 25, 2014

Wie eet onze hazelnoten?

In de tuin geniet ik van een dubbele rij oude hazelaars die een holle weg omzomen. Mysterieus en bijzonder, alleen van de hazelnoten zelf kan ik niet genieten. Nootjes genoeg maar schijn bedriegt want in het harde omhulsel bevindt zich geen zachte inhoud. Leeg. De dader van dienst zou volgens deskundigen de hazelnootboorder moeten zijn. Een kever met als wetenschappelijke naam Balaninus nucum.
De kever zet in de maand Mei een eitje af in de jonge hazelnoten. De witte bruinkoppige larven vreten de vruchten hol. De vruchten vallen vroegtijdig af en de larven overwinteren twee tot drie jaar in de grond tussen de wortels van de struiken.

Hoe kan ik nu zorgen voor gezonde, gevulde hazelnoten?  Verzamel en vernietig de aangetaste (afgevallen) noten, lees ik. Ik zie me al bezig onder die honderd struiken duizenden hazelnoten op te rapen en te vernietigen.
Kippen laten scharrelen onder de struiken, is al een beter advies. Maar toch.... Op lange termijn zou de schade ook te beperken zijn door het gebruik van aaltjes/nematoden (Heterorhabditis bacteriophora). In juli zou ik dan aaltjes moeten strooien. Eerlijk gezegd zie ik dat soort ingrepen helemaal niet zitten. Zouden die kevers niet vanzelf verdwijnen en waarom komen die aaltjes niet op die lekkere maden af?
Ik ben een aantal van die oude hazelaars aan het snoeien, mogelijk verdwijnen de kevers dan vanzelf. En.. heb ik mooi hout voor onze Tullikivikachel. En verder blijf ik natuurlijk genieten van die hazelaar holle weg.

Meer over de hazelaar op https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/coryllus-avellana-hazelaar

vrijdag, augustus 22, 2014

Kruidenstage: Daoulas en hallucinogenen

Zaad verzameld bij Daoulas. Bessen van de wolfskers, zaad van bilzenkruid, ashwaganda, white sage, Epazote (chenopodium ambrosoïdes), dragonafrikaantjes en nog veel meer....

Natuurlijk komen de bezoekers naar Daoulas om de Romeinse ruïnes van de abdij te bezoeken en om de kapel en de fontein te bewonderen ... Maar wij komen vooral voor de kruidentuinen. Op twee niveaus vinden we hier niet minder dan 250 soorten therapeutische, aromatische en exotische kruiden .. Naast de klassieke en goed verzorgde kruidentuin vinden we een terras hoger een collectie zeldzamere, magische of zoals je wilt giftige planten. Deze echte heksenkruiden staan mooi bij mekaar, maar worden hier zeker niet als hallucinogeen of giftig aangekondigd. Maar ...wij weten wel beter, wij worden al high van ze te zien alleen. Belladonna met blote, donkere en verleidelijk glimmende bessen, de bescheiden rijpe zaaddozen van het bilzenkruid en natuurlijk ook de stekelige zaaddozen van de doornappel. Maar er is meer, we zien de klimmende winde met zijn blauw verlokkende bloemen bekend bij Zuid Amerikaanse volkeren om zijn 'spirituele' werking. Olioliuqui of Turbina corymbosa wordt hij genoemd. Het mexicaanse "ololiuqui" verwijst naar de zaden.

Ololiuqui
Een van de eerste beschrijvingen en illustratie van ololiuqui is afkomstig van Francisco Hernandez, een Spaanse arts die tussen 1570 en 1575 in opdracht van Philip II uitgebreid onderzoek deed naar de flora en fauna in Mexico. In zijn beroemde 'Rerum medicarum Novae Hispaniae thesaurus, seu plantarum, animalium, mineralium mexicanorum historia' uitgebracht in 1651 in Rome, beschreef en benoemt Hernandez ololiuqui in het deel "De Oliliuhqui, seu planta orbicularium foliorum".In zijn werk beweert Hernandez dat priesters de ololiuqui aten en in een delirium raakten, waarin ze berichten uit het bovennatuurlijke ontvingen en communiceerden met hun goden. Volgens hem kregen de priesters visioenen en kregen ze onder invloed van het middel de vreselijkste hallucinaties.
Als we de schrijvers van destijds mogen geloven, zou ololiuqui veelvuldig gebruikt geweest zijn in de valleien van Mexico, voordat de Spanjaarden arriveerden. De plant lijkt zelfs van groter belang te zijn geweest dan peyote of psilocybine-paddenstoelen. Ook werd het veel toegepast voor medicinale doeleinden. Ololiuqui werd gebruikt om winderigheid te genezen, als medicijn tegen geslachtsziekten, als pijnbestrijding en om tumoren te laten verdwijnen. Er werd aangenomen dat Ololiuqui een spirituele energie bevat, waardoor de plant wonderen kon verrichten. En dat soort planten staat hier zo maar te pronken in de abdijtuin van Daoulas.

Over Daoulas en zijn abdij
Un cloître roman unique en Bretagne et sa vasque remarquable, la fontaine et l’oratoire du 16e siècle, l’abbatiale du 12e siècle : l’ensemble témoigne de la splendeur initiale du site.
Ancien monastère, régi à partir du 12e siècle par les chanoines réguliers de l’ordre de Saint-Augustin, l’Abbaye de Daoulas domine la petite ville de Daoulas, autrefois port stratégique entre le Léon et la Cornouaille.
L’origine de l’abbaye remonterait, selon la légende, à l’an 510 mais les premiers documents connus, datés du 12e siècle, attestent de sa fondation en 1167 par le vicomte du Léon. Après une longue période de prospérité, les bâtiments, vendus à la Révolution, tombent dans le domaine privé, hormis l’abbatiale devenue église paroissiale.
L’Abbaye de Daoulas possède le privilège, rare, de cumuler les centres d’intérêt : le charme des jardins et leur diversité botanique, la grande qualité patrimoniale du site et la découverte des cultures lointaines ou disparues à la faveur d’expositions centrées sur l’ailleurs, thème sensible depuis toujours en ce pays de voyageurs.

Over Ololiuqui https://sites.google.com/site/kruidwis/hallucinogen/turbina
Over de abdij http://www.cdp29.fr/fr/presentation-daoulas

woensdag, augustus 20, 2014

Saint Michel de Brasparts, heide en duivelsnaaigaren

We wandelen tijdens onze kruidenstage naar het hoogste punt van Bretagne in de Mont d'Arrée: de Saint Michel de Brasparts.

Het is hier heidegebied zo ver als we kunnen zien met in de verte het stuwmeer van Saint Michel. De bloeiende dophei zet de hele omgeving in een rooie gloed. We beklimmen de berg naar de kapel, maar snuffelen ondertussen wel tussen de heide door naar andere mini-plantjes en zo ontdekken we ook ogentroost en warkruid. Hoogst waarschijnlijk is het hier klein warkruid (Cuscuta epithymum) met rode, zeer fijne wriemelende draden. De plant heeft geen bladgroen en zoekt zijn voedsel dan ook op andere planten. Wanneer deze plantjes in het voorjaar ontkiemen, bevat de kiem nog enig bladgroen. De kiemplanten gaan echter zo gauw mogelijk op zoek naar een waardplant, winden zich om de stengel en dringen met boorwortels het vaatstelsel van de gastheer binnen. Vanaf dat ogenblik is de plant een parasiet en ‘steelt’ hij zijn voedingsstoffen. Eigen bladgroen is dan niet meer nodig. Vandaar die roze tot rode stengels. Hij kan zich nu optimaal ontwikkelen, vertakt zich, bloeit met kleine roze bloemetjes die in een soort bolletje bij elkaar staan en zet zaad. De zaadverspreiding gebeurt via regenwater, of via de maag en uitwerpselen van dieren die van de waardplant eten.

Als herborist zoekt ik natuurlijk naar het gebruik van planten door de mens. Warkruid wil ik niet echt gebruiken. Te weinig opbrengst maar vooral te zeldzaam om zo'n kleinood te plukken. Toch werd het reeds bij Dioscorides vermeld onder de naam epithymon. De Latijnse soortnaam van het Klein warkruid, epithymum is gevormd uit epi: op, en thymus: tijm; dus een op tijm woekerende plant.
Vele volksnamen gelden vaak voor meerdere soorten van een geslacht en zo duidt men met Duivelsnaaigaren alle soorten van Cuscuta aan. Een plant die ogenschijnlijk bestaat uit draadvormige stengels moest wel iets te maken hebben met de duivel, temeer omdat zij nog ten koste van een andere plant leven. Wat was eenvoudiger dan in de stengels het naaigaren van de duivel te zien? Ook Dodonaeus noemde Warkruid: Duyvelsnaeygaren en zelfs Schurft.

Medicinaal vinden we onder meer de Warkruiden vermeld als goed om de urine af te drijven en als purgeermiddel, en zelfs bij vallende ziekte, zwaarmoedigheid, hondsdolheid. Dodonaeus raadt het Klein warkruid aan bij gebreken van de milt en het Groot warkruid ‘om de ghebreken van de lever te ghenesen.’ Interessant is ook dat hij er dezelfde werkingen aan toeschreef als die van de waardplant. 'Schurft is goed tegen de oude koortsen en tegen de geelzucht, vooral diegene die op het hoppekruid of in het vlas groeit. Andere schurften zijn van werking net als de kruiden waar het op groeit'.

Over warkruid: https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cuscuta-sp-warkruid
http://www.bretagne-vakantie.com/ideeen/beleef-een-bretonse-ervaring/bij-zonsopgang-op-de-toppen-
Over een vorige stage: http://plazilla.com/page/4295072704/dagboek-herborist-kruidenstage-bretagne