woensdag, februari 09, 2011

Munt

De voorbije dagen heb ik  nog al wat les gegeven over de kruiden voor de spijsvertering. Voor mij het moment om zelf nog wat meer over bitterstofplanten zoals Alsem en Gele gentiaan, maar ook over Kamille en Munt na te denken. En dus heb ik voor infonu.nl nog maar eens een artikeltje over die merkwaardige muntsoorten geschreven.


De vele muntsoorten hebben een lange en soms merkwaardige geschiedenis achter de rug. Van Plinius over Culpeper tot Broeder Aloysius, allemaal hebben ze wat te vertellen over de Menthasoorten.

Munt is een overblijvende plant die vooral goed groeit op vochtige, bescha­duwde plaatsen, en in gunstige omstandigheden zelfs een woekerend kruid kan worden die andere planten geen ruimte meer laat.
Het kruid heeft rechte, vierkantige stengels en gladde, gesteelde blaadjes. 'De bloemkens sijn rood ende wassen in de ronde om de steelkens.' Als strooikruid was hij vroeger favoriet: 'Die reuck van Munte maeckt den Mensch vrolijck ende blijde, ende daerom soo worden die wilde munten hier te lande int stroysel ghemenght.' Dodonaeus, van wie deze citaten zijn, noemde akkermunt, Mentha arvensis, Bruynheylighe, omdat dit kruid in ker­ken werd gestrooid.


donderdag, januari 27, 2011

Heimwee-landschap



Ergens tussen Hoegaarden en Meldert. Rosdel noemt het nu, het Schoor noemden mijn ouders het 58 jaar geleden. Als kind mochten we of moesten we mee naar den akker, naar het verzorgen, wieden, oogsten van het graan in het vochtige schoorland. Als zevenjarige moesten we niet echt mee helpen, maar mochten langs de rand van het veld wat aan rommelen en gelukkig was er een spannend beekje vlakbij, waar kikkers, dikkoppen en ander 'on' gedierte ons bezig hielden. Het was een vanzelfsprekende vorm van kindercreche met de natuur als oppas.
Nu, zoveel jaren later ben ik voor de eerste keer weer hier. Ik herken de beek maar ons akkerlandje is onherkenbaar. Vochtig weiland, natuurgebied geworden, als natuurliefhebber moet ik daar natuurlijk blij mee zijn, maar als jeugdherinnering had ik het wel terug willen zien zoals toen.


Mooi is het nu wel, kleinschalig landbouwlandschap doorweven met holle wegen, af en toe een uit zijn oevers tredende Schoorbeek met moerasplassen, rietkragen en opvliegende wilde ganzen en boven dit alles wilde wolkenluchten. De rode wandeling volgend bloed ik een beetje van vreugde en verdriet. Wat is er veel en weinig veranderd!


zondag, januari 23, 2011

woensdag, januari 19, 2011

Oerbosje


Wandelen in mijn eigen De Haan aan Zee. Langs het tramstationnetje steek in de weg over en klim het bos in dat op het vroegere duin is aangelegd. Vooral aangeplante grove en Corsicaanse den groeit hier in het duinzand. Ik wandel op en neer zigzaggend richting Vosseslag. Het is een kilometerslange smalle bosstrook, waar je ook altijd het suizen van de auto's kan horen, al klinkt dat niet veel anders dan het ruisen van de zee.

Deze duinbossen werden oorspronkelijk aangelegd om de achterliggende landbouwgronden te beschermen tegen het zand van uit zee. Nu beschermen ze mij en geven me het gevoel in een oerbos aanwezig te zijn. al moet ik dan wel mijn verbeelding optimaal gebruiken. Toch vind ik het hier wel bijzonder, zo dicht bij mekaar zowel zee, zandstrand, duin, duinbos, café en kranten te vinden.


In het bos wordt door de beheerders ook al wat oerbos gespeeld, want sommige omgewaaide bomen mogen zomaar blijven liggen en door het ooit geasfalteerde fiets- en wandelpad mogen grillige boomwortels lekker hun gang gaan. Zelfs een oude oermens zoals ik mag hier vrijelijk rondlopen. Als ik nu ook nog subsidie zou krijgen om het bos te stofferen zou ik helemaal gelukkig zijn.

Planten op papier: Buddleja globosa

De winter is nog lang niet vergangen, maar toch, waarschijnlijk door de vroege vorst- en sneeuwperiode, heb ik het gevoel alsof het voorjaar nu al voor de deur staat. En als de plantenkataloog van Ruehlemans in de brievenbus valt, kan ik dat lentegevoel niet langer onderdrukken. Toch goed dat we in de winter naar planten op papier kunnen kijken!
Zoals gewoonlijk vinden we in deze Duitse plantenkataloog een overvloed aan medicinale, ethnobotanische en rituele planten en zaden van over de hele wereld te bekijken en te kopen en in het bedrijf zelf, wel zowat 400 km hier vandaan, ook te reuken. Noem maar op Maca, Jiaogulan, Mandragora, White sage, Perillasoorten, Noni, Mucuna, Vitex.... En bij elke plant in de kataloog ook nog een mooi en degelijk verhaal.

Een voorbeeldje, wel in de Duitse taal: Chilenischer Heilstrauch / Matico / Buddleja globosa


Bemerkenswerte Heilpflanze aus Südamerika, die in erster Linie zur Wundheilung verwendet wird. Aus Chile haben wir das Originalsaatgut für diese Pflanze von einer deutschen Kräuterfrau bekommen, die seit Jahren in Chile lebt und Heilpflanzen sammelt, die von den dortigen Krankenhäusern gerne abgenommen werden. Dort eines der wichtigsten Heilkräuter. Zitat von d ieser Kräuterfrau: „Die Blätter trinkt man als Tee gegen Magengeschwüre, oder benutzt sie frisch gequetscht auf Wunden gelegt zur Heilung. In Europa wird Matico offensichtlich von der Pharmaindustrie in grossen Mengen benutzt, denn ein Freund von uns exportiert getrockneten Matico tonnenweise(!) nach Europa.”

Enthält sehr viel Gerbsäure, Glukoside und Alkaloide, die die glatte Muskulatur entspannen. Heilmittel für äußere wie auch innere Wunden. Gegen Magengeschwüre. Außer zu einem Teeaufguss können die Blätter für konzentriertere Anwendungen auch 15 Minuten gekocht, oder zur Herstellung einer Pomade für 1 Woche in Alkohol mazeriert werden. Die Pflanze ist eng verwandt mit dem bekannten Schmetterlingsflieder.

Rühlemann‘s Kräuter & Duftpflanzen  Auf dem Berg 2   27367 Horstedt
Telefon: (+49) 4288.928558
Fax:  (+49) 4288.928559
email: info@ruehlemanns.de
www.ruehlemanns.de,
www.kraeuter-und-duftpflanzen.de

dinsdag, januari 11, 2011

Sauge de la Drôme


In mijn tuintje staat nu ook een saliestruik nog glimmend grijs te paraderen. Het is wel de echte salie, Salvia officinalis, maar een variëteit met een subtiel eucalyptusgeurtje. Afkomstig van een stekje ooit gestolen in de aromatuin van Nyons. De officiële naam van deze variëteit is waarschijnlijk Salvia officinalis chemotype eucalyptol. In de aromatuin word de plant nogal Frans fanatiek Sauge de la Drôme genoemd.


Hondius maakte al een lofdicht op de hormonale deugd van salie:
'Selver onsen goeden Godt
die met een wee dier gebodt
van in pijn en smert te baren
heeft de moeder gaen vervaren?
geeft haer cruyden oock met eenen
om de straffe die hij sent
te versoeten en vercleenen
alsmen haere deuchden kent.
Saliewater t'aller tijen
doet met pappels (heemst) haer verblijen.'

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/42219-salie-haer-blade-sijn-te-prisene-hogh.html

zondag, januari 09, 2011

Rozemarijn en olijfboom

Rozemarijn en olijfboom, twee Zuiderse planten die zich in Vlaanderen, toch thuis voelen. Zelfs na een stevige wintermaand zien ze er in mijn Haans tuintje nog geurend groen uit. De rozemarijn wil ook altijd weer bloeien in winter en vroeg voorjaar. En de olijfboom levert  in deze periode, tenminste in het Zuiden zijn beroemde vruchten af. In de middeleeuwen was de rozemarijn, zoals vele andere kruiden, omgeven met veel bijgeloof. Men dacht dat dit kruid alleen in de tuinen van de rechtvaardigen groeide en men gebruikte het als magisch amulet ter bescherming tegen hekserij, tegen duivelse gevaren en in het bijzonder tegen het „boze oog". Een meer practische toepassing was het verbranden van de twijgjes als wierook tijdens banketten of in de rechtszalen van het zeventiende eeuwse Engeland om de rechter te beschermen tegen infectieziekten en gevangeniskoortsen. Beroemd of moet ik zeggen berucht is ook het l’eau de Reine d’Hongrie, dat er voor zorgde dat een jichtige zeventigjarige Hongaarse prinses haar gezondheid en jeugdig uiterlijk terug vondt en daardoor kon trouwen met de koning van Polen.

Het is zeker zo dat Rozemarijn in de meest zinnige en onzinnige mengsel aanwezig was. Zo zat het ook in de ‘Azijn der 4 rovers’ of de Pestazijn, die door dieven tijdens een pestepidemie gebruikt werd om ongestraft de pestlijders te kunnen beroven. Bij Paracelsus, de man die nog mythischer is dan rozemarijn zelf, zat het kruid verwerkt in zijn beroemde balsem ‘Opodeldoch’ tegen reumatische pijnen.
De al even bekende Madame de Sévigné (17de eeuw) schreef in haar literaire brieven ‘rozemarijn, ik heb het altijd bij mij en ik vind het geweldig tegen verdriet’.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/biografie/35858-rozemarijn-zijn-geschiedenis.html
http://www.ema.europa.eu/docs/Community_herbal_monograph/2009/12/WC500018299.pdf
http://www.florahealth.com/flora/home/Canada/HealthInformation/Encyclopedias/Rosemary.htm

Sneeuw

Het eerste winteroffensief is voorbij. De Haan aan Zee is al 10 dagen sneeuwvrij, maar in de rest van Vlaanderen en zeker in de Ardennen zijn, zelfs met temperaturen tot plus 10 graden toch nog altijd serieuze sneeuwresten aanwezig. In het nog witte landschap lijken de sneeuwgeesten zich als mist over de velden te verspreiden.

zaterdag, januari 08, 2011

Wrangwortel en andere helleborussen

Als we in Wallonië zijn, wat de laatste maand nogal eens gebeurd is, zie ik regelmatig de groenblijvende helleborusssoorten langs de wegkanten voorbij flitsen. Ja, voorbij flitsen omdat we meestal maar voor een dag in de Ardennen zijn en helaas geen tijd hebben om te wandelen.
Meestal is het Helleborus foetidus of stinkend nieskruid die we zien, maar soms vind je ook wel de wrangwortel bvb in de Molignéevallei en bij Modave. Het blijft wel een merkwaardige plant met zijn winterse bloei. Geneeskrachtig is hij wel vergeten. Gelukkig zou ik zeggen want giftig blijft hij toch wel door de aanwezigheid van bufadiënoliden. Het zijn stoffen verwant aan de hartglycosiden van het Vingerhoedskruid en kunnen in de juiste dosering dus ook hartversterkend zijn. Toch niet uitproberen! De naam bufa-diënoliden is ontleend aan de pad Bufo, die dezelfde stoffen in zijn huidklieren heeft geconcentreerd.

Maar terug naar de nieskruiden. Als ik mijn eigen artikel op info.nu nog eens nalees, sta ik toch weer verstomd van zijn vele toepassingen in het verleden. En kijk ik ook weer vol verwondering en bewondering naar die voorbijflitsende Ardeense nieskruiden.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/47700-helleborus-het-stinkend-nieskruid.html

vrijdag, december 24, 2010

Aronskelk

De aronskelken in de Haanse duinbossen komen fris gewassen onder de sneeuw vandaan. Net alsof er geen 'sneeuwtje' aan de lucht is in de rest van het land. Gisterenavond ploeterde ik nog met de auto door Leuvense en Brusselse sneeuwstormen. Wat kan een klein landje toch groot en gevarieerd zijn.  Over de aronskelken dan maar.De bladeren van de Italiaanse aronskelk blijven opvallend gaaf. Dat komt door de aanwezigheid van bepaalde zouten, die de plant tegen slakkenvraat beveiligen, misschien beschermen die mineralen het blad ook tegen het bevriezen.  Vroeger, en hier en daar niet eens zo lang geleden, dichtte men de Aronskelk ook een andere beveiliging toe, namelijk tegen slangen. Wie maar een blad of een stukje wortel van de plant bij zich droeg, zou niet door slangen worden gebeten. Een ander lid van de Aronskelkfamilie dankt hier zelfs zijn Nederlandse naam aan, Slangenwortel. 
Over de merkwaardige bloeiwijze en de vreemde bessen zullen we het nu maar niet hebben, dat is iets voor het  voor- en najaar. Passender en spannender zijn de vele magische toepassingen en geheimzinnige uitspraken die aan de Arum verbonden zijn.

Hildegard von Bingen schrijft ' Herba Aaron nec tepida, nec nimis fortis est, sed aequalem et temperatum calorem habet'.  De gevlekte aronskelk is niet lauw, noch te sterk, maar heeft een gelijkmatige en getemperde warmte, zoals de zon na het morgenrood een aangename warmte bevat en heeft, zoals dauw in de zomer voor de dag aanbreekt zacht is, en daardoor kan hij naar alle richtingen omgebogen worden zoals een zachtaardig man die zowel gevaren kan trotseren alsook voorspoed op de juiste wijze in stand houden'. Begrijpen doe ik het zelf ook niet helemaal, maar mooi en mysterieus klinkt het in elk geval wel.

Dan maar weer eens ons aller Dodoens (1644) citeren, die dan weer Dioscorides citeert : Dioscorides schrijft dat deselve wortel met koeyenmest vermenght ende op het flerecijn oft op de voeten van de gichtighe menschen gheleyt, tegen de voetgichte seer nut ghevonden wordt'. Maar waar vind ik nog de  gezonde koemest om dit eens te proberen? Toch nog enige waarschuwing, het is niet aan te raden om deze toch wel wat giftige plant zomaar op te eten.


vrijdag, december 17, 2010

Hulst, heidens heilig

Hulst, niet direct de meest gebruikte medicinale plant, maar wel een plant met een mysterieus verleden, die bij de donkere, mystieke wintertijd hoort. Niet verwonderlijk als je ziet hoe die groenblijvende boom ook in December blijft glimmen. Hulst werd om dezelfde reden als de maretak als een heilige plant beschouwd:

Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.

De Hulst werd ook Grote steekpalm, Prikbladen, Ulster en zelfs Kattedoorn genoemd volgens Vandebussche in zijn boek 'Onze Volkstaal voor kruiden en Artzenijen uit 1955.
Volgens Dodoens waren 'de besiekens warm en droogh van naturen...en de bequaem om de winden te scheyden ende de opblasinghen te doen vergaen'. Niet direct de meest feestelijke indicaties. Maar zo'n een prikkende kerstkaart lijkt mij ook niet het ideale symbool voor vrede op aarde voor mensen van goede wille. Misschien juist daarom zo leuk.

dinsdag, december 07, 2010

Wijsvinger en prostaat

Een wijsvinger die korter is dan de ringvinger duidt op een groter risico op prostaatkanker, Dat blijkt uit onderzoek van het Britse Institute of Cancer Research. Wereldwijd sterven er jaarlijks 254.000 mannen aan prostaat­kanker.
Vingerlengte wordt blijkbaar bepaald in de baar­moeder door de aanwezige hoeveelheid testosteron. Een langere wijsvinger ont­staat door een lagere blootstelling aan het geslachtshormoon. Dit zou de kans op kanker verkleinen.
Voor het onderzoek werden de vingers van 1.500 prostaatkankerpatiënten verge­leken met die van 3.000 gezonde mannen. De kans op de ziekte zou met 33 pro­cent afnemen als een wijsvinger langer is dan de ringvinger.
De wetenschappers denken door hun research een eenvoudige manier te heb­ben gevonden om het risico op prostaat­kanker in te schatten bij mensen jonger dan 60 jaar. Ook zou dit criterium gebruikt kunnen worden bij het selecte­ren van personen voor preventief onder­zoek.

Misschien weer eens de gelegenheid om wat goeie kruiden voor de prostaat te vermelden. Preventief is zeker brandnetel een goede keuze, maar het meest interessante als voeding zijn pompoen- en zonnebloempitten, die je als tussendoortje kunt op knabbelen. Verder zijn ook walnoten en tomaten (lycopeen) gezond voedsel voor de prostaat.  Lees ook

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/60633-prostaatklachten-en-kruiden.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/25922-pompoen-en-de-prostaat.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/prostaat

Helmgras in de winter


Onder het gewicht van sneeuw en ijs kronkelt het helmgras zich over de duinen heen. Alsof het weg vlucht van de zee naar warmere oorden. Helmgras is niet direct mijn gebruiksplant bij uitstek, maar is toch een zeer nuttige plant die in de duinen groeit en het binnenland beschermt tegen de krachten van de zee. Met zijn woekerende wortelstok houdt hij het zand van de duinen op zijn plaats. Zijn wetenschappelijke naam Ammophila arenaria betekent dan ook het zand beminnend (ammophila) en het zand vasthoudend (arenaria).
 
De stevige wortels zijn ook geschikt om touw en matten te maken. Ook de taaie bladeren kunnen tot manden gevlochten worden en er is zelfs papier mee te maken. Eens proberen? 'the stems are harvested in the summer, cut into usable pieces and soaked for 24 hours in clear water before cooking for 2 hours with soda ash. Beat the fibres in a ball mill for 1½ hours. The fibres make a tan-brown paper'
Engelstalige benamingen: Bent, Broad Bent, Helme. Marram, Mat-grass, Mat Reed, Signs, Spire, Stare.


vrijdag, december 03, 2010

woensdag, november 24, 2010

Herderstasje

Een onooglijker plantje dan het Herderstasje kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Een schraal vuilgroen onkruid met aangevreten blad en minimale vuilwitte bloemetjes, groeiend langs slordige wegranden en akkers. Veel werk maakt het niet van zijn uiterlijk, alles lijkt op overleven afgestemd en daar is het dan ook een meester in.
Het groeit, bloeit en vermeerdert zich snel en doet dat ook het hele jaar door. Ook nu, eind november vind je het plantje met zijn hartvormige zaadjes; met wat fantasie is dat het enige aantrekkelijke aan deze Capsella. Daar komt dan ook zowel zijn Latijnse als zijn Nederlanse naam vandaan. Deze zaadjes zouden op een beursje of tasje van een herder lijken. Dus bursa pastoris, een pastorale beurs, ook de Engelse benaming is Shephard’s purse.

Cannabis

Heb je het ook gelezen? Een Franse boer heeft een boete gekregen omdat hij cannabis als ontwormingsmiddel gaf aan zijn eenden. 'Geen enkele eend heeft nu nog wormen en ze verkeren allemaal in goede gezondheid', zei de eendenkweker. Er werd niet bij verteld of de eenden er ook een beetje high van werden. Misschien moeten we eens een bezoekje brengen aan zo'n boer. Hij woont in het dorpje Gripperie-Saint-Symphorien tussen Nantes en Bordeaux, ten minste als hij de eerst volgende maand niet in de gevangenis moet verblijven.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis-medisch

maandag, november 22, 2010

Wandelen in de Lognevallei

Zwerven met de motorhome langs Ardeense dorpen in diepe, nauwe valleien. Ik kan er mij nog steeds over verwonderen dat zoiets nog bestaat in een klein, overbevolkt land als België. Leve de Ardennen, zou ik zeggen.  

De vallei van de Logne, dat is lang geleden. Tussen Bomal en Aywaille parkeer ik mij op de kleine parking bij de kasteelruïnes. Een korte steile afdaling via een een verharde weg en dan ik ben bij de beek van Lembrée in de Lognevallei.

Het vroegere hotelletje waar ik twintig jaar geleden eens logeerde is ondertussen woning geworden. Verderop staat ook een ander hotel te koop. Ja, hotels lijken uit de mode te zijn. Maar deze vallei en zijn hellingen zijn mij toch vooral lief omwille van hun bijzondere plantengroei. Een van de rotshellingen is zelfs boomvrij gemaakt door de natuurverenigingen om de zonminnende rotsplantjes meer kansen te geven. Zonneroosjes, wilde tijm, gamander maar ook toortsoorten kunnen hier uitbundig groeien en bloeien. Dat natuurverenigingen bomen kappen, blijf ik toch nog altijd een beetje vreemd vinden.

Ferme de Palogne
Aan het eind van de Lognevallei, bij de Ferme de Palogne, wordt de beek opgeslokt door de Ourthe, Ferme de Palogne is geen boerderij maar een groepsverblijf voor sportievelingen. Je kunt hier via een voetgangersbrug de Ourthe oversteken en naar het mooi gelegen dorp Sy wandelen. Ik wandel niet naar Sy, maar rijd er straks via Vieuxville in een grote bocht naar toe. Maar eerst wil ik nog op mijn manier de ruïnes van Palogne veroveren. Een breed slingerend pad voert stevig naar omhoog, de schemering maakt alles nog geheimzinniger, tongvarens als bosgeesten bevolken de schaduwrijke boshellingen en boven bij de ruïne aangekomen, is het alsof eeuwen geschiedenis nog steeds rond spookt in het grillig gesteente. Het kasteel is gelukkig gesloten, dus geen andere toeristen te bekennen die mogelijk de mysterieuze sfeer zouden kunnen verpesten.

De burcht en de schat
De burcht werd in de zevende eeuw opgericht om het graafschap Logne te verdedigen. In 1521 werd het blijkbaar volledig vernield door Hendrik van Nassau in opdracht van onze Keizer Karel. Vernietigd worden, daar zijn burchten blijkbaar voor bedoeld. De ruines werden volledig overwoekerd en vergeten tot men zowat honderd jaar geleden de resten opnieuw ontdekte.

Geheimzinnig zijn ze altijd wel wat gebleven. In een merkwaardige toeristische gids uit 1905 lees ik:  'De overlevering verhaalt, dat in de onderaardsche ge­welven van het kasteel een geheime schat is begraven, die bewaakt wordt door een met edelgesteenten bedekte geit, „Gatte d'or", Gouden Geit. Dit is de Waalsche vorm van de algemeen verspreide oude mythe van een schat, àan de hoede van een dier, meestal een draak, toe­vertrouwd.

En nog in het midden der negentiende eeuw heeft men menschen aangetroffen, naïef en hebzuchtig genoeg om dit fabeltje voor goede munt aan te nemen. Door een priester geleid, zijn zij op een goeden dag in de gewelven den duivel gaan aanroepen om diens tusschenkomst ter bemachtiging van den befaamden schat af te smeeken'. Dus genoeg te fantaseren hier. Maar ik wil verder langs de ruine heen, zo zou ik mij eigen rijdend kasteeltje moeten kunnen bereiken

Helaas stopt het pad bij de ruïne en de hellingen zijn in de schemering zo huiveringwekkend steil, dat deze dappere ridder met de witte baard zich er deze keer toch niet aan waagt. Een aftocht dus, maar met plezier min of meer dezelfde weg terug. Ik zal hopelijk geen twintig jaar meer wachten om deze machtige ruïne te veroveren.