De Kruidvlier, Sambucus ebulus L. uit de Muskuskruidfamilie, onderscheidt zich van de andere vlieren door een groenblijvende kruidachtige en weinig vertakte stengel, die later in het jaar rood kan aanlopen maar kruidachtig blijft. In de winter zijn de verdroogde stengels nog goed herkenbaar.
De bloeiwijze van de Kruidvlier bestaat uit een tuil of tros, waarbij de bloemstelen zodanig van lengte zijn, dat er als het ware een min of meer vlak scherm ontstaat. De vijftallige bloemen zijn regelmatig, hebben vijf roomwitte kroonblaadjes met een zweem rood, vijf meeldraden met rode tot bruinrode helmknoppen. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een zwarte steenvrucht in de vorm van een bes.
Ondergronds heeft de Kruidvlier wortelstokken. Dit komt opvallend sterk tot uiting bij de begroeiing op dijken en aflopende bermen. Het zijn bijna monocultures van deze soort. In de wortelstokken slaat de Kruidvlier tijdens de zomer en in de herfst als de plant bovengronds afsterft veel energie op. In het voorjaar groeien de stengels erg snel omhoog en kunnen dan een dichte begroeiing tot stand brengen.
Ondergronds heeft de Kruidvlier wortelstokken. Dit komt opvallend sterk tot uiting bij de begroeiing op dijken en aflopende bermen. Het zijn bijna monocultures van deze soort. In de wortelstokken slaat de Kruidvlier tijdens de zomer en in de herfst als de plant bovengronds afsterft veel energie op. In het voorjaar groeien de stengels erg snel omhoog en kunnen dan een dichte begroeiing tot stand brengen.
De bladeren, vruchten en zaden bevatten de glycosiden sambunigrine en prunasine en zijn giftig. In tegenstelling tot die van de gewone vlier (Sambucus nigra) zijn de bessen niet eetbaar.
Dodonaeus schrijft ‘De Italianen noemen het nebbio en podagria, als of men jichtkruid zei’.
Deze plant werd ook wel podagria genoemd, het laatste woord betekent voet, en werd zo genoemd naar de oude voetkwaal, jicht, die in de grote teen begint. Met de bladeren werden mensen gekroond die voor het eerst van dit euvel last hadden. Deze kwaal werd dan toegejuicht, omdat die zich meestal bij de aanzienlijken openbaarde.
Deze plant werd ook wel podagria genoemd, het laatste woord betekent voet, en werd zo genoemd naar de oude voetkwaal, jicht, die in de grote teen begint. Met de bladeren werden mensen gekroond die voor het eerst van dit euvel last hadden. Deze kwaal werd dan toegejuicht, omdat die zich meestal bij de aanzienlijken openbaarde.
A. Munting: ‘De purperen vrucht hiervan werd eertijds bij de oude heidenen in grote waarde gehouden omdat ze daar niet alleen hun gezichten verfden en bestreken als ze in hun afgoden tempel gingen om te offeren zoals Marcellus verhaalt. Maar ze vlochten ook kransen van de bladeren waarmee ze diegenen bekroonden die voor de eerste keer met het podagra gekweld werden zoals Lucianus daarvan schrijft zodat de waardigheid van deze ziekte, die liever bij de groten dan bij de kleinen zijn plaats zoekt, door de nakomelingen niet vergeten zou worden.’
Zo was het gebruik lang geleden
‘Dioscorides verhaalt dat de wortels van hadich de verharde baarmoeder vermurwen en de verstoppingen er van openen en ontsluiten en bovendien alle gebreken van de leden daar omtrent gelegen verbeteren en genezen kunnen en laten scheiden de zwellingen van de buik als de vrouwen zitten in het water daar deze wortels in gekookt zijn.
Hij schrijft ook dat de jonge bladeren die vers zijn en mals op de ontstekingen en gezwellen gelegd met Polenta of meel van gerstemout die verzoeten kunnen en laten scheiden.
Die bladeren, zegt hij, worden zeer goed en nuttig gelegd op de verbranding en op de beten van de honden en met bokkenvet of stierenvet op jicht en vooral op de smarten die van de ziekten aan de voeten komen gestreken helpen ze en verzoeten de pijn wonderbaarlijk zeer.
Hij schrijft ook dat de jonge bladeren die vers zijn en mals op de ontstekingen en gezwellen gelegd met Polenta of meel van gerstemout die verzoeten kunnen en laten scheiden.
Die bladeren, zegt hij, worden zeer goed en nuttig gelegd op de verbranding en op de beten van de honden en met bokkenvet of stierenvet op jicht en vooral op de smarten die van de ziekten aan de voeten komen gestreken helpen ze en verzoeten de pijn wonderbaarlijk zeer.
De wortels van hadich / kruidvlier zijn zo traag en moeilijk in het werken en beroeren de maag en ganse ingewand zo zeer dat al diegene die een verharde lever hebben (zoals het gebeurt als de geelzucht in waterzucht verandert) zo dikwijls ze deze wortels hebben willen gebruiken hebben er eerder letsel dan baat in gevonden, ja hebben door het gebruik er van hun leven verkort. Daarom zal men ons wel wachten en gade slaan dat men niet al te onbedacht deze wortels met enige drank of andere diergelijke de zieke in geeft, tenzij dat die geweldig hard en heel sterk van lichaam zijn. Anders zal men er altijd slecht mee varen.
De bladeren laten ook scheiden en vergaan de zwellingen van de manlijke leden, gekookt en er op gelegd.
Het sap van de bessen van hadich maakt dat haar zwart, wat sap ook goed is om de borstels en veren of pluimen mee te verven als het eerst in aluinwater gekookt is. Die bessen worden geschikt gevonden om de wijn een hoge of roze kleur te geven wat die van het eiland Lesbos vaak doen die het van de Joden geleerd hebben
Hadich in de bedsteden gelegd doodt of verjaagt de wandluizen, insgelijks de rook van hetzelfde kruid als het gebrand wordt verjaagt de slangen en vergiftige dieren.
De wortels en bladeren zijn diegene die in de medicijnen gebruikt worden, ze verteren en openen, daarom laten ze bij de vrouwen hun stonden komen als je een beroking bij de baarmoeder maakt door kruidvlier, bijvoet en averone in wijn te koken.
Het sap van kruidvlier dat je in de oren doet is goed tegen oorsuizing. En met het sap van alsem gemengd doodt het de wormen van de oren’.
Vele vreemde gebruiken die ik zelf niet meer durf toepassen maar die me wel nieuwsgierig maken. Wat is er nog mogelijk met deze vreemde kruidvlier?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten