Over oud worden en..... de schrijver Herman Hesse. Ik ken hem vooral van zijn eerder spirituele boeken zoals Siddharta, Reis naar morgenland en Demian. Boeken die al rond 1930 geschreven zijn en in de jaren 70 van de vorige eeuw onder alternatieve mensen populair werden. Een minder bekend boekje van Hesse is 'De kunst van het ouder worden' eerder een anthologie van teksten en gedichten, gedeeltelijk overgenomen uit zijn vroegere werk. Teksten die zoals de titel ook zegt, handelen over het ouder worden.
Hermann Hesse behoort tot de schrijvers die het geluk hadden oud te worden, zodat hij alle levensfasen op zijn karakteristieke manier kon ervaren en beschrijven. Tot de mooiste beschrijvingen behoren zijn overpeinzingen over het ouder worden, over de levensjaren, waarin de werkelijkheid en de ons omringende wereld op een speelse wijze boven de realiteit worden uitgetild, waarin de herinnering aan het verleden realistisch wordt in het heden. De schat aan beelden, die je na een lang leven in je geheugen met je mee draagt en die je, naarmate de lichamelijke activiteiten afnemen, op een heel andere manier bezighouden dan voordien.
Als tuin- en plantenliefhebber sprak mij ook Hesse's idee aan om boeken die in je weg liggen, gewoon te gebruiken om je tuinpad te plaveien. Misschien niet erg praktisch, maar 'cultuur in de natuur te laten vergaan, te laten opgaan' vind ik een grandioze gedachte.
Bladeren door het boek
Af en toe blader ik nog eens door het boekje en lees dan een wijs of weemoedig stukje: 'En nu, vandaag, terwijl ik bij zacht windstil weer bij mijn vuurtje stond en hout klein maakte, zag ik het gebeuren: er kwam een heel zacht windje, een zuchtje slechts en bij honderden en duizenden waaiden de zo lang gespaard gebleven bladeren weg, geluidloos, licht, gewillig, moe van het volhouden, moe van hun koppigheid en dapperheid. Wat vijf, zes maanden was vastgehouden en zich had verzet, zwichtte nu in een paar minuten voor niets, voor een zuchtje, omdat de tijd was gekomen, omdat het bittere volhouden niet meer nodig was. Weg vloog en dwarrelde het, met een glimlach, rijp en zonder strijd. Het windje was veel te zwak om de zo licht en dun geworden blaadjes ver weg te blazen, als een zachte regen ruisten ze neer en bedekten de weg en het gras aan de voet van het boompje, waarvan sommige knoppen al opengesprongen en groen waren.
Wat was mij nu in dit verrassende en ontroerende schouwspel geopenbaard? Was het de dood, het zachte en bereidwillige sterven van het winterloof? Was het het leven, de jeugd van de knoppen, die staat te dringen en te juichen, die plotseling ontwaakt plaats wilde maken? Was het treurig, was het vrolijk? Was het een waarschuwing aan mij, de oude man...... En nu, door het verongelukken van mijn Minou, mijn kat krijgen de woorden van Hesse nog meer betekenis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten